§2.2 Spieren.

Presentatie over: "§2.2 Spieren."— Transcript van de presentatie:

1 §2.2 Spieren

2 Introductie spieren

3 §2.2 Spieren Het skelet is het passieve en de spieren zijn het actieve bewegingsstelsel. De willekeurige (dwarsgestreepte) skelet spieren kunnen bewust worden aangespannen. Werkt snel maar is ook snel vermoeid! De onwillekeurige (gladde) spieren, kunnen niet worden gecontroleerd. Werkt traag maar langdurig! Willekeurig (dwarsgestreepte) Onwillekeurig (gladde) spieren

4 Tussen de spiercellen in liggen kleine bloedvaten en zenuwen
Meerdere spiercellen (myofibrillen) worden omhuld door een laagje bindweefsel spiervezels. Vele spiervezels vormen samen een spier. De spier is omgeven door een dik bindweefsel kapsel (fascie). Tussen de spiercellen in liggen kleine bloedvaten en zenuwen De fascie kan rechtstreeks vergroeid zijn aan periost of via een pees (tendo). Onder normale omstandigheden zullen nooit alle spiervezels van een spier tegelijk samen trekken. Ze zullen elkaar afwisselen zodat de spier toch langere tijd kan samentrekken.

5 Synergisten: spieren met dezelfde werking (kauwspieren).
Antagonisten: spieren die elkaar opheffen (werken in tegengestelde richting) biceps / triceps. Spieren kunnen nl niet vanzelf weer uitrekken. Synergisten: spieren met dezelfde werking (kauwspieren). p54 Antagonisten Synergisten

6 Pees = verbinding tussen spier en bot
De pees (tendo) bestaat uit taai bindweefsel en is omgeven door een peesschede (tendovagina) die de pees en het gewricht beschermt tegen het vele schuren langs de gewrichten. De tendovagina is gevuld met smerende vloeistof (cfr synoviaalvocht) waardoor de bewegingen soepel verloopt. Een pees wordt gevoed vanuit de tendovagina, dit is niet efficiënt  genezing gaat heel traag.

7 Sesambeentjes Zitten in de pees en leiden krachten de juiste kant op (cfr katrol) Bv Patella in pees m. quadriceps

8 Slijmbeurs (bursa) = zakje bindweefselgevuld met synoviaalvocht
Beschermt uitstekende bottdelen ‘legger’ = overvulde slijmbeurs

9 Kopspieren Mimische spieren zijn spieren die zorgen voor de gelaats uitdrukking, de mimiek. (bij de mens circa 40 spieren) Extensie: optillen van de kop (spiergroep 14). Flexie: naar beneden trekken van de kop (spiergroepen 9, 10 en 11). De nekband (ligamentum nuchae) ontlast de nekspieren.

10 M. temporalis belangrijkste kauwspier (7 in totaal)
Loopt van bovenop de schedel  onderkaak p.55

11 Spieren van de borstkas
Ademhalingsspieren: de tussenribspieren, de spieren van de borstwervels naar de ribben en het middenrif Ophanging en beweging voorpoten

12 Spieren van de rug Extensoren zijn strekkers, bijv vd rug: spieren die de rug hol maken. . Flexoren zijn buigers bijv rugspieren die de rug bol maken.

13 Spieren van de poten Vuistregel: de buigers liggen aan de kant van de poot waar de poot naartoe buigt, de strekkers aan de kant waar de poot naartoe strekt

14 Spieren van de voorpoten
M. triceps = strekker van onderarm/elleboog (ligt aan de achterkant van de bovenarm en ligt vast op de ulna) M. biceps = buiger van onderarm (ligt aan de voorkant van de humerus en ligt vast op radius en ulna) De strekkers van de ondervoet liggen aan de voorkant en de buigers aan de achterkant van de ondervoet

15 Zelfde principes gelden M. Quadriceps strekt knie
Spieren van de achterpoten Zelfde principes gelden M. Quadriceps strekt knie Hamstrings buigen de knie (bestaat uit 3 spieren oa biceps)

16 §2.2 Spieren Afleiden van enkele spiergroepen:
Musculus serratus ventralis, (getande buikzijde spier) van borstkas naar schouderblad -Musculus sternomastoideus, (sternum = borstbeen) van borstbeen naar schedel -Musculus quadriceps femoris (vierkoppige dijbeen spier) ventrale zijde achterpoot -Musculus rectus abdominus (rechte buikspier) van craniaal naar caudaal -Musculus temporalis (kauwspier) van de onderkaak over het slaapbeen

17 §2.2 Spieren Adductoren: spieren die de achterpoten bijeen houden.
Musculus pectineus Pectineusmyotomie: dwars doorsnede van de musculus pectineus om de pijn bij heupdysplasie te verminderen. Abductoren: spieren die de achterpoten kunnen liften. (plassen bij een reu) Adductoren Abductoren

18 Buikspieren 3 lagen buikspieren in de flank (M. Obliquus Externus + Internus, M. transversus) Linea alba: een peesplaat van m. Rectus abdominis. Deze witte lijn loopt over de ventrale zijde van de buik en is een gewilde incisieplaats voor chirurgie.

19 Staartspieren Functies: communicatie + evenwicht
Spieren van bekken naar staart Spieren tussen de wervels in