ROMAANSE ARCHITECTUUR

Presentatie over: "ROMAANSE ARCHITECTUUR"— Transcript van de presentatie:

1 ROMAANSE ARCHITECTUUR
KERKEN EN KLOOSTERS In de middeleeuwen n. Chr.

2 Romaanse tijd vanaf 11e eeuw
Start Christendom 313 n. Chr. -Start bouw kloosters en kerken Start middeleeuwen is 500 n. Chr. Start Romaanse tijd is 11e eeuw (hfst. 2)

3 KLOOSTERS Het woord klooster is afgeleid van het Latijnse woord cloustrum, dat omsloten plaats betekent.

4 Oorsprong: AFLATEN VERDIENEN gelovigen doen er alles aan om god tevreden te stellen EN VERMINDERING VAN STRAF VOOR ZONDEN TE VERKRIJGEN. zE schenken daarom veel aan kloosters EN DOEN PELGRIMSTOCHTEN

5 Ontstaan KLOOSTERORDES Cluniacenzers & Cisterciënzers

6

7

8 KAPITELEN, GEWADEN

9 Verschil?

10

11

12 REDEN VERSPREIDING GELOOF:
Lange en uitputtende tocht te voet. Onderweg naar de schedel van een heilige of een gewaad van een apostel. Boetedoening om dichter bij god te komen. Aflating verdienen

13

14 OP Zoek naar een kerk gebouw
ROMAANSE KERKEN Christelijke erediensten eerst in huizen en kelders

15 INSPIRATIE Romeinen

16 BASILICA

17 TOEVOEGING VAN DWARSSCHIP/TRANSEPT EN STRAALKAPELLEN ONDERDELEN ROMAANSE KERK VAN BOVEN NAAR BENEDEN: 1:STRAALKAPELLEN + relikwieën 2:KOOROMGANG 3:ABSIS (+ALTAAR) 5:KOOR 6:TRANSEPT/DWARSSCHIP 7:MIDDENschip (hoog) 8:ZIJschip (lager) 9:NARTHEX+VOORPORTAAL (+timpaan-laatste oordeel) (: in pelgrimskerk Jezus met 4 evangelisten om geloof te verspreiden)

18

19 De ingang van de kerk was aan het westen
De ingang van de kerk was aan het westen. Daar zie je vaak een timpaan met een Bijbelse voorstelling, omdat de mensen niet konden lezen en zo de Bijbel werd uitgelegd aan de gelovigen.

20

21 Dikke muren en pilaren droegen de zware kruisgewelven waardoor ramen klein waren, binnen was het daardoor donker. Daarom probeert men de ruimte mooi te verdelen.

22 VENSTERS De vensters waren klein, omdat de muren anders de spankracht van het gewelf niet zouden kunnen dragen. Door deze kleine vensters zijn Romaanse kerken van binnen dan ook vaak erg donker

23 In de Romaanse kerken probeert men de ruimte ritmisch te verdelen door de afwisseling van: zuil (A) en pijler (B); dunne halfzuilen (C); bogen (D) die de ruimte overspannen; overwelving van de ruimte, eerst tongewelven, later kruisgewelven (E).

24 Waarom WORDT de romaanse architectuur eigenlijk romaans genoemd?

25 Waarom werden er pelgrimstochten gehouden?

26 wat stond in de middeleeuwen centraal?

27