De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De belichtingsdriehoek

Verwante presentaties


Presentatie over: "De belichtingsdriehoek"— Transcript van de presentatie:

1 De belichtingsdriehoek
Fotovrienden Rijkevorsel 16 januari 2014

2

3 Vensterluik Diafragma = de opening van de luiken, hoe meer open, hoe meer licht in de kamer Sluitertijd = de duurtijd van opening van de luiken ISO = in een donkere kamer (weinig lichtgevoelig), is er minder licht dan in een witte kamer (wel lichtgevoelig)

4 Wat is ISO ? ISO is de gevoeligheid voor lichtinval op de sensor
Een hoog getal = hoge gevoeligheid Een laag getal = lage gevoeligheid Schaal : 100 – 200 – 400 – 800 – Bij elke stap verdubbelt de gevoeligheid = STOP

5 ISO : Gebruik ISO 100 -> Weinig tot geen ruis
ISO > Matig tot veel ruis

6 Waar en hoe gebruiken ? Voorbeelden :
ISO : Gebruik Waar en hoe gebruiken ? Voorbeelden : Kerken : beperkt licht, flitsen helpt niet, statief kan ook oplossing zijn Concerten : beperkt licht, flitsen niet toegelaten Sport indoor : beperkt licht, veel beweging

7 Wat is Diafragma ? Grootte van de opening van het objectief
Hoog getal = kleine opening Laag getal = grote opening Schaal f2.8 – f4 – f5.6 – f8 – f

8 Wat is diafragma ? Van f2.8 naar f4 = - De helft van de oppervlakte
- Dus de helft van het licht = STOP

9 Wat is diafragma ? F2.8 Grote opening Veel lichtinval
Weinig scherptediepte F16 Kleine opening Weinig lichtinval Veel scherptediepte

10 Diafragma : gebruik Landschappen : alles scherp op f16 of hoger getal
Portret : enkel gezicht scherp of ‘uit de achtergrond’ halen : f4 of f5.6 Macro : lage getallen om grote openingen te bekomen, enkel scherp waar men de scherpte wil leggen : soms f1.4 of f2.8 Scherptediepte ....

11 Scherptediepte De afstand van voor tot achter het voorwerp wat scherp is Wordt bepaald door Diafragma Afstand tot het onderwerp Brandpuntsafstand

12 Scherptediepte

13 Diafragma aanpassen Afstand tot voorwerp Brandpuntsafstand (zoom)

14 Sluitertijd De duurtijd waarmee het licht op de sensor valt
Wordt uitgedrukt in seconden of delen ervan Lange sluiterijd : 1s – ½s Korte sluitertijd : 1/500s – 1/1000s Bulb

15 Sluitertijd Schaal : 1s, 1/2s, 1/4s, 1/8s, 1/15s, 1/30, 1/60, 1/125, 1/250, 1/500, 1/1000, 1/2000 Van achter naar voor : bij elke sprong is de duurtijd dubbel zo lang als de vorige; dus dubbel zo veel licht = STOP

16 Sluitertijd : Beweging
Beweging van het voorwerp Hoe wil je het voorwerp uitbeelden ? In beweging : langere sluitertijd Bevroren : kortere sluitertijd

17 Sluitertijd : Beweging
2. Bewegingsonscherpte Door een te lange sluitertijd te gebruiken is het beeld onscherp omdat de camera beweegt. Gebruik van een statief lost dit op.

18 Belichtingsdriehoek De belichting van een foto hangt dus af van : ISO, Diafragma en sluiterijd Het gemeenschappelijke is de STOP Door de STOP zijn ze van elkaar afhankelijk 1 STOP ISO aanpassen is 1 STOP sluiterijd of 1 STOP diafragma aanpassen voor dezelfde hoeveelheid licht op de sensor

19 STOP ISO /250s ? ? ? 1/125s ? ? ISO ? Let op ! Tussen f2 en f4 liggen twee stops, ook tussen f4 en f8 en tussen f8 en F16 f2 - f2.8 – f4 – f5.6 – f8 – f11- f16

20 Belichtingsdriehoek OEFENEN ! Spelen met de schuivers ? Deze presentatie downloaden vanaf Nic Hanne


Download ppt "De belichtingsdriehoek"

Verwante presentaties


Ads door Google