Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdIrma Declercq Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
4
Voorbeelden
6
Genesis 19: 1 - 3 En die twee engelen kwamen te Sódom in den avond; en Lot zat in de poort te Sódom; en als Lot hen zag, stond hij op hun tegemoet, en boog zich met het aangezicht ter aarde. 2En hij zeide: Ziet nu, mijne heren! keert toch in ten huize van uw knecht, en vernacht, en wast uw voeten; en gij zult vroeg opstaan, en gaan uws weegs. En zij zeiden: Neen, maar wij zullen op de straat vernachten. 3En hij hield bij hen zeer aan, zodat zij tot hem inkeerden, en kwamen in zijn huis; en hij maakte hun een maaltijd, en bakte ongezuurde koeken, en zij aten.
8
Genesis 18 : 1 - 8 1 Daarna verscheen hem de HEERE aan de eikenbossen van Mamre, als hij in de deur der tent zat, toen de dag heet werd. 2 En hij hief zijn ogen op en zag; en ziet, daar stonden drie mannen tegenover hem; als hij hen zag, zo liep hij hun tegemoet van de deur der tent, en boog zich ter aarde. 3 En hij zeide: Heere! heb ik nu genade gevonden in Uw ogen, zo gaat toch niet van Uw knecht voorbij. 4 Dat toch een weinig waters gebracht worde, en wast Uw voeten, en leunt onder dezen boom.
9
5En ik zal een bete broods langen, dat Gij Uw hart sterkt; daarna zult Gij voortgaan, daarom omdat Gij tot Uw knecht overgekomen zijt. En zij zeiden: Doe zo als gij gesproken hebt. 6 En Abraham haastte zich naar de tent tot Sara, en hij zeide: Haast u; kneed drie maten meelbloem, en maak koeken. 7 En Abraham liep tot de runderen, en hij nam een kalf, teder en goed, en hij gaf het aan den knecht, die haastte, om dat toe te maken. 8 En hij nam boter en melk, en het kalf, dat hij toegemaakt had, en hij zette het hun voor, en stond bij hen onder dien boom, en zij aten.
11
We hebben nu 2 voorbeelden gezien in de Bijbel. Maar, de Bijbel heeft ons nog meer te zeggen over GASTVRIJ zijn… Lees maar mee..
12
2 Vergeet de herbergzaamheid niet; want hierdoor hebben sommigen onwetend engelen geherbergd. 13 Deelt mede tot de behoeften der heiligen. Tracht naar herbergzaamheid. 9 Zijt herbergzaam jegens elkander, zonder murmureren.
14
Hij.. Is gestorven aan het kruis, voor onze zonde! Hij.. Staat nu voor eeuwig voor ons klaar!
15
Mattheus 25 : 31 - 46 31 En wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op den troon Zijner heerlijkheid. 32 En voor Hem zullen al de volken vergaderd worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt. 33 En Hij zal de schapen tot Zijn rechterhand zetten, maar de bokken tot Zijn linkerhand. 34 Alsdan zal de Koning zeggen tot degenen, die tot Zijn rechterhand zijn: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders! beërft dat Koninkrijk, hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld. 35 Want Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest, en gij hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling, en gij hebt Mij geherbergd. 36 Ik was naakt, en gij hebt Mij gekleed; Ik ben krank geweest, en gij hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis, en gij zijt tot Mij gekomen.
16
37 Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden, zeggende: Heere! wanneer hebben wij U hongerig gezien, en gespijzigd, of dorstig, en te drinken gegeven? 38 En wanneer hebben wij U een vreemdeling gezien, en geherbergd, of naakt en gekleed? 39 En wanneer hebben wij U krank gezien, of in de gevangenis, en zijn tot U gekomen? 40 En de Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan. 41 Dan zal Hij zeggen ook tot degenen, die ter linkerhand zijn: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk den duivel en zijn engelen bereid is.
17
42 Want Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij niet te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest, en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; 43 Ik was een vreemdeling; en gij hebt Mij niet geherbergd; naakt, en gij hebt Mij niet gekleed; krank, en in de gevangenis, en gij hebt Mij niet bezocht. 44 Dan zullen ook dezen Hem antwoorden, zeggende: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of een vreemdeling, of naakt, of krank, of in de gevangenis, en hebben U niet gediend? 45 Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze minsten niet gedaan hebt, zo hebt gij het Mij ook niet gedaan. 46 En dezen zullen gaan in de eeuwige pijn; maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.
19
Zingen OTH 312 Ik was hongerig Ik was hongerig en jij gaf Mij te eten. Toen ik dorst had bood je Mij je beker aan. En wat je ooit gedaan hebt aan de minste van mijn broeders, zegt Jezus, dat heb jij aan Mij gedaan. Toen ik koud was, gaf je Mij je eigen kleren. ‘k Was een vreemdeling, je liet Me binnengaan. En wat je ooit gedaan hebt aan de minste van mijn broeders, zegt Jezus, dat heb jij aan Mij gedaan. Toen ik ziek was, ben jij Mij komen helpen. ‘k Was gevangen, jij ging niet bij Mij vandaan. En wat je ook gedaan hebt aan de minste van mijn broeders, zegt Jezus, dat heb jij aan Mij gedaan.
20
Zingen OTH 148 God wijst mij een weg (2x zingen) God wijst mij een weg als ik zelf geen uitkomst zie. Langs wegen die geen mens bedenkt, maakt Hij mij zijn wil bekend. Hij geeft elke dag nieuwe liefde, nieuwe kracht. Als ik mijn hand in zijn hand leg, wijst Hij mij de weg, wijst Hij mij de weg. Al moet ik door de wildernis Hij leidt mij. Hij toont mij een rivier in de woestijn. Alles zal ooit vergaan maar zijn liefde blijft bestaan en Hij maakt iets heel nieuws vandaag.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.