Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdHeidi Emilie van den Velde Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
DUURZAAMHEIDSCRITERIA EN EEN AFWEGINGSKADER VOOR HOUT IN DE CONTEXT VAN HET VLAAMS MATERIALENBELEID STAND VAN ZAKEN – UPOBA 06/10/2015
2
Europese aanbevelingen over duurzaamheidscriteria voor vaste en gasvormige biomassa
3
EUROPESE AANBEVELINGEN »Voorlopig geen bindende criteria op EU niveau »Vrijwillige criteria: »Rationale = GHG reducties behalen »Geen handelsbarrières »Geen belemmering van de bio-energiemarkt »Samenwerking tussen lidstaten om conflicterende regelgeving te vermijden »Aanbevelingen van de EC: »Aansluiting bij de duurzaamheidscriteria voor vloeibare biomassa uit de RED »GHG-criterium: 35-60% CO2-reductie »Landcriteria: biodiversiteit, koolstofrijke gebieden, overeenkomstig CAP »Methodologie om GHG-reductie te berekenen overeenkomstig COM(2010)11 »Stimulering van installaties met een hoog energieomzettingsrendement »Enkel van toepassing op grote installaties (> 1MW) »Documenteren van oorsprong van biomassa Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED -2009/28/EC), Communication (COM(2010)11) en State of Play (SWD-2014)
4
EUROPESE AANBEVELINGEN »Niet opgenomen: »Aspecten rond duurzaam bosbeheer »Andere milieu-impacts, naast GHG-emissies »Sociale criteria »Indirecte (markt)effecten, zoals ILUC, IWUC »Koolstofschuld en koolstofopslag in producten Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED -2009/28/EC), Communication (COM(2010)11) en State of Play (SWD-2014) 4
5
Initiatieven in andere landen
6
AspectNederlandVerenigd KoninkrijkDenemarken In voege sinds2015, met ingroeipad tot 2020Warmteproductie (RHI): Ingevoerd op 05/02/2015, in voege vanaf 05/10/2015; Elektriciteitsproductie (RO): Ingevoerd in april 2011, in voege sinds april 2014; Ingevoerd eind 2014, in voege vanaf 01/08/2016 met overgangsmaatregelen tot 2019. Wettelijke statusGedeeltelijk opgenomen in de SDE+-regeling voor het bekomen van financiële steun, gedeeltelijk via convenant tussen energieproducenten en milieuorganisaties i.k.v. RHI als voorwaarde voor het bekomen van financiële steun (warmteproductie) i.k.v. RO, maar geen voorwaarde voor het bekomen van financiële steun (elektriciteitsproductie), mogelijk wel in de loop van 2015 Vrijwillige overeenkomst binnen de Deense energiesector, geen sancties bij niet-naleving ToepassingsgebiedEnkel voor bijstook van biomassa in kolencentrales. Differentiatie in criteria ngl. biomassa-categorie (7 categoriën). Houtige biomassa uit productie bossen moet aan alle criteria voldoen, resthout uit bossen of industrie moet slechts aan een beperkt aantal criteria voldoen. Vaste en gasvormige biomassa voor elektriciteit en warmteproductieHoutpellets en houtsnippers voor elektriciteit en warmteproductie BKG--criteriaOvereenkomstig EU-methode. Jaarlijkse (gemiddelde) uitstoot mag maximaal 56 g CO2eq/MJel. en 24 CO2eq/MJth. bedragen (reductie van 70% t.o.v. de fossiele referentie), waarbij de maximale individuele uitstoot niet hoger dan 74 g CO2eq/MJel. en 32 CO2eq/MJth (reductie van 60% t.o.v. de fossiele referentie) Doel is 34,8 g CO2/MJth (60% reductie t.o.v. fossiele referentie), overeenkomstig EU- methode, via rekentool RHI. Voor elektriciteit is het doel voor de meeste operatoren 79,2 gCO2eq/MJ el. (-60%) voor post-2013 dedicated biomassacentrales is de richtwaarde 66,7 gCO2eq/MJ el. (- 66%). Graduele toename in ambitieniveau: Reductie van 60%-66% (2014), 72% (2020) en 75% (2025) t.o.v. fossiele referentie. Reductie van 70% (2015), 72% (2020) en 75% (2025) t.o.v. fossiele referentie. Rekentool voor de Deense situatie moet nog worden ontwikkeld, voorzien voor Q1 2015. Criteria rond duurzaam bosbeheer Gebaseerd op NT8080-richtlijn, aan te tonen via FSC-certificatie op areaalniveau voor arealen > 500 ha. Ingroeipad en stimuleringsmaatregelen tot 2021 voor kleinere arealen. via UK Timber Standard for Heat and Electricitygebaseerd op de criteria uit de UK Timber Standard for Heat and Electricity Criteria rond koolstofschuld Lijst van biomassastromen die voldoen of niet voldoen in bijlage 3 van convenant. Aantonen via een bosbeheersplan. Niet opgenomenOpgenomen, maar concrete invulling nog niet bepaald. ILUC-criteriaVia LIIB-methodologie of gelijkwaardig. Uitsluitend biomassa met een 'laag ILUC-risico' is aanvaardbaar. Arealen < 500 ha zijn vrijgesteld. Niet opgenomenOpgenomen, maar concrete invulling nog niet bepaald. IWUC-criteriaNiet opgenomen Opgenomen, maar concrete invulling nog niet bepaald. Erkende systemen voor compliance FSC, andere duurzaamheidssystemen moeten nog getoetst worden. Verificatie van criteria die nog niet gecertificeerd kunnen worden zal via onafhankelijke verificateurs gebeuren, maar protocol zal nog niet operationeel zijn vóór 2016. via Biomass Suppliers List (BSL) PEFC, FSC (categorie A) Eigen documentatie (categorie B) Regio- en risicogebaseerde aanpak voor kleine en lokale bosbestanden PEFC, FSC, SBP Documentatie-eisenJaarlijkse rapportage door energieproducenten, jaarlijkse evaluatie van het convenant door onafhankelijke partij Rapportering per kwartaal (RHI) of maandelijks (RO), met jaarlijkse auditJaarlijkse rapportage, rapporten zijn vrij beschikbaar maar niet onderworpen aan controle door de overheid Uitzonderingsmaatregele n voor kleine installaties Geen differentiëring naar installatiegrootte, wel naar areaalgrootte. Kleine arealen < 500 ha hebben meer tijd om certificering te behalen via ingroeipad. Self-suppliers < 1MWth worden standaard als duurzaam en legaal beschouwd i.k.v. RHI; Micro-producenten (< 50 kWel.) zijn vrijgesteld van de rapportageverplichtingen i.k.v. RO. Installaties < 20 MW vallen niet onder de overeenkomst. Afbouw-scenario voorzien om op termijn ook kleinere installaties te omvatten. Aandeel hout data aan de criteria moet voldoen Ingroeipad met ambitie op 100% tegen 202070% (RHI)40% in 2016, 60% in 2017, 75% in 2018, 100% in 2019 DUURZAAMHEIDSCRITERIA IN EUROPA Wat gebeurt er binnen Europa rond duurzaamheidscriteria? Overzicht initiatieven in verschillende landen 6
7
DUURZAAMHEIDSCRITERIA IN BELGIË »Energiedecreet (art. 7.1.1 e.v.): Toekenning groenestroomcertificaten: Bij de berekening wordt rekening gehouden met het energieverbruik in de aanvoerketen (voorbehandeling, transportenergie en hulpdiensten voor de installatie) »Energiebesluit (Artikel 16.1.16, §1) Wat gebeurt er nu reeds in België rond duurzaamheidscriteria? 7 Alleen groenestroomcertificaten die toegekend zijn voor elektriciteit, opgewekt uit de volgende energiebronnen, waarbij voldaan wordt aan de volgende criteria en aan de criteria, vermeld in artikel 7.1.5, § 4, van het Energiedecreet van 8 mei 2009, zijn aanvaardbaar in het kader van de indiening voor de certificatenverplichting: […] 7° energie opgewekt uit volgende organisch-biologisch stoffen, [...]: a) producten, bestaande uit plantaardige materialen of delen daarvan van landbouw of bosbouw, met uitzondering van de houtstromen die niet behoren tot b), c), e) of f) en die gebruikt worden in een installatie waarvoor de stedenbouwkundige aanvraag en de milieuvergunningsaanvraag werden ingediend na 1 juni 2007; b) korteomloophout; c) de houtstromen die niet gebruikt worden als industriële grondstof, in elk geval de volgende houtstromen: 1) schors; 2) stof (schuurstof, filterstof, zeefstof, freesstof) met een deeltjesgrootte kleiner dan 0,2 mm; 3) fijn snoeihout met een diameter kleiner dan 4 cm; 4) twijgen van boomkruinen met een diameter kleiner dan 4 cm; 5) stronken tot maximaal 30 cm boven het maaiveld; d) dierlijke mest; e) organisch-biologische afvalstoffen die selectief ingezameld werden en niet in aanmerking komen voor materiaalrecyclage of worden verwerkt conform de bepalingen van het van toepassing zijnde sectorale uitvoeringsplan; f) organisch-biologische afvalstoffen die gesorteerd worden uit restafval en niet in aanmerking komen voor materiaalrecyclage of worden verwerkt conform de bepalingen van het sectorale uitvoeringsplan dat van toepassing is; g) het organisch-biologische deel van restafval, op voorwaarde dat de verwerkingsinstallatie in kwestie door energierecuperatie een primaire energiebesparing realiseert ten opzichte van een verwerkingsinstallatie zonder energierecuperatie, en deze primaire energiebesparing minstens 35 % van de energie-inhoud van de afvalstoffen verwerkt in de installatie bedraagt. Alleen groenestroomcertificaten die toegekend zijn voor elektriciteit, opgewekt uit de volgende energiebronnen, waarbij voldaan wordt aan de volgende criteria en aan de criteria, vermeld in artikel 7.1.5, § 4, van het Energiedecreet van 8 mei 2009, zijn aanvaardbaar in het kader van de indiening voor de certificatenverplichting: […] 7° energie opgewekt uit volgende organisch-biologisch stoffen, [...]: a) producten, bestaande uit plantaardige materialen of delen daarvan van landbouw of bosbouw, met uitzondering van de houtstromen die niet behoren tot b), c), e) of f) en die gebruikt worden in een installatie waarvoor de stedenbouwkundige aanvraag en de milieuvergunningsaanvraag werden ingediend na 1 juni 2007; b) korteomloophout; c) de houtstromen die niet gebruikt worden als industriële grondstof, in elk geval de volgende houtstromen: 1) schors; 2) stof (schuurstof, filterstof, zeefstof, freesstof) met een deeltjesgrootte kleiner dan 0,2 mm; 3) fijn snoeihout met een diameter kleiner dan 4 cm; 4) twijgen van boomkruinen met een diameter kleiner dan 4 cm; 5) stronken tot maximaal 30 cm boven het maaiveld; d) dierlijke mest; e) organisch-biologische afvalstoffen die selectief ingezameld werden en niet in aanmerking komen voor materiaalrecyclage of worden verwerkt conform de bepalingen van het van toepassing zijnde sectorale uitvoeringsplan; f) organisch-biologische afvalstoffen die gesorteerd worden uit restafval en niet in aanmerking komen voor materiaalrecyclage of worden verwerkt conform de bepalingen van het sectorale uitvoeringsplan dat van toepassing is; g) het organisch-biologische deel van restafval, op voorwaarde dat de verwerkingsinstallatie in kwestie door energierecuperatie een primaire energiebesparing realiseert ten opzichte van een verwerkingsinstallatie zonder energierecuperatie, en deze primaire energiebesparing minstens 35 % van de energie-inhoud van de afvalstoffen verwerkt in de installatie bedraagt. Advies van Cobelpa – Fedustria, OVAM
8
NIET GOUVERNEMENTELE INITIATIEVEN »FSC en PEFC »Sustainable Biomass Partnership »Systemen in Noord-Amerika: »In Zuid-VS is slechts 17% van de bosoppervlakte gecertificeerd onder vrijwillige systemen (1% FSC, 10% SFI, 6% ATFS). »In Canada is bijna ¾ van de commercieel uitgebate bossen gecertificeerd, ongeveer gelijkmatig verdeeld tussen FSC, SFI en CSA-SFM. 8
9
Op zoek naar duurzaamheidscriteria voor Vlaanderen
10
REGELGEVING ROND DUURZAAMHEID VAN BIOMASSA/HOUT IN VLAANDEREN »Energiedecreet (art. 7.1.1 e.v.): Toekenning groenestroomcertificaten: Bij de berekening wordt rekening gehouden met het energieverbruik in de aanvoerketen (voorbehandeling, transportenergie en hulpdiensten voor de installatie) »Energiebesluit (Artikel 16.1.16, §1) »Voorstel rond biomassacertificaten -systeem VEA »Ondersteuning groene warmte »Ecologiepremie »Warmtekrachtcertificaten »Koninklijk besluit niet-industriële houtpellets »Steun voor groene stroom en WKK in Wallonië »Sectoraal akkoord Belgische houtsector »Green Public Procurement Wat gebeurt er nu reeds in Vlaanderen rond duurzaamheidscriteria? 10 België:
11
STAKEHOLDER WORKSHOP OP 23/06/2015 Hoe kunnen we de duurzaamheidsdoelen concrete invulling geven? Interactieve discussie rond 3 thema’s 11 1. Duurzaam bosbeheer 2. Effect op klimaat 3. Effect op markten
12
DUURZAAM BOSBEHEER »Maak zoveel mogelijk gebruik van bestaande duurzaamheidskaders en certificatiesystemen. »Beperken administratie »Externe auditing door onafhankelijke partij »Beperkte beschikbaarheid op korte termijn, mogelijke stimulering op lange termijn »Gefaseerd invoeren van doelstellingen »(Tijdelijk) toelaten van ‘equivalente systemen’, mits duidelijke richtlijnen en controle »Proportionaliteit van de kosten voor certificatie (bvb. kleine producenten) »Vanuit de overheid aandacht blijven hebben voor eigen doelstellingen: »Effectiviteit, verifieerbaarheid, transparantie, naleving en handhaving nagaan van eventuele beschikbare systemen »Harmonisatie in biomassaclassificatie en terminologie (gelijk speelveld tussen landen) »Geen 100% garantie »Overexploitatie tegengaan (cfr. NL) »Hoogte van de CAP? Op Vlaams of Europees niveau? Wat met import-regio’s zoals Vlaanderen? 12 Certificatie CAP
13
SCHADE AAN HET KLIMAAT VERMIJDEN »Rekenregels RED, vergelijking met gemiddelde fossiele mix BioGrace II rekentool »Voortschrijdende ambitieniveaus (cfr. VK, DK) »BKG-balans voor materiaaltoepassingen kan, maar moeilijk in de praktijk (cfr. PEF, MMG) »De berekening van de omvang van de koolstofschuld is zeer complex en het resultaat zeer afhankelijk van de gemaakte aannames en methodologische keuzes. »Relatief gegeven bij continu duurzaam bosbeheer met oogst < aangroei »Vuistregels uitsluitingslijst (cfr. NL) »“learning-by-doing” »Stimuleer de meest grondstoffen-efficiënte technologieën, zowel op vlak van energieconversie als naar materiaalgebruik »Benutting van warmte »Cascadering »Efficiëntieverhoging vereist echter zuiverder hout ( cascadering ? ) 13 BKG-balans Koolstofschuld Efficiëntie-eisen
14
ONGEWENSTE MARKTEFFECTEN VERMIJDEN »Indirecte effecten, zoals ILUC, kunnen relevant zijn, maar zijn zeer moeilijk in te schatten. »Gebonden aan lokale context (plaats, tijd) en dynamisch »Koolstofemissie is slechts één van de relevante milieuaspecten »ILUC is met name relevant bij energiegewassen, minder bij houtige producten »Pragmatische aanpak via uitsluitingslijst (cfr. LIIB in NL) »Nagaan prijsverstoring op de markt »Nadeel: veelal macro-economische gegevens, terwijl problematiek meestal op micro-schaal is »Risico-gebaseerde aanpak? Noodzaak voor controle op het terrein »Stakeholderconsultatie kan een manier zijn om onverwachte directe en indirecte effecten tijdig te signaleren. 14 Stakeholderconsultatie Marktanalyse Indirecte effecten
15
ALGEMENE CONCLUSIES »Bouw overgangsperiodes in en voer het ambitieniveau gradueel op. »Sta uitzonderingen toe voor kleine installaties. »Garandeer een gelijk speelveld tussen verschillende landen en regio's. »Garandeer een gelijk speelveld voor verschillende toepassingen van biomassa. »Blijf inzetten op energiebesparing enerzijds, en op de uitbouw van alternatieve hernieuwbare energiebronnen, zoals zon- en windenergie anderzijds. 15 Gelijk speelveld Implementatie Blik op de toekomst
16
Een afwegingskader voor toepassing van hout
17
AFWEGINGSKADER MATERIALEN - ENERGIE »Concreet: hoe ervoor zorgen dat de interventies van de overheid (stimuli voor hernieuwbare energie) niet/zo weinig mogelijk de cascade van gebruik van houtige biomassa verstoren DOELSTELLING 17 Komen tot een Vlaams beleidskader waarbij het hernieuwbare energiebeleid enerzijds, en het duurzaam materialenbeleid anderzijds, beter afgestemd worden voor wat betreft houtige biomassa
18
STAKEHOLDER WORKSHOP OP 29/09/2015 »Risico op marktverstoring: »in hoeverre heeft de voorziene steun een effect op de huidige markt voor de houtige biomassa in kwestie, waardoor een gecascadeerd gebruik in gevaar komt? »Geografische dimensie: »hoe moet voorgaande risico op marktverstoring gezien worden in geografisch perspectief? »Tijdsdimensie: »hoe moet de dynamiek van evoluerende markten, onder andere als gevolg van innovatie, in rekening gebracht worden in het steunmechanisme, zodat toekomstige verbeteringen niet geblokkeerd worden? »Afstemming tussen lidstaten: »wat als het steunbeleid in andere lidstaten een gecascadeerd gebruik in gevaar brengt, onafhankelijk van een mogelijk effect van Vlaamse steun? »Juridische geldigheid: »Welke juridische knelpunten - op regionaal, nationaal en internationaal niveau - kunnen opduiken? (Europese regelgeving inzake het vrij verkeer van goederen, WTO-regels,...) Welke elementen dienen deel uit te maken van een goed afwegingskader om de cascade te bewaken? 18
19
AFWEGINGSKADER MATERIALEN - ENERGIE » Hoe kan dit element beoordeeld worden door de overheid? »Welke info is nodig, waar kan deze gevonden worden? »Hoe moet deze info verzameld en geanalyseerd worden (aanvragers steundossier, overheid,..)? »Welke acties moeten hier tegenover gesteld worden indien een gecascadeerd gebruik in gevaar is? »Op welk niveau? »Kan dit gekoppeld worden aan bestaande mechanismen, zoals het herbekijken van de onrendabele top? »Wat zijn mogelijke effecten van de actie op de betrokken bedrijven? Relevante vragen 19
20
VERDERE TIMING »Luik 1: Duurzaamheidscriteria: »Draft finaal rapport ligt momenteel voor bij de stakeholders »Opmerkingen verwacht tegen 19/10 »Finalisatie »Luik 2: Afwegingskader: »Input uit de workshop van 29/09 wordt verwerkt en verder uitgewerkt in een draft rapport tegen midden november »Zal eveneens aan de stakeholders worden voorgelegd voor opmerkingen »Finalisatie 20
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.