De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Kleine ondeugden voor zorgdragers

Verwante presentaties


Presentatie over: "Kleine ondeugden voor zorgdragers"— Transcript van de presentatie:

1 Kleine ondeugden voor zorgdragers
Linus Vanlaere Roger Burggraeve

2 Waarom dit boek? ‘Er kan altijd nog een tandje bij’
Bart Peeters Ethiek op de werkvloer: ‘Doe ik het niet goed (genoeg), mijnheer?’ Kenmerkend voor hedendaagse – en ruim verspreide – opvatting van ethiek: ethiek als ‘regelethiek’ Oordelende ethiek: ‘dit zijn de regels die leiden naar ‘het goede’ (regels worden dikwijls doel op zichzelf) Veroordelende ethiek: ‘beenharde moraal’ (cf. wie zich niet aan de regels houdt, vliegt eruit) Ethiek als een soort kwaliteitsproces dat het systeem steeds beter kan worden (moet worden): ‘er kan altijd nog een tandje bij’ Ethiek die ontmoedigt en opnieuw de EIS-tijd aankondigt Koude eisen, harde normen – ‘het is nooit genoeg’ Overspannen verwachtingen t.a.v. het individu: ‘Ik doe mijn best en God doet de rest’ – maar God is dood, dus…

3 “Dat is de conclusie van dit onderzoek: verpleegkundigen (…) moeten alles doen en alles zijn. Van een arts wordt makkelijker aanvaard dat hij alleen deskundig is. Maar verpleegkundigen moeten niet alleen technisch vaardig zijn, ze moeten bijna volmaakte mensen zijn!” Overspannen verwachtingen maken ‘moe’… Chris Gastmans stelde vorig jaar nog in DS vast hoe er van verpleegkundigen zo ontzettend veel wordt verwacht dat ze bijna volmaakte mensen moeten zijn. In de drive naar kwaliteitsvolle zorg, staat het vandaag trouwens goed om als ziekenhuis met allerlei ‘ethische zorgprojecten’ bezig te zijn en dat in je uitstalraam te zetten. Vanuit ondermeer het boek ‘Als Walt Disney baas was van uw ziekenhuis’ moeten we patiënten vandaag niet meer alleen goede zorg geven, maar ook een beleving. Ze moeten een ‘totaalbeleving’ ervaren die hen ‘goed doet’.

4 “Op een bepaald moment kan de zorg zo’n beslag op je leggen dat je er mentaal moe van wordt. Dat je het niet meer kan opbrengen je in te leven in de ander. Dan spreken we van compassiemoeheid, een oorzaak van ontspoorde mantelzorg!” Mensen worden letterlijk en figuurlijk ‘moe’ van die veeleisende ethiek. Niet alleen professionals, die worden geconfronteerd met een heleboel normen, maar zelfs mantelzorgers, die zich vooral geconfronteerd weten met innerlijke normen die ze zichzelf hebben opgelegd in het licht van een samenleving die ‘overspannen’ verwachtingen heeft. Compassiemoeheid is niet alleen een fenomeen in mantelzorg, ook in professionele hulpverlening Compassiemoeheid leidt tot ‘disengaged care’ of afstandelijke zorg Ze is het resultaat van een ethiek die teveel eist en van de ‘moral distress’ die ontstaat bij mensen wanneer ze niet langer kunnen realiseren wat naar hun eigen maatstaven ‘goede zorg’ is Compassiemoeheid ontstaat dus vaak als een ontsporing van de ethiek zelf! Wie het onderste uit de kan wil…

5 Welke invalshoek? We gingen op zoek naar een ethiek van het haalbare voor zorgdragers Namelijk… een ‘motiverende’ ethiek die waardeert wat mensen ‘al’ doen een ethiek die de ruimte biedt om in alle vrijheid fouten te mogen maken een ethiek die wel wijst op het ideaal, maar die ook rekening houdt met de realiteit ‘Gekkenwerk’ als tegenkracht Ethiek niet van zijn eisende, maar van zijn gevende kant – een ‘waarderende benadering’ in de ethiek Goede zorg is een zoekproces; ethiek betreft precies dit proces zelf (nl. samen, in verbondenheid, zoeken naar het goede) Ethiek die rekening houdt met het feit dat mensen wankelmoedig zijn (nl. het goede wankelt) – Dat betekent concreet: ethiek die ook de ruimte geeft om te falen en die er zelfs van uitgaat dat dit falen soms de enige toegang is tot het goede… ‘Ethiek van het haalbare’: het goede is in praktijk dikwijls ‘het meest haalbare’ en soms zelfs maar ‘kleine goedheid’

6 Welke invalshoek? Kwetsbaarheid, het ‘hart van de ethiek’
Kleine ondeugden of ‘negatief geachte morele emoties’ als hefbomen voor ‘voldoende goede zorg’ Dankzij onze ondeugden slaan we niet in een kramp Onze ondeugden zetten ons al op de weg naar de ander – nadenken over onze ondeugden zijn 1ste vorm van ethiek! De (h)erkenning van de ‘kleine’ ondeugden houden ze ook klein… Geen 7 maar 6 kleine ondeugden Uitgangspunt van Gekkenwerk: Mensen zijn ‘wankelmoedig’ – en precies in die wankelmoedigheid zit een kracht, want… Het behoedt hen voor ‘kramp’ (er zit een realisme in de wankelmoedigheid) – er zit een vorm van zelfzorg in onze ondeugden Het zet hen al op de weg naar de ander – precies in onze ondeugden houden wij al rekening met de ander, tonen wij al onze zorgzaamheid Het houdt hen ‘kwetsbaar’, wat ook slaat op ‘raakbaar’ Kleine ondeugden (en niet ‘kleine deugden’), omdat… ethiek veel te maken heeft met fricties die we aanvoelen, met ‘le mal à l’aise’ ondeugden ‘scrupules’ zijn, kleine steentjes in de schoen die ons ‘alert’, ‘waakzaam’ en ‘scherp’ houden

7 Welke invalshoek? Op zoek naar een ethiek van Lambik (versus een ethiek van Jeromme[ke]) ‘Lof der wankelmoedigheid’ brengt ons bij de ‘ethiek van Lambik’ Nl.: Lambik als ‘één van ons’ in wie de goedheid soms behoorlijk wankelt En niet het ‘heroïsme’ van Jeromme

8 Zes kleine ondeugden In het boek proberen we een ‘groei-ethiek’ te ontwikkelen op basis van 6 kleine ondeugden Intro Hypocrisie Middelmatigheid Luiheid Antipathie Woede Ongehoorzaamheid

9 ‘Ik zeg niet altijd wat ik denk’
Hypocrisie als bemiddelaar van zorg die menselijk blijft Getuigenis Hanne Inspinazie op boekvoorstelling: ‘Schrijf eens op wat u zo graag eens tegen een patiënt of zijn familie zou willen zeggen, maar nog nooit hebt gedurfd om het te zeggen’… Doen-alsof hebben we nodig. Tenminste als we sociaal willen overleven. Uitvergroting: keeping-up appaerences. Maar ook als we ‘professioneel’ willen overleven. Cf. Keuter: zonder ‘acteren’ hou je het niet vol in de zorg (1) en soms kan je de ander meer nabij zijn als je (een beetje acteert) (2) Dat laatste is zeker zo in de zorg voor mensen met dementie (Geiger): “We leerden dat de schijnheiligheid van de waarheid soms het allerergste is”. (…) “We sloegen daarom een weg in die afleidde van de nuchtere werkelijkheid en via omwegen naar de werkelijkheid terugkeerde”. Hypocrisie is (en blijft) een ONdeugd: goede zorg vergt een relatie van vertrouwen tussen zorgdrager en zorgontvanger. Vertrouwen vergt waarachtigheid (cf. bewoner op kortverblijf). En kwaliteitsvol leven met zorg vergt echtheid (cf. ‘fragiele’ Paulus die last heeft van de ‘geveinsde vriendelijkheid’) (cf. zachte zorg in plaats van het harde ‘moeten’). Hypocrisie is in de ‘smalle’ betekenis (te onderscheiden van de ‘brede betekenis’) bovendien een GROTE ondeugd. Maar in sommige gevallen is brede hypocrisie een KLEINE ondeugd die bovendien ‘goede zorg’ bewerkstelligt. Vb.: vriendelijkheid wanneer je je niet zo goed voelt (vb. Zomerhuis met zwembad) Vb.: waarheidsmededeling (vb. Zorg): dansen rond de hete brij

10 ‘Ik ben ook maar een mens’
Middelmatigheid als prikkel van voldoende goede zorg Getuigenis Nele “Sommige mensen kunnen niet geholpen worden” – de uitspraak van Paulus (in ‘Vroeger was er later’) tgo. Marieke Dit is ook de realiteit – wat wij ook doen, zelfs met alle professionaliteit (kennis en kunde) van de wereld, schiet onze zorg tekort. We botsen soms op de eindigheid: onze kennis en kunde schiet tekort, er zijn tekorten aan wetgeving, aan financiële middelen,… We botsen op ‘excessief lijden’ – namelijk: er overkomt mij iets wat ik niet wil meemaken – en we zijn begrensd in onze empathie… Er is kortom TRAGIEK die we niet zomaar kunnen wegwissen. Op het vlak van het opbotsen tegen eindigheid, kunnen we nog iets doen: we kunnen NUCHTER worden (in de termen van het boek: loslaten van wat niet haalbaar is). Maar wat te doen met het opbotsen tegen tragiek? Illusie dat we die toch kunnen ‘beheersen’ of ‘controleren’ (cf. Maddy Cuypers) … maar daarmee voegen we heel vaak ‘lijden aan lijden’ toe (bijv.: ‘ongelukje’ in ‘Nachttrein naar Lissabon’) Ons voorstel is heel ‘zorg-ethisch’: de relatie die we met de ander aangaan – en die vaak helemaal niets verhelpt aan de tragiek – is belangrijker dan wat we realiseren Terug naar het voorbeeld van Paulus: de relatie met de stagiaire Marieke Voorbeeld van psychiater in Oxford die telkens weer in slaap viel tijdens de sessie met dezelfde cliënt + voorbeeld van Victor Frankl Dat betekent dan… Een bescheidenheid die ons toelaat om het ‘uit te zieden’, om bij de ander te blijven Soms ook: kleine goedheid als het enige wat ons rest…

11 ‘Ik ben iemand die langzaam denkt’
Ook zorgdragers hebben recht op luiheid Getuigenis Thijs Getuigenis Lut ‘Luiheid’ sluit aan bij ‘middelmatigheid’, in die zin dat het hoofdstuk start met de bedenking dat onze empathie inderdaad tekortschiet wanneer het de tijdsbeleving van de ander betreft: soms is de tijdsbeleving van de ander radicaal anders dan de onze… De hulpverlener heeft tijd tekort, de zorgontvanger tijd teveel (vaak toch) De haast versus de verveling (luiheid als ‘acedia’) De botsing tussen de twee verschillende belevingen van tijd veroorzaakt ‘lijden’ ‘Moral distress’ bij de zorgdrager De pijn van het afhankelijk-zijn bij de zorgontvanger Luiheid of traagheid als een ‘remedie’ om met die botsing om te gaan, om weer (een beetje) grip te krijgen NIET: de luiheid als de onverschilligheid Luiheid als ‘anticiperende moeheid’ en als een traagheid (of vertraging) Maken van keuzes Aandachtigheid (cf, Baart: ‘aandacht onerbreekt het redderen en het voortjakkerende bestier van het leven. De spreekwoordelijke spaak, die in het wiel is gestoken’) Kunnen wachten Traagheid als bedachtzaamheid

12 ‘De ander zal mij een zorg wezen’
Antipathie als hefboom voor zorg die deugt Getuigenis Marieke Kent u ze, die patiënten met een groot knuffelgehalte en een hoge aaibaarheidsfactor? Het lijkt er wel op dat goede zorg voor deze patiënten ons weinig moeite kost. Ze wekken immers spontaan ons sympathie op. Hoewel… Bij die patiënten is er steeds een groot gevaar voor doodknuffelen (paternalisme, in-springende zorg, infantilisering) – Levinas: de toegang tot het mysterie van de ander als ander is verspert. Vb. van de homoseksuele patiënt in ‘Zomerhuis met zwembad’. Ziedaar als het positieve licht op antipathie, als de andere kant van het continuum, pal tegenover sympathie. U kent ze ook wel: die patiënten die ons spontaan tegenstaan. Niet om wat ze zeggen of om wat ze doen, maar gewoon hun voorkomen, hun manier van doen, hun… tja, ze roepen spontaan weerzin op. (cf. huisarts in ‘Zomerhuis met zwembad’ – ‘leerkracht Leielandscholen’). Die antipathie valt niet steeds te verklaren. Het heeft te maken met slechte geur of met iets dat ons misselijk maakt (soms letterlijk), of de manieren van doen van de ander doen ons denken aan ons schoonmoeder. Het is vaak subjectief. Zowel sympathie als antipathie zijn heel menselijke gevoelens. Allebei leiden ze niet automatische tot goede zorg. Eigenlijk fungeert antipathie, meer nog dan sympathie, als een soort ‘steentje in de schoen’: ze maakt ons scherp bewust van het feit dat de ander anders is (1) en van het feit dat dit anders-zijn niet zomaar kan worden genegeerd (2). Wanneer we ons bewust worden van onze antipathie, kunnen we er immers niet meer omheen dat we inspanningen moeten leveren om de ander te respecteren en tot zijn recht te laten komen. Ethiek eindigt niet met antipathie, maar begint pas met antipathie: ‘beste bewoner, wie u ook bent,…’. De rol van elementaire beleefdheid. Gevoelens van antipathie: tonen dat we mens zijn en dat de ander ons raakt (in onze kloude kleren)

13 ‘Ik zeg soms eens goed wat ik denk’
Woede als vlam in de pijp van betrokken zorg Getuigenis Sabine Getuigenis Mario Net zoals antipathie is woede een heel menselijk gevoel – het is een goed teken dat hulpverleners nog kwaad kunnen worden! Anders dan antipathie: woede ontstaat omdat de ander iets zegt of iets doet dat ons keihard kwetst. Het is vaak een reactie op aangedaan kwaad. Omdat je niet wordt erkend (bijv. ‘Zorg’: verhouding hoofdarts –arts in opleiding) (bijv. ‘patiënt met de verzwikte enkel op spoed’) Als reactie op bedreiging of gevaar (bijv. idem) (bijv. Geiger) Als morele verontwaardiging (bijv.: ‘verzwikte enkel’) We hebben het zo moeilijk met woede… omdat het onze kwetsbaarheid toont (cf. de heilige ‘ongenaakbaarheid’ of het ‘lelijke gevoel’ van Wouter Deprez) De zorgrelatie verzuurt De zorgrelatie wordt afstandelijk Woede als kleine ondeugd in de zorg… Omdat het GEPAST uiten van woede onrecht kan doen stoppen (‘contrastervaring’) Omdat het rechtzetting eist (en vergelding of wraak tegengaat) Omdat het de ander tot verantwoordelijkheid wekt (cf. verwikte enkel) Omdat het de zorgrelatie ‘echt’ houdt (vooral belangrijk in chronische zorg)

14 ‘Zo doe ik het niet meer’
Ongehoorzaamheid als zorgverbeteraar Getuigenis Peter Ongehoorzaamheid sluit aan bij woede, omdat de kern van ongehoorzaamheid de ‘morele verontwaardiging’ betreft over het systeem dat de nadruk legt op ‘het functioneren van het systeem zelf’ in plaats van op het goede. Het systeem is nodig (cf. rechtvaardige verdeling van middelen – cf. efficiëntie in naam van goede zorg) MAAR het risico in elk systeem is dat het (goed functioneren van) het systeem een doel op zichzelf dreigt te worden (cf. JCI) en dat het goed van de ander uit het oog wordt verloren Dat laatste behelst concreet het risico dat mensen niet meer de ruimte nemen/krijgen voor het goede (het voorbeeld van Ann Derijcke) Parresia (Foucault): democratie kan niet het laatste woord krijgen over ‘het goede’ – er moet steeds de ruimte zijn voor ‘godspé’ (Joods-christelijk begrip dat in voege was tot het begin van het ‘staatschristendom’) Levinas en Grossmann: het goede kan nooit helemaal georganiseerd worden Er is daarom nood aan individuele gewetens die spreken… In kleine ongehoorzaamheid of in professionele ongehoorzaamheid Paradox: de organisatie kan die ongehoorzaamheid ook ‘organiseren’ (maar ook niet teveel…)

15 Tot slot: gekkenwerk… Recht doen aan de ethiek van Lambik: aanvaarden dat het goede nooit helemaal te organiseren valt… “Er zijn tranen die een organisatie, hoe zorgvuldig en efficiënt ook, niet kan zien: de geheime tranen van de unieke ander. In zorgsystemen en voorzieningen zijn er individuele gewetens nodig, want zij alleen kunnen verhelpen aan de wanorde en het geweld die voortvloeien uit het goed functioneren van de ‘redelijke’ organisatie zelf, met haar management en administratie.” (E. Levinas)

16 Ruimte voor kleine goedheid
“Tussen alle verwording van menselijke verhoudingen houdt de goedheid stand. Ze blijft mogelijk, ook al kan ze nooit een systeem of sociaal regime worden. Elke poging om het menselijke helemaal te organiseren is tot mislukken gedoemd. Het enige wat levendig overeind blijft is de kleine goedheid van het dagelijks leven. Ze is fragiel en voorlopig. Ze is een goedheid zonder getuigen, in stilte voltrokken, bescheiden, zonder triomf. Ze is gratuit, en juist daardoor eeuwig.”

17 … die goed gek is… Het zijn gewone mensen, ‘simpele zielen’, die haar verdedigen en ervoor zorgen dat ze zich telkens weer herpakt, ook al is ze volstrekt weerloos tegenover de machten van het kwaad. De kleine goedheid kruipt overeind, zoals een platgetrapt grassprietje zich weer opricht. Ze is misschien wel ‘gek’ – een ‘dwaze goedheid’ -, maar ze is tegelijk het meest menselijke in de mens. Ze wint nooit, maar wordt ook nooit overwonnen!”

18 Dankjewel voor uw voldoende enthousiaste applaus!
Dankjewel voor uw voldoende enthousiaste applaus!


Download ppt "Kleine ondeugden voor zorgdragers"

Verwante presentaties


Ads door Google