Van eeuwenband naar tijdsband

Presentatie over: "Van eeuwenband naar tijdsband"— Transcript van de presentatie:

1 Van eeuwenband naar tijdsband
Welkom 5de leerjaar LEDE

2 Wat kunnen we straks? Zeggen in welke eeuw een jaartal ligt.
De perioden in de geschiedenis kennen met hun begin- en einddatum. Een voorwerp, gebeurtenis of gebouw in de juiste periode kunnen plaatsen.

3 Afspraken Zoveel mogelijk vingers. Ook wie geen vinger opsteekt, wordt aangeduid. Groepjes van vier; elk een nummer voor straks

4 Genummerde hoofden Ik stel een vraag.
Binnen je groepje zeg je je antwoord aan elkaar door. Ik zeg een nummer en die neemt het kaartje. Eén leerling zegt het antwoord. Anderen tonen groene kant als het juist is; rode kant als het fout is.

5 Wat weet je over… ‘een eeuw ‘ en onze eeuw? de eeuwenband?
de periodes in de geschiedenis?

6 Van eeuwenband naar tijdlijn
800 v.C. Christus 500 1500 1800 1945 De eigen tijd De middeleeuwen: de tijd van de burchten en de steden De oudste tijden De oudheid: de tijd van de Grieken en de Romeinen De tijd van de volkeren De tijd van de vorsten en de ontdekkingen Een eeuw loopt van X01 tot X00

7 De oudste tijden tot ongeveer 800 v.C.
Mensen leefden voornamelijk van jacht, visvangst, wortels, vruchten… en later van landbouw en veeteelt.

8 De tijd van Grieken en Romeinen
800 v.C. 500 n.C. De Grieken hebben voor het eerst in onze streken een duidelijk georganiseerde staat; de Romeinen veroveren onze streken en verspreiden hun levenswijze over alle overwonnen volkeren.

9 de tijd van de burchten en de steden
De Middeleeuwen: de tijd van de burchten en de steden 500 1500 Heel onveilige tijden waardoor burchten werden gebouwd en mensen die eromheen woonden konden er in schuilen. Het is ook de tijd waarin overal kerken en abdijen werden gebouwd.

10 De tijd van de vorsten en de ontdekkingen
1500 1800 Koningen veroverden gebieden, ook overzee, en hadden alle macht over het volk door hen met een leger in bedwang te houden.

11 De tijd van de volkeren 1800 1945 In deze tijd komt geleidelijk de macht aan het volk doordat ze zelf hun leiders mogen kiezen. De rijken bezitten grond en fabrieken; de armen werken er voor een hongerloon. Twee wereldoorlogen.

12 De eigen tijd 1945 Het einde van de Tweede Wereldoorlog zien we als het begin van onze eigen tijd. Het is een tijd van welvaart en vrede voor grote delen van Europa.

13 Denk-Tweetal-Vertel Ik stel een vraag.
Iedereen denkt voor zichzelf na over het antwoord. Per twee zeg je je antwoord en het waarom aan elkaar door. Ik kies enkele leerlingen die het antwoord van hun partner herhalen.

14 In welke eeuw ligt 1302?

15 In welke periode werd dit gebouwd en waarom?

16 In welke periode ligt de derde eeuw?

17 In welke periode bevinden we ons en waarom?

18 Wanneer begint en eindigt de 11de eeuw?

19 In welke periode werd dit gemaakt en waarom?

20 1 2 In welke periodes zou je deze voorwerpen plaatsen? 3 4

21 Kunnen we nu…? Zeggen in welke eeuw een jaartal ligt.
De perioden in de geschiedenis kennen met hun begin- en einddatum. Een voorwerp, gebeurtenis of gebouw in de juiste periode kunnen plaatsen.