De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Bestuurlijke samenwerking en regievoering Groningen, VB Noord, 19 mei 2011 Rob Oudkerk |0.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Bestuurlijke samenwerking en regievoering Groningen, VB Noord, 19 mei 2011 Rob Oudkerk |0."— Transcript van de presentatie:

1 Bestuurlijke samenwerking en regievoering Groningen, VB Noord, 19 mei 2011 Rob Oudkerk |0

2 Observaties, eye-catchers 25 jaar huisarts binnenstad Amsterdam Ex-lid van de Tweede Kamer Ex-wethouder Jeugd Amsterdam Lector Leefstijlverandering bij Jongeren Directeur van de Jeugdfabriek |1

3 De Jeugdfabriek

4

5 www.dejeugdfabriek.nl

6 Het Kennedy-adagium “ Sommige mensen zien de dingen zoals ze zijn,en vragen: waarom? Ik droom van dingen die niet bestaan, en vraag: waarom niet ”

7 |6

8 Quote….. |7 “De jeugdzorg kun je nog het beste vergelijken met een bord spaghetti, een warboel aan regelingen, doorverwijzingen, indicatiestellingen, voorzieningen, instellingen en bestuurslagen. Met de beste bedoelingen overigens, maar het kost de hulpverlener de grootst mogelijke moeite hulp te bieden en het kost de hulpvrager de grootst mogelijke moeite om hulp te krijgen. Het is een oerwoud. Desondanks is het een wonder dat er nog zoveel hulp wordt geboden. Hulpverleners zijn er ook terecht trots op. Maar als je doorvraagt is dat niet dankzij maar ondanks het systeem.” Rene Paas, Trouw

9 Quote….. |8 “De helft van de kinderen onder de twaalf die met de politie in aanraking komt heeft een stoornis. De helft van die helft, een kwart dus, heeft zelfs een persistente stoornis. Er is geen dwingend vervolg na het politiecontact, terwijl de politie deze kinderen eigenlijk letterlijk aan Jeugdzorg zou moeten overhandigen. Nu is er een enorme vrijblijvendheid, krijgen ouders bijvoorbeeld advies eens wat beter naar hun zoon te laten kijken. Feitelijk zijn we daarin nu dus verwaarlozend naar onze kinderen. “ Jeugdfabriekexpert

10 Quote….. |9 “Gisteren heb ik de eerste resultaten van operatie Frankenstein gepresenteerd. Een onthutsend beeld van de werkelijkheid voor Amsterdamse kinderen. Het is op een onontkoombare manier in beeld gebracht. Mij is vooral de parallel met het onderzoek naar het onderwijs door de commissie Dijsselbloem opgevallen. De beknotting van de professional, het kind wordt de dupe “ Lodewijk Asscher, locoburgemeester van Amsterdam, op zijn weblog 12 juni 2008

11 Quote….. |10 “Als we het ziekenhuiswezen op dezelfde manier zouden organiseren als nu het beleid rond moeilijke kinderen zouden er honderdduizend doden per jaar vallen. Dat staat in schril contrast met de enorme hoeveelheid kennis die er is“ Jeugdfabriekexpert

12 Quote….. |11 “Bij de aanpak van de Marokkaanse jongeren zijn maar liefst zes ministeries betrokken. Zes! Ik krijg dan ook soms een opdracht van het ene ministerie over een onderwerp dat ik net voor een ander ministerie heb afgerond. Als ik daar dan wat van zeg krijg ik te horen dat men de opdracht toch graag door laat gaan. ‘Ik moet mijn eigen minister bedienen’ is dan het argument.’“ Jeugdfabriekexpert

13 Quote….. |12 “ De invloed van de meest gebruikte interventies zijn vaak na 2 á 3 jaar verdwenen.“ Jeugdfabriekexpert

14 Er is onderzoek gedaan naar methodieken, gebruikt in jeugdbeleid in heel Nederland. Daaruit blijkt dat van 95% van de interventies we niet weten of ze werken.

15 Quote….. |14 “Als iets niet werkt, moeten we het lef hebben om daar mee te stoppen, hoezeer de onderbuik ook protesteert. Kampementen, survivaltochten en hard straffen zijn niet wetenschappelijk onderbouwd maar het oogt allemaal kordaat. Het lijkt flink, het is dom. We zijn dom-flink.“ Jeugdfabriek expert

16 De gemeente wordt opdrachtgever!!!!!!! De weg naar professioneel opdrachtgeverschap De complexe structuren De beren op de weg De schaalongelijkheid De “winnende strategie” |15

17 Gemeente wordt opdrachgever: de ultieme nul-meting |16

18 Bij het overhevelen moet op zijn minst antwoord zijn gegeven op de volgende vragen: 1.Wat is methodisch bewezen als werkzaam en wat als niet werkzaam? 2.Wat gebeurt er nu? Voor hoeveel geld? 3.Welke instituties en organisaties leveren welke producten? 4.Wie wordt waar eigenlijk beter van? 5.Wat zou er –idealiter- moeten gebeuren? 6.En hoe zou dat moeten gebeuren? |17

19 De 10 paradoxen van de jeugdproblematiek in Amsterdam Noord De Jeugdfabriek Mei 2010

20 1. De jongeren in Amsterdam- Noord hebben we allemaal in beeld…… Maar we kennen ze onvoldoende

21 2. In Amsterdam-Noord hebben we onder de 18 weinig uitval…… …………….maar juist dan hele grote niet (h) erkende problemen

22 3. Boven de 18 vallen er, voor Amsterdamse begrippen, veel jongeren uit…… ………… …. maar deze jongeren kunnen niet verplicht worden tot een zinvolle dagbesteding

23 In Noord zijn er ruim 600 jongeren met grote psychosociale problemen …………….maar de projecten en trajecten voor deze jongeren voorzien hier niet in

24 5. In Noord heeft de maatschappij problemen met inactieve jongeren ………….maar jongeren vinden dat zelf (nog) geen probleem

25 6. Er zijn sterke vermoedens van omvangrijke LVB problemen……. … ………….maar diagnosticeren doen we het niet

26 7. In Noord stikt het van de talenten …………………maar deze worden niet door het schoolaanbod ondersteund

27 8. In Noord is grote trans- generationele problematiek ………………..maar er heerst een taboe om dat ter discussie te stellen

28 9. De projecten in Noord zijn op zich goede projecten …..maar werken niet voor de specifieke groepen in dit stadsdeel

29 10. Het projectenaanbod in Noord is omvangrijk …………… maar krijgen onvoldoende ruimte om hun nut of onnut te bewijzen

30 Wat moet er gebeuren? Eerder problemen signaleren en oppakken (SCREENEN!) Aanpak die past bij specifieke doelgroep (LVB, multi- problematiek, laag zelfbeeld etc)

31 Hoe moet dit gebeuren Het projectenaanbod moet uitvoerig gescand worden (MIDDELS SCREENING JONGEREN EN INDICATIE) om te kijken of de verschillende projecten aansluiten bij de problematiek

32 Wat is daar voor nodig? Commitment van politiek, ambtelijke diensten en maatschappelijk middenveld Een intensieve en gemeenschappelijke aanpak (echt speerpunt van maken) Doe het goed, of doe het niet!

33

34

35

36 CHANGE…… Het gaat niet om “Een probleempje”

37 buikje

38 etentje

39 cognacje

40 patatje

41 kroketje

42

43 slippertje

44 buik

45 Het gaat om een Probleem |44

46

47

48 Het professionele opdrachtgeverschap Wat zijn de vier essentiele uitgangspunten om te komen tot samenwerking en adequate regievoering? |47

49

50 4 pijlers om iets van a naar b te krijgen 1. Publiekprivate samenwerking (ggd, school, gemeentebestuur, bedrijven, sport, verkeersinstituties, ouders etc) 2. Wetenschappelijke onderbouwing van wat je doet 3. Politiek commitment ( gemeentebestuur, maar ook….. 4. Social marketing (spreek(t) jongeren aan, letterlijk en figuurlijk) 5. Duurzame financiering (geen projectencaroussel )

51 “onderbouwing” Er is een merkwaardig gebrek aan verbinding tussen wat we weten –welke interventies werken- en wat we in de praktijk doen. Er zit een te grote kloof tussen wetenschap, politiek en praktijk. Instellingen vinden veelal hun eigen methodieken uit, die niet of nauwelijks werden en worden getoetst. Dat moet op zijn minst worden gedecimeerd. |50

52

53

54 Het zijn complexe vraagstukken Meervoudige problemen van gewone mensen die over het algemeen groter worden dankzij de carrousel van hulpinstanties

55 Het professionele opdrachtgeverschap en de instituties Teveel bemoeienis, te weinig resultaat Verkeerde veronderstellingen Macht en belangen prevaleren Geinstitutionaliseerd wantrouwen

56 bemoeienis Elke overgang van de ene naar de andere instelling vormt een bedreiging voor de voortgang van de hulp. Teveel bemoeienis is vaak evenredig met te weinig resultaat: dat levert meestal gelijk een nieuw probleem op. De kosten van afstemming en coördinatie tussen instanties en personen zijn hoog, er zijn verschillende visies op probleem en oplossing en niemand heeft de alleenmacht om knopen door te hakken. |55

57 En naast die instituties: waarom gaat ‘ t zo tragelijk? -Krommunicatie (buikje) -Allesomvattende onwetendheid -Verbeelding is aan de macht, maar we denken en doen nog teveel “ old school ” -MAAR VOORAL: “ NIET MET ELKAAR ”, maar losse elementen in een spaghetti-omgeving

58 allesomvattende professionele onwetendheid Er is onderzoek gedaan naar de kennis die instituties/professionals hebben over elkaars interventies of werkwijzen Daaruit blijkt dat 85 % van de geinterviewden weinig idee heeft wat “ de ander ” precies doet.

59 DE VERBEELDING IS AAN DE MACHT

60 PAUW EN WITTEMAN

61

62

63 Samenwerken: Wie geloof/vertrouw je?

64

65

66

67

68 Professioneel opdrachtgeverschap HERKEN DE DOZEN GEBAKKEN LUCHT IN FEESTVERPAKKING EN VRAAG ALTIJD: WIE WORDT WAAR BETER VAN EN WAAROM?

69  BURGERS VERLIEZEN VERTROUWEN IN DE OVERHEID EN DE MET HAAR SAMENWERKENDE INSTITUTIES: ZE CONTROLEREN ZELF  PERSOONLIJKE EN FINANCIËLE MOTIEVEN WORDEN STEEDS DOMINANTER  MEER VRIJBLIJVENDHEID. BINDING EN VERZUILING ZIJN SPAARZAMER MAATSCHAPPELIJKE TRENDS

70  MEER BEHOEFTE AAN RICHTINGGEVEND EN MOREEL LEIDERSCHAP  VEEL WORDT GEZIEN ALS KOSTENPOST, NIET ALS BATENPOST  NOODZAAK TOT MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDING VAN DE PROFIT EN NON-PROFITSEKTOR  IEDEREEN KAN EN/OF WIL ALLES AANBIEDEN: DE MARKT IS VRIJ

71 MAATSCHAPPELIJKE HYPES - VASTGEBONDEN JONGEN -COMAZUIPENDE PUBERS -”DIT IS GOUDA” -………….

72 JULLIE CONTEXT JULLIE CONTEXT  ALLESOMVATTENDE ONWETENDHEID  KROMMUNICATIE EN VERDOMMUNICATIE  VERBEELDING AAN DE MACHT, NIET DE RATIO  GEKADERD IN TRENDS  GEKETEND IN HYPES

73

74 Breed - breder - breedst “Jeugdbeleid is van iedereen en voor iedereen belangrijk” “ Wat levert het op als ik hierin investeer?”

75

76 Wat levert het op? onderwijs: minder schooluitval, meer diploma’s; financieel: gezonde burgers, minder uitkeringen; hogere waarde vastgoed; milieu: meer lopen en fietsen, minder CO2-uitstoot; imago: een gezonde, beweegvriendelijke stad als voorbeeld voor Nederland; econ omis ch: aant rekk elijk er vesti ging skli maat ; draa gvla k: werk en aan gezo ndh eid als aanj aagf unct ie van bijvo orbe eld hers truct ureri ng; best uurli jk: mee r waar deri ng voor het best uur.

77 Wat levert het op (2)? economisch: aantrekkelijker vestigingsklimaat; draagvlak: werken aan gezondheid als aanjaagfunctie van bijvoorbeeld herstructurering; bestuurlijk: meer waardering voor het bestuur |76

78 Een te beperkte omschrijving van het begrip “professioneel opdrachtgeverschap” is bijna een garantie dat institutionele belangen niet veel anders zullen gaan liggen dan historisch gegroeid, noch dat organisaties opeens op een wijze gaan samenwerken die meer gewenst is, noch dat politieke besluitvorming verandert noch dat partieel clientelisme en opportunisme verdwijnt. “Gedrag volgt financieringsstroom” is hier te eenvoudig gedacht, leert de ervaring. 77

79 De praktijk Betrek vanaf het begin de gehele keten van contractpartners, maar waak voor polderen. Houdt scherpe controle op de brug tussen voorgenomen beleid & de uitvoering Ga op zoek naar structurele en duurzame oplossingen; durf keuzes te maken die anderen onwelgevallig zijn: toon sterk leiderschap. |78

80 De praktijk 2 Werk niet beschuldigend; Creer een veilige omgeving, ‘onder de radar’. Laat de Gemeente zelf ( in samenspraak met partners) een eigen methodiek ontwikkelen om de aanpak rondom zorg voor jeugd sluitend te maken (dus geen interim- management methode). |79

81 JEUGDBELEID EN JEUGDZORG: TIJD VOOR EEN PARADIGMASHIFT


Download ppt "Bestuurlijke samenwerking en regievoering Groningen, VB Noord, 19 mei 2011 Rob Oudkerk |0."

Verwante presentaties


Ads door Google