Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Oefening 17 p. 97 – les 5
2
Oefening 17 Voordat je een nieuw product op de markt brengt, moet je als fabrikant goed afwegen ____________. Anders kunnen er grote moeilijkheden ontstaan.
3
Les 5 woordenschat 20 woorden opdracht
4
Oefening 17 Voordat je een nieuw product op de markt brengt, moet je als fabrikant goed afwegen of je het product aan de mens zal kunnen brengen. Anders kunnen er grote moeilijkheden ontstaan.
5
Oefening 17 Voordat je een nieuw product op de markt brengt, moet je als fabrikant goed afwegen of je het product aan de man zal kunnen brengen. Anders kunnen er grote moeilijkheden ontstaan.
6
2. Door een dreigend tekort aan aardgas ____________________.
Oefening 17 2. Door een dreigend tekort aan aardgas ____________________.
7
Oefening 17 2. Door een dreigend tekort aan aardgas is de benzine steeds duurder en mensen leven gezonder. [?]
8
Oefening 17 2. Door een dreigend tekort aan aardgas is de benzine steeds duurder geworden en leven mensen (steeds) gezonder. [?]
9
3. Grond is schaars in Nederland. Dat komt ___________________.
Oefening 17 3. Grond is schaars in Nederland. Dat komt ___________________.
10
Oefening 17 3. Grond is schaars in Nederland. Dat komt als gevolg van toenemende immigratie.
11
Grond is schaars in Nederland. Dat komt door toenemende immigratie.
Oefening 17 Grond is schaars in Nederland. Dat komt door toenemende immigratie. OF: Dat is het gevolg van toenemende immigratie.
12
Oefening 17 3. Grond is schaars in Nederland. Dat komt van de lage ligging van het land.
13
Oefening 17 3. Grond is schaars in Nederland. Dat komt door de lage ligging van het land.
14
Oefening 17 3. Grond is schaars in Nederland. Dat komt ervan dat er op een klein gebied enorm veel mensen leven.
15
Oefening 17 Grond is schaars in Nederland. Dat komt doordat er op een klein gebied enorm veel mensen leven. (Informeel) Dat komt ervan! Politici hebben te weinig aandacht aan het probleem besteed!
16
Oefening 17 3. Grond is schaars in Nederland. Dat komt omdat er een hoge bevolkheidsdichtheid is.
17
Oefening 17 3. Grond is schaars in Nederland. Dat komt doordat er een hoge bevolkheidsdichtheid is.
18
Oefening 17 3. Grond is schaars in Nederland. Dat komt door de geweldige vlucht van de industrie.
19
Oefening 17 3. Grond is schaars in Nederland. Dat komt door de geweldige vlucht van de industrie.
20
Oefening 17 3. Grond is schaars in Nederland. Dat komt door de geweldige vlucht die de industrie genomen heeft.
21
Oefening 17 4. Sommige mensen lukt het helaas niet een eigen bedrijf op te zetten, omdat zij zich er niet voldoende op hadden voorbereid. Anderen daarentegen ____________.
22
Oefening 17 4. Sommige mensen lukt het helaas niet een eigen bedrijf op te zetten, omdat zij zich er niet voldoende op hadden voorbereid. Anderen daarentegen een groot succes hebben.
23
Oefening 17 4. Sommige mensen lukt het helaas niet een eigen bedrijf op te zetten, omdat zij zich er niet voldoende op hadden voorbereid. Anderen daarentegen hebben een groot succes.
24
Oefening 17 4. Sommige mensen lukt het helaas niet een eigen bedrijf op te zetten, omdat zij zich er niet voldoende op hadden voorbereid. Anderen daarentegen zijn hun eigen bedrijven zonder problemen tot stand gekomen.
25
Iemand brengt iets tot stad. Iets komt tot stand.
Oefening 17 Sommige mensen lukt het helaas niet een eigen bedrijf op te zetten, omdat zij zich er niet voldoende op hadden voorbereid. Anderen daarentegen brengen zonder problemen hun bedrijven tot stand. Iemand brengt iets tot stad. Iets komt tot stand. Subject = anderen (personen!)
26
Oefening 17 5. Wegens bezuinigingen ___________. De vakbonden hebben zich hier uiteraard tegen verzet.
27
Oefening 17 5. Wegens bezuinigingen zijn bedrijven van plan om bonussen van medewerkers afhouden. De vakbonden hebben zich hier uiteraard tegen verzet.
28
Oefening 17 5. Wegens bezuinigingen zijn bedrijven van plan om bonussen van medewerkers af te houden. De vakbonden hebben zich hier uiteraard tegen verzet.
29
Oefening 17 6. Ik volg iedere dag nauwlettend de beursberichten. _______________. In de tweede plaats wil ik weten hoe hoog de koers van het aandeel is dat ik net bij de bank heb gekocht.
30
Oefening 17 6. Ik volg iedere dag nauwlettend de beursberichten. In de eerste plaats ben ik daarbij geïnteresseerd. In de tweede plaats wil ik weten hoe hoog de koers van het aandeel is dat ik net bij de bank heb gekocht.
31
Oefening 17 6. Ik volg iedere dag nauwlettend de beursberichten. In de eerste plaats/Eerst en vooral/Ten eerste ben ik daarin geïnteresseerd. In de tweede plaats wil ik weten hoe hoog de koers van het aandeel is dat ik net bij de bank heb gekocht.
32
Oefening 17 6. Ik volg iedere dag nauwlettend de beursberichten. Eerst omdat ik vind dat elke moderne man op de hoogte zou moeten zijn van de recentste ontwikkelingen op dat gebied. In de tweede plaats wil ik weten hoe hoog de koers van het aandeel is dat ik net bij de bank heb gekocht.
33
Oefening 17 6. Ik volg iedere dag nauwlettend de beursberichten. Ten eerste/Eerst en vooral omdat ik vind dat elke moderne man op de hoogte zou moeten zijn van de recentste ontwikkelingen op dat gebied. In de tweede plaats wil ik weten hoe hoog de koers van het aandeel is dat ik net bij de bank heb gekocht.
34
Oefening 17 6. Ik volg iedere dag nauwlettend de beursberichten. Vooral wil ik een algemene voorstel hebben van wat er op dit gebied gebeurt. In de tweede plaats wil ik weten hoe hoog de koers van het aandeel is dat ik net bij de bank heb gekocht.
35
Oefening 17 6. Ik volg iedere dag nauwlettend de beursberichten. (Vooral)/Bovenal wil ik een algemene voorstel hebben van wat er op dit gebied gebeurt/ Ik wil vooral etc. In de tweede plaats wil ik weten hoe hoog de koers van het aandeel is dat ik net bij de bank heb gekocht.
36
7. De meeste winkeliers houden graag uitverkoop, want _____________.
Oefening 17 7. De meeste winkeliers houden graag uitverkoop, want _____________.
37
Oefening 17 7. De meeste winkeliers houden graag uitverkoop, want dan kunnen ze zich snel en makkelijk van oude artikelen kwijtraken.
38
Niet: zich kwijtraken van iets
Oefening 17 De meeste winkeliers houden graag uitverkoop, want dan kunnen ze snel en makkelijk oude artikelen kwijtraken. Iets kwijtraken Niet: zich kwijtraken van iets
39
Oefening 17
40
Oefening 17 7. De meeste winkeliers houden graag uitverkoop, want dat betekent voor hen een grote verdienste.
41
Oefening 17 7. De meeste winkeliers houden graag uitverkoop, want dat betekent voor hen grote winst.
42
Oefening 17 7. De meeste winkeliers houden graag uitverkoop, want het is aantrekkelijk voor klanten .
43
Het trekt klanten aan (iem. aantrekken) Het lokt klanten (iem. lokken)
Oefening 17 De meeste winkeliers houden graag uitverkoop, want het is aantrekkelijk voor klanten. ± Het trekt klanten aan (iem. aantrekken) Het lokt klanten (iem. lokken)
44
Oefening 17 8. De boeren zijn ontevreden. Ze vinden namelijk dat ze kleine dotaties zullen krijgen van de EU. [?]
45
… dat de EU hen moet steunen..
Oefening 17 De boeren zijn ontevreden. Ze vinden namelijk dat ze kleine dotaties [?] moeten krijgen van de EU. [?] … dat de EU hen moet steunen..
46
Oefening 17 9. Sommige artikelen worden tegen een sterk gereduceerde prijs verkocht. Je moet echter niet denken _________.
47
Oefening 17 9. Sommige artikelen worden tegen een sterk gereduceerde prijs verkocht. Je moet echter niet denken dat hun kwaliteit nam ook af.
48
… dat de kwaliteit daarom minder is.
Oefening 17 Sommige artikelen worden tegen een sterk gereduceerde prijs verkocht. Je moet echter niet denken dat hun kwaliteit ook afneemt. ± … dat de kwaliteit daarom minder is. ... dat de artikelen van mindere kwaliteit zijn.
49
Oefening 17 10. De meeste winkeliers stallen hun goederen op een zeer aantrekkelijke wijze uit. Zo worden mensen ertoe verleid __________________.
50
Oefening 17 10. De meeste winkeliers stallen hun goederen op een zeer aantrekkelijke wijze uit. Zo worden mensen ertoe verleid omdat ze geloven dat ze ook zo goed eruit zullen zien.
51
Oefening 17 10. De meeste winkeliers stallen hun goederen op een zeer aantrekkelijke wijze uit. Zo worden mensen ertoe verleid (om) te geloven dat ze er ook zo goed zullen uitzien.
52
Oefening 17 11. Een bedrijf zou gemakkelijk failliet kunnen gaan als _____________.
53
Oefening 17 11. Een bedrijf zou gemakkelijk failliet kunnen gaan als de werknemers slecht gekwalificeerd zijn en hun bestuur stelt er geen belang in.
54
Oefening 17 11. Een bedrijf zou gemakkelijk failliet kunnen gaan als de werknemers slecht gekwalificeerd zijn en hun bestuur er geen belang in stelt.
55
Oefening 17 11. Een bedrijf zou gemakkelijk failliet kunnen gaan als het niet voorzichtig zal investeren.
56
Oefening 17 11. Een bedrijf zou gemakkelijk failliet kunnen gaan als het niet voorzichtig investeert.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.