Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Brein en dyslexie Anneke Smits
Hoopgevend voor dyslectici
2
Dyslexie: een verwarrende term
3
Vragen: klopt het of klopt het niet
b/d verwisselingen zijn symptomen van dyslexie ja/nee Leesproblemen ontstaan door problemen in de visuele waarneming ja/nee Dyslexie is een neurologische stoornis ja/nee Dyslexie is volledig te verklaren vanuit neurologische factoren ja/nee De hersenen kunnen compenseren voor dyslexie ja/nee Bij die compensatie spelen betekenis en emotie een rol ja/nee De school heeft veel invloed op het leesniveau van dyslectici ja/nee Lezen is een onnatuurlijke handeling voor de hersenen ja/nee Na de leeftijd van 9 jaar kunnen dyslectici niet meer leren lezen ja/nee Dyslexie komt door onvoldoende lateralisatie van de li hersenhelft ja/nee Breinscans vormen een betrouwbare maat voor dyslexie ja/nee Dyslexie komt meer voor bij jongens dan bij meisjes ja/nee
4
Overkoepelende vraag Waarom is ‘brein en dyslexie’ hoopgevend?
5
Dyslexie definitie Dyslexia is a specific learning disability that is neurobiological in origin. It is characterized by difficulties with accurate and/or fluent word recognition and by poor spelling and decoding abilities. These difficulties typically result from a deficit in the phonological component of language that is often unexpected in relation to other cognitive abilities and the provision of effective classroom instruction. (Lyon, Shaywitz, & Shaywitz, 2003, p. 2)
6
Ontwikkeling van de hersenen
Interactie tussen omgeving / aanleg / hersenontwikkeling Plasticiteit van de hersenen Individuele variatie : Het proces van groei en ontwikkeling van het zenuwstelsel leidt tot de specialisatie van bepaalde hersengebieden voor bepaalde cognitieve functies en derhalve voor aspecten van gedrag. Deze aangeboren specialisatie komt echter niet tot stand zonder interactie met de omgeving. Zelfs IQ niet statisch. Er is een duidelijk invloed van omgevingsfactoren (biologische omgevingsfactoren, gezinssysteem, school en sociale omgeving) op de hersenontwikkeling. Er is een dynamisch evenwicht tussen kind en omgeving. Verstoringen in het beloop van de ontwikkeling van de hersenen kunnen afwijkingen in het gedrag van het kind opleveren, die invloed hebben op de omgeving Plasticiteit: bij beschadiging in een bepaalde hersenstructuur kan een andere hersenstructuur de functie van het aangedane gebied overnemen Dit gaat niet altijd goed: ‘growing into deficit’
7
Indeling van de hersenen
Bepaalde gebieden in de hersenen zijn gekoppeld aan of verantwoordelijk voor specifieke cognitieve functies. Cognitieve functies worden doorgaans ‘aangestuurd’ door een circuit waarbij meerdere hersengebieden betrokken kunnen zijn. Het is echter niet zo dat er een 1-op-1 relatie is tussen lokalisatie en specifieke cognitieve functies. Het is belangrijk dit te benadrukken.
8
Boven: Achter en voor (Zull, 2002)
Keuzes, actie, organisatie, nieuwe ideeën, strategieën Heden Ontwikkeling loopt van achter naar voor Geheugen en begrip; Verleden
9
Binnenin (onder) Motivatie Emotie Geheugen
Ontwikkeling loopt van onder naar boven (cfr hersenstam en limbisch systeem zijn het oudst: reptielenbrein) The limbic system is associated with emotion and motivation. The amygdala is known to attach emotional significance to sensory input. Olfactory stimuli enter the limbic loops via the entorhinal cortex of the parahippocampal gyrus. The limbic system has a direct influence on neuroendocrine, autonomic, and behavior mechanisms, and it also has a role in functions such as fight or flight, homeostasis, self-maintenance, appetite, and sexuality. As noted above, structures of the limbic system are highly interconnected with the rest of the brain, and they likely form a gateway for communication between the cerebral cortex and the hypothalamus. This gateway allows for cognitive processes to modify the affect of the limbic system on hypothalamic functions. The hippocampus, fornix, and mamillary bodies have an integral role in memory and learning. Much of what we know about temporal lobe function comes from patients with temporal lobectomies for tumors or intractable seizures. Impaired verbal memory is associated with left anterior temporal lobectomies, whereas right temporal lobectomy may result in visual/spatial memory disturbances. The degree of impairment is directly related to the age of the patient. Young children have considerable plasticity, allowing for other areas of the brain to take over the function of the resected portion. The decrease in memory function after temporal lobectomy is directly related to the amount of medial temporal lobe resected and the level of memory function prior to surgery (the more you have, the more you stand to lose), and it is inversely related to the degree of hippocampal sclerosis of the resected lobe. Coordinates Sensory Input With Emotions Emotional Responses to Pain Regulates Aggressive Behavior Don’t worry how to motivate children, identify what is already motivating them. (Zull, 2002, p. 53)
10
Onder en boven, oud en nieuw
Oude structuren zijn sterker dan nieuwe: Emoties overrulen cognities Brainstem - The lower extension of the brain where it connects to the spinal cord. Neurological functions located in the brainstem include those necessary for survival (breathing, digestion, heart rate, blood pressure) and for arousal (being awake and alert). The cerebellum is involved in the coordination of voluntary motor movement, balance and equilibrium and muscle tone. It is located just above the brain stem.
11
‘Spreken is natuurlijk, lezen niet’
Hierdoor is lezen moeilijk (Shaywitz, Wolfe). We zijn er niet op gebouwd. Genetisch niet op voorbereid. Fluency komt maar moeilijk tot stand. Kost bij iedereen oefening om de VWFA (visual word form area Nevills en Wolfe,
12
Goede lezers Neuroimaging can only demonstrate that brainactivity is correlated with a cognitive task or process, but can not demonstrate that the region is necessary for the task or process. De richting van het verband is niet duidelijk. WFA (occ-temp) houdt verband met leessnelheid.
13
Breinactivatie in groep dyslectici
Normally, reading involves three left-hemisphere brain areas. Broca’s area and the parieto-temporal area support step-by-step analysis and “pulling apart” of words. Readers with dyslexia show reduced activity in the third, “word-form” area, which reacts almost immediately to a whole word as a pattern. (Courtesy of Sally Shaywitz.) People with dyslexia often laboriously mutter words they are attempting to read—suggesting that without a well-functioning word-form area, readers have to work much harder. Voorzichtig interpreteren, geldt zeker niet voor alle individuen met dyslexie. Betrouwbaarder voor de groep als geheel. De richting van het verband is niet duidelijk.
14
Compensaties in zwakke lezers
Compensatie in re hemisfeer; lezen gaat goed, maar blijft wel traag. Thus, areas of hyperactivation in dyslexia reflected processes related to the level of current reading ability independent of dyslexia. In contrast, areas of hypoactivation in dyslexia reflected functional atypicalities related to dyslexia itself, independent of current reading ability, and related to atypical brain morphology in dyslexia. Hoeft et al. (2006) Compensaties reflecteren langzaam lezen, zelfde in reading-age matched controls.
15
Lateralisatie van de hersenen
Gecompenseerde dyslexie: minder lateralisatie Oorzaak van dyslexie? In light of previous evidence of atypical laterality in dyslexia, a reduced leftward asymmetry was predicted and confirmed. We know from previous research that most people with atypical language lateralisation have normal language and literacy skills: nevertheless, our results confirm that language laterality is reduced in those with dyslexia. Bishop en Illingworth, Onderzoek bij adults met compensated dyslexia.
16
Fonologische problemen
17
Asynchroniciteit (Breznitz)
Neurons that fire together, wire together (Hebb, 1949)
18
Leren is connecties leggen
Leraren creëren de condities waaronder hersenen kunnen veranderen.
19
Remediëren? Aylward et al. (2003) Shaywitz et al. (2004) Hoge frequentie; klank/tekenkoppelingen, woorden, tekst lezen, schrijven Spelling Richards et al. (2006) TABLE 2: Summary of intervention used in brain imaging study of students with RD Duration The individual tutoring intervention occurred daily for 50 minutes from September to June, which yielded an average of 126 sessions or 105 tutoring hours per student. Instruction Each session consisted of a framework of five steps that the tutors followed with each student. This framework was not scripted, but was individualized based on the student's progress. Step 1: Brief and quick-paced review of sound-symbol relationships from previous lessons and introduction of new correspondences. Step 2: Word work practice of phonemic segmentation and blending with letter cards or tiles, which occurred in a very systematic and explicit fashion. Step 3: Fluency building with sight words and phonetically regular words made up of previously taught sound-symbol correspondences. Step 4: Oral reading practice in phonetically controlled text, uncontrolled trade books, and nonfiction texts. Step 5: Writing words with previously taught patterns from dictation. Content The intervention consisted of six levels that began with simple closed syllable words (e.g., cat) and ended with multisyllabic words consisting of all six syllable types. Good spellers may be taught, not born, as is often assumed.
20
Leren is verandering Van het brein. Leren door informatie om te zetten (hercoderen). (Roediger , verplichte literatuur)
21
Kunnen imaging technieken gebruikt worden voor diagnose?
Onbetrouwbaar voor individuen: vals positief en vals negatief Duur fMRI Lastig met jongere kinderen Also, in order for this technology to be used for diagnosis, it needs to be accurate for individuals. Currently, results are reliable and reported for groups of participants, but not necessarily for individuals within each group (Richards, 2001; Shaywitz et al., 2002).
22
Vragen Hoopgevend?
23
Vragen: klopt het of klopt het niet
b/d verwisselingen zijn symptomen van dyslexie nee Leesproblemen ontstaan door problemen in de visuele waarneming nee Dyslexie is een neurologische stoornis nee Dyslexie is volledig te verklaren vanuit neurologische factoren nee De hersenen kunnen compenseren voor dyslexie ja Bij die compensatie spelen betekenis en emotie een rol ja De school heeft veel invloed op het leesniveau van dyslectici ja Lezen is een onnatuurlijke handeling voor de hersenen ja Na de leeftijd van 9 jaar kunnen dyslectici niet meer leren lezen nee Dyslexie komt door onvoldoende lateralisatie van de li hersenhelft nee Breinscans vormen een betrouwbare maat voor dyslexie nee Dyslexie komt meer voor bij jongens dan bij meisjes nee
24
Hoopgevend en voorzichtig…
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.