Download de presentatie
1
Behaviorisme Calista Roy
Gedragsmodificatie Behaviorisme Calista Roy
2
Behaviorisme Skinner gaat er van uit dat wat een mens doet, bepaald wordt door datgene wat volgt op het gedrag. Mensen doen uitsluitend iets als dat op de een of andere manier winst oplevert of als ze denken dat ze kans hebben op winst. Gedrag wordt uitgelokt door een bepaalde situatie. Er gaat iets aan vooraf en er volgt iets, mogelijk winst. B.F Skinner Ben de Geus Maart 2012
3
Behaviorisme 3 vertegenwoordigers
Persoon Experiment umfpxuzI&feature=related (hond) 2z-oeW7g&feature=related (little Albert) PPaiJG6Y&feature=related (Duif) Pavlov Watson Skinner Ben de Geus Maart 2012
4
Begrippen Respondente Conditionering
UCS Unconditioned stimulus UCR Unconditioned response NS Neutrale stimulus CS Conditioned stimulus CR Conditione respons Hond van Pavlov Vlees (UCS) Speeksel (UCR) Belgerinkel (NS) Geen speeksel Vlees (UCS)+belgerinkel Speeksel (UCR) Belgerinkel(CS) Speeksel (CR) Ben de Geus Maart 2012
5
Nadelen straf bij conditionering
De zorgvrager weet wel wat hij niet mag doen, maar niet wat hij wel mag doen. Wat als straf is bedoeld, werkt soms als sociale bekrachtiger (aandacht) Het veel geven van straf kan leiden tot een machtsstrijd tussen hulpverlener en hulpvrager. (Principe meer van hetzelfde) Ben de Geus Maart 2012
6
Effectieve bekrachtigers
Sociale bekrachtigers; zoals aandacht door middel van aanraken, complimenten Materiële bekrachtigers; ze zijn tastbaar bijvoorbeeld speelgoed, fruit Belonende activiteiten; bijvoorbeeld uitstapje maken, iemand bezoeken, iemand opbellen Tokens; bijvoorbeeld in de vorm van zegeltjes, punten,fiches, stempels die bij een voldoende aantal kunnen worden omgezet in sociale of materiële bekrachtigers Ben de Geus Maart 2012
7
Werking van bekrachtigers afhankelijk van
De mate van deprivatie (behoefte) De mate van verzadiging (bevrediging) De tijd tussen gewenst gedrag en bekrachtiger (de zogenaamde 1 seconde regel) Ben de Geus Maart 2012
8
Functionele Analyse van gedrag Vaststellen begin situatie
S (stimulus) R (respons) C (consequentie) Wat gaat er aan gedrag vooraf In welke situaties treedt het gedrag op(tijdstip, personen) Hoe verloopt het gedrag precies Hoe vaak komt het voor Interventie? Resultaat? Wat volgt op gedrag Hoe reageert groepsleiding/medebewoners Hoe reageert zorgvrager Ben de Geus Maart 2012
9
Voorwaarden om operante conditionering toe te passen
Zorgvrager moet zich veilig voelen in de leefsituatie Het moet zinvol en haalbaar zijn de vaardigheid aan te leren. Haalbaarheid kan worden bepaald door het verstandelijke en sociaal emotionele niveau te laten meewegen. Het afnemen van een SRZ score kan daarvoor worden gebruikt. Degene die gaat trainen heeft een goed contact opgebouwd met zorgvrager. Ben de Geus Maart 2012
10
Stappen opzet en uitvoering aanleerprogramma’s
Formuleren van zo exact mogelijk te behalen resultaat. Concreet waarneembaar gedrag Vaststellen van de beginsituatie - voert het doelgedrag nooit, gedeeltelijk of wel uit maar niet vaak genoeg Vaststellen van de basislijn. In getallen wordt vastgelegd hoe vaak het doelgedrag of delen ervan worden uitgevoerd Het kiezen van aanleerprogramma - gericht om bestaand gedrag te laten toe nemen - gericht om geheel, gedeeltelijk of nieuw gedrag aanleren (Dit aanleren kan zowel via de S of de C) Ben de Geus Maart 2012
11
Aan –en afleren van gedrag via de “S” (stimulus)
Aanleren van gedrag via de “S” Een (discriminatie) prikkel inbrengen die aanzet tot gewenst gedrag Afleren van gedrag via de “S” Via hetgeen vooraf gaat aan het gedrag. De aanleiding van het gedrag wordt weggenomen of er wordt een andere S wordt ingevoerd. Voorbeeld is de zindelijkheidstraining van een kind. Zie filmpje Ben de Geus Maart 2012
12
Aanleren via de “C” (consequentie)
De tweede weg gaat uit van de consequentie (C) en bestaat uit het systematisch bekrachtigen van het gewenste gedrag. Een bijzondere vorm van bekrachtigen is het werken met tokens. Een van tevoren afgesproken aantal tokens geeft recht op bijvoorbeeld een leuke attentie of activiteit. Ben de Geus Maart 2012
13
Voorbeelden van “aanleerprogramma’s
Mondelinge instructie Modeling of voordoen van gedrag Samen doen Het stap-voor-stap programma - Fading - Chaining - forward chaining - backward chaining Opdracht: Hoe zou je het volgende aanpakken. Kees kan zelfstandig zijn jas uittrekken en ophangen. Kees begrijpt wat je zegt. Ben de Geus Maart 2012
14
Samenvatting Operant conditionneren
Aanpak via de S (stimulus) Aanpak via de C S wegnemen Nieuwe s invoeren Niet strafprocedure - extinctie - bekrachtiging tegengesteld gedrag - negatieve oefening - satiatie Strafprocedure - time-out - gedragskosten - overcorrectie - aversieve stimuli Ben de Geus Maart 2012
15
Adaptatie model Calista Roy
Ben de Geus Maart 2012
16
Adaptatie model Calista Roy
Ben de Geus Maart 2012
17
Adaptatie en gezondheid
Adaptatie Met adaptatie of aanpassing wordt de Mogelijkheid van mensen bedoeld om flexibel te kunnen reageren op een veranderende omgeving. Gezondheid Gezondheid is een staat van menselijk functioneren waarbij de persoon zich steeds aanpast aan veranderingen door middel van adaptieve responsen die de integriteit van de persoon bevorderen Ben de Geus Maart 2012
18
Uitgangspunten Holistische mensvisie
Voortdurende wisselwerking met veranderde omgeving en streeft naar evenwicht (adaptatie) Voor aanpassing gebuikt de mens zowel aangeboren als verworven mechanismen De aanpassing van de persoon wordt bepaald door de gecombineerde invloed van 3 categorieën stimuli, zijnde centrale- rand of residu stimuli De mens bestaat uit 4 modi waarbinnen aanpassing met de stimuli kan plaatsvinden - fysiologische behoeften - zijn zelfbeeld - zijn rolfunctioneren - zijn relaties van onderlinge afhankelijkheid Ben de Geus Maart 2012
19
Uitleg stimuli 1.Centrale stimuli
Vormen in wezen de primaire of causale invloed die maakt dat een persoon direct moet reageren. Bijvoorbeeld ziekte, stress, angst, 2.Rand stimuli Dit zijn stimuli die optreden als achtergrond of begeleidend verschijnsel van nieuwe centrale stimuli 3.Residu stimuli Zijn vroegere ervaringen van de persoon en de effecten die deze hebben op zijn verdere leven. Ben de Geus Maart 2012
20
Mechanismen voor aanpassing
De regulator De regulator omvat het autonome zenuwstelsel en het hormonale regelsysteem. (spijsvertering, ademhaling, hart, bloedsuiker) Cognator De cognator omvat de andere aanpassingssytemen. Te denken valt aan het (on-) bewuste en aangeleerde processen. (Denken, keuzes maken etc.) Beiden zijn onderling verbonden en beïnvloeden elkaar Ben de Geus Maart 2012
21
Ben de Geus Maart 2012
22
Ben de Geus Maart 2012
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.