De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De inhoud van dit thema:

Verwante presentaties


Presentatie over: "De inhoud van dit thema:"— Transcript van de presentatie:

1 De inhoud van dit thema:
1.2 Wetten voor het basisonderwijs 1.3 Wet educatie en beroepsonderwijs 1.4 Wet op de expertisecentra (WEC) 1.5 Wet op het onderwijstoezicht (WOT) 1.6 Tips voor de praktijk 1-1

2 Belangrijke ontwikkelingen in het onderwijs:
Wet op het basisonderwijs kerndoelen Wet op het primair onderwijs 1-2

3 Enkele elementen uit de WPO:
Kwaliteitswet Weer Samen Naar School inhoudelijke bepalingen 1-3

4 Herontwerp beroepsonderwijs:
competentiegericht leren minder kwalificaties geldigheid binnen Europa een leven lang leren kerndoelen vmbo 1-4

5 Een paar belangrijke zaken uit de WEC:
leerlinggebonden financiering opzetten van een rec ambulante begeleiding vanuit het so 1-5

6 Ambulante begeleiding:
begeleiding leerling met beperking ondersteuning onderwijzend personeel 1-6

7 De inhoud van dit thema:
2.2 Célestin Freinet en de Freinetschool 2.3 Rudolf Steiner en de Vrije School 2.4 Maria Montessori en de Montessorischool 2.5 Peter Petersen en de Jenaplanschool 2.6 Helen Parkhurst en de Daltonschool 2.7 Overige pedagogen 2.8 Tips voor de praktijk 2-1

8 Célestin Freinet: uitgangspunt: • al doende leren kenmerken:
• communicatie • geschreven tekst • vrije expressie • themahoeken • gedeelde verantwoordelijkheid 2-2

9 Rudolf Steiner en de Vrije School:
uitgangspunten: • het geestelijke als belangrijkste • ontwikkelingsfasen: • imitatie tot 7 jaar • intuïtieve kennis van 7 tot 14 jaar • logisch denkvermogen vanaf 14 jaar kenmerken: • nabootsing • ontwikkeling wils- en gevoelsleven • natuurlijke materialen • dag- week- en jaarritme • gezamenlijke activiteiten • ouders hangen antroposofie aan 2-3

10 Maria Montessori en de Montessorischool:
uitgangspunten: • natuurlijke onderzoeksdrang • natuurlijke neiging tot ordenen • dezelfde fasen in verschillend tempo • gevoelige perioden kenmerken: • materiaal aanbieden in gevoelige periode • heterogene groepen • materiaal is ontwikkeld op basis van de theorie 2-4

11 Peter Petersen en de Jenaplanschool:
uitgangspunt: • vorming van de hele mens kenmerken: • vieringen • heterogene • nadruk op inzicht en verbanden leggen • ritmische dagindeling • geen reken- of taalboekjes 2-5

12 Helen Parkhurst en de Daltonschool:
uitgangspunten: • vrijheid • zelfwerkzaamheid • samenwerken kenmerken: • sociaal laboratorium • programma op maat • werken met contracten • werken in kleine groepen 2-6

13 Overige pedagogen: • Theo Thijssen • Kees Boeke • Jan Ligthart 2-7

14 De inhoud van dit thema:
3.2 Ervaringsgericht onderwijs, EGO 3.3 Adaptief onderwijs en video-interactiebegeleiding 3.4 Ontwikkelingsgericht onderwijs, OGO 3.5 Prestatiegericht onderwijs 3.6 Voor- en vroegschoolse educatie 3.7 De brede school 3.8 Team teaching 3.9 Het nieuwe leren 3.10 Tips voor de praktijk 3-1

15 Ervaringsgericht onderwijs:
kernbegrippen: welbevinden en betrokkenheid werkvormen: - de kring - het forum - contracten - projectwerk - ateliers - vrije activiteit de rol van de leraar 3-2

16 Adaptief onderwijs: sluit aan bij drie basisbehoeften
hangt samen met WSNS is een trainingstraject, geen eindproduct leert onderwijsgevenden na te denken over eigen vaardigheden gaat over de leerhouding van de leerling kritische noot over de praktijk werkvormen bij adaptief onderwijs 3-3

17 Nadenken over eigen vaardigheden:
bewustzijn van opvattingen en gedrag eigen leerdoelen stellen hulpmiddelen: gesprekken of videoanalyse 3-4

18 Uitgangspunten ontwikkelingsgericht onderwijs:
verschillen respecteren brede ontwikkeling activiteiten moeten zinvol zijn behoeften van de leerling en de onderwijsdoelen verenigen onderwijs als kennismaking met de samenleving de zone van de naaste ontwikkeling rol van de leraar hoekenwerk en projecten 3-5

19 Enkele kenmerken van prestatiegericht onderwijs:
productgericht veelal rapporten met cijfers competitie als stimulans leerstof staat centraal leerstof is programmatisch opgebouwd doel: zo hoog mogelijke vervolgopleiding 3-6

20 Voor- en vroegschoolse educatie of VVE:
het doel Puk en Ko, Ik en Ko Piramide Kaleidoscoop 3-7

21 Brede school: wettelijk voorschrift breed aanbod van diensten 3-8

22 Team teaching: multidisciplinair team
scheiding tussen leergebieden opgeheven geschikt voor grote scholen een nieuw te bouwen school biedt mogelijkheden kritische noot bij team teaching 3-9

23 Kenmerken van het nieuwe leren:
eigen verantwoordelijkheid voor eigen leerproces motivatie ontstaat in het maken van eigen keuzes geen lokalen geen vakken strakke organisatie elektronische leeromgeving werkt het? 3-10

24 De inhoud van dit thema:
4.2 Levensbeschouwing en godsdienst 4.3 Christendom 4.4 Islam 4.5 Jodendom 4.6 Hindoeïsme 4.7 Boeddhisme 4.8 Tips voor de praktijk 4-1

25 Levensbeschouwing: • kijk op het leven • religieus • niet-religieus
4-2

26 Kenmerken van het christendom:
• katholieken en protestanten • Oude en Nieuwe Testament • onsterfelijkheid van de ziel • zondag is rustdag • feestdagen: Pasen en Kerstmis 4-3

27 Kenmerken islam: • Mohammed is stichter • Koran • God is Allah
• vijf zuilen • Ramadan • kledingvoorschriften 4-4

28 Jodendom: • onsterfelijkheid van de ziel. • Thora • Talmoed
• spijswetten • sabbat • feest: Pesach 4-5

29 Hindoeïsme: • meerdere goden • karma • geen religieuze leider • yoga
• kastenstelsel in India • geweldloosheid 4-6

30 Boeddhisme: • geen God • Siddharta • kringloop • nirwana • geen geweld
• respect voor levende wezens 4-7

31 De inhoud van dit thema:
5.2 Primair onderwijs 5.3 Secundair onderwijs 5-1

32 Secundair onderwijs: vmbo: voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
mbo/bve havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) voortgezet speciaal onderwijs 5-2

33 Vmbo: twee jaar onderbouw twee jaar bovenbouw, met vier leerwegen
sectoren vakkenpakket extra ondersteuning 5-3

34 Doorstroming: tijdens en na het primair onderwijs
na het voortgezet onderwijs 5-4

35 De inhoud van dit thema:
6.2 Rol van de overheid 6.3 Raad van toezicht 6.4 Bestuur 6.5 Directie of management 6.6 Bovenschoolse directie of bovenschools management 6.7 Middenkader 6.8 Onderwijzend personeel 6.9 Primair onderwijs: vakleerkrachten 6.10 Onderwijsondersteunend personeel 6.11 Medezeggenschapsraad 6.12 Ouderraad 6-1

36 Informele organen van een school:
ouderraad leerlingenraad diverse commissies of werkgroepen 6-2

37 De inhoud van dit thema:
7.2 Buurtcontacten 7.3 Onderwijsondersteuning 7.4 Gezondheid 7.5 Maatschappelijke ondersteuning 7.6 Overige contacten 7.7 Waarom externe contacten? 7.8 Tips voor de praktijk 7-1

38 Onderwijsondersteuning:
inspectie gemeente onderwijsbegeleidingsdienst Stichting Leerplanontwikkeling pedagogische centra Cito permanente commissie leerlingenzorg commissie voor de indicatiestelling toelatingscommissie voortgezet onderwijs leveranciers 7-2

39 Externe contacten over de gezondheid:
eerstelijnszorg schoolarts en logopedist vertrouwensarts Bureau Jeugdzorg 7-3

40 Externe contacten voor maatschappelijke ondersteuning:
brandweer en politie preventie drugs en alcohol buitenschoolse opvang 7-4

41 Waarom externe contacten:
verwetenschappelijking van het onderwijs veelzijdiger worden van het onderwijs complexer worden van de samenleving 7-5

42 Voorbeelden van hulpverlenende instanties:
AMK, ofwel Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Bureau Jeugdzorg Bureau vertrouwensarts maatschappelijk werk CAD, consultatiebureau voor alcohol en drugs 7-6

43 De inhoud van dit thema:
8.2 Speciaal onderwijs, algemeen 8.3 Cluster 1: blind en slechtziend 8.4 Cluster 2: auditieve beperkingen, spraak- of taalstoornis 8.5 Cluster 3: zeer moeilijk lerend, meervoudig beperkt, langdurig ziek 8.6 Cluster 4: psychiatrie 8.7 Speciaal Basisonderwijs: lom en mlk 8-1

44 Algemene kenmerken van scholen voor speciaal onderwijs:
kleinere groepen aandacht voor sociaal-emotionele ontwikkeling andere methoden en leermiddelen eigen kerndoelen aanwezigheid van specialisten indicatie is vereist ambulante begeleiding 8-2

45 De inhoud van dit thema:
9.2 Noodzaak van integratie 9.3 Toelating in het speciaal onderwijs 9.4 Toelating in het speciaal basisonderwijs 9.5 Tips voor de praktijk 9-1

46 Indicatie voor speciaal onderwijs:
onderwijsbelemmering ten gevolge van beperking criteria voor indicatiestelling commissie voor indicatiestelling herindicatie 9-2

47 Indicatie voor het speciaal basisonderwijs, sbo:
procedure voor verwijzing vanuit WSNS permanente commissie leerlingenzorg (PCL) onderwijskundig rapport criteria voor indicatiestelling sociaal-emotionele component, gedragscomponent en cognitieve component 9-3

48 De inhoud van dit thema:
10.2 Beroepsprofiel 10.3 Functiebeschrijving 10.4 Taakomschrijving of werkomschrijving 10.5 Tips voor de praktijk 10-1

49 Inhoud beroepsprofiel onderwijsassistent:
beroepscontext rol en verantwoordelijkheden complexiteit typerende beroepshouding trends in de ontwikkeling van het beroep 10-2

50 Functiebeschrijvingen:
onderwijsassistent regulier basisonderwijs onderwijsassistent (voortgezet) speciaal onderwijs onderwijsassistent voortgezet onderwijs 10-3

51 Functiebeschrijving onderwijsassistent regulier basisonderwijs:
onderwijsinhoudelijke ondersteuning ondersteuning bij verwerving van vaardigheden ondersteuning bij klassenmanagement overige werkzaamheden 10-4

52 Functiebeschrijving onderwijsassistent (voortgezet) speciaal onderwijs:
onderwijsinhoudelijke ondersteuning ondersteuning bij verwerving van vaardigheden verrichten van verzorgende werkzaamheden ondersteuning bij klassenmanagement overige werkzaamheden 10-5

53 Functiebeschrijving onderwijsassistent voortgezet onderwijs:
onderwijsinhoudelijke ondersteuning ondersteuning bij klassenmanagement ICT-taken overige werkzaamheden 10-6

54 De inhoud van dit thema:
11.2 Uitvoering van je werk vastleggen 11.3 Intervisie 11.4 Ontwikkelingen in je beroep bijhouden 11.5 Tips voor de praktijk 11-1

55 Uitvoering van je werk vastleggen:
invulformulieren vrije verslaglegging 11-2

56 Aandachtspunten bij het invullen van formulieren:
volledigheid zakelijkheid herhaling vermijden 11-3

57 Persoonlijke leerdoelen stellen:
heldere vraagstelling eigen keuzes maken 11-4

58 Ontwikkelingen in je beroep kun je bijhouden door:
schoolabonnementen de media eigen abonnementen vakbondsbijeenkomsten bijscholing 11-5

59 De inhoud van dit thema:
12.2 Wat is professionaliteit? 12.3 Kenmerken beroepshouding 12.4 Tips voor de praktijk 12-1

60 Professionaliteit: betaald werk een beroepsopleiding
werken volgens beroepsprofiel of beroepscode werken vanuit een beroepshouding 12-2

61 Belang van een beroepshouding:
herkenbaarheid van het beroep onderlinge afstemming herkenbaarheid naar buiten 12-3

62 Aspecten van de beroepshouding:
inlevingsvermogen of begrip respect of fatsoen echtheid of je eigen gevoelens persoonlijk evenwicht nadenken over wat jou drijft 12-4

63 Respect heeft betrekking op:
persoonlijke kenmerken persoonlijke keuzen 12-5

64 Aandachtspunten bij het uiten van gevoelens:
eigen gevoelens zeggen niets over de ander wees duidelijk in het aangeven van grenzen wees duidelijk in het bewaken van veiligheid 12-6

65 Persoonlijk evenwicht:
evenwicht in je beroepshouding evenwicht werk en ontspanning 12-7

66 Evenwicht tussen werk en ontspanning:
je werk relativeren regelmatig voldoende afstand nemen zorgen voor ontspanning 12-8

67 De inhoud van dit thema:
13.2 Soorten leiding 13.3 Taken en verantwoordelijkheden 13.4 Bevoegdheden 13.5 Samenhang TVB 13.6 Tips voor de praktijk 13-1

68 Soorten leiding: hiërarchische leiding functionele leiding
operationele leiding 13-2

69 Bevoegdheden: wettelijke bevoegdheden organisatorische bevoegdheden
13-3

70 De inhoud van dit thema:
14.2 Het communicatieproces 14.3 Ruis 14.4 Communicatie inhoudelijk 14.5 Tips voor de praktijk 14-1

71 Communicatieschema: boodschap zender ruis ontvanger decodering
Feedback (boodschap) ruis codering 14-2

72 Coderen en decoderen: • coderen: het omzetten van gedachten en gevoelens in woorden, lichaamstaal of beelden • decoderen: het omzetten van woorden, lichaamstaal of beelden in betekenis 14-3

73 Referentiekader: het totaal aan waarden en normen, gewoonten,
en ideeën die je gedrag bepalen 14-4

74 Ruis: een communicatiestoring waardoor de boodschap
niet goed overkomt: • interne ruis: de storing ligt binnen het communicatieproces tussen zender en ontvanger • externe ruis: de storing ligt buiten het communicatieproces • bedoelde of onbedoelde ruis 14-5

75 Communicatie: • communicatiedoelen • communicatieniveaus
• communicatieaspecten 14-6

76 Hoofddoelen van communicatie:
• informatie overdragen • jezelf uiten • iets van de ander willen • de ander vermaken 14-7

77 Communicatieniveaus:
• inhoudsniveau: de letterlijke inhoud van de boodschap • betrekkingsniveau: de relatie tussen zender en ontvanger 14-8

78 Communicatieaspecten:
• zakelijk aspect: wat zeg ik precies? • expressief aspect: wat laat ik van mezelf zien? • relationeel aspect: wat vind ik van de ander? • appellerend aspect: wat wil ik van de ander? 14-9

79 De inhoud van dit thema:
15.2 Verbale communicatie 15.3 Non-verbale communicatie 15.4 Communicatierichtingen 15.5 Tips voor de praktijk 15-1

80 Verbale communicatie:
communicatie met woorden: • mondeling • schriftelijk 15-2

81 Non-verbale communicatie:
communicatie zonder woorden: • stem • uiterlijk • lichaamshouding • gebaren • gezichtsuitdrukking 15-3

82 Communicatierichtingen:
• eenzijdige communicatie – unilaterale communicatie • tweezijdige communicatie – bilaterale communicatie • meerzijdige communicatie – multilaterale communicatie 15-4

83 De inhoud van dit thema:
16.2 Uitgangspunten van de Roos van Leary 16.3 Vier hoofdtypen 16.4 Acht subtypen 16.5 Gedrag is op te roepen 16.6 Tips voor de praktijk 16-1

84 Hoofdtypen gedrag: dominant vriendelijk dominant onvriendelijk
submissief vriendelijk submissief onvriendelijk 16-2

85 De inhoud van dit thema:
17.2 Wat is het recht op informatie? 17.3 Schriftelijke informatie 17.4 Mondelinge informatie 17.5 Recht op invloed 17.6 Recht op informatie en de identiteit van de school 17.7 Tips voor de praktijk 17-1

86 Recht op informatie: schriftelijke informatie mondelinge informatie
17-2

87 Verplichte schriftelijke informatie:
schoolgids schoolplan statuten medezeggenschapsraad klachtenregeling 17-3

88 Mondelinge informatie-uitwisseling:
rapportbesprekingen informatieavonden thema-avonden of schoolconferenties gesprekken na school open dag huisbezoek gescheiden ouders 17-4

89 Manieren van invloed uitoefenen op een school:
hulp bieden zitting nemen in de ouderraad zitting nemen in de medezeggenschapsraad zitting nemen in het bestuur 17-5

90 Medezeggenschapsraad:
twee of drie geledingen drie soorten bevoegdheden GMR 17-6

91 De inhoud van dit thema:
18.2 Formele en informele gesprekken 18.3 Gespreksdoelen 18.4 Spreker en luisteraar 18.5 De structuur van een gesprek 18.6 Open, halfopen, gesloten gesprek 18.7 Gespreksvaardigheden 18.8 Valkuilen 18.9 Tips voor de praktijk 18-1

92 Typen gesprekken: formele gesprekken informele gesprekken 18-2

93 Gespreksdoelen: kennis uitwisselen een houding beïnvloeden
gedrag beïnvloeden 18-3

94 Partijen in een gesprek:
luisteraar spreker 18-4

95 Aandachtspunten bij informatieverstrekking:
professioneel handelen methodisch werken beroepshouding aansluiting bij de kaders van de school 18-5

96 Invloed op structuur en inhoud gesprek:
gesloten gesprek: structuur en inhoud liggen vast halfopen gesprek: structuur ligt vast, inhoud niet open gesprek: structuur en inhoud liggen niet vast 18-6

97 Gespreksvaardigheden:
luisteren vragen stellen samenvatten 18-7

98 Luisterniveaus: passief luisteren: - nauwelijks (niveau 1)
- oppervlakkig (niveau 2) - inhoudelijk (niveau 3) actief luisteren: - empathisch (niveau 4) 18-8

99 Het belang van vragen stellen:
voortgang bevorderen interesse tonen de ander helpen de ander begrijpen aan juiste informatie komen de structuur vasthouden 18-9

100 Soorten vragen: open vragen gesloten vragen dubbele vragen
suggestieve vragen reflecterende vragen 18-10

101 Samenvatten: kort en volledig inhoud + vorm in eigen woorden
controleren of het klopt 18-11

102 Veelvoorkomende missers:
bagatelliseren foutief interpreteren diagnosticeren moraliseren 18-12

103 De inhoud van dit thema:
19.2 Opdracht analyseren 19.3 Informatie verzamelen en ordenen 19.4 De presentatie uitwerken 19.5 (Audio)visuele hulpmiddelen 19.6 De kunst van het overtuigen 19.7 Tips voor de praktijk 19-1

104 Opdracht analyseren: Wat is de aanleiding?
Waar gaat de presentatie over? Wat wil ik ermee bereiken? Voor wie geef ik de presentatie? Zijn er ook andere sprekers? In wat voor ruimte sta ik? Hoeveel tijd krijg ik? 19-2

105 Indeling van een presentatie:
intro(ductie) kern slot alles op een spreekschema 19-3

106 Introductie van een presentatie:
voorstellen ‘binnenkomen’ thema inleiden het belang voor het publiek aangeven vooruitblikken voorinformatie geven tijdsduur aangeven aangeven wanneer er vragen kunnen worden gesteld 19-4

107 Aandachtspunten bij de kern:
begrijpelijke boodschap rode draad zichtbaar maken aandacht vasthouden niet te lang creativiteit 19-5

108 Slot: samenvatting conclusies vooruitwijzen uitsmijter 19-6

109 Voordelen van (audio)visuele hulpmiddelen:
ze zorgen voor duidelijkheid ze bieden houvast ze zorgen voor aandacht ze zorgen voor levendigheid ze helpen de informatie te onthouden 19-7

110 Soorten (audio)visuele hulpmiddelen:
flip-over overheadprojector diaprojector videorecorder computer/beamer laserbeamer of videowall 19-8

111 De kunst van het overtuigen:
zet de argumenten in een logische volgorde beperk het aantal argumenten gebruik argumenten die aansluiten bij je publiek doe geen verkeerde aannames gebruik argumenten die te controleren zijn anticipeer op tegenargumenten wees deskundig en betrouwbaar win de sympathie van je publiek 19-9

112 De inhoud van dit thema:
20.2 Klachtengesprek 20.3 Slechtnieuwsgesprek 20.4 Probleemoplossend gesprek 20.5 Adviesgesprek 20.6 Voorlichtingsgesprek 20.7 Tips voor de praktijk 20-1

113 Structuur van een klachtengesprek:
aanloopfase: - begroeten planningsfase: - positie, - doel en - werkwijze bepalen themafase: - klacht onderzoeken - klacht samenvatten - oplossing of genoegdoening bieden slotfase: - tevredenheid peilen - gesprek evalueren - bedanken voor klacht - afsluiten 20-2

114 Structuur van een slechtnieuwsgesprek:
aanloopfase: - korte begroeting planningsfase: - inleidende zin themafase - slechte nieuws direct en duidelijk overbrengen - begrip tonen voor emoties - samen zoeken naar oplossingen - praktische hulp aanbieden slotfase - afscheid nemen 20-3

115 Structuur van het probleemoplossend gesprek:
aanloopfase: - begroeten en social talk planningsfase: - rollen, doel en werkwijze bepalen themafase: - probleem beschrijven - probleem onderzoeken - oplossingen bedenken slotfase: - tevredenheid peilen - eventueel nieuwe datum prikken - afsluiten 20-4

116 Structuur van het adviesgesprek:
aanloopfase: - begroeten planningsfase: - rollen, doel en werkwijze bepalen themafase: - vraag laten formuleren - vraag nader onderzoeken - advies samen formuleren - advies onderbouwen slotfase: - tevredenheid peilen - afsluiten 20-5

117 Structuur van het voorlichtingsgesprek:
aanloopfase: - begroeten, kennismaken planningsfase: - rollen, doel en werkwijze bepalen themafase: - informatievraag onderzoeken - voorlichting geven slotfase: - tevredenheid peilen - afsluiten 20-6

118 De inhoud van dit thema:
21.2 Taakverdeling 21.3 Draaiboek 21.4 Evenementen het jaar rond 21.5 Samenhang met de onderwijsvisie van de school 21.6 Tips voor de praktijk 21-1

119 Draaiboek voor de organisatie van evenementen:
doel van het evenement doelgroep activiteiten benodigde materialen en ruimte budget informatieverstrekking data en tijdstippen 21-2

120 Evenementen het jaar rond:
de start van het schooljaar Kinderboekenweek Werelddierendag herfst zomertijd Sint-Maarten sinterklaas Kerstmis Valentijnsdag lente Pasen Moederdag en Vaderdag de grote vakantie 21-3

121 De inhoud van dit thema:
22.2 Informatieavond aan het begin van het jaar 22.3 Thema-avond over de sociaal-emotionele ontwikkeling 22.4 Schoonmaakavond kleutermateriaal 22.5 Feestelijke ouderavond aan het eind van het jaar 22.6 Jaarlijkse ouderavond met een thema 22.7 Open dag 22.8 Tips voor de praktijk 22-1

122 De inhoud van dit thema:
23.2 Soorten groepen 23.3 Interne functies van groepen 23.4 Externe functies van groepen 23.5 Tips voor de praktijk 23-1

123 Soorten groepen: formele en informele groepen
primaire en secundaire groepen 23-2

124 Bestaansredenen van groepen in een organisatie:
organisatorische redenen: formele groepen individuele redenen: informele groepen 23-3

125 Onderscheid naar intensiteit van groepen:
primaire groepen secundaire groepen 23-4

126 Interne functies van groepen:
sociale identiteit voor de groepsleden creëren van een referentiekader zich van anderen kunnen onderscheiden 23-5

127 Externe functies van groepen:
positieve functie negatieve functie 23-6

128 De inhoud van dit thema:
24.2 Identiteit 24.3 Macht 24.4 Nut 24.5 Acceptatie 24.6 Tips voor de praktijk 24-1

129 De inhoud van dit thema:
25.2 Voor- en nadelen van een team 25.3 Voorwaarden voor samenwerking in een team 25.4 Hoe stel je een team samen? 25.5 Werkstijlen 25.6 Teamrollen 25.7 Samenhang in een team 25.8 Tips voor de praktijk 25-1

130 Voor- en nadelen van een team:
voordelen: ondersteuning door teamgenoten pieken in de drukte opvangen meer deskundigheid nadelen: samenwerking is kwetsbaar beperking van vrijheid op gebied van beleidsontwikkeling beperking van individuele vrijheid overleg kost veel tijd 25-2

131 Voorwaarden voor een team om goed te functioneren:
gezamenlijk doel is duidelijk teamleden zijn deskundig en bekwaam teamleden hebben een duidelijke functieomschrijving de onderlinge verhoudingen zijn functioneel teamleden zijn gemotiveerd 25-3

132 Samenstelling van een team:
symmetrisch: op basis van overeenkomsten complementair: op basis van elkaar aanvullen, verschillen dus 25-4

133 Werkstijlen: dromer: creatief, maar besluiteloos
denker: theoretisch, ideeën niet altijd bruikbaar beslisser: praktisch en soms minder sociaal vaardig doener: actief, soms ongeduldig 25-5

134 Teamrollen: voorzitter vormer planter waarschuwer organisator
groepswerker bronnenonderzoeker afmaker 25-6

135 Samenhang in team: factoren die samenhang bevorderen
factoren die samenhang afbreken 25-7

136 Signalen van een goede teamsamenwerking:
trots solidariteit teamgeest samenwerken onderling vertrouwen 25-8

137 De inhoud van dit thema:
26.2 Functionele vaardigheden 26.3 Sociale vaardigheden 26.4 Je eigen bijdrage bespreekbaar maken 26.5 Tips voor de praktijk 26-1

138 Functionele vaardigheden:
deskundig en bekwaam zijn en blijven advies kunnen vragen en geven afspraken maken en nakomen kunnen deelnemen aan overlegvormen 26-2

139 De DAU-formule: afspraken zijn:
duidelijk acceptabel uitvoerbaar 26-3

140 Sociale vaardigheden bij teamwerk:
inlevingsvermogen (empathie) echtheid assertiviteit feedback kunnen geven en ontvangen conflictbeheersing flexibiliteit 26-4

141 Tips voor conflictbeheersing:
voorkom nieuwe tegenstellingen houd zaken en personen uit elkaar houd het contact in stand blijf flexibel 26-5

142 Je eigen bijdrage aan het team:
beschrijven van je eigen bijdrage met een sterkte-zwakteanalyse herkennen van de gevolgen van je bijdrage bespreken en bijstellen van je eigen bijdrage 26-6

143 De inhoud van dit thema:
27.2 Vastleggen beleid: schoolplan 27.3 Controlemiddel voor de inspectie 27.4 Informatiebron voor de ouders: schoolgids 27.5 Vastleggen van de onderwijspraktijk: jaarplan, groepsplan 27.6 Administratieve documenten: inschrijfformulieren 27.7 Vastleggen invloed van ouders: statuten 27.8 Kwaliteitsbewaking: de klachtenregeling 27.9 Tips voor de praktijk 27-1

144 De inhoud van dit thema:
28.2 Dagelijks werk 28.3 Methodegeboden toetsen 28.4 Toetsen van het leerlingvolgsysteem 28.5 Het belang van registratie 28.6 Portfolio 28.7 Tips voor de praktijk 28-1

145 De inhoud van dit thema:
29.2 Rapporteren over uitgevoerde taken 29.3 Voorbeeld van een rapport over een uitgevoerde taak 29.4 Tips voor de praktijk 29-1

146 Feiten en meningen: feiten: concreet, niet voor discussie vatbaar
meningen: persoonlijk, wel voor discussie vatbaar combinatie van feiten en meningen wat doe je bij een rapportage? 29-2

147 De inhoud van dit thema:
30.2 Het woordrapport 30.3 Het cijferrapport 30.4 Het rapport met puntschaal 30.5 Het combinatierapport 30.6 Voorbeeld van een gecombineerd rapport 30-1

148 Mogelijke elementen in een combinatierapport:
gegevens uit het leerlingvolgsysteem kerndoelen de leerstof per leerjaar en waar de leerling is pedagogische scores bij de leergebieden 30-3

149 De inhoud van dit thema:
31.2 Recht op inzage 31.3 De bewaarperiode 31.4 De inhoud van het dossier 31.5 Het privacyreglement 31.6 Opslag en vernietiging van dossiers 31.7 Criteria voor opname in een dossier 31.8 Tips voor de praktijk 31-1

150 Een leerlingdossier kan bevatten:
het inschrijfformulier handelingsplannen verslagen van onderzoeken verslagen van gesprekken met externe organisaties een kopie van alle rapporten 31-2

151 Criteria voor opname in een dossier:
de privacy wordt niet geschaad er is een onderwijsbelang vastlegging is relevant 31-3

152 De inhoud van dit thema:
32.2 Klassenmanagement 32.3 De inrichting van het lokaal 32.4 Klassendienst 32.5 Tips voor de praktijk 32-1

153 Inrichting van een klaslokaal:
pedagogisch aspecten praktisch aspecten 32-2

154 Pedagogische aspecten bij de inrichting van een klaslokaal:
decoratie kleurgebruik veiligheid hygiëne planten een ‘tafel’ 32-3

155 Praktische aspecten bij de inrichting van het klaslokaal:
vaste en logische plek leermiddelen ergonomie materiaalkeuze sfeer 32-4

156 De inhoud van dit thema:
33.2 Het kleuterlokaal 33.3 Opstelling in rijen 33.4 Tafelgroepen 33.5 Hoekenwerk 33.6 Het circuit 33.7 Het groepsoverstijgend circuit 33.8 De expertgroep 33.9 Wisselen van klassenopstelling 33.10 Vmbo: werkplekkenstructuur 33.11 Projecten en ateliers 33.12 Tips voor de praktijk 33-1

157 Kleuterlokaal: een kring als centrale plek hoeken
materiaal grijpklaar achter de leraar kasten als scheidingswanden een verdieping met daaronder een hoek de water- en keukenhoek de thematafel vrije ruimte in het midden 33-2

158 Organisatie van hoekenwerk:
hoeveel leerlingen mogen in een hoek? is het werk voldoende gestructureerd? zijn de materialen in orde en voorhanden? zijn er regels over het opruimen? 33-3

159 De inhoud van dit thema:
34.2 Omgaan met materiaal 34.3 Materiaal opbergen 34.4 Tips voor de praktijk 34-1

160 Zorg voor voldoende en deugdelijk materiaal:
controleren van materiaal klaarzetten van materiaal ontwikkelen van materiaal beheren en aanvullen van voorraden 34-2

161 De inhoud van dit thema:
35.2 De opzet en inrichting van een DC 35.3 De aanschaf van boeken 35.4 Technisch lezen en leesproblemen 35.5 DC automatiseren 35.6 Toegangsregels 35.7 Tips voor de praktijk 35-1

162 De inhoud van dit thema:
36.2 Algemene principes van planning 36.3 Planningstechniek: het doorloopschema 36.4 Een planning maken 36.5 Problemen, hulpmiddelen 36.6 Tijdbeheersing 36.7 Het stellen van prioriteiten 36.8 Tips voor de praktijk 36-1

163 Algemene principes van planningen:
planningsniveaus planningstermijnen rekening houden met andere planningen 36-2

164 Planningsniveaus: strategisch niveau tactisch niveau
operationeel niveau 36-3

165 Planningstermijnen: korte termijn: dag-, week- en maandplanningen
middellange termijn: planningstermijn van 0,5 tot 3 jaar lange termijn: planningstermijn van 3 jaar of langer 36-4

166 Inhoud activiteitenlijst:
volgordenummer van de activiteit naam van de activiteit doorlooptijd van de activiteit 36-5

167 Een planning maken: 1 doel van de planning vaststellen
2 gegevens verzamelen 3 gegevens ordenen 4 gegevens verwerken in een planning 5 planning beoordelen en eventueel aanpassen 6 planning vaststellen 36-6

168 Gegevens verzamelen: mensen ruimte middelen 36-7

169 Oorzaken van slecht lopende planningen:
persoonlijkheid van de planner het wandelgangeneffect andere storende factoren de tijd niet in de gaten houden de planning niet aanpassen 36-8

170 Hulpmiddelen bij planning:
agenda pen en papier planborden computer 36-9

171 Voorwaarden voor tijdbeheersing:
tijdregistratie gewoontes willen veranderen 36-10

172 Oorzaken van verkeerde prioriteiten:
doelen uit het oog verliezen persoonlijke voorkeur overheerst 36-11

173 De inhoud van dit thema:
37.2 Een schone omgeving 37.3 Immateriële veiligheid: gedragscode voor volwassenen 37.4 Immateriële veiligheid: gedragscode voor jongeren 37.5 Tips voor de praktijk 37-1

174 Hygiëne: zelfwerkzaamheid schoonmaakdienst ouders inschakelen
intacte omgeving 37-2

175 De inhoud van dit thema:
38.2 Toezicht houden 38.3 Falend toezicht: weglopen of vermissing 38.4 Tips voor de praktijk 38-1

176 Toezicht houden: binnen het schoolgebouw op het plein
op de rest van het schoolterrein 38-2

177 Weglopen of vermissing:
geen vastgelegde procedure meer telefoonnummers buitengewone omstandigheden impulsief weglopen wegdromen gemiste tijd inhalen 38-3

178 De inhoud van dit thema:
39.2 Terminologie 39.3 Een BPV-plek vinden 39.4 Het verschil tussen BOL en BBL 39.5 Formulieren bij stagebegeleiding 39.6 Tips voor de praktijk 39-1

179 Knelpunten bij het vinden van een BPV-adres:
werkdruk leraren gevoel van bedreiging gevolgen voor de positie van stagiaires jouw rol in dit proces 39-2

180 BOL en BBL: BBL: beroepsbegeleidende leerweg
BOL: beroepsopleidende leerweg 39-3

181 Formulieren bij stagebegeleiding:
planningsformulier formulier voor formele leerdoelen formulier voor persoonlijke leerdoelen formulier persoonlijk ontwikkelplan voorbereidingsformulier observatieformulier evaluatieformulier BPV-opdrachtformulier voortgangsrapportageformulier literatuurlijst 39-4

182 Formulieren bij stagebegeleiding:
40.2 Taken bij praktijkbegeleiding 40.3 Persoonlijke leerdoelen in de stagebegeleiding 40-1

183 Taken van de leraar bij stagebegeleiding:
de opdrachten van de BPV’er doornemen voortgangsgesprekken voeren contact onderhouden met de opleidingsschool beoordelingsgesprekken voeren uitleg en instructie geven problemen en knelpunten signaleren stimuleren en coachen 40-2

184 Uitgangspunten van je grondhouding bij stagebegeleiding:
de begeleidingsvraag je begeleidingsdoelen de kracht van de stagiaire 40-3

185 Belang persoonlijke leerdoelen:
niet-vrijblijvend leren een persoonlijke ontwikkeling doormaken 40-4

186 De inhoud van dit thema:
41.2 Wat is coaching? 41.3 Groepscoaching 41.4 Individuele coaching 41.5 Gesprekstechniek 41.6 Demonstreren en instrueren 41.7 Omgaan met onderlinge verschillen en met gevoelens van antipathie 41.8 Omgaan met ongemotiveerde leerlingen 41-1

187 Groepscoaching: gezamenlijk doel ideeën uitwisselen
praktische problemen gevoelens delen jouw eigen functioneren belemmeringen voor goede groepsgesprekken 41-2

188 Belemmeringen voor open communicatie:
• niveauverschillen • denkluiheid • groepsdruk • polarisatie 41-3

189 Wanneer één-op-ééngesprekken?
• als er punten zijn die alleen een individu aangaan • als iemand persoonlijke motivatie nodig heeft • als iemand persoonlijke problemen heeft 41-4

190 Coachingsgesprekken:
exploreren confronteren inspireren 41-5

191 Vaardigheden aanleren:
demonstreren instrueren een combinatie van beide 41-6

192 Geleide instructie: procesverloop laten vertellen lacunes signaleren
- direct vragen stellen - bij de uitvoering vragen stellen - bij de uitvoering de ander zelf de lacune laten ontdekken 41-7

193 Omgaan met negatieve gevoelens:
• verschillen niet ontkennen • verschillen waarderen • vooroordelen ontkrachten • kijken naar concreet gedrag, concrete prestaties • respect en waardering tonen 41-8

194 Motiverend werken: hoe wordt een leerling ongemotiveerd?
omgaan met een ongemotiveerde leerling 41-9


Download ppt "De inhoud van dit thema:"

Verwante presentaties


Ads door Google