De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Letters en klanken van het Nederlands

Verwante presentaties


Presentatie over: "Letters en klanken van het Nederlands"— Transcript van de presentatie:

1 Letters en klanken van het Nederlands

2 Letters en klanken Als we schrijven gebruiken we letters.
We schrijven en we lezen letters. Als we spreken gebruiken we klanken. We spreken en we horen klanken. We gebruiken letters om klanken te schrijven. Met letters schrijven we wat we zeggen. De gesproken taal is het begin.

3 De letters – het alfabet
Als we schrijven gebruiken we letters. We schrijven en we lezen letters. Het Nederlandse alfabet heeft 26 letters a, b, c, d, e, f, g, h, i, j, k, l, m, n, o, p, q, r, s, t, u, v, w, x, ij, z De klinkers letters zijn klinkers a, e, i, o, u + ij De medeklinkers letters letters zijn medeklinkers b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, z

4 Het alfabet - De namen van de letters
a b c d e f g aa bee cee dee ee ef gee  h i j haa ie jee    k l m n o p kaa el em en oo pee q r s t u v w quu er es tee uu vee wee x ij z y - griekse y iks ij zet of: i-grec

5 De namen van de letters a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w
aa bee cee dee ee ef gee h i j haa ie jee    k l m n o p kaa el em en oo pee q r s t u v w quu er es tee uu vee wee x ij z y - griekse y iks ij zet of: i-grec Dit zijn de namen van de letters. Je gebruikt ze: • om de letters te benoemen • en om woorden en namen te spellen

6 Het Nederlandse alfabet
Het Nederlandse alfabet heeft 26 letters. Het Nederlandse gebruikt het Latijnse alfabet – en is bijna hetzelfde. Het verschil met het Latijnse alfabet: De voorlaatste letter van het Nederlandse alfabet, voor de z is de Nederlandse ij. De y gebruiken we alleen in ‘vreemde’, geleende woorden, we noemen y: Griekse y of i-grec. Ook de letters c, q en x komen alleen voor in woorden uit andere talen. (Bij c, q, x en y horen ook geen aparte taalklanken.)

7 Oefenen met het alfabet
Zo kun je oefenen met het alfabet: • Schrijf de letters en noem de namen van de letters. • Zeg alle namen van de letters Zeg vooral de stukjes die je moeilijk vindt. • Spellen: spel je naam, adres en andere woorden. • Zing het abc-liedje: a – b – c – d – e – f – g h – i – j – k – l – m – n – o – p q – r – s – t – u – v – w x ij z

8 Letters en klanken We gebruiken letters om klanken te schrijven.
Als we schrijven gebruiken we letters. We schrijven en we lezen letters. Als we spreken gebruiken we klanken. We spreken en we horen klanken. We gebruiken letters om klanken te schrijven. Met letters schrijven we wat we zeggen.

9 De klanken van het Nederlands
Als we spreken gebruiken we klanken. We spreken en we horen klanken. Het Nederlands gebruikt het Latijnse alfabet. Medeklinkers letters Het alfabet heeft 19 medeklinkers. Het Nederlands heeft 19 medeklinker-klanken. Dat gaat goed samen. Klinkers letters - er zijn veel meer klanken Het alfabet heeft 5 klinkers: a, e, i, o en u (+ de letter ij samen 6 letters). Dat is niet genoeg. Het Nederlands heeft veel meer klinker-klanken. Daarom schrijven we veel klanken met meer letters.

10 Korte en lange klinkers
Het Nederlands heeft korte en lange klinkers Korte klinkers of gesloten klinkers 5 korte klinkers a e i o u woorden man zes vis zon bus pak pet kip sok rug Na een korte klank komt altijd een medeklinker. (De lettergreep is gesloten.) We schrijven een korte klank  altijd met 1 letter. Lange klinkers of open klinkers 5 lange klinkers aa ee ie oo uu woorden kaas been vier kool uur, muur raam week tien boom Let op: uw! (u voor w) Een lange klank met een medeklinker daarna schrijven we met 2 letters. (ie blijft altijd ie!) Maar: aan het eind van een woord schrijven we de lange klank met 1 letter: a, o, u en soms i. (Behalve ee.) na mee pi of: wie zo u, nu ga zee taxi zie po En voor w: uw, duw Aan het eind van een woorddeel schrijven we de lange klank met 1 letter. (De lettergreep is open.) ta-fel re-gen li-ter bo-ter bu-ren ra-men we-ken bo-men u-ren Het is belangrijk om het verschil te horen tussen een lange klank en een korte klank

11 Korte en lange klanken 2 Korte en lange klank aan het eind van een woorddeel Lange klank aan het eind van een woorddeel – 1 letter Aan het eind van een woorddeel schrijven we de lange klank met 1 letter. (De lettergreep is open.) Lange klank aa ee ie oo uu ta-fel re-gen li-ter bo-ter bu-ren ra-men we-ken bo-men u-ren (ie blijft altijd ie: tien – tienen, vier – vieren, wil – wielen, wieg – wiegen, ziek – zieke ) Korte klank aan het eind van een woorddeel – medeklinker 2 letters Na een korte klank schrijven we een enkele medeklinker of consonant met 2 letters. (De lettergreep is gesloten.) Korte klank a e i o u ma-nnen ze-ssen vi-ssen zo-nnen bu-ssen pa-kken pe-tten ki-ppen so-kken ru-ggen

12 Twee-letterklanken Het Nederlands heeft 5 twee-letterklanken
Twee letterklanken oe eu ei = ij ou = au ui woorden boek neus reis - vijf fout - gauw huis koe leuk ei wij kou blauw ui • ij en ei zijn dezelfde klank – je spreekt ij en ei hetzelfde uit. • ou en au zijn dezelfde klank – je spreekt ou en au hetzelfde uit. • ij / ei, ou /au en ui zijn tweeklanken (diphtongen): twee klanken die na elkaar komen - ij / ei begint bij e (korte e) en gaat naar ie - ou / au begint bij a (of aa) en gaat naar oe - ui lijkt op ou / au, maar begint niet bij een a-klank; ui begint met e (korte e) en gaat naar oe of uu

13 Stomme –e De stomme –e: we schrijven e, maar we zeggen ‘u’
De stomme –e klinkt als ‘u’. De stomme –e heeft nooit klemtoon, nadruk of accent. We gebruiken de stomme –e: • in de woorden: de, je, ze, we, me, te • aan het eind van woorden in –e en –je, en, er, el , em: mooie, lopen, groter, lepel, meisje - • in de voorvoegsels ge-, be-, ver-: geluk, bezoek, verhaal We gebruiken de stomme –e ook: • in de achtervoegsels –ig en -lijk: aardig, twintig, moeilijk, gevaarlijk • en in woorden als een, eens, er, het De stomme –e komt erg veel voor in het Nederlands .

14 Overzicht van alle klinkers
Alle klinkerklanken – 16 klanken 5 korte klinkers a e i o u man zes vis zon bus pak pet kip sok rug 5 lange klinkers aa ee ie oo uu kaas been vier kool uur, muur raam week tien boom Let op: uw! (u voor w) 5 twee letterklanken oe eu ei = ij ou = au ui boek neus reis vijf fout gauw huis koe leuk ei wij kou blauw ui De stomme –e e (we schrijven e, maar we zeggen ‘u’) de, je, ze, we, me, te - mooie, lopen, groter, lepel, meisje - geluk, bezoek, verhaal

15 Speciale combinaties Het Nederlands heeft 16 klinkers.
Daarnaast hebben we nog enkele speciale combinaties. • i aan het eind van een woord klinkt als j aai aai, maai, naai ooi mooi, gooi, fooi oei oei, boei, koeien • voor een w aan het eind komt altijd een u: (uw = w) – we spreken de u niet uit eeuw eeuw, leeuw, sneeuw ieuw nieuw, nieuws • u in uw is een lange uu (Let op: u voor w is lang, maar we schrijven 1 letter) uw uw, ruw, duw, duwen, schaduw • ee, oo, eu voor –r veranderen van klank ee, oo, eu klinken als i van vis, o van bos, u van bus, maar langer eer meer, heer, le-ren oor door, hoor, to-ren eur deur, kleur, beurt

16 De medeklinkers Het Nederlands heeft 19 medeklinkers -
17 medeklinkers met 1 letter en 2 medeklinkers met 2 letters. Medeklinkers met één letter (17) b, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, r, s, t, v, w, z Medeklinkers met twee letters (2) ch ch klinkt als g ng ng is als n met de tong onder in je mond in sch: school, schip, schaar ring, tang, gang, lang, tong, eng, haring, koning in cht: licht, acht, nacht, lucht Let op: de n in nk (bank) spreek je uit als ng in: lach, lachen, kuchen, toch bank, denk, inkt, links Bij de medeklinkers hebben we 2 families: een stemloze (zonder stem) en een met stem - stemloze medeklinkers k, f, s, p, t en ch (de familie van de t) - medeklinkers met stem g, v, z, d, b, r, l, m, n, ng h, w, j (de familie van de d) (In verleden tijd en voltooide tijd zijn deze families belangrijk: bij stemloze klank komt t, d bij klank met stem.)

17 De opbouw van woorden uit klinkers en medeklinkers
Elk woord of elk woorddeel (lettergreep of syllabe) in het Nederlands heeft altijd 1 klinker. Voor en na de klinker staan 1 of meer medeklinkers. In elk woorddeel moet 1 klinker staan. En: er staat nooit meer dan 1 klinker in een woorddeel (lettergreep). • Sommige woorden (of woorddelen) bestaan alleen uit een klinker: u, ei, ui, au of e-ven, a-vond. • Voor en na de klinker staan 1 of meer medeklinkers: vis, kast, stop, krant, straks, scherpst, kast-je, wo-ning, schep-sel. Dus: een woord of woorddeel in Nederlands bestaat uit 1 klinker met medeklinkers voor en na de klinker. Elke nieuwe klinker betekent een nieuw woorddeel.

18 Iets meer over enkele klanken
Medeklinkers aan het eind van woorden zijn in het Nederlands altijd zonder stem. De b, d en g aan eind zijn altijd zonder stem: ze klinken als p, t en ch. Aan het eind van een woord klinken b en d hetzelfde als p en t. Je kunt het verschil horen door het woord langer te maken: hand – handen, kant – kanten, straat – straten, oud - oude, kort – korte, geleerd – geleerde, gekookt - gekookte . Aan eind van een woord hebben we nooit v en z (met stem), ze veranderen in f en s (reizen – ik reis, lezen – ik lees, schrijven – ik schrijf, leven - ik leef, durven – ik durf). De h-klank komt alleen voor aan het begin van een woord.. – We schrijven soms een h aan het eind van een woord in ch (in lach, pech, toch, joch), of na een korte klank in woorden als ah, eh, oh, uh, bah, beh, joh. We spreken de h aan eind niet uit. De j-klank aan eind van een woord wordt geschreven als i: ai, hoi, aai, mooi, boei. Voor een w aan het eind van een woord schrijven we altijd u: uw, eeuw, nieuw, bouw, blauw. De uitspraak ou en au (zonder w) en ouw en auw (met ou) zijn vrijwel gelijk. De w na ou/au spreken we niet uit. (kou, jou, jouw, mouw, gauw, kauw, blauw, au) De u in de combinatie uw spreken we uit als een lange uu. De w spreken we niet duidelijk uit. (u, nu, uw, ruw)

19 Iets meer over letters en klanken
Aan eind van een woord heeft het Nederlands nooit een dubbele medeklinker. Dus nooit: ll, ss, tt, etc.. (De enige dubbele letter aan het eind van woord in het Nederlands is de ee: zee, mee, twee.) Aan het eind van een woord heeft het Nederlands nooit een j. We schrijven de j-klank als i: hoi, ai, haai, mooi, boei. Aan het eind van een woord hebben we bijna nooit enkele h. - Behalve in woorden als: ah, bah, eh, beh, oh, joh, uh (woorden zonder echte betekenis). De letter h sluit de lettergreep af en maakt de klank ervoor kort. (De h) De letters c, q, x en y komen niet voor in oorspronkelijk Nederlandse woorden - alleen in woorden uit andere talen (Latijn, Frans, Engels, etc.). Bij c, q, x en y horen geen aparte klanken: c = k (contact) of s, (cent, citroen, cijfer), q (of qu) = kw (quiz), x = ks (extra) en y = ie (cyclus) of j (yoga). De letter c is in het Nederlands vooral belangrijk in de klank ch. Let op: de Nederlandse ij is niet gelijk aan y (i-grec of Griekse y). We schrijven de ij met de letters i en j. De klank ij is hetzelfde als ei.

20 ch en g De klanken g en ch zijn ongeveer hetzelfde. Het verschil is: de g is met stem en de ch is stemloos. • ch in sch en cht De klank ch komt vooral voor in de combinatie sch (school, schoen, schrijven) aan het begin van een woord. En in de combinatie cht (acht, echt, licht, lucht) aan het eind van een woord. • aan het eind van woorden: meest g Soms komt ch voor aan het eind van woorden: lach, pech, zich, toch, kuch, juich. Maar normaal is een g / ch-klank aan het eind van een woord een g: dag, zeg, weg, lig, rug. • cht of gt? In woorden met een g / ch met daarna een t schrijven we normaal cht: echt, licht, nacht, acht, lucht, vocht, ochtend. De combinatie gt hebben we alleen een bij werkwoorden met een g in het presens: zeggen - zij zegt, liggen - hij ligt, bewegen – iets beweegt, dragen – zij draagt, zuigen – de baby zuigt.

21 Een paar weetjes over klanken
Over combinaties van medeklinkers en klinkers Voor –ng en –nk komt altijd een korte klank (bang, lang, eng, tong, zingen, bank, denken, links, dronken, dunk). (De korte u komt voor -ng niet voor.) Voor –ch komt meestal een korte klank (lachen, toch, pech, acht, licht, lucht, echt, ochtend, vechten, echter). Uitzonderingen zijn: juichen, gejuich, huichelen, goochelen, goochem. Voor veel combinaties met l, m, n en r komt meestal een korte klank. Voor –rg, -rk, -rm, -rn, -rp, lg, -lk, -lm en -lp aan het eind van een woord (of woorddeel) komen altijd korte klinkers: erg, werk, arm, worm, urn, dorp, Belg, melk, kalm, helpen. Voor -ns, -nt en -mf, -mp, -ms meestal korte klanken: wens, kans, tent, kant, pont, triomf, lomp, soms, gems. Voor -mst, -nst, -rst, alleen lange klanken bij superlatieven, anders korte klanken: komst, kunst, borst, worst. Na een lange uu komt meestal een –r (muur, stuur, schuur, duur, vuur, buurman). Uitzonderingen bij korte woorden zijn: bruut, fuut, kluut, bruusk. Bij langere (vreemde) woorden zijn er meer uitzonderingen: minuut, accuut, statuut, excuus, minuscuul.

22 De uitspraak van enkele klanken
Enkele klanken die soms moeilijkheden geven uu Lijkt op oe, maar met de tong onder in mond. Spreek uit als een oe-klank (als in Engels book, good) maar met de tong onder in de mondholte uur muur bruut - nu - buurt bruusk eu - Spreek de eu uit als de korte u, maar je doet de punt van je tong beneden tegen je tanden. (Als in Frans feu / of Duits Köln.) - neus reus leuk heup steun breuk ij / ei - Tweeklank (diphtong). De ij/ei-klank begint met een korte e-klank en gaat naar ie - ij en ei zijn dezelfde klank mijn ijs lijm - rijst reis meisje (Het verschil met Engelse ai als in find: de klank begint met e niet met a zoals find.) ui Begint met korte e en gaat naar oe of uu. (De e-klank spreek je hierbij niet uit.) - huis tuin fruit - kruis - bruid juist (Het verschil met ou / au is: de ui-klank begint met e en niet met a.) De stomme-e - Spreek de stomme-e uit als u. De stomme-e heeft nooit nadruk. - de je me we ze te g / ch - De g en ch spreken we uit als een ruisklank, of schraapklank, in de keel. Bij de uitspraak van de g en ch brengen we de achterkant van de tong omhoog. De klank zelf kun je voelen in je keel. - geel gast gang groot groen school acht lach (Je kunt de g en ch op verschillende manieren uitspreken, meer naar achteren en meer naar voren in de keel. Achter in de keel is de g harder, voor in de keel is de g zachter.) r De r spreken we in het Nederlands meestal uit als een rollende klank van de tong: de tong rolt bij de r voor in de mond boven tegen het gehemelte (de bovenkant van de mondholte). We houden de tong daarbij ongeveer op dezelfde plaats als bij de d. - De r lijkt een beetje op een een aantal d’s die we snel achter elkaar uitspreken ras raam rok rood rust (Een andere manier om de r uit te spreken is de keel-r. De keel-r spreken we uit in de keel, ongeveer op dezelfde plaats waar we de g maken. De r lijkt op een aantal korte g’s na elkaar.)

23 Afwijkende klanken uit andere talen
De spelling en uitspraak van een aantal klanken uit andere talen au / eau = oo chauffeur, bureau, cadeau, restaurant, auto (= oto) ou = oe journaal, tour, tournee, retour, foudraal, joule, souper oi = waa toilet, trottoir, notoir, coiffeur ai = e meubilair, elitair, aimabel, precair, airobic ch = sj chauffeur, chantage, China, charmant, chocolade, brochure, poncho, lunch g = zj garage, bagage, horloge, intrige, centrifuge, massage, logee, logeren, corrigeren, j = zj journaal, journalist, jury, joule, jam, jus (= zju), jungle sh = sj shampoo, show, shirt, sherry, shoppen ll = j taille, failliet, medaille, le, braille, brille, gn = nj insigne, lasagne, campagne, champagne -tie = -tsie politie, vakantie, actie, presentie, sectie, positie, definitie -tion = -tsion station, lotion, nationaal, rationeel, emotioneel, functioneren, conditioneren -isch = -ies logisch, tactisch, praktisch, theoretisch, Belgisch, fantastisch


Download ppt "Letters en klanken van het Nederlands"

Verwante presentaties


Ads door Google