De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

PTSS (posttraumatische stress-stoornis)

Verwante presentaties


Presentatie over: "PTSS (posttraumatische stress-stoornis)"— Transcript van de presentatie:

1 PTSS (posttraumatische stress-stoornis)
Zowel emotionele problemen als gedragsproblemen.

2 Agenda

3 PTSS ’ Angststoornis die voorkomt als gevolg van een zwaar traumatische gebeurtenis of situatie’ TRAUMA Trauma is blootstelling aan ernstige stressgevende situatie(s), waarbij sprake is van levensbedreiging, ernstig lichamelijk letsel of een bedreiging van de fysieke integriteit. NB: hoewel bijvoorbeeld het overlijden van een dierbare niet direct aan de hierboven genoemde beschrijving voldoet, kan dit echter wel een traumatische ervaring voor een kind zijn. Je leest steeds meer onderzoeken dat wel degelijk dit soort gebeurtenissen Posttraumatische stress kunnen veroorzaken bij een kind. PTSS volgens DSM-!V Traumatische ervaring Herbeleven Vermijden of afstomping reactiviteit Verhoogde waakzaamheid > 1 maand aanwezig Psychisch lijden of belemmering sociaal, werk of school Stress is een vorm van spanning die optreedt als reactie op externe prikkels. De gevolgen van stress zijn zowel lichamelijk als geestelijk. Sommige vormen van stress zijn als positief te beschouwen. Stress speelt bijvoorbeeld een rol als er gevaar dreigt en draagt zo bij aan het overleven of welzijn. Ook is er positieve stress als men zich geestelijk en lichamelijk voorbereidt op een wedstrijd, een bijzondere prestatie op het werk enzovoort. Na enige tijd verdwijnt deze spanning weer en keert het lichaam terug in een toestand van rust. Een hormoon dat bij stress in grotere hoeveelheden door het menselijk lichaam wordt aangemaakt, is adrenaline. Stress wordt van individu tot individu zeer verschillend ervaren. Als stress niet in het belang van een persoon is en als een nare ervaring wordt gezien, spreken we van negatieve stress. Als een mens te lang stress ervaart of als deze te intens is kan dit zeer nadelige gevolgen hebben voor lichaam en geest. Onderzoek toont aan dat er een relatie is tussen emotionele-en gedragsproblemen bij kinderen na stressvolle gebeurtenissen. Deze relatie is wel complex. Er bestaat nog onduidelijkheid over de wijze waarop het stressvolle karakter van gebeurtenissen bepaald kan worden en welke factoren bepalen dat stressvolle gebeurtenissen problemen veroorzaken. Sommige kinderen vertonen na confrontatie met een stressvolle gebeurtenis geen probleemgedrag, andere kinderen vertonen veel probleemgedrag na een ogenschijnlijk weinig ingrijpende gebeurtenis. Uitleg theoretisch model stress en coping model Lazarus en Folkman, 1984

4 Oorzaken Verlies / overlijden
Slachtoffer / getuige van ongeluk / geweld Instabiele gezinssituatie / echtscheiding Ziekte / ziekenhuisopname kind of verwanten Brand / inbraak Kindermishandeling en /of misbruik/ verwaarlozing Pesten Elke leerkracht in de klas herkent wel een situatie waar kinderen onder kunnen lijden. Denk alleen al aan de vele echtscheidingen van tegenwoordig. Kinderen die te maken hebben met ziekte in het gezin. Niet voor niets is er op vele scholen een protocol van pesten beschikbaar. Om hiervan een voorbeeld het noemen het kind in de hoek van het schoolplein. Zit er wat eigenaardig gekleed uit, is niet zo vlot in doen en laten, geen vriendjes om zich heen Heeft geen weerwoord, voor de andere kinderen soms een geliefd persoon om te willen pesten…… Hoe ga je er als leerkracht mee om?

5 Uitingsvormen Herbeleven van stressvolle gebeurtenis
Internaliserende klachten Vermijdingsgedrag Externaliserende klachten Verhoogde waakzaamheid Herbeleven stressvole gebeurtenis Herinneren van de gebeurtenis > dagdromen bij ontspanning of verveling. Specifieke beelden en geluiden keren steeds weer terug. Kinderen herinneren zich vaak meer details dan volwassenen Angstige dromen / nachtmerries > dragen niet bij aan verwerking maar versterken angst. Komt zelden voor bij kinderen jonger dan 5 jaar Herhaald gedrag > het steeds opnieuw vertonen van hendelingen of ervaren van emoties die met de stressvolle gebeurtenis te maken hebben Spel > hierin komen zowel aspecten van de stressvolle gebeurtenis als fantasieen naar voren. Dit spel kan het kind helpen het gebeuren te verwerken, afstand te nemen doordat het zelf de regie heeft van het spel Bijvoorbeeld de kleuter waarvan de ouders in scheiding liggen; die tijdens het spelen in de huishoek de rol als boze vader of moeder op zich neemt en tijdens het spel ruzie gaat maken met het ander kind. Of de kleuter die ineens dagen alleen speelt aan de rand van de zandbak en afwezig steeds dezelfde zandtaartjes bakt zonder interactie met andere kinderen om zich heen te hebben Of het kind waarvan je hoort dat het thuis in eens met het licht aan wil slapen omdat het vaak zo angstig droomt of in paniek raakt in het donker. Internaliserende klachten: Intense emoties > angsten na prikkels die geassocieerd worden met de stressvolle gebeurtenis / scheidingsangst / angst alleen te zijn of angst voor het donker, zich terug trekken , huilen, lichamelijke klachten bij confrontatie/associatie met stressvolle gebeurtenis (bijvoorbeeld buikpijn), minder sociale contacten aangaan Vermijdingsgedrag > het vermijden van concrete situaties die hen aan de stressvolle gebeurtenis herinneren / bepaalde zaken niet meer kunnen herinneren / vermijden van personen die geassocieerd worden met stressvolle gebeurtenis / verminderde interesse > verliezen van interesse in hobby’s / concentratieproblemen en verminderde motovatie kunnen slechtere schoolprestaties tot gevolg hebben ( soms presteren kinderen beter op school !) Bijvoorbeeld: Het kind in de klas die na de dood van zijn huisdier, een aantal dagen zich terugtrekt en nauwelijks contact heeft met andere kinderen. Externaliserende klachten: Druk gedrag, grenzen opzoeken bij volwassenen / kinderen waardoor conflicten ontataan, leiding willen nemen, ongehoorzaam en opstandig gedrag vertonen. Verhoogde waakzaamheid > in-of doorslaapproblemen / intense schrikreactie / zich moeilijk kunnen concentreren op dagelijkse realiteit / met irritatie of woede reageren op omgevingsprikkels / hyperalert zijn / gevoelens van schuld, schaamte, woede en wraak Bijvoorbeeld het kind in de klas waarvan de thuissituatie erg onveilig is, regelmatig vallen er klappen. De dagen waarop het gebeurd is, bemerk je dat het kind snel in woede kan ontsteken, de leerkracht een grote mond geeft en zich moeilijk laat corrigeren.

6 Aanpak - pedagogisch Geïnformeerd zijn Uitingsvormen herkennen
Beschikbaar zijn Veiligheid bieden Negatieve stress vermijden Ruimte voor verwerking Afstemming tussen school, thuis en hulpverlening Geinformeerd zijn: Er moet gericht geinformeerd worden naar een zo accuraat mogelijke beschrijving van de stressvolle gebeurtenis. Ook het gedrag van het kind tijdens en na het gebeuren moet worden nagevraagd. In overleg met ouders en kind de groep informeren over de gebeurtenis. Bijvoorbeeld mag je aan de kinderen in de klas vertellen dat de vader of moeder van een leerling op sterven ligt? Uitingsvormen herkennen: In de klas zullen leerkrachten veelal internaliserend gedrag of externaliserend gedrag van het kind herkennen. Bijvoorbeeld: het kind dat heel ongehoorzaam gedrag vertoont en ineens met alle kinderen in de klas ruzie lijkt te maken of het kind dat snel in tranen uitbarst en daarna niet meer tot werken kan komen. Beschikbaar zijn: Belangrijk dat zowel de leerkracht als ouders beschikbaar zijn voor hun kind. Zij kunnen het kind steunen in de situatie en een luisterend oor bieden. Ouders en leerkrachten moeten gemotiveerd worden een open dialoog met het kind aan te gaan. Dit gebeurt niet altijd, omdat men vreest dat dit tot traumatisering leidt of omdat men hoopt dat het kind nauwelijks te lijden gehad heeft van het gebeuren. Het is mogelijk dat een kind dat niet direct met een stressvolle gebeurtenis geconfronteerd is, door de impact die dit op de gezinsleden heeft, hier wel degelijk onder te lijden heeft. Bijvoorbeeld het kind in de klas waarvan de moeder en nog twee andere kinderen uit het gezin een ernstig ongeluk hebben gekregen. Het kind in de klas heeft het zelf niet meegemaakt maar is onderste boven van alle verhalen en gevolgen die aan het ongeluk vastzitten Veiligheid bieden: Zorg voor voldoende veiligheid in de situatie. Door het aanbieden van structuur in het dagprogramma zowel op school als thuis, help je het kind om afstand te nemen van de stressvolle situatie. Je biedt ruimte waardoor het normale leven weer plaats kan vinden. Negatieve stress vermijden: Probeer als ouder en leerkracht soortgelijke situaties te vermijden die het kind opnieuw een stressvolle situatie doet beleven. Bijvoorbeeld wanneer het kind getuige is geweest van ernstig geweld programma op de televisie hierover achterwege laten of wanneer het kind een ernstig ongeluk heeft meegemaakt, voorlopig de plek waar het gebeurde vermijden Ruimte voor verwerking: wat beslist vermeden moet worden is het begataliseren van het gebeuren, omdat dit het risico op angstige reacties bij het kind vergroot. In een gesprek met de ouders moet gericht aandacht gegeven worden aan gedragsproblemen, omdat kinderen hier vaak niet over durven of willen praten. Aan het begin en eind van de dag een moment afspreken waarop leerkracht en kind samen even de dag doornemen. Accepteer dat het kind de stressvolle gebeurtenis steeds weer opnieuw beschrijft. Creeer een rustige plek waar de leerling zich kan terugtrekken met een van huis meegebracht boek of een boek met een bandje waarbij een koptelefoon opgezet kan worden. Afstemming tussen school, thuis en hulpverlening Wanneer ouders een stressvolle gebeurtenis zelf onvoldoende verwerkt hebben kan dit gerichte hulp aan de ouders noodzakelijk maken. Vraag ondersteuning van de hulpverlening. Vaak maken kinderen gevoelens van angst niet spontaan kenbaar omdat ze zich ervoor schamen of hun ouders hier niet mee willen belasten. Indien nodig samen een schoolprotocol opstellen. Bijvoorbeeld als school een protocol opstellen rondom echtscheiding: - hoe ga je met de problematiek om? - hoe help je de leerling? - hoe maak je het bespreekbaar in de klas? - In welke situaties verwijs je naar de hulpverlening?

7 Aanpak - didactisch Doelen afhankelijk van welbevinden
Betrokkenheid vergroten Creatieve uitingsvormen Doelen afhankelijk van welbevinden Het kind goed observeren en nagaan in hoeverre het in staat is zich te concenteren op schoolse zaken. Minimumprogramma afspreken. Neem het kind niet teveel uit handen, het kind moet de controle over zijn leven juist opnieuw vinden. Bijvoorbeeld het kind dat zich veel terugtrekt in de groep, veel afwezig is en wegdroomt met zijn gedachten, probeer het bij het gebeuren in de klas te betrekken maar stel je de eisen niet al te hoog. Betrokkenheid vergroten: Het kind actief betrekken bij instructie. Overzichtelijke opdrachten aanbieden. Indien mogelijk aansluiten bij belangstelling. Vertrouwen uitspreken in de competentie van het kind. Bijvoorbeeld het kind erbij betrekken door samen met een andere leerling een leuke klus of taak te laten uitvoeren. Ruimte voor creatieve activiteiten zoals schrijven, tekenen, schilderen, knutselen.

8 Externe hulp Kortdurend begeleidingscontact kind en ouders
Gedragstherapie Individuele psychotherapie Gezinstherapie Kortdurend begeleidingscontact : kind gelegenheid geven uiting te geven aan gevoelens, reeele en gefantaseerde aspecten van het gebeuren ontwarren, voldoende greep krijgen op leefsituatie. Bijvoorbeeld als kinderen waarvan de ouders gescheiden zijn, erg vastlopen in de situatie en terecht komen in een groot loyaliteitsconflict voor wie ze nu eigenlijk moeten kiezen….. of maar blijven denken dat het hun schuld is dat vader en moeder uit elkaar gegaan zijn. Als ik niet zo vaak erg brutaal/ ongehoorzaam geweest was, dan….. Ouders krijgen uitleg over reacties van het kind op het gebeuren. Adviezen over hoe kind opgevangen kan worden. Belangrijk is dat men oog heeft voor de wijze waarop de ouders zelf het gebeurde verwerken. Wanneer dit problematisch verloopt kunnen de ouders hun kind onvoldoende steunen. Gedragstherapie : bij specifieke gedragsproblemen zoals ernstig vermijdingsgedrag als reactie op het gebeuren. Bijvoorbeeld voor hele drukke/ opstandige kinderen, kun je denken aan Stop, Denk, Doe Training Of voor extreem angstige kinderen, kun je denken aan het Vriendenprogramma Of voor kinderen die moeite hebben om contact te maken en het uiten van emoties, kun je denken SOVA training. Individuele psychotherapie: het kind wordt hierbij opnieuw geconfronteerd met het trauma. Doel is het kind weer controle over zijn emoties te geven en helpen een reeele kijk op het gebeuren te krijgen. Bijvoorbeeld speltherapie waardoor het kind situaties leert verwerken Gezinstherapie : wanneer het gebeuren een duidelijke weerslag heeft op het gezinsfunctioneren of wanneer gezinsfactoren het verwerkingsproces bij het kind belemmeren. Bijvoorbeeld wanneer een kind in het gezin getuige is van grof geweld of schietpartij waarbij een van de ouders de dood vind.

9 Verdere Informatie Posttraumatische stress bij kinderen Martin Herbert
Het angstige kind Jean Dumas Ik krijg tranen in mijn ogen als ik aan je denk Ineke van Essen Boeken van Martine Delfos Dood is niet gewoon Van alles twee                                     


Download ppt "PTSS (posttraumatische stress-stoornis)"

Verwante presentaties


Ads door Google