Download de presentatie
GepubliceerdLien Jacobs Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Woordenschattherapie bij peuters met TOS
Een onderzoek naar de effectiviteit van geprotocolleerde woordenschattherapie met semantische scripts
2
Onderzoeksgroep Ellen Gerrits, HU Karin Wiefferink, NSDSK
Astrid Kruythoff, NSDSK Floor Cohen Tervaert, NSDSK Esther Ottow, Auris Financiering: Verbindend Vernieuwen
3
Inhoud Aanleiding & wat weten we al Het onderzoek
De woordenschatbehandeling Resultaten Aanbevelingen voor praktijk Meedenken / discussie
4
Woordenschat bij TOS Eerste woorden verschijnen laat (Leonard & Deevy, 2004) Passieve en actieve woordenschat zijn beperkt (Bishop, 2006) Nieuwe woorden leren verloopt moeizamer (Brackenbury & Pye, 2005; Sheng & McGregor, 2010) Leren van werkwoorden meest problematisch (Brackenbury & Pye, 2005; Leonard & Deevy, 2004)
5
Wat helpt? (1) Mogelijk effectieve aanpak met scripts (Van den Dungen, 2007) ‘Focused stimulation’, doelwoorden frequent aanbieden in een transparante context (Girolametto, 1996) Herhaling cruciaal bij kinderen met TOS (o.a. Gray, 2003; Nash and Donaldson, 2005; Rice et al., 1994; Riches et al., 2005)
6
Wat helpt? (2) Bied semantische en fonologische cues aan (Owen, 2010)
Kies betekenisvolle doelwoorden, bied woorden in verschillende contexten aan, gebruik cues en gebaren (Steele en Mills, 2011)
7
Aanleiding onderzoek Afstuderen Floor Cohen Tervaert (2012) Vocabulary intervention protocol for preschoolers with specific language impairment Universiteit Utrecht geprotocolleerde woordenschat therapie
8
experimentele groep n=24
Onderzoeksopzet voormeting randomisatie experimentele groep n=24 NSDSK 3x pw Auris 2x pw controle groep n=25 NSDSK 3x pw Auris 3x pw directe nameting usual care uitgestelde nameting
9
Onderzoeksvragen Leren peuters met TOS meer doelwoorden van de experimentele therapie met scripts dan de usual care? Is er een verschil in woordsoort? (werkwoorden versus zelfstandig naamwoorden) Heeft het verschil in frequentie van de experimentele therapie tussen de organisaties invloed op het aantal geleerde doelwoorden? Hebben de verschillen in de ususal care tussen de organisaties invloed op het aantal geleerde doelwoorden?
10
Thema: Ik en mijn lichaam Thema: Ziek zijn
aanwijzen baby gezicht hand handdoek huilen knie mond knippen oor rug schrikken spiegel springen tekenen traan afdrogen wang schouder washandje stampen zeep troosten zien vrouw Thema: Ziek zijn aanwijzen bed bezoek buik deken huilen knie slapen knuffel (knuffelbeest) kussen (hoofdkussen) liggen plakken pleister prik jeuk prikken koorts uitkleden krabben voorlezen meten ziekenauto thermometer ziekenhuis zorgen
11
foto benoemtaak
12
Ontwikkeling scripts Herhaling van doelwoorden
Voorbewerken, Semantiseren, Consolideren, Controleren Fonologische en Semantische cues Thema-liedje Doelwoorden benadrukken en gebaren Geef het kind een reden het doelwoord te gebruiken
13
Stukje script
14
Themaliedje op melodie ‘visje in het water’
Dag gezichtje in de spiegel ik zie je wangen en je mond Ik zie je schouders in de spiegel je knie, je rug en daar je kont We gaan springen - spring spring spring We gaan stampen - stamp stamp stamp Ooh niet schrikken moet je huilen ik zie een traantje op je wang Kom maar bij me, ik zal je troosten lieve baby wees niet bang
15
Deelnemers Interventie (n=24) Controle (n=25) Leeftijd 3;5 (5 mnd)
WQ 64 (14) 65 (13) IQ 97 (9) 102 (13)
16
Voor- en nametingen doelwoorden
17
Beantwoording onderzoeksvragen (1)
Leren peuters met TOS meer doelwoorden van de experimentele therapie met scripts dan de usual care? Ja Is er een verschil in woordsoort? Ja, experimentele groep heeft significant meer werkwoorden geleerd.
18
Beantwoording onderzoeksvragen (2)
Heeft het verschil in frequentie van de experimentele therapie invloed op het aantal geleerde doelwoorden (8 vs. 12 behandelingen)? nee Hebben de verschillen in de ususal care tussen de organisaties invloed op het aantal geleerde doelwoorden? (‘Met woorden in de weer ‘ vs. niveauwoordenlijsten)
19
Conclusies Alle manieren van woordenschattherapie waren effectief
Kinderen die scripts kregen leerden wel meer doelwoorden, dat zat hem in de doelwerkwoorden
20
Ervaringen van logopedisten
Voordelen scripts Nadelen scripts Alles is uitgewerkt Aansprekende ideeën Leuke werkvormen Leerzaam Je weet zeker dat alles aan bod komt Vaste opbouw werkt prettig Herhaling is fijn Weinig ruimte voor eigen inbreng Voor het onderzoek geen goede clustering vanwege controlewoorden Alle doelwoorden in elke sessie is veel Veel voorbereidingstijd Je moet veel op het papier kijken Sommige sessies duurden (te) lang
21
Aanbevelingen Scripts niet per se implementeren maar:
Vergeet de werkwoorden niet in woordaanbod! Gebruik alle elementen: Voorbewerken, semantiseren, consolideren Herhaling in verschillende betekenisvolle contexten Benadrukken doelwoorden Cues, fonologisch en semantisch Geef een reden om het woord te gebruiken Aansluiten bij interesse kind Weken met scripts kan goed gebruikt worden in scholingstraject van nieuwe medewerkers
22
Discussie / meedenken
23
De experimentele groep leert meer woorden maar is het wel genoeg??
24
Welke doelwoorden werden het meest geleerd? Waarom?
Ziek Bekend bij voormeting Meest geleerd nameting 1 Exp. (n=13) Contr. (n=14) Ziekenhuis 1 2 6 5 Plakken 7 Buik 4 3 Knie Ziekenauto Lichaam Bekend bij voormeting Meest geleerd nameting 1 Exp. (n=11) Contr. (n=11) Rennen 2 1 5 4 Stampen 3 Rug Vrouw 6
25
Welke woorden werden het minst geleerd? Waarom?
Ziek Bekend bij voormeting Minst geleerd nameting 1 Exp. (n=13) Contr. (n=14) Bed 9 11 -2 Prikken 2 3 1 -1 Krabben Pleister 5 8 Aanwijzen Meten Lichaam Bekend bij voormeting Minst geleerd nameting 1 Exp. (n=11) Contr. (n=11) Baby 8 5 -1 Washandje 1 2 Aanwijzen Afdrogen Troosten
26
Woordherhalingen in scripts NSDSK Woordherhalingen in scripts Auris
Woorden die vaker in de scripts voorkwamen werden niet vaker geleerd. Vreemd? Woordherhalingen in scripts NSDSK Woordherhalingen in scripts Auris Lichaam Ziek ziek Gemiddeld 59 70 43 52 Minimum 31 40 22 Maximum 121 186 94 131
27
Waren het wel de scripts of was het de persoon?
De exp. therapie met scripts werd gegeven door logopedisten, de usual care door geschoolde pedagogisch medewerker. Is dat de reden dat de exp. groep meer doelwoorden leerde? Werken volgens protocol heeft grotere invloed op uitkomsten, dan opleidingsniveau van degene die interventie uitvoert (Boyle et al, 2009). werken volgens protocol heeft grotere invloed op uitkomsten, dan opleidingsniveau van degene die interventie uitvoert Boyle et al, 2009; Dickson et al, 2009).
28
Bedankt! Alle medewerkers en kinderen TOS groepen Auris en NSDSK:
Eend, Beer, Bumba, Maan, Ieniemienie en Tommie Ster Julianadorp, Ster Amsterdam Oost, Ster Alphen en Ster Haarlem Logopedisten: Yvonne van Vilsteren Anne Steendijk Jildou Harmse Soraya Siebert Hanneke van Overveld Marjan Kraaijenbrink Mieke Geilenkirchen Jacobien van Kooten Renske Mur Jorien Zorzi
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.