Pinkstergemeente De Schuilplaats Spijkenisse, 20 december 2015

Presentatie over: "Pinkstergemeente De Schuilplaats Spijkenisse, 20 december 2015"— Transcript van de presentatie:

1 Pinkstergemeente De Schuilplaats Spijkenisse, 20 december 2015
Bidden De tabernakel Pinkstergemeente De Schuilplaats Spijkenisse, 20 december 2015 151220a Bidden en tabernakel c a.pptx/

2 Het gebed van liefde redt!

3 Wij en de tabernakel Christen? Je ben Gods tempel en de Heilige Geest woont in je. Heb je de Heer Jezus lief? Hij en de Vader wonen bij je. Christen? Je bent priester! Hoe gaan we onze tempel binnen? Tabernakel in de woestijn als afbeelding en schaduw van de ware tabernakel in de hemel. 1 Kor. 3:17 1 Kor. 6:19 1 Tess. 5:23 Joh. 14:23 1 Petr. 2:5 Openb. 1:6 Joh. 14:23 Hebr. 8:5 Hebr. 9:23 Ex 25:9 Boekje: “HUIS VAN GOUD”; foto’s P.F. Kiene, Winterthur; zonder jaartal

4 De tabernakel in de legerplaats
Num. 2 Ruimtelijke ordening avant la lettre

5 De tabernakel Alle maten in Hebreeuwse el = + 0,5m Voorhof: 25 x 50m
Hoogte linnen omheining: 2,5m Hoogte tabernakel: 5m Oppervlakte: + 15m x 6m inclusief het Allerheiligste + 6x6m Zie Exodus

6 Brandofferaltaar Afmeting 2,5 x 2,5 x1,5m
Acaciahout overtrokken met koper  beeld van Jezus Hout  Zijn mens zijn Koper  kracht om het oor-deel van God te ondergaan Vergeving eist bloedstorting. De ziel is in het bloed. Ex. 27:1-8 Ex. 37:1-8 Jes. 11:1 Num. 16:38 Hebr. 9:22 Lev. 17:11 Wij hebben Gods schepping overhoop gehaald. Onze veroordeling is rechtvaardig. Jezus heeft onze straf gedragen. Hij heeft ons verlost door zijn bloed. Erken Hem en Hij maakt je levend. Hebr. 9:14 Rom. 8

7 Het koperen wasvat Alleen voor priesters
1 Petr. 2:5 Openb. 1:6 Alleen voor priesters Gemaakt van spiegels van vrouwen Jezus wast je voeten? Reinigen van dagelijkse ongerechtigheid Waterbad met het woord Ex. 38:8 Joh. 13:8 Ef. 5:26 Joh. 15:3

8 De planken van de tabernakel
afmeting plank 5x0,75 m acaciahout met goud overtrokken Jezus: hout  mens goud  hemel, heerlijkheid van God Christen: met Christus bekleed Ex. 26:16 ev. Ex. 36:20 ev. Gal. 3:27 2 Kor. 5:2 Ex. 30:16 1 Petr. 1:18-19 Zilveren voetstukken (elk 40 kg)  geld der verzoening

9 De dekkleden van de tabernakel
4 lagen dekkleden 1 Getwijnd fijn linnen blauwpurper roodpurper scharlaken met cherubs 2 Geitehaar beschermd het pracht-kleed 3 Roodgeverfde ramsvellen  priesterwijding 4 Tachasvellen (huiden van zeekoeien) Ex. 26:1 ev. Ex. 29:15 Fil. 2:8

10 Het Heilige 1e voorhangsel 2e voorhangsel
Kandelaar  Jezus is het licht der wereld Tafel met de toonbroden  12 broden iedere week  volk Israël Reukofferaltaar  gebeden van de heiligen; Hebreeën plaatst dit in het Allerheiligste! Ex. 25:31-40 Joh. 9:5 Ex. 25:23-30 Ex. 30:1-9 Op. 8:3 Hebr. 9:4

11 Het Heilige der Heiligen
Een keer per jaar De ark acaciahout overtrokken met goud met daarin: tien geboden kruik met manna amandelstaf Aäron met daarop: Verzoendeksel God sprak daar met Mozes Ex. 25:10-21 Joh. 6 Num. 17 Num. 7:89

12 Hoe ga jij de tempel binnen?