Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdChrista De Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
DAT PIK IK NIET NORMSTELLING EN POLITIEWERK congres Agressie, geweld en het politiewerk 14 november 2008
2
Hoe het is En Hoe het zou moeten zijn
3
Mooi geregeld Agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak moeten 15% minder worden. Het kabinet stelt daarvoor de komende drie jaar in totaal 6,5 miljoen euro beschikbaar.
4
© 2006 JP van de Sande RuG Twee manieren van denken
5
Vragen 1.Klopt naar jullie idee de beschrijving? 1.Op welke gegevens is hij gebaseerd? 2.Is er verandering in gedrag of verandering in tolerantie? 2.Klopt naar jullie idee het beleid? 1.Zijn de termen duidelijk? 2.Zijn de processen duidelijk? 3.Zijn doelen en middelen in evenwicht? 4.Is 4,3 ton per %-punt minder A & G een goede inzet? 5.Hoeveel krijgt Brabant Noord en wat gaan jullie er mee doen? 6.Wat kunnen gevolgen zijn van dit strooigoed? 7.Gebeurt er iets aan het image of aan de werkelijkheid? kortom, er is veel over te zeggen! Agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak moeten 15% minder worden. Het kabinet stelt daarvoor de komende drie jaar in totaal 6,5 miljoen euro beschikbaar.
6
Soorten mensen
7
© 2006 JP van de Sande RuG Burgers in soorten VRIEND VIJAND MENS ROBOT VERZETSSTRIJDER TERRORIST HELD GEK of ROEKELOZE goed slecht dapper laf sterk zwak MAAR GEVAARLIJK taai koppig WIJZIJ
8
En dan ook nog wisselend Hoe mensen de wereld bekijken is nogal variabel Enkele belangrijke factoren: 1.Gezelschap waarin men verkeert 2.Al of niet terecht waargenomen cohesie van die groep 3.Waargenomen belang van de situatie 4.Bestaan van een vijandbeeld en nabijheid vijand 5.Optreden van de potentiële vijand 6.Mate van opwinding (arousal) 7.Gebruik van alcohol en drugs 8.Besmettelijkheid van emoties
9
Professionals in soorten 2 DIMENSIES van belang: –Mag professional al of niet geweld gebruiken? –Is de professional al of niet onderdeel van de gemeenschap? Gewelds monopolie Geen GM ZIJ POLITIE LEGER BESTUUR BELASTING TOEZICHTHOUDERS WIJ BRANDWEER AMBULANCE ONDERWIJS
10
Vragen 1.Hoe belangrijk is het WIJ versus WIJ-ZIJ effect? 2.Hoe kun je het WIJ-ZIJ effect versterken? 3.Hoe kun je het WIJ effect versterken? 4.Kan de politie wel ooit een onderdeel van WIJ worden? 5.Bestaan er groepen in onze samenleving die een vijandbeeld hebben? 6.Als dat zo is, waarom wordt dat niet openlijk erkend? 7.Kunnen mensen ook tijdelijk vijand zijn en daarna weer bij WIJ horen?
11
Macht, gezag en normen
12
definities INVLOED is als je iemand er toe kan krijgen iets te doen wat ie anders niet zou doen MACHT betekent dat je invloed kunt uitoefenen als je dat wil GEZAG betekent dat je macht hebt die niet op jou als persoon, maar op het hele systeem berust JOUW GEZAG is dus sterk gekoppeld aan het gezag van het systeem Het SYSTEEM is dus belangrijk Dit OMVAT naar boven de superieuren en de overheid, maar naar beneden de ondergeschikten en de burgers Alle onderdelen EVEN BELANGRIJK, maar we kijken meestal naar boven
13
De bronnen van macht Macht moet ergens op berusten –Beloning –Straf –Identificatie –Autoriteit –Expertise –Informatie De bronnen van macht liggen bij de behoeften van de ander. Als die ander jouw straf niet erg vind, heb jij geen macht Omdat deze behoeften aan gewenning onderhevig zijn, kan macht slijten Macht is altijd reciprook. (macht en tegenmacht: The balance of Power ) Reinforcement; kortdurend, gewenning, extrinsiek Relatie; stabiel, intrinsiek Kennis; stabiel, moet bijgehouden, intrinsiek
14
Macht versus normen Om invloed op een ander uit te oefenen kun je macht gebruiken, maar ook normen of regels Macht vereist voortdurende waakzaamheid en slijt vaak Regels of normen werken veel makkelijker: je hoeft niet zo alert te zijn, hoeft slechts te handhaven Als je goede regels en normen hebt, hoef je niet overal om te knokken Ze beschermen de zwakkeren én de sterkeren Ze zijn eigenlijk altijd gebaseerd op een afspraak, hetzij expliciet, hetzij stilzwijgend Normen bestaan in allerlei variëteiten
15
Soorten regels en normen Formeelvs. Informeel(Kelnin, 1969) –Expliciet vs.Impliciet –Bewustvs.Onbewust(Beloff, 1958) Geinternaliseerdvs.Opgelegd Globaalvs. Specifiek –Universeelvs.Groepsgebonden –Voor ieder geldendvs.Voor sommigen geldend –Altijd geldendvs. Situationeel/conditioneel geldend Rigidevs. Flexibel Principieelvs.Conventioneel(Goffman,1971) –Moreelvs.Instrumenteel Voorschrijvendvs.Verbiedend (Prohibitief) Voorschrijvendvs.Ideaalstellend(Goffman,1971) Cialdini e.a., (1991): InjunctiefBeschrijvendPersoonlijk
16
Effecten van normen op gedrag. Cialdini e.a.(1990) com- plian- ce dieren- week antilitter week vieze omgeving schone omgeving
17
Vragen 1.Zijn definities nodig? 2.Zijn alle partijen het hierover eens? 3.Wie is verantwoordelijk voor gezag? 4.Is het verstandig alles met regels te willen regelen? 5.En is het eigenlijk wel mogelijk? 6.Wat is de invloed van partiele, projectmatige handhaving? 7.Hoe hoog is het denkniveau van het uitgaanspubliek? 8.Welke consequenties heeft dat? 9.Is een campagne (bijv. fatsoen moet je doen) nuttig in een onfatsoenlijke samenleving? Om landelijk en sectorbreed een vuist te maken tegen agressie en geweld tegen werknemers met publieke taak is een landelijke norm opgesteld. Deze norm bestaat uit vier regels die de basis vormen voor de huisregels van alle organisaties met een publieke taak
18
De campagne
19
normstelling? 1.Agressief of gewelddadig gedrag tegen werknemers met een publieke taak wordt nooit getolereerd 1.Ingewikkelde zin 2.Wat agressief of gewelddadig gedrag is wordt niet helder 3.“Met publieke taak” is onhelder 4.Wie tolereert hoe nooit??? 2.Geef de professional de ruimte om zijn werk te doen 1.Probleem is vaak dat ie dat al ruimschoots neemt 2.Professional is een pretentieus en vaak negatief woord 3.Volg de aanwijzingen van de professional op 1.Onnodig en bovendien onrealistisch 4.Verstoor de (bedrijfs)orde niet 1.Erg abstract en onhelder
20
Wat is probleem? 1.BEJEGENING 1.Het publiek is onaardig tegen onze agenten 2.Agenten zijn onaardig tegen publiek 2.TOLERANTIEGRENZEN 1.Het publiek weet niet waar Ze liggen 2.Agenten weten niet waar ze liggen 3.PROFESSIONALITEIT 1.Agenten hebben geen tools 2.Agenten zijn niet goed voorbereid op agressiesituaties 4.IMAGO 1.De politie krijgt een verkeerd imago 2.De politie heeft geen gezag meer 5.DE ANDER IS DE SCHULD 1.Slecht opgevoed, dronken, stoned, allochthoon
21
Iedereen heeft gelijk Dat is lastig bij discussiëren Daarom wordt daar vaak van af gezien Ook bij de politie Behalve door U, want u weet dat iedereen een andere situatie in het hoofd heeft. Daarom zit U ook hier Wat is belangrijkste bron van meningsverschil?
22
Waarnemen en interpreteren van geweld 1.Geweld moet opgemerkt worden Verbaal: er wordt veel onhoorbaars geroepen Fysiek: veel geweld speelt zich buiten gezichtsveld af 2.Het moet als geweld opgevat worden Verbaal: het kan ook een grap zijn, of terechte uiting van emotie Fysiek: heftig bewegen kan als geweld geïnterpreteerd 3.Men moet het waarnemen als tegen politie gericht Verbaal: is vaak onhelder, want subjectief Fysiek: is vaak onhelder: anders vanuit dader perspectief 4.Er lijkt een duidelijk verschil te zijn tussen gerechtvaardigd [WIJ] en ongerechtvaardigd [ZIJ] geweld. 5.Ergens in de oorzaak-gevolg keten moet een begin zijn Iedereen interpreteert van zichzelf af (Self serving en Actor-obs. Bias) Geheugen uiterst onbetrouwbaar
23
GROTE FOUTEN Trachten om zaken en toestanden die enorm kunnen variëren uniform te behandelen. –Alle mensen als gelijk beschouwen –Alle situaties als gelijk beschouwen –Proberen regels te maken die altijd en onder alle omstandigheden gelden Over concrete zaken op een abstracte manier praten tegen mensen die niet gewend zijn abstract te denken Zoveel mogelijk proberen persoonlijke machtsuitoefening te vervangen door regelgeving en normstelling Je uitputten in het vinden van oorzaken bij anderen, wetend dat daar toch niets aan te doen is
24
Vragen 1.Welke doelgroepen zou u kiezen? 2.Welke behoeften hebben deze? 3.Welke behoeften komen ons goed uit? 4.Hoe kunnen we hierin tegemoet komen? 5.Moet u als politie overal op reageren? 6.Is zero tolerance een oplossing? 7.Of het creëren van vrijplaatsen? 8.Welke middelen zou u inzetten voor uw favoriete strategie? 9.Welke targets zou u stellen? 10.Hoe zou u de resultaten evalueren?
25
helaas Het uur vloog om
26
Daar zou wat aan gedaan moeten worden
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.