Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
communicatie
2
Wat is communicatie? rO0XiM
3
Communicatietheorie (Het gezin als) communicatief systeem
Niet zozeer het “waarom” van gedrag is belangrijk Wel het hoe, de patronen in gedrag, interacties Niet de vraag naar de schuld is interessant, wel de vraag naar ieders aandeel in de oplossing.
4
Communicatietheorie 1. Je kan niet niet communiceren – elke gedrag is communicatie Bewust en onbewust gedrag is communicatie. Alles wat je doet, ook niets doen, heeft invloed (De moeder die zwijgt wanneer haar man hun zoon vermaant, communiceert. De collega die niet spreekt tijdens de meeting, communiceert. De directeur die met hangende schouders door de gang loopt, communiceert. )
5
Heb je een voorbeeld van hoe je probeerde om niet te communiceren en hoe dat niet lukte?
6
Communicatietheorie 2. Communicatie is gelaagd, heeft een inhouds- en een betrekkingsniveau. Wanneer we communiceren, brengen we een boodschap over en definiëren we de relatie. Betrekkingsniveau: We geven te kennen hoe we onszelf zien, de ander zien en de relatie tussen de ander en onszelf
7
Geef een voorbeeld van het betrekkingsniveau in de klasgroep of de school.
8
Communicatietheorie 3. Interpunctie
De docent zegt de student is sympathiek.
9
Communicatietheorie De docent zegt: de student is sympathiek. De docent, zegt de student, is sympathiek.
10
Communicatietheorie Interpunctie: In een gedeelde realiteit nemen mensen een ander standpunt in. Ze zien vanuit hun standpunt oorzaak-gevolgrelaties. re=related Een verschillende interpunctie leidt tot verschillende opvattingen over de werkelijkheid.
11
Geef een voorbeeld van een recente discussie of ruzie waar een verschillende interpunctie aan ten grondslag lag.
12
Communicatietheorie 4. Interactiepatronen Symmetrische interactiepatronen Gelijke posities innemen Complementaire interactiepatronen Aanvullende posities innemen Parallelle interactiepatronen Afwisselend symmetrisch en complementair
13
Communicatietheorie 5. Tegenstrijdigheden in de communicatie Verbale en non-verbale communicatie. Mensen communiceren zowel digitaal (talig, via woorden) als analoog (niet talig) Congruente of consistente communicatie: geen tegenstrijdigheden in communicatie via diverse kanalen /rtlnieuws/binnenland/265775/2012w20/di d9 76a VVDGeenNederlandsgeenbijstand.xml
14
Sociale representaties
Betekenissen (vanzelfsprekendheden) die ontstaan in een brede sociale dialoog binnen groepen in de samenleving Collectieve opvatting Alledaags en vanzelfsprekend karakter: onbetwiste werkelijkheid Dynamisch, veranderen voortdurend Weerspiegelen maatschappelijke machtsverhoudingen
15
Sociale perspectieven
“De niet aflatende stroom zienswijzen omtrent in gemeenschap gecreëerde betekenissen.” Sociale representaties die in communicatie zijn gebracht. “Ik moet wel”, “een normaal mens”, “dat hoort zo”, “ze zullen denken dat…”, Werken als voorschriften, sturen het gedrag normatief
16
”TOPOI” Communicatie is complex en misverstanden zijn de regel.
Een open, onbevangen houding is cruciaal. Mensen hebben altijd goede redenen om te doen wat ze doen. Intenties kunnen we niet zien, enkel de effecten. Respect, betrokkenheid en inzet uit je vooral non-verbaal.
17
”TOPOI” ~ axioma’s Watzlawick
Taal: Digitale en Analoge taal Ordening: Interpunctie, Inhoudsaspect Personen: Betrekkingsaspect, Symmetrische/Complementaire comm. Organisatie: Organisatorische factoren Inzet Je kan niet niet communiceren
18
Topoi 5 gebieden als uitwerking van cultuur(verschillen).
Geeft aandachtspunten voor analyse en interventie Niet culturaliserende benadering Bij storingen in de communicatie ga je je afvragen of het misschien te maken heeft met T O P O I. Je gaat niet cultuur als verklaring nemen en andere verwijten maken.
19
Topoi en Presentie Presentiebenadering (Baart):
Een echt zorgzame betrekking! Aandacht, er zijn voor de ander Als mens aandachtig betrokken zijn op de ander Zonder dat methode, theorie, … barrière opwerpt. ‘Liefde’ (vgl grondhouding Rogers: echtheid, empathie, onvoorwaardelijk positieve acceptatie)
20
Topoi: Drie kernvragen
Wat is mijn aandeel? Wat is het aandeel van de ander? Wat is de invloed van sociale representaties op de communicatie?
21
”TOPOI”: Drie kernvragen op 5 gebieden
Wat is mijn aandeel? Wat is het aandeel van de ander? Wat is de invloed van sociale representaties op de communicatie? Op het gebied van: T: Digitale en Analoge taal O: Interpunctie, Inhoudsaspect P: Betrekkingsaspect, Symmetrische/Complementaire comm. O: Organisatorische factoren I: Je kan niet niet communiceren
22
Heb je zelf ook een ervaring waarin je een grove fout maakte in de communicatie, maar het jou vergeven werd omdat je positieve grondhouding, inzet en respect doorslaggevend was?
23
Kan je voorbeelden geven van momenten waarop je het moeilijk had en iemand er echt voor je was? - iemand er niet echt voor je was? Wanneer heb je het gevoel dat de ander er niet echt voor je is?
24
http://www.youtube.com/watch?v=E84VqqCP I7w
Bekijk het fragment en kijk welke topoi zaken erin terug komen
25
Unieke mensen ontmoeten elkaar in unieke situaties!
Hoofdstuk 7: Ordening Unieke mensen ontmoeten elkaar in unieke situaties!
26
http://www.youtube.com/watch?v=fRQSRed5 8XM&feature=related
27
ORDENING ~ INTERPUNCTIE
Het gaat bij Ordening om de waarneming van de werkelijkheid: hoe kijken mensen naar concrete situaties en kwesties? welke betekenis geven ze er aan? Subjectieve beleving van de werkelijkheid Je kijkt vanuit je eigen referentiekader
28
Collectieve verschillen in ordening
GLOBE studie Bewust worden dat groepen de werkelijkheid op verschillende wijzen ordenen Zonder kenmerken groep over te dragen op persoon Iedereen is lid van verschillende ‘groepen’. Groepslidmaatschap van persoon voorspelt weinig van diens persoonlijk referentiekader
29
Collectieve verschillen in ordening
GLOBE studie blz dimensies Prestatiegerichtheid Toekomstoriëntatie Gelijke behandeling man/vrouw Assertiviteit Collectivisme Machtsafstand Oriëntatie op het humane Onzekerheidsvermijding
30
Opdracht Van welke min of meer vanzelfsprekende denkbeelden of visies ga je uit als professioneel pedagoog ten aanzien van: wie of wat de mens is? wat goede opvoeding is?
31
Subjectieve verschillen in ordening 246
Uniciteit van mens maakt dat iedereen subjectieve kijk heeft. Andere factoren die een rol spelen bij het ontstaan van subjectieve betekenisgeving: maatschappelijke machtsverschillen positieverschillen verschillen in loyaliteit verschillen in protoprofessionalisering
32
Opdracht Geef uit je eigen leven voorbeelden van horizontale en verticale loyaliteiten die je voelt? horizontale loyaliteit (in relaties in het hier en nu) verticale loyaliteit (in relaties die elders & vroeger als belangrijk werden gevonden) Geef enkele voorbeelden van loyaliteitsconflicten die je hebt meegemaakt?
33
Subjectieve betekenisgeving
SOCIALE REPRESENTATIES ALS HOOGSTE INVALSHOEK VAN BETEKENISGEVING (1/2) Subjectieve betekenisgeving Is resultaat van voortdurende afstemming op wat anderen denken. Beïnvloed door sociale dialoog in directe omgeving en in samenleving Bij ‘n fundamenteel interetnisch misverstand - etnische cultuur als oorzaak voor misverstand - discriminatie als oorzaak voor misverstand
34
SOCIALE REPRESENTATIES ALS HOOGSTE INVALSHOEK VAN BETEKENISGEVING (1/2)
Ga uit van “elk gedrag heeft ten alle tijden een positieve intentie!” Bij (schijnbaar) discriminerende uitspraken bevraag je onderliggende gevoelens en motieven wat belangrijk of van waarde is voor betrokkene waar betrokkene bang voor is waarover hij/zij zich zorgen maakt en wat betrokkene wenst
35
Herkaderen of herordenen
Het doen beseffen van het bestaan van andere invalshoeken. Herkaderen leidt tot: andere betekenisgeving zien van andere realiteit belangrijk: zaken worden nu positief bekeken i.p.v. negatief. Dus positieve herkadering
36
Omgaan met verschillen in subjectieve betekenisverlening
Kan middels: Erkennen De ander vragen afstand te doen van het handelingsrecht Ieder verschil vertrekt vanuit iets gemeenschappelijks
37
Topoi-analysekader ordening
Wat is ieders zienswijze en ordening? Wat is ieders invalshoek, belang of loyaliteit? Wat is ieders referentiekader: waarden, normen en opvattingen? Wat zijn ieders vanzelfsprekendheden? Wat is er voor gemeenschappelijks? Welke verschillen zijn er? Wat is invloed van sociale representaties op ieders zienswijze en logica?
38
Topoi-interventiekader ordening
Open vragen stellen naar zienswijze van de ander. Actief luisteren: inleven en invoelen. Herkaderen of herordenen. De eigen zienswijze toelichten. (Zich) bewust maken/worden van de eigen vanzelf- sprekendheden. Positie innemen van de neutrale getuige. Het gemeenschappelijke vooropstellen. Verschillen verhelderen en laten voor wat ze zijn. Stilstaan bij en open vragen stellen wat de invloed is van heersende sociale representaties.
39
Groepsopdracht Formuleer bij elk domein: T; O; P; O; I; analysevragen
Schrijf deze voor jezelf op
40
Volgende bijeenkomst Bestuderen Hoofdstukken 8 en 9
Breng filmfragmenten en eigen ervaringen mee die de “eigen-aard- igheid” van interculturele communicatie illustreren
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.