Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdThijs de Haan Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Ouders welkom heten. Goed op weg naar het vo
2
Een belangrijke stap Een goede overstap van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs is erg belangrijk: motivatie & zelfvertrouwen plezier houden in leren opmaat voor vervolgopleiding/werken belangrijke levensfase De leerling gaat na groep 8 een volgende fase in. Een goede overstap van po naar vo is geslaagd als de leerling zich in de nieuwe school op zijn plek voelt en met plezier naar school gaat. Hij heeft motivatie en voldoende zelfvertrouwen om de uitdagingen die op zijn pad komen aan te gaan. Tijdens de jaren op het vo gaat de leerling zich oriënteren op een richting voor een vervolgopleiding of werksituatie. Dat is de aanloop voor waar de leerling later terecht zal komen. Dit alles gebeurt in een levensfase, die niet voor alle kinderen even makkelijk is: de puberteit. Er zijn allerlei factoren die invloed hebben op het schoolsucces van een kind. Het is een voordeel wanneer het kind op een passende school zit, die de juiste ondersteuning biedt.
3
BOVO Haaglanden BOVO procedure
Beschrijft de overstap van primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs in Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk. BOVO Haaglanden Begeleidt en ondersteunt de scholen bij de overstap . Website: Om de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs in deze regio in goede banen te leiden hebben de schoolbesturen afspraken met elkaar gemaakt. Deze afspraken vormen de jaarlijkse BOVO procedure. Deze afspraken hebben betrekking op: Werving Aanmelding Behandeling van aanmeldingen Loting Plaatsing van leerlingen BOVO Haaglanden is opgericht om de scholen te ondersteunen bij het uitvoeren van deze afspraken. Doelstellingen van de BOVO Haaglanden zijn: - Een passend basisschooladvies, onderbouwd met het onderwijskundig rapport; - een helder proces van aanmelding en toelating; - een zorgvuldige behandeling door de vo-school; - het verzamelen van statistische gegevens. Het belang van de leerling staat in deze doelstellingen centraal.
4
Overstappen naar het vo
BSA Het basisschooladvies (BSA) is leidend (=bindend) bij de overstap naar het vo. Het BSA wordt onderbouwd m.b.v. een digitaal document: het onderwijskundig rapport (OKR). OKR
5
Het basisschooladvies “Balans”
Leerlingkenmerken Werkhouding Sociaal-emotioneel Huiswerkhouding Inzet Motivatie Intelligentie Test- en toetsgegevens Didactische toetsen Drempelonderzoek Methodegebonden toetsen Het LVS vanaf groep 5 BSAB Een goed onderbouwd basisschooladvies (BSA) draagt bij aan een vlotte overstap naar het vo. Het BSA bepaalt in belangrijke mate de toekomstige scholing en ontwikkeling van de leerling. Het BSA wordt vastgelegd in het OKR. Duidelijke motivatie van het BSA en het zo volledig mogelijk invullen van het OKR bevordert de communicatie met ouders en de vo-school en geeft alle partijen inzicht in de wijze waarop het BSA tot stand is gekomen. Vorming van het basisschooladvies Het BSA komt tot stand door een combinatie van test- en toetsgegevens en leerlingkenmerken. De toevoeging van LVS-toetsscores uit groep 6, 7 en 8 kunnen hieraan in belangrijke mate bijdragen. Het BSA is een weergave van wat de leerling in zijn tijd op de basisschool heeft laten zien; Het wordt gebaseerd op wat de leerling in zijn schoolcarrière heeft laten zien en gepresteerd. Het BSA wordt door de basisschool bepaald; Het BSA wordt met de ouders besproken. De basisschool beslist over het advies. In de BOVO regio wordt het BSA bij voorkeur samengesteld door een schoolverlaterscommissie bestaande uit lkr 7 (evt. 6) en 8, IB en directie. De directie van de school is eindverantwoordelijke voor het basisschooladvies. Mening ouders
6
Didactische toetsen Toetsen op verschillende leergebieden, zoals: technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, inzichtelijk rekenen en woordenschat. Op de basisschool worden didactische toetsen (ook wel leervorderingstoetsen) gebruikt om het niveau van de leerling te meten op verschillende vakgebieden. Begrijpend lezen en rekenen worden als de 2 belangrijkste vakgebieden beschouwd. Didactische toetsen worden meegewogen in het basisschooladvies en tevens gebruikt voor het aangeven van leerachterstanden bij eventuele LWOO- of PrO-leerlingen. Didactische toetsen dienen adaptief (=op het niveau van de leerling) te worden afgenomen. Voorbeelden: Drempelonderzoek (uitslag wordt besproken bij rapportgesprek 1) Cito Leerling- en onderwijsvolgsysteem toetsen (Cito LVS)
7
Onderwijskundig rapport
Het Basisschooladvies Contactgegevens leerling Leervorderingen en cognitieve capaciteiten Ontwikkeling en gedrag Zorgplicht en begeleiding Gegevens ouders/verzorgers Documenten en bijlagen (bijv. Verklaring dyslexie) Het doel van het OKR is om informatie over te dragen tussen twee scholen, in dit geval tussen de po-school en de vo-school. Het OKR bevat onder andere de volgende gegevens: - Het BSA; - administratieve gegevens van leerling, ouders en school; - didactische gegevens uit het leerlingvolgsysteem en/of ander didactisch onderzoek; - informatie over de schoolloopbaan en de leerdomeinen; - informatie over sociaal-emotionele ontwikkeling en werkhouding; - score op een eindtoets. Po-scholen bepalen per leerling welke leer- en begeleidingsgegevens op het moment van overstap relevant en noodzakelijk zijn om over te dragen. Mogelijke bijlagen: Profielbladen Drempelonderzoek Profielblad intelligentieonderzoek Dyslexieverklaring SEM-verslag Groeidocument Ontwikkelingsperspectief Verslag psychologisch/psychiatrisch onderzoek Handelingsplan(nen) 7
8
Onderwijskundig rapport
De po-school: vult het OKR zo volledig mogelijk in; zorgt dat het OKR het BSA onderbouwt; bespreekt het OKR tijdig met ouders waar dit nodig wordt geacht Ouders: hebben mogelijkheid op inzage; dienen toestemming te geven voor bepaalde bijlagen; mogen bij onenigheid hun eigen visie toevoegen. Po-scholen geven ouders een kopie of versturen het OKR digitaal. Het is een plicht van de basisschool om ouders inzage in het OKR te geven. Ouders hebben wettelijk gezien het recht te weten welke informatie wordt overgedragen. Nb. Ouders kunnen het oneens zijn met de zaken die in een OKR staan of met de formulering van zaken. Probeer hier samen uit te komen: als ouders een wijziging voorstellen waar de school zich in kan vinden, dan kan het aangepast worden. als de school en de ouders fundamenteel van mening verschillen en de school wil het niet aanpassen, dan hebben ouders het recht hun eigen visie toe te voegen. Dit kan door een verklaring te laten invullen, dit te scannen en als bijlage toe te voegen bij het OKR.
9
De eindtoets Wetgeving vorig jaar gewijzigd: CITO-toets in april
Taal en rekenen Voor alle leerlingen in groep 8 van regulier basisonderwijs Dinsdag 19 april, woensdag 20 april en donderdag 21 april Een po-school is verplicht naast het BSA het resultaat van een onafhankelijk toetsgegeven aan het vo over te dragen. Dit gebeurt d.m.v. een eindtoets, die de vakgebieden rekenen en taal toetst aan de hand van de referentieniveaus. De toets wordt beschouwd als een controle op het reeds gevormde BSA. De po-school kiest één eindtoets voor al haar basisschoolverlaters. De eindtoets wordt jaarlijks tussen half april en half mei afgenomen. Er zijn drie eindtoetsen toegestaan: - Centrale eindtoets van het College voor Toetsen en Examens (CvTE) - ROUTE 8 van A-VISION B.V.; - IEP (ICE Eindtoets Primair Onderwijs) van bureau ICE. Wanneer het ministerie haar inzichten hieromtrent wijzigt, zal BOVO hierover tijdig informeren. De centrale eindtoets bestaat uit twee verplichte onderdelen: Nederlandse taal en rekenen. Daarnaast kunnen scholen kiezen voor wereldoriëntatie. De centrale eindtoets neemt drie dagdelen in beslag. Sommige leerlingen zijn uitgezonderd. Een po-school kan in overleg met de ouders besluiten om bepaalde leerlingen geen eindtoets te laten maken: Een kind met een IQ lager dan 70; een zeer moeilijk lerend kind; een meervoudig gehandicapt kind dat door zijn/haar handicap moeilijk leert; een leerling die 4 jaar of minder in Nederland is en de Nederlandse taal nog niet voldoende beheerst. Voor leerlingen uit het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs is de eindtoets niet verplicht. Scholen in het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs kunnen er wel voor kiezen om nu al van een eindtoets gebruik te maken.
10
De eindtoets Als de eindtoets lager uitvalt dan het BSA, dan blijft het BSA gelijk. Als de eindtoets hoger uitvalt dan het BSA, dan moet het advies worden heroverwogen. Dit zou kunnen leiden tot herziening van het BSA. Leerlingen mogen door het vo niet worden afgewezen op basis van de score op de eindtoets. Het basisschooladvies is leidend (=bindend) voor toelating en plaatsing op een vo-school. De eindtoets is een controletoets nadat het advies door de po-school is gegeven in het OKR. Als een leerling op de eindtoets lager scoort dan verwacht, wordt het basisschooladvies niet aangepast. Als een leerling hoger scoort dan verwacht, dan moet de po-school het BSA verplicht herovwegen en kan (hoeft niet!) de po-school het BSA aanpassen. Het is vo-scholen niet langer toegestaan de score op de centrale eindtoets te gebruiken als toelatingscriterium (zie ook verderop bij toelatingsbeleid vo).
11
Passend onderwijs Passend onderwijs = ondersteuning op maat, die nodig is voor sommige leerlingen om zich optimaal te ontwikkelen. 3 vormen van ondersteuning: Basisondersteuning; extra ondersteuning; diepteondersteuning. Met de invoering van passend onderwijs beoogt de Rijksoverheid dat zo veel mogelijk leerlingen een passende onderwijsplek kunnen krijgen. Binnen passend onderwijs worden drie vormen van ondersteuning onderscheiden: 1. Basisondersteuning: minimale ondersteuning die alle scholen bieden. 2. Extra ondersteuning: ondersteuning binnen het regulier onderwijs die meer omvat dan de basisondersteuning. De extra ondersteuning kan per school verschillen en is beschreven in het schoolondersteuningsprofiel. 3. Diepteondersteuning: ondersteuning binnen het speciaal (voortgezet) onderwijs.
12
Passend onderwijs Mogelijkheden bij de overstap po-vo:
Basis-, extra- of diepteondersteuning in het po gaat door in het vo; geen extra- of diepteondersteuning in het po, wel in het vo. Let op: Het is wenselijk dat de po-school en ouders overeenstemming bereiken over de benodigde ondersteuning in het vo. Indien beide partijen het echter niet eens zijn, kunnen ouders dit onafhankelijk van de po-school aangeven (en andersom). De po-school brengt aan het begin van het schooljaar in kaart of er leerlingen zijn met een ondersteuningsbehoefte in het kader van passend onderwijs en bespreekt dit met de ouders. 1. Een leerling die op de po-school extra ondersteuning of diepteondersteuning ontvangt welke in het vo voortgezet dient te worden; Voor deze leerling wordt de ondersteuning in het vo in ieder geval voor een jaar toegekend. De vo-school moet de aanvraag indienen bij het SWVZHW en inhoudelijk onderbouwen. 2. Een leerling die in het po voldoende heeft aan de basisondersteuning, maar in het vo baat heeft bij extra ondersteuning. Voorbeeld: Door de structuur die op de po-school geboden wordt, redt de leerling het zonder extra ondersteuning. In het vo met wisselende docenten en meer eigen verantwoordelijkheid verwacht de po-school dat de leerling het niet zal redden zonder extra ondersteuning. Of: Leerling die het in het reguliere po redt met extra ondersteuning, maar die naar het VSO gaat.
13
PO VO Uitstroom naar het vo bo sbo so PrO vmbo havo vwo vso (LWOO)
De BOVO procedure heeft betrekking op basisschoolverlaters die binnen de BOVO regio doorstromen naar: - praktijkonderwijs; - vmbo (met of zonder leerwegondersteunend onderwijs); - havo; - vwo (inclusief gymnasium); - VSO*. *Leerlingen die vanuit het BO, SBO of SO doorstromen naar cluster 3 en 4 van het VSO vallen onder de BOVO-procedure. VO PrO vmbo (LWOO) havo vwo vso
14
Schooltypen Onderbouw vwo PrO havo vmbo (met of zonder LWOO) 6 jaar
Welke school je ook kiest, in de onderbouw krijgen alle leerlingen grotendeels dezelfde vakken aangeboden. Naarmate de leerling in hogere klassen komt worden de verschillen groter. Het vwo kent bijvoorbeeld een langer traject dan de andere vo-opleidingen en heeft een hoger eindniveau. Ook kan de stijl van lesgeven per onderwijstype verschillen. Enkele bijzonderheden: - PrO; 4 of 5 jaar. - Havo en vwo hebben 3 jaar onderbouw. - Het vmbo bestaat uit 4 leerwegen: Basis, Kader, Gemengd en Theoretisch. In de praktijk zijn gemengd en theoretisch 1 leerweg, daarover straks meer.
15
Onderbouw Vakken/leergebieden Nederlands; Engels; rekenen en wiskunde;
vwo havo vmbo PrO (met of zonder LWOO) 1 jaar 2 jaar 6 jaar 4 jaar 3 jaar 5 jaar Onderbouw Onderbouw Vakken/leergebieden Nederlands; Engels; rekenen en wiskunde; mens en natuur; mens en maatschappij; kunst en cultuur; bewegen en sport. Het onderwijsaanbod in de onderbouw van het vo bestaat in de eerste twee leerjaren uit het kerndeel en het differentieel deel. Het kerndeel omvat minstens 2/3 deel van het onderwijsprogramma. De rest van de tijd is beschikbaar voor het differentiële deel. Het kerndeel is bestemd voor alle leerlingen en bevat 58 globaal geformuleerde kerndoelen. Die kerndoelen beschrijven wat alle leerlingen in de onderbouw moeten leren. Kerndoelen zijn in het voortgezet onderwijs als volgt onderverdeeld: zie punten op de dia. Met het differentieel deel beschikt iedere school over vrije uren die gebruikt kunnen worden voor extra lessen binnen het kerndeel of voor lessen en activiteiten die buiten het kerndeel vallen, zoals vreemde talen, levensbeschouwelijke vorming of andere onderwerpen waarmee de school zich wil profileren. De ruimte voor eigen keuzes van de school in het differentiële deel is beperkter als leerlingen: op het gymnasium Grieks en Latijn moeten volgen; op havo en vwo verplicht een tweede en derde moderne vreemde taal moeten volgen; in het vmbo, met uitzondering van de basisberoeps gerichte leerweg, een tweede moderne vreemde taal moeten volgen.
16
Vmbo Duur: 4 jaar (2 jaar onderbouw + 2 jaar bovenbouw) Leerwegen
Afkorting MBO-niveau Basisberoeps BBL 1 & 2 Kaderberoeps KBL 3 & 4 Gemengd / Theoretisch GL/TL De basisberoepsgerichte leerweg bereidt leerlingen voor op de basisberoepsopleidingen (niveau 2) van het mbo. Voorbeelden hiervan zijn medewerker ICT, beveiliger of kok. De theorie die binnen deze leerweg wordt aangeboden vraagt meer letterlijk begrip en gebruikt veel praktijkvoorbeelden. Binnen de basisberoepsgerichte leerweg bestaan maatwerktrajecten. Een voorbeeld hiervan is het leerwerktraject. Dit is een leerwijze met veel ruimte voor stage of werk. Leerlingen kunnen in sommige gevallen de assistentenopleiding volgen. De assistentenopleiding is op mbo niveau 1, ook wel de entreeopleiding genoemd, en leidt je op tot assisterend beroepsoefenaar, die onder leiding van iemand anders eenvoudige werkzaamheden verricht. De opleiding duurt een half jaar tot een jaar. De kaderberoepsgerichte leerweg bereidt leerlingen voor op de vak- en middenkaderopleidingen niveau 3 en 4 van het mbo. In verhouding tot BBL ligt het niveau van KBL zowel praktisch als theoretisch beduidend hoger. Voorbeelden hiervan zijn receptionist, schoonheidsspecialist of binnenvaart schipper. In de onderbouw van deze leerweg is vooral aandacht voor theorie (in de vakcolleges is in de onderbouw wel al meer aandacht voor praktijkvakken. Een leerling kan de gemengde leerweg Deze leerweg bereidt leerlingen voor op de vak- en middenkaderopleidingen in het mbo op niveau 3 en 4. kiezen als hij weinig moeite heeft met studeren, maar zich ook wil voorbereiden op bepaalde beroepsopleidingen. Leerlingen die de gemengde leerweg volgen, hebben hetzelfde programma als de leerlingen van de theoretische leerweg en de leerstof is op hetzelfde niveau. Vanaf het derde leerjaar kunnen leerlingen een theoretisch vak vervangen door een kort beroepsgericht programma dat bijvoorbeeld gaat over voeding, technologie, natuur of dieren. Met de gemengde leerweg kan een leerling ook doorstromen naar het havo. Havo-scholen kunnen hiervoor zelf regels opstellen. Een leerling kan de theoretische leerweg kiezen als hij niet veel moeite heeft met studeren en nog geen specifieke beroepsopleiding wil kiezen. De theoretische leerweg is het beste te vergelijken met de oude mavo. Met een diploma van de theoretische leerweg kunnen leerlingen in het mbo een vakopleiding op niveau 3 volgen of een middenkaderopleiding op niveau 4. Met de theoretische leerweg kan een leerling ook doorstromen naar het havo.
17
Vmbo: sectoren Techniek bouwtechniek, metaaltechniek, elektrotechniek, voertuigentechniek enz Zorg en Welzijn verzorging, uiterlijke verzorging en zorg-en-welzijnbreed Economie administratie, handel en verkoop, mode en commercie, handel en administratie Landbouw landbouw en natuurlijke omgeving, landbouw-breed Intersectoraal dienstverlening en commercie, technologie en commercie, technologie en dienstverlening, ICT-route, sport dienstverlening en veiligheid. LET OP: Niet iedere school biedt alles aan!!! Voordat leerlingen in het vmbo van de onderbouw kunnen doorstromen naar de bovenbouw, maken ze een keuze uit vier sectoren. Deze keuze hangt samen met de oriëntatie op een vervolgopleiding en een mogelijk beroep. Leerlingen in het vmbo kiezen op zijn vroegst aan het eind van het tweede leerjaar voor één van de vier sectoren: Techniek, Zorg & welzijn, Economie en Landbouw. Binnen deze sectoren bestaan weer beroepsgerichte programma’s (zie dia). De intersectorale programma’s zijn combinaties van de verschillende sectoren uit de bovenste vier rijen. De programma’s bieden aansluiting op de sectoren in het mbo. Nb. Niet iedere school biedt alle beroepsgerichte programma’s.
18
Vmbo met LWOO Leerwegondersteunend onderwijs is een extra voorziening, bedoeld voor leerlingen die met ondersteuning het vmbo-diploma kunnen halen. Ondersteuning in de zin van: -Kleine klassen tot 15 leerlingen -Structurele huiswerkbegeleiding -Eén docent voor de groep -Extra training op soc-emo gebied NB: Er is geen verschil in VMBO-diploma! Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) is een voorziening binnen het vmbo waarbij leerlingen één van de vier leerwegen doorlopen met extra ondersteuning. Om een leerling LWOO te kunnen bieden dient de vo-school een beschikking aan te vragen bij het SWVZHW LWOO kan op verschillende manieren worden aangeboden: onderwijs in een apart gebouw; onderwijs in aparte klassen; onderwijs in reguliere klassen met extra begeleiding. Vormen van extra begeleiding kunnen zijn: les in kleinere groepen, remedial teaching, concentratietraining, sociale vaardigheidstraining en faalangstreductietraining. Scholen bepalen zelf de vorm waarin zij LWOO aanbieden. Er is geen verschil tussen het vmbo diploma dat met of zonder LWOO behaald wordt; op het diploma staat niet vermeld dat er onderwijs met LWOO gevolgd is.
19
Havo Duur: Bovenbouwprofielen: Vervolgopleiding:
vwo havo vmbo PrO (met of zonder LWOO) 1 jaar 2 jaar 6 jaar 4 jaar 3 jaar 5 jaar Onderbouw Havo Duur: Bovenbouwprofielen: Vervolgopleiding: 5 jaar (3 jaar onderbouw + 2 jaar bovenbouw) Natuur en techniek Natuur en gezondheid Economie en maatschappij Cultuur en maatschappij HBO Het havo duurt vijf jaar en is vooral bedoeld als voorbereiding op het hbo (hoger beroepsonderwijs). Met een bewijs dat de eerste drie leerjaren havo met gunstig gevolg zijn doorlopen, kan een leerling doorstromen naar een vakopleiding (niveau 3) of een middenkaderopleiding (niveau 4) van het mbo. In de onderbouw (klas 1, 2 en 3) van het havo volgen leerlingen algemene vakken, waaronder Nederlands, Engels en wiskunde. In het derde jaar oriënteren leerlingen zich op een profiel in de bovenbouw. Aan het eind van dit schooljaar kiest de leerling uit één van de vier profielen (zie dia). Profielen: Elk profiel heeft een gemeenschappelijk deel, dat voor alle profielen gelijk is. Daarnaast is er een profieldeel dat elk van de profielen kenmerkt. Ten slotte is er een vrij deel. Deze vrije ruimte kan de leerling gebruiken om vakken te volgen uit een ander profieldeel. Dat vergroot je mogelijkheden om door te stromen naar het hoger onderwijs. Leerlingen in de bovenbouw volgen niet alleen lessen op school. Zij bereiden ook lessen voor, maken huiswerk, schrijven werkstukken, lezen boeken, gaan naar de mediatheek en doen mee aan excursies. Alles bij elkaar wordt dit de studielast genoemd.
20
Vwo Duur: 6 jaar (3 jaar onderbouw + 3 jaar bovenbouw)
havo vmbo PrO (met of zonder LWOO) 1 jaar 2 jaar 6 jaar 4 jaar 3 jaar 5 jaar Onderbouw Vwo Duur: Bovenbouwprofielen: Vervolgopleiding: 6 jaar (3 jaar onderbouw + 3 jaar bovenbouw) Natuur en techniek Natuur en gezondheid Economie en maatschappij Cultuur en maatschappij HBO of universiteit Het vwo duurt zes jaar en is vooral bedoeld als voorbereiding op het wo (wetenschappelijk onderwijs). Met een bewijs dat de eerste drie leerjaren van het vwo met een gunstig gevolg zijn doorlopen, kan een leerling doorstromen naar een vakopleiding (niveau 3) of een middenkaderopleiding (niveau 4) van het mbo. Tot het vwo behoren het atheneum en het gymnasium. Op het gymnasium krijgen alle leerlingen Grieks en Latijn in de onderbouw en Grieks en/of Latijn in de bovenbouw. Op het atheneum wordt soms Latijn als keuzevak gegeven. In de onderbouw (klas 1, 2 en 3) van het vwo volgen leerlingen algemene vakken, waaronder Nederlands, Engels en wiskunde. In het derde jaar oriënteren leerlingen zich op een profiel in de bovenbouw. Aan het eind van dit schooljaar kiest de leerling uit één van de vier profielen (zie dia). Profielen in de bovenbouw: Elk profiel heeft een gemeenschappelijk deel, dat voor alle profielen gelijk is. Daarnaast is er een profieldeel dat elk van de profielen kenmerkt. Ten slotte is er een vrij deel. Deze vrije ruimte kan de leerling gebruiken om vakken te volgen uit een ander profieldeel. Dat vergroot je mogelijkheden om door te stromen naar het hoger onderwijs. Leerlingen in de bovenbouw volgen niet alleen lessen op school. Zij bereiden ook lessen voor, maken huiswerk, schrijven werkstukken, lezen boeken, gaan naar de mediatheek en doen mee aan excursies. Alles bij elkaar wordt dit de studielast genoemd. Om te slagen voor het vwo wordt naar het schoolexamen en het eindexamen gekeken. Het profielwerkstuk is een verplicht onderdeel van het eindexamen.
21
Overig aanbod Kopklas vmbo-t en Kopklas havo/vwo
Een jaar po óp de vo-school met veel aandacht voor taal. Doel: Doorstromen naar vmbo-t of havo/vwo Internationale schakelklassen (ISK) Voor leerlingen korter dan 2 jaar in Nederland Onderwijs voor hoogbegaafden De kopklas is een jaar basisonderwijs met veel aandacht voor de Nederlandse taal. Het is bedoeld voor kinderen die in Den Haag wonen en/of op een Haagse basisschool zitten en op 1 september niet ouder zijn dan 13 jaar. Let op: Voorheen konden leerlingen alleen na groep 8 instromen in de kopklas, maar sinds schooljaar is het de bedoeling dat leerlingen instromen na groep 7 (instromen na groep 8 kan nog wel, maar als uitzondering). Leerlingen komen voor de kopklas in aanmerking als zij voldoende capaciteiten en een goede inzet/motivatie hebben. Zij worden in staat geacht vmbo TL, havo of vwo te kunnen halen indien het hen lukt hun taalachterstand in te halen. De kopklas wordt aangeboden op een vo-school. Het ISK is een speciale klas voor leerlingen van 12 tot 18 jaar, die korter dan twee jaar in Nederland zijn (richtlijn is minder dan 2 jaar vanaf het moment dat de leerling op het vo start) en niet of nauwelijks Nederlands beheersen. Deze onderwijsvorm wordt ook wel Eerste Opvang Anderstaligen (EOA) genoemd. In deze klas volgen leerlingen een intensief taalprogramma, zodat ze daarna in kunnen stromen in een reguliere klas op het vo, soms gedurende het schooljaar. In het eerste jaar volgen ze ook vakken zoals rekenen/wiskunde, kunsteducatie, informatica en sport. Leerlingen zitten 1 tot 2 jaar in de schakelklas. In de regio Haaglanden bieden drie vo- scholen ISK aan. Zie voor meer informatie de Scholenwijzer voortgezet onderwijs. Onderwijs speciaal voor hoogbegaafde leerlingen wordt aangeboden op het Rijswijks Lyceum.
22
Aanmelden vo Een leerling wordt op het vo aangemeld met een adviesformulier (volgende dia). Een leerling kan maar op één vo-school worden aangemeld. OT is een digitaal overdrachtssysteem dat: - de vo-school in staat stelt het onderwijskundig rapport te bekijken; - de basisschool een bericht stuurt van de aanmelding. Reden voor aanmelding op één school: Indien leerlingen op meerdere scholen aangemeld zouden kunnen worden, kunnen zij ook op meerdere scholen tegelijk aangenomen worden. Dit levert een onoverzichtelijke situatie op, waarbij het voor vo-scholen onduidelijk is hoeveel leerlingen daadwerkelijk naar hun school zullen komen.
23
Aanmelden vo Adviesformulier: Wordt verkregen via de basisschool;
is vereist bij aanmelding op een vo-school. Het adviesformulier vermeldt onder andere: Een unieke code; basisschooladvies. Het adviesformulier is vereist om een leerling aan te melden op een vo-school. Zonder de unieke code op het adviesformulier kan de vo-school het OKR niet inzien. Meegeven adviesformulieren PrO-, LWOO-, kopklas- en zorgleerlingen: 15 jan 2016 Meegeven adviesformulieren overige leerlingen: 29 jan 2016 Ouders let op: Een vo-school behoort u niet te vragen naar een papieren versie van het OKR. Met de unieke code op het adviesformulier kan de vo-school namelijk altijd bij het OKR. Indien ouders de aanmelding intrekken, dan dient de vo-school dit te verwerken in OT en het adviesformulier te retourneren aan ouders. Als deze verwerking in OT niet heeft plaatsgevonden, kan de leerling niet op een andere vo-school aangemeld worden!
24
Aanmelden vo 1e aanmeldingsperiode
Start aanmelding speciale doelgroepen (extra ondersteuning en/of LWOO): Ons advies: vroeg aanmelden!! Start aanmelding reguliere doelgroepen: Ons advies: neem de tijd ervoor Sluiting: Nb. voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte en/of LWOO op ! Alle aanmeldingen in deze periode worden gezien als gelijktijdig binnen gekomen (m.u.v. praktijkonderwijs). Behoort de leerling tot de speciale doelgroepen (PrO, LWOO, ISK, kopklas of lln met een extra ondersteuningsbehoefte in het kader van passend onderwijs?). Dan adviseert BOVO om uw kind vroegtijdig aan te melden. 1e aanmeldingsperiode leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte : 16 januari t/m 12 februari 2016 1e aanmeldingsperiode LWOO, PrO, kopklas en ISK : 16 januari t/m 18 maart 2016 1e aanmeldingsperiode vmbo, havo en vwo : 30 januari t/m 18 maart 2016 1e behandelperiode leerlingen speciale doelgroepen : 18 januari t/m 23 maart 2016 1e behandelperiode vmbo, havo en vwo : 1 februari t/m 23 maart 2016 Tussen 18 en 24 maart kan er niet worden aangemeld. Alle aanmeldingen t/m 18 maart worden behandeld als gelijktijdig binnengekomen. , maar het is voor vo-scholen niet prettig op het laatste moment nog aanmeldingen binnen te krijgen en die dossiers te bestuderen. Let op: Voor praktijkonderwijs geldt: aangemelde leerlingen worden toegelaten op volgorde van binnenkomst.
25
Aanmelden vo Behandelperiode vo Vo-scholen proberen zo snel mogelijk een besluit te nemen ten aanzien van de toelaatbaarheid. Bericht van wel/niet plaatsing op : Plaatsing bij voldoende ruimte; Overaanmelding kan leiden tot het toepassen van voorrangsregels en/of loting. Vo-scholen werken hard om zo snel mogelijk een besluit te nemen over de toelaatbaarheid. Door de vele aanmeldingen en de hoeveelheid werk die gepaard gaat met het nauwkeurig bestuderen van een onderwijskundig rapport, kan de behandeling van een dossier een aantal weken in beslag nemen. Probeer daarom vroegtijdig aan te melden. Indien een leerling als toelaatbaar wordt aangeduid, dan is dat altijd onder voorbehoud van overaanmelding. Bij overaanmelding zijn er meer toelaatbare leerlingen dan lesplaatsen en treden in veel gevallen voorrangsregels in werking. Een bekende voorrangsregel geldt bijv. voor broertjes of zusjes van leerlingen die al op de vo-school zitten. Let op: Men probeert in de Haagse regio met elkaar af te spreken dat er minder voorrangsregels toegepast mogen worden. Houd de berichtgeving van BOVO in de gaten. Zijn er na het toepassen van voorrangsregels nog steeds te veel toelaatbare leerlingen, dan past de vo-school loting toe. Dit schooljaar wordt het bericht van plaatsing bekend gemaakt op donderdag 24 maart 2016 (loting vindt op woensdag 23 maart 2016 plaats).
26
Ingeloot of uitgeloot?! Vo-scholen proberen zo snel mogelijk een besluit te nemen ten aanzien van de toelaatbaarheid. Bericht van wel/niet plaatsing op : Plaatsing bij voldoende ruimte; Overaanmelding kan leiden tot het toepassen van voorrangsregels en/of loting. Bij uitloting neemt de leerkracht contact op met ouders voor een afspraak op 24-3 na uur. In overleg wordt bekeken welke scholen nog plek hebben. Mocht u eerder nieuws hebben…bericht de leerkracht! Vo-scholen werken hard om zo snel mogelijk een besluit te nemen over de toelaatbaarheid. Door de vele aanmeldingen en de hoeveelheid werk die gepaard gaat met het nauwkeurig bestuderen van een onderwijskundig rapport, kan de behandeling van een dossier een aantal weken in beslag nemen. Probeer daarom vroegtijdig aan te melden. Indien een leerling als toelaatbaar wordt aangeduid, dan is dat altijd onder voorbehoud van overaanmelding. Bij overaanmelding zijn er meer toelaatbare leerlingen dan lesplaatsen en treden in veel gevallen voorrangsregels in werking. Een bekende voorrangsregel geldt bijv. voor broertjes of zusjes van leerlingen die al op de vo-school zitten. Let op: Men probeert in de Haagse regio met elkaar af te spreken dat er minder voorrangsregels toegepast mogen worden. Houd de berichtgeving van BOVO in de gaten. Zijn er na het toepassen van voorrangsregels nog steeds te veel toelaatbare leerlingen, dan past de vo-school loting toe. Dit schooljaar wordt het bericht van plaatsing bekend gemaakt op donderdag 24 maart 2016 (loting vindt op woensdag 23 maart 2016 plaats).
27
Aanmelden vo 2e aanmeldingsperiode Voor kinderen die na de 1e periode niet (meer) zijn aangemeld op een school (bijv. doordat ze uitgeloot zijn). Periode van t/m Op donderdag 24 maart en dinsdag 29 maart gelden alle aanmeldingen als gelijktijdig aangemeld. Loting bij overaanmelding op dinsdag 29 maart. Bericht van wel/niet plaatsing voor leerlingen van de tweede periode zodra de vo-school een besluit heeft genomen. Uiterlijk 30 maart uur. 2e aanmeldingsperiode: vanaf donderdag 24 maart 2016 en loopt tot donderdag 14 april 2016. Leerlingen die na sluiting van de eerste aanmeldingsperiode nog geen lesplaats hebben, kunnen gebruik maken van de tweede aanmeldingsperiode. De tweede aanmeldingsperiode start op de dag na de loting, donderdag 24 maart. Op donderdag 24 maart en dinsdag 29 maart gelden alle aanmeldingen als gelijktijdig aangemeld. Dit kan leiden tot overaanmelding op 29 maart. In het resterende tijdsbestek van de tweede aanmeldingsperiode worden de aanmeldingen behandeld op volgorde van binnenkomst. Overaanmelding bij de start van de tweede aanmeldingsperiode Wanneer er op dinsdag 29 maart sprake is van overaanmelding, wordt de volgorde van de behandeling van de leerlingdossiers bepaald door loting. Deze loting vindt aan het einde van deze dag plaats. De volgende dag, woensdag 30 maart uiterlijk om uur, informeert de vo-school de ouders over het aantal lesplaatsen en hun positie in de volgorde van behandeling. Op grond van deze informatie kunnen ouders overwegen om de aanmelding in te trekken en elders aan te melden.
28
Tips voor ouders Leestips:
Website BOVO Haaglanden ( BOVO ouderfolder en folder passend onderwijs De Scholenwijzer vo (vanaf december, uitgave: gemeente Den Haag) Websites van de vo-scholen Vo-gids ministerie OCW (
29
Tips voor ouders Houd bij het kiezen van een school bijvoorbeeld ook rekening met: Het schoolondersteuningsprofiel; mogelijkheden tot begeleiding (bijv. voor huiswerk); kosten; opvang bij lesuitval; de afstand.
30
Vragen? Bedankt voor de aandacht en een prettig schooljaar gewenst.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.