5. Leven voor God 1 Petrus 3:8-12 en 4:1-11.

Presentatie over: "5. Leven voor God 1 Petrus 3:8-12 en 4:1-11."— Transcript van de presentatie:

1 5. Leven voor God 1 Petrus 3:8-12 en 4:1-11

2 “1Nu dan, omdat Christus tijdens zijn leven op aarde heeft geleden, moet u zich net als hij wapenen met de gedachte dat wie in zijn aardse leven geleden heeft, met de zonde heeft afgerekend. 2Zo iemand laat zich gedurende de rest van zijn leven niet meer leiden door menselijke verlangens maar door Gods wil.” . 1 Petrus 4 :1-2

3 Als je zelf al gedoopt bent: welke herinnering blijft. je bij
Als je zelf al gedoopt bent: welke herinnering blijft je bij? Wat betekende de doop voor jou? Wat betekent hij vandaag? Zijn je verwachtingen uitgekomen? Hoe reageer je op de stelling dat de gedoopte ‘dood is voor de zonde’? Betekent dit dat hij een vol­maakt iemand is geworden… of zou moeten zijn? Of gaat het om een algemene richting die je geeft aan je leven (leven voor…)? Wat lijkt er u het belangrijkst in de symboliek van de doop: de onderdompeling (gestorven met Christus) of weer boven water komen (een nieuw leven met Christus). Verklaar… Een leven leiden in overeenstemming met je geloof en je doop… Wat houdt dit in volgens jou? Is dit altijd gemakkelijk? Of zijn er omstandigheden die het vandaag moeilijk maken (in Petrus’ tijd waren er de vervolgingen…)?

4 « 3U hebt al genoeg tijd verspild aan allerlei zaken waarin de ongelovigen plezier hebben: losbandig­heid, wellust, dronkenschap, bras- en slemppartijen en verwerpelijke afgodendienst. 4Zij vinden het vreemd dat u niet langer meedoet aan hun liederlijke uitspattingen en ze spreken daarom kwaad over u. 5Maar ze zullen zich daarvoor moeten verantwoorden tegenover hem die zich gereedhoudt om recht te spreken over levenden en doden.”   1 Petrus 4 :1-2

5 Stel je dergelijke uitspattingen vast in onze huidige maatschappij of in je persoonlijke omgeving? Zo ja, hoe verklaar je dat? Heb je er zelf ooit al aan deelgenomen? Kom je soms (nog) in de verleiding? Misschien om eens ‘te doen zoals iedereen’? Hoe zou jij uitleggen aan iemand die zo leeft dat je daar zelf geen zin (meer) in hebt, dat je dat niet (meer) nodig hebt? Hoe antwoord je dan op de opmerking: ‘Welk plezier heb je dan nog in het leven?’ Wat is voor jou de zin van het leven? Waarin bestaat jouw levensvreugde?

6 Het einde van alles is nabij
Het einde van alles is nabij. Kom daarom tot bezinning en wees helder van geest, zodat u kunt bidden. 8Heb elkaar vóór alles innig lief, want liefde bedekt tal van zonden. 9Wees gastvrij voor elkaar, zonder te klagen. 10Laat ieder van u de gave die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt. 11Voert u het woord, laat dan Gods woorden doorklinken in wat u zegt. Helpt u anderen, doe dat dan vanuit de kracht die God u geeft. Want zo doet u alles tot eer van God, dankzij Jezus Christus, aan wie alle eer en macht toekomt, voor eeuwig. Amen. 1 Petrus 4 : 7-11

7 Denk jij dat we in de eindtijd leven. Zo ja:. waarom denk je dat
Denk jij dat we in de eindtijd leven? Zo ja: waarom denk je dat? En hoe beleef je deze verwachting? Leidt de idee dat het einde nabij is altijd tot een evenwichtig leven? Heb je zelf al extremistische reacties gehad of vastgesteld, die helemaal niet evenwichtig genoemd kunnen worden? Wat maakt dat dergelijke reacties je ongezond lijken? Hoe zou jij een evenwichtig christelijk leven definiëren? Wat is het belang van gebed in het kader van de eindtijd? Volgens Petrus is een evenwichtig christen niet enkel op God gericht (gebed), maar vooral op de naaste: fervente liefde, vergeving, gastvrijheid, hulp en dienstbetoon… Hoe zit dat met jou? En je kerk?

8 8Tot slot vraag ik u: Wees allen eensgezind, leef met elkaar mee, heb elkaar lief als broeders en zusters, wees barmhartig en bereid de minste te zijn.  9Vergeld geen kwaad met kwaad, en als u wordt uitgescholden, scheld dan niet terug; zegen juist, opdat u ook zelf zegen ontvangt, want daartoe bent u geroepen.  10Immers: ‘Wie het leven liefheeft en gelukkig wil zijn, moet geen laster of leugens over zijn lippen laten komen,  11hij moet het kwaad uit de weg gaan en het goede doen, en voortdurend vrede nastreven.  12Want de Heer verliest de rechtvaardigen niet uit het oog en luistert naar hun gebeden, maar hij keert zich tegen wie kwaad doen.’ Petrus 3 : 8-13

9 Wat denk jij: moet het leven van een christen vooral gericht zijn op het bestrijden van het kwaad of op het ijveren voor het goede? Maakt dit enig verschil uit? IJveren voor het goede doe je niet vanuit je luie zetel… Welke houdingen en daden uit 1 Petrus 3:8-11 spreken je het meeste aan? Waarmee heb je het moeilijk? Wat zou jij zelf nog aan deze lijst willen toevoegen? Ben je het eens met de conclusie: ‘leven voor God, dat doe je concreet door te leven voor de naaste’? Verklaar

10 ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel
en met heel uw verstand.  38Dat is het grootste en eerste gebod.  39Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf.’ Matthieu 22 :37-39