Download de presentatie
GepubliceerdHelena Bosmans Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Opvoedstijlen en interculturele communicatie
Les 2
2
Wat is cultuur? Terugblik vorige les
Welke handelingen, gewoonten, gebruiken horen bij de Nederlandse cultuur?
3
Menselijke natuur: eten als je trek hebt
Cultuur: aan tafel eten met de televisie uit Persoonlijkheid: altijd handen wassen voor het etern
4
Hoe wordt cultuur gevormd
Symbolen: tulpen, klompen, vlag, kaas Helden: christus, maria, Maxima Rituelen: sinterklaasfeest, kerstfeest, iemand een hand geven Waarden: iemand aankijken als je tegen hem praat, vreemdgaan is niet oke, slank zijn is het ideaal Praktijken
5
Sinterklaas
6
Een nationaal niveau, op basis van ons land (of onze landen, in geval van migratie);
Een regionaal en/of etnisch en/of religieus en/of taalniveau, omdat de meeste naties bestaan uit meerdere cultuur verschillende regio’s en/of etnische en/of taalgroepen; Een sekseniveau, naar gelang wij als meisje of als jongen geboren zijn; Een generatieniveau, dat grootouders scheidt van ouders en die weer van hun Kinderen Een sociale-klasseniveau, dat samenhangt met genoten onderwijs en met iemands functie of beroep Voor mensen met een baan: een organisatie-, onderneming- of afdelingsniveau, afhankelijk van de manier waarop werknemers worden gesocialiseerd. Cultuur Niveau’s
7
De basiswaarden van Hall interculturele problemen ontstaan wanneer we betekenis toekennen aan andermans gedrag op basis van ons eigen culturele denk- en handelpatroon. Context Tijd Ruimte snelheid van boodschappen snelheid van informatiestroom en keten van handelingen op basis van deze waarden kunnen culturen onderscheiden worden
8
Hoog: zuid europa, midden-oosten, azie, afrika, latijns amerika Laag: noord west europa, noord-amerika, ocenanie.
11
Snelheid van boodschappen
Hoe lang duurt het voordat je iemand persoonlijke informatie geeft Informeel gedrag formeel gedrag
12
Snelheid van informatiestroom
Laag: informatie blijft binnen afdelingen -> voor het delen van info worden er bijv. teammiddagen georganiseerd, zelf je best doen om op de hoogte blijven. Hoog: informatie wordt op een natuurlijk manier gedeeld in grote netwerken. Iedereen vertelt alles tegen elkaar, ook bedrijven onderling. Laag: nederland, amerika hoog; china, marokko, turkije
13
Persoonlijke ruimte Afstand tussen mensen, groot of klein
Hele armlengte in amerika en canada, bijna aanraken in indonesie..
14
Maken opdracht 2.7.1
15
Interculturele communicatie
Bewustwording van de basiswaarden van onze eigen cultuur, herkennen van basiswaarden van andere culturen. Met een cultureel sensitieve houding kun je je met respect in de ander verplaatsen, niet alleen in gedachten maar ook daadwerkelijk in gedrag
16
Interculturele sensiviteit
interculturele sensitiviteit als een dynamisch proces dat verloopt van: Ontkenning -> weerstand-> minimaliseren-> aanvaarding -> aanpassing ->wederzijdse integratie. De eerste drie fasen noemen we etnocentrisch. betekent dat je jouw eigen cultuur beschouwt als middelpunt van de werkelijkheid. Je kijkt als het ware naar de wereld door je eigen culturele bril. De laatste drie zijn etnorelatief -> dat je jouw eigen cultuur binnen de context van andere culturen kunt plaatsen (het kan wel als….) Ontkenning; niet bewust / weerstand; andere culturen zijn bedreigend, eng, minderwaardig/ minamlisering; oppervlakkige verschillen, eigen normen en waarden zijn universeel i.p.v eigen culturele programmering / aanvaarding; culturele verschillen zijn bron van nieuwe ideeen en oplossingen/ aanpassing; mentaal verplaatsen in normen en waarden systeem van andere cultuur /wederzijdse integratie; gebruik maken van meerdere referentiekaders.
17
Cultuur sensitieve houding:
open staan voor gevoelens en behoeften van anderen. De ander waarderen, reflecteren op eigen gedrag en dat van anderen. Erop gericht zijn anderen in hun waarde laten. Je toont begrip en respect voor afwijkende visies, omgangsvormen, principes en gewoonten, ook wanneer er sprake is van weerstand.
18
Huiswerk week 1.6 Bekijk de documentaire ‘de kleine is alle voor mij’
beantwoord de volgende vragen met behulp van hoofdstuk 2 uit pedagogisch kader. De dochter van Lislene vertoont op het KDV ongewenst gedrag, zou dit komen door de opvoedstijl of heeft dat andere oorzaken? Ligt je antwoord toe. Hoe zou jij hiermee omgaan als PEM-er? Leg uit. Komt de manier van opvoeden van Lislene overeen met je eigen opvoedstijl? Beschrijf de overeenkomsten en verschillen (ook bij een zelfde opvoedstijl zijn er nuance verschillen te herkennen). En beschrijf één concreet voorbeeld waarin je zelf anders zou handelen en waarom. In hoofdstuk 2 samen verschillend staan een aantal tips over hoe om te gaan met echtscheidingssituaties. Welke tips zou jij als PEM-er toepassen en welke niet? Licht je antwoord toe.
19
Vul de test in: http://www.cultuurthermometer.nl/
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.