Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdKaren Pieters Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Zondag 19 januari 2014 morgendienst
2
Hartelijk welkom in deze dienst. Voorganger:ds. N. Vennik uit Groningen Ouderling:Wilhelm van Eeken Organist:Krijn van Veen
3
Gezang 169: 1 en 6 Psalm 93: 1 en 4 Psalm 32: 2 en 4 Gezang 25: 1, 2 en 5 Psalm 27: 1, 4 en 7 Gezang 305: 1 2 Koningen 15:27-31; Matteüs 4:12-22
4
Welkom en mededelingen
5
1 Zingt nu de Heer, stemt allen in met ons die God lofzingen, want Hij deed ons van het begin verrukkelijke dingen. Hij heeft het menselijk geslacht in 't licht geroepen en bedacht met louter zegeningen. Gezang 169: 1 en 6
6
6 Zingt dan de Heer, stemt allen in met ons die God lof geven: Hij schiep ons voor een nieuw begin, hoeveel wij ook misdreven. Hij riep ons uit de nacht in 't licht van zijn genadig aangezicht. in Christus is ons leven! Gezang 169: 1 en 6
7
Stil gebed Votum en groet
8
1 De H EER is Koning, Hij regeert altijd, omgord met macht, bekleed met majesteit. Hij grondvest d' aarde, houdt haar vast in stand. Onwrikbaar staat het bouwwerk van zijn hand. Psalm 93: 1 en 4
9
4 Uw macht is groot, uw trouw zal nooit vergaan, al wat Gij ooit beloofd hebt, blijft bestaan. Tot sieraad is uw hoge heiligheid en in die glans trotseert uw huis de tijd. Psalm 93: 1 en 4
10
Tien geboden
11
2 Nu heb ik, H EER, mijn zonde U beleden: ik weet dat ik uw wet heb overtreden. Ik was ontrouw, ik was van kwaad vervuld, maar Gij vergaaft het, Gij verzoent mijn schuld. Laat daarom tot U komen uw beminden, stoot hen niet af, doch laat U door hen vinden. Duistere vloeden stormen op hen aan, Gij stelt een perk, Gij zult ons vast doen staan. Psalm 32: 2 en 4
12
4 Zo spreekt de H EER : “Mijn weg zal Ik u wijzen, u ziet mijn oog, waarheen gij ook zult reizen. Wees niet een dier dat koppig tegenstreeft, zich slechts aan toom en bit gewonnen geeft.” Wie God ontvliedt heeft ondergang te vrezen - wie tot Hem komt, mag bij Hem veilig wezen. Gij die oprecht van hart en wandel zijt, verheugt u in den H EER te allen tijd! Psalm 32: 2 en 4
13
Gebed
14
We lezen uit de Nieuwe Bijbelvertaling: 2 Koningen 15:27-31 Matteüs 4:12-22 De lezing wordt verzorgd door Marleen Marsman.
15
2 Koningen 15:27-31 27 Pekach, de zoon van Remaljahu, werd koning van Israël in het tweeënvijftigste regeringsjaar van koning Azarja van Juda. Twintig jaar regeerde hij in Samaria. 28 Hij deed wat slecht is in de ogen van de H EER : hij brak niet met de zondige praktijken van Jerobeam, de zoon van Nebat, die de Israëlieten tot zonde had aangezet.
16
2 Koningen 15:27-31 29 In de tijd van koning Pekach van Israël viel koning Tiglatpileser van Assyrië het land binnen. Hij veroverde IJjon, Abel-Bet-Maächa, Janoach, Kedes en Hasor, Gilead en Galilea inclusief het gebied van Naftali, en voerde de inwoners van die steden en gebieden als ballingen naar Assyrië mee.
17
2 Koningen 15:27-31 30 Tegen Pekach, de zoon van Remaljahu, werd een samenzwering beraamd door Hosea, de zoon van Ela. Het was in het twintigste regeringsjaar van koning Jotam, de zoon van Uzzia, dat Hosea Pekach doodde en in zijn plaats koning werd. 31 Verdere bijzonderheden over Pekach zijn opgetekend in de kronieken van de koningen van Israël.
18
Matteüs 4:12-22 12 Toen Jezus hoorde dat Johannes gevangengenomen was, week hij uit naar Galilea. 13 Hij liet Nazaret achter zich en ging wonen in Kafarnaüm, aan het Meer van Galilea, in het gebied van Zebulon en Naftali. 14 Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jesaja:
19
Matteüs 4:12-22 15 ‘Land van Zebulon en Naftali, gebied aan de weg naar zee en aan de overkant van de Jordaan, Galilea van de heidenen, luister: 16 Het volk dat in duisternis leefde, zag een schitterend licht, en zij die woonden in de schaduw van de dood werden door het licht beschenen.’ 17 Vanaf dat moment begon Jezus zijn verkondiging. ‘Kom tot inkeer,’ zei hij, ‘want het koninkrijk van de hemel is nabij!’
20
Matteüs 4:12-22 18 Toen hij langs het meer liep, zag hij twee broers, Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas. Ze wierpen hun net uit in het meer, het waren vissers. 19 Hij zei tegen hen: ‘Kom, volg mij, ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ 20 Ze lieten meteen hun netten achter en volgden hem.
21
Matteüs 4:12-22 21 Even verderop zag hij twee andere broers, Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes. Ze waren met hun vader in hun boot bezig met het herstellen van de netten. Hij riep hen 22 en meteen lieten ze de boot en hun vader Zebedeüs achter en volgden hem.
22
Gezang 25: 1, 2 en 5 Heer, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken, kent Gij mij, Gij weet waar ik ga, Gij volgt mij waar ik zit of sta. Wat mij ten diepste houdt bewogen, ’t ligt alles open voor uw ogen.
23
Gezang 25: 1, 2 en 5 Doorgrond, o God, mijn hart; het ligt toch open voor uw aangezicht. Toets mij of niet een weg in mij mij schaadt en leidt aan U voorbij. O God, houd mij geheel omgeven, en leid mij op den weg ten leven.
24
Gezang 25: 1, 2 en 5
25
De kinderen gaan nu naar de bijbelklas. Er zal verteld worden over ‘Twee mensen in het paradijs’ (Genesis 2:8-25).
26
Verkondiging “Waar gaat Jezus naartoe?”
27
Psalm 27: 1, 4 en 7 1 Mijn licht, mijn heil is Hij, mijn God en H ERE ! Waar is het duister dat mij onheil baart? Mijn hoge burcht is Hij, niets kan mij deren, in zijn bescherming ben ik wel bewaard! Of zich de boosheid tegen mij verbindt en op mij loert opdat zij mij verslindt, ik ken geen angst voor nood en overval: het is de H EER die mij behouden zal!
28
Psalm 27: 1, 4 en 7 4 Zoals Gij eenmaal mijn geroep verhoorde, zo spreek weer tot uw knecht en geef hem licht. Mijn hart zegt stil de liefelijke woorden die Gij eens zeide: “Zoek mijn aangezicht”. Uw aangezicht, ik wil het zoeken, H EER ! Verberg het niet, beproef mij niet te zeer! Ik hoop geen heil dan Gij voor mij bewaart, ik smacht naar 't uur dat Gij U openbaart!
29
Psalm 27: 1, 4 en 7 7 O als ik niet met opgeheven hoofde zijn heil van dag tot dag verwachten mocht! O als ik van zijn goedheid niet geloofde, dat Hij te vinden is voor wie Hem zocht! Wees dapper, hart, houd altijd goede moed! Hij is getrouw, de bron van alle goed! Wacht op den H EER, die u in zwakheid schraagt, wacht op den H EER en houd u onversaagd.
30
Dankzegging en voorbeden
31
Zieken Bloemengroet Gemeentevergadering dinsdag Het werk in Thailand Gebed- en dankpunten
39
Als de kinderen terug zijn uit de bijbelklas zal er gecollecteerd worden voor: (1)Diaconie (2)Kerk
40
Gezang 305: 1 1 Waar God de Heer zijn schreden zet daar wordt de mens, van dwang gered, weer in het licht geheven. Als 's Heren woord weerklinkt met macht wordt aan het volk dat Hem verwacht de ware troost gegeven.
41
Gezang 305: 1 Zijn Geest weerstaat de valse schijn en schrijft in harten het geheim van 's Vaders grote daden. Zo leven wij om Christus' wil te allen tijd gerust en stil alleen van zijn genade.
42
Zegen, door de gemeente te beantwoorden met:
43
Vanmiddag begint de dienst om 17.00 uur. In deze dienst gaat dominee N. Vennik uit Groningen voor.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.