De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

… de stap naar het eerste leerjaar

Verwante presentaties


Presentatie over: "… de stap naar het eerste leerjaar"— Transcript van de presentatie:

1 … de stap naar het eerste leerjaar
Schoolbekwaamheid … de stap naar het eerste leerjaar

2 Schoolbekwaamheid Wat ? Voorwaarden
Wanneer is een kind schoolbekwaam ? Hoe wordt SBK gestimuleerd ? Hoe en wanneer wordt SBK nagegaan ? Wat wordt er getoetst ? Na de toets … Adviezen

3 Wat? Ontwikkelingsniveau bereikt om te leren lezen, rekenen en schrijven Het resultaat van een langdurig ontwikkelingsproces Stimulans van thuis en school Intelligentie + sociaal-emotioneel rijp zijn  Ontwikkelingsniveau als resultaat van biologische rijpingsprocessen en afhankelijk van voorafgaande leerervaringen Het kind moet over de vaardigheden beschikken die nodig zijn om te leren lezen, schrijven en rekenen. Daarnaast is het belangrijk dat het kind voldoende werk- en leerhouding heeft. Het gaat dus om meer dan enkel het bezitten van een voldoende intelligentie. Schoolbekwaamheid is het resultaat van een langdurig ontwikkelingsproces waarbij zowel de stimulans van school als thuis belangrijk is.

4 Voorwaarden (1) Voldoende rijpheid van de basisfuncties
Visuele waarneming verschillen zien (b-d) woorden – letters (b–oo–m) Auditieve waarneming verschillen horen (b-p, m-n) woorden – klanken (b-oo-m) Voldoende taalbeheersing woordenschat – taalbegrip zinsbouw – uitspraak Voldoende rekenbegrip tellen rangschikken rekentermen (eerste, laatste, hoogste, langste,…) Er moet aan volgende voorwaarde voldaan zijn om naar het eerste leerjaar te kunnen gaan: visuele waarneming: alles wat met zien te maken heeft. dingen kunnen herkennen verschillen kunnen onderscheiden  belangrijk bij leren lezen: het kind moet onderscheidt kunnen maken tussen kleine verschillen in letters (bv m-n, o-a)  kan geoefend worden met: zoek de verschillen, gezelschapspelletjes zoals domino, lotto, memory,… Auditieve waarneming: alles wat met horen te maken heeft verschillen tussen klanken horen klanken van elkaar onderscheiden  belangrijk bij leren lezen en schrijven: het is belangrijk dat het kind verschil hoort tussen klanken (bv v-f). Het kind moet ook horen waar het welke klank in het woord hoort.  kan geoefend worden met rijmspelletjes, op tafel kloppen als je woord hoort, op tafel kloppen als woord met bepaalde klank begint,… Taalbeheersing Vlot kunnen spreken met voldoende uitgebreide woordenschat en een goede zinsbouw taal goed begrijpen  wordt geoefend door veel met je kind te praten, door te vertellen, door voor te lezen,… Rekenbegrippen kind moet kunnen tellen telrij opzeggen synchroon tellen (voorwerpen tellen door ze tegelijkertijd aan te wijzen) resultatief tellen (begrijpen dat het laatste voorwerp dat je telt, de uiteindelijke hoeveelheid weergeeft) getalbeeld en getalbegrip rangschikken rekentermen hoeveelheidsbegrippen zoals veel, weinig, meer, minder,… begrippen mbt afstand, gewicht en inhoud (zwaar, licht, groter, kleiner) begrippen met betrekking tot ruimte, plaats, vorm (voor, achter, eerste, laatste,..) begrippen mbt rekenhandelingen (eraf, erbij, de helft,…) -

5 Voorwaarden (2) Goede motorische ontwikkeling
grove motoriek (stilzitten) fijne motoriek (schrijven) Goed ontwikkeld lichaamsschema kennis eigen lichaam lichaam als referentiepunt voorkeurshand Goede ruimtelijke oriëntatie begrippen onder-boven, links-rechts, … leesrichting Voldoende ontwikkeld geheugen onthouden van opdrachtjes onthouden van de letters Goede motorische ontwikkeling grove motoriek betekent bewegen met grove bewegingen. Hieronder verstaan we ook het kunnen stilzitten, rechtop zitten,… -> geef kinderen genoeg kans om te bewegen. fijne motoriek zijn kleine of fijne bewegingen die je met handen en vingers maakt. Fijnmotorische soepelheid is nodig om te leren schrijven.  fijne motoriek kan geoefend worden door te knutselen (plakken, knippen, scheuren, kleien,…), zelf boterhammen laten smeren, groenten snijden, drank uitschenken, zoveel mogelijk zelf laten aan- en uitkleden,… Goed ontwikkeld lichaamsschema Het kind moet zijn eigen lichaam kennen, eigen lichaamsdelen kunnen aanwijzen en benoemen. Daarnaast is het belangrijk dat het kind een duidelijke voorkeurshand heeft. Goede ruimtelijke oriëntatie Het kennen van deze begrippen is belangrijk om zich goed te kunnen bewegen in de ruimte, en daarna op het platte vlak. Woorden die gelezen en geschreven moeten worden zijn richtingconstant, plaatsconstant en na een tijd vormconstant. -> kan geoefend worden door kind te laten bouwen in de hoogte, breedte, naar zich toe of van zich weg en het kind te laten zeggen wat het doet, door opdrachtjes te geven met ruimtebegrippen,…

6 Voorwaarden (3) Sociale- en persoonlijkheidsontwikkeling
Voldoende werk- en leerhouding Voldoende zelfredzaamheid Voldoende sociale vaardigheden Voldoende zelfvertrouwen Voldoende aanpassingsvermogen Het kind heeft een voldoende werkhouding nodig. Het kind moet een opdracht individueel kunnen en willen uitvoeren, ook als het niet rechtstreeks wordt aangesproken. Hierbij is het niet alleen belangrijk dat het kind zijn aandacht kan richten op een taak, het moet daarnaast deze aandacht ook langere tijd kunnen vasthouden.  spelen is een ideale manier om je te leren concentreren. Sommige kinderen vinden het moeilijk om iets af te werken of een spel vol te houden tot het einde, belangrijk dat wij het kind dan motiveren (door bv. even mee te spelen). Voldoende zelfstandigheid en zelfvertrouwen Dit kan je stimuleren door het kind de kans te geven iets alleen te proberen. Je kunt het bevorderen door het kind kleine opdrachten te laten uitvoeren in het huishouden, iets gaan laten vragen bij iemand anders, de telefoon te laten opnemen of zelf te laten bellen,... Voldoende sociale vaardigheden Ze moeten leren functioneren in groep, rekening houden met anderen,…  je kind regelmatig met andere kinderen laten spelen kan dit bevorderen, het spelen van gezelschapspelletjes,… Voldoende aanpassingsvermogen Ze moeten zich kunnen aanpassen aan een groep. Ze moeten zich kunnen aanpassen aan de eisen van een grotere groep. Ze moeten zich kunnen houden aan de regels van de klas en kunnen omgaan met andere kinderen (ieder met eigen karakter).

7 Wanneer is een kind schoolbekwaam?
Gemiddeld na 3 jaar kleuteronderwijs Deels neurologisch bepaald Volgens wetgeving: kind is schoolbekwaam in het jaar waarin het kind 6 jaar wordt Snelle evolutie mogelijk Gemiddeld na 3 jaar kleuteronderwijs. D.w.z. dat de meeste kinderen rond die leeftijd schoolbekwaam zijn, maar dat er kinderen zijn die dit eerder of later zijn. Dit leeftijd waarop kind schoolbekwaam wordt, deels neurologisch bepaald. Dus deels te maken met ontwikkeling van bepaalde centra van de hersenen. Proces naar schoolbekwaamheid kan snel gaan.

8 Hoe wordt schoolbekwaamheid gestimuleerd?
Ligt deels vast in de aanleg Niet forceren MAAR wel de gepaste prikkels aanbieden De kleuterklas laten volgen Interesse tonen, luisteren, oefeningen maken Nooit dwingen Positieve waardering tonen Nooit vergelijken Enkel oefeningen waar kind plezier aan beleefd! Niet dwingen, want dan krijgt kind hekel aan oefeningen

9 Enkele tips Bewegen, experimenteren en ontdekken
Praten, verhaaltjes en verwoorden Spelen met fijn materiaal Puzzelen en constructies bouwen Kleuren, tekenen, knippen en plakken Spelen met andere kinderen Geheugenspelletjes en gezelschapsspelen

10 Hoe en wanneer wordt schoolbekwaamheid nagegaan?
Samenwerking tussen school en CLB MDO 2 proeven: - februari: TOETERS - mei: KONTRABAS

11 SBK-proeven Wat zijn SBK-proeven zeker NIET?
Een intelligentieproef Een voorspellende proef naar het eerste leerjaar toe Wat zijn SBK-proeven dan WEL? Gaat algemene leervoorwaarden om te leren lezen, rekenen en schrijven na Zoekt naar uitvallen Gaat de ernst van de uitvallen na Slechts een momentopname  Leerkracht kan gericht remediëren en helpen waar nodig

12 Wat wordt er getoetst? Visuele voorwaarden Auditieve voorwaarden
Rekenvoorwaarden Psychomotorische voorwaarden Sociaal-emotionele voorwaarden Werkhouding

13 Lees- en schrijfvoorwaarden
Visuele discriminatie Detailperceptie Richtingsverschillen

14 Visueel geheugen Prenten worden allemaal benoemd. Daarna krijgen ze nog even tijd om alles grondig te bekijken. Na enkele andere testen krijgen ze blad met prenten. Ze moeten prenten omcirkelen die ze herkennen.

15

16 Visuele analyse Raamfiguren = visuo-motorische coördinatie

17 Rijmen = auditieve discriminatie
Auditief geheugen

18 Auditieve analyse van woorden in lettergrepen
van de beginklank van woorden

19 Rekenvoorwaarden Getalbeelden herkennen
Tellen Getalbeelden herkennen tellen – terugtellen – doortellen

20 Rekenbegrippen Kwalitatieve relaties Kwantitatieve relaties
Met blokken

21 Schrijfmotoriek Voorbereidende schrijfoefeningen
 kwaliteit van de patronen rechts- of linkshandig zithouding bewegingen pengreep

22 Menstekening Kennis van het lichaamsschema Herkenbaarheid
Samenhangend geheel Detailweergave

23 Observatie van de werkhouding
Zithouding Concentratie Volgehouden aandacht Taakspanning Zelfstandig werken

24 Na de toets … Bespreking resultaten school en CLB Gesprek met ouders
Eventueel individueel onderzoek door CLB + doorverwijzing Einde schooljaar : advies OUDERS BESLISSEN

25 Adviezen Het kind is schoolbekwaam
eerste leerjaar Het kind is bijna schoolbekwaam maar nog niet helemaal eerste leerjaar mits extra ondersteuning overzitten van de 3de kleuterklas Het kind is niet schoolbekwaam 3de kleuterklas overzitten

26 Het niet-schoolbekwame kind
Vertoont uitvallen op de leervoorwaarden Moeilijk begrijpen van opdrachten Zich moeilijk kunnen uiten Niet geordend kunnen vertellen Weinig concentratie & vlug afgeleid Rusteloosheid: opdrachten niet kunnen afwerken of ontvluchten, vlinderen, niet kunnen stilzitten Nog zeer speels zijn Onzeker, weinig zelfvertrouwen

27


Download ppt "… de stap naar het eerste leerjaar"

Verwante presentaties


Ads door Google