7.2: Geschiedenis van de verzorgingsstaat

Presentatie over: "7.2: Geschiedenis van de verzorgingsstaat"— Transcript van de presentatie:

1 7.2: Geschiedenis van de verzorgingsstaat
Nakijken Intro HC Opdracht: 5 min Begin: Absenten. Wat gaan we doen deze les. 10 nakijken: Wees duidelijk over aantekeningen en controle daarvan! – vraag in dit geval terug over vorige les! 5 intro: goed nabespreken 15: HC 35: Opdracht 0: HW

2 Nakijken Ik controleer aantekeningen en huiswerk Steekproefsgewijs
Als ik rondloop bespreken jullie samen de antwoorden op het huiswerk Als iets niet duidelijk is behandelen we dat samen Nakijken blad thema’s

3 intro Drees

4 Geschiedenis van de verzorgingsstaat
19e eeuw: nachtwakersstaat Taak overheid: Veiligheid Lot armen: aangewezen op charitas, geen recht op staken Sociale lagen: gesloten samenleving Gebeurtenissen: industriële revolutie  slechte Arbeidsomstandigheden  ontstaan vakbonden Begin 20e eeuw: van vrijwillige zorg naar een recht Taak overheid: hygiëne, begin uitkeringen, leerplicht Motivatie: eigenbelang van de rijken Lot armen: recht op uitkering, al was die erg laag Charitas = vrijwillige giften van particulieren, verenigingen of van de kerk. Mensen mochten vrijwillig geven aan de armen, de armen hadden dus geen zekerheid dat ze iets zouden krijgen. Van zorg naar recht wil zeggen: in de 19e eeuw werd er met charitas voor de armen gezorgd. Toen de overheid zich ermee ging bemoeien verschoof de vrijwillige zorg voor armen naar een recht van armen op zorg van de overheid.

5 Na WOII Van een gunst (charitas) naar een recht op hulp (uitkering)
Mensen werden niet meer bevoogdend toegesproken maar gewezen op hun recht Verzorgingsstaat niet alleen meer voor de armen  bijv studiefinanciering werd ook een recht Tot de economische crisis in de jaren 70 en 80 verzorgingsstaat was wel erg duur geworden tot op dag van vandaag zijn we bezig met versoberen van de verzorgingsstaat

6

7 ’Geef een man een vis en hij heeft een dag te eten
’Geef een man een vis en hij heeft een dag te eten. Leer een man vissen en hij heeft zijn hele leven te eten’. (Confucius, 551 v.C v.C.)

8 Opdracht: Wat als de armen niet in staat zijn zichzelf te helpen?
Probeer de kern van het artikel in 6-10 regels samen te vatten De klas gaat in twee groepen (groep 1 = eens met artikel, groep 2 = oneens met artikel) Beide groepen zetten een paar maatregelen om mensen uit de armoede te halen op papier Beide groepen gaan elkaar overtuigen van elkaar maatregelen in een debat Kern: Het Nederlandse armoedebeleid is er op gericht dat armen zichzelf uit de armoede trekken. De overheid geeft prikkels door ongepast gedrag te bestraffen met minder uitkering. Arme mensen hebben last van schaarste van middelen, hier zijn ze voortdurend mee bezig en kunnen ze geen vrij van nemen. Dit zorg ervoor dat het hoofd met teveel zorgen tegelijkertijd bezig is, wat domme beslissingen zoals slecht voor zichzelf en de kinderen zorgen verklaard. Betere oplossingen zijn om armen te helpen met beslissingen zoals formulieren invullen of lichtgevende medicijndoosjes.

9 Huiswerk Opdracht: 7.2: Ik controleer de volgende les altijd steekproefsgewijs of je het gemaakt hebt, en of je aantekeningen gemaakt hebt!