Download de presentatie
1
Communicatieproces
2
Planner Lessen 24 en 25 Week 7-11-2011/9-11-2011
Communicatieproces tb hs. 6 leren theorie en maken wb 6.1 tm 6.9
3
Management en communicatie
De overdracht en het begrip van betekenis. De betekenis wordt overgedragen op een manier die door de ontvanger kan worden begrepen. Het begrip van de boodschap is niet hetzelfde als overeenstemming met de boodschap. Intermenselijke communicatie Communicatie tussen twee of meer personen. Organisatiecommunicatie Alle communicatiepatronen, -systemen en -netwerken in een organisatie.
4
Functies van communicatie I
Controle Motivatie Emotionele expressie Informatie Functies van Communicatie
5
Functies van communicatie II
Beheersing Formele en informele communicatie beheerst het gedrag van werknemers. Motivatie Communicatie stimuleert motivatie door het personeel uit te leggen wat er moet worden gedaan, hoe goed ze het doen en wat er kan worden gedaan om de prestatie te verbeteren als die niet aan de norm voldoet.
6
Functies van communicatie III
Uiting van emoties Communicatie biedt een mogelijkheid om gevoelens en emoties te uiten en om aan sociale behoeften te voldoen. Informatie Individuen en groepen hebben informatie nodig om dingen gedaan te krijgen in organisaties. Communicatie levert die informatie.
7
Intermenselijke communicatie
Boodschap Het doel dat moet worden overgebracht. Codering Het omzetten van een bericht in symbolen. Kanaal Het medium via welke de boodschap wordt verzonden. Decodering Het terugvertalen van de boodschap door de ontvanger. Ruis Storingen tijdens de overdracht en ontvangst van de boodschap of feedback over de boodschap.
8
Schema communicatieproces
9
Storingen in communicatie I
Codering De vaardigheden, de attitude en de kennis van de zender en het sociaal-culturele systeem hebben invloed op de effectiviteit van codering. Boodschap De symbolen die we gebruiken om de betekenis over te brengen. De inhoud van de boodschap zelf. Een “teveel” aan communicatie (functionele en disfunctionele redundantie) Ruis in het communicatieproces. Redundantie is een voorbeeld van beslissingen die de zender neemt voor de selectie en schikking van symbolen en inhoud. Overtolligheid of overbodigheid kan disfunctioneel zijn wanneer het eindeloze uitweidingen betreft die bijvoorbeeld ergernissen oproepen bij luisteraars. Het teveel kan echter ook functioneel zijn, bij voorbeeld herhalingen al dan niet in “fresh words” om moeilijke dingen over te dragen. Onder ruis verstaat men iedere verstoring of ongunstige beïnvloeding tijdens het transport van een boodschap. Voorbeelden zijn een krakende telefoonlijn, een niet werkende internetverbinding, slechte akoestiek in een zaal, slecht leesbare teksten, temperatuur in een examenzaal.
10
Storingen in communicatie II
Kanaal Het gekozen medium voor het overbrengen van de boodschap. Ontvanger De ontvanger wordt beperkt door zijn of haar vaardigheden, attitude, kennis en sociaal-culturele systeem bij het decoderen van de boodschap. Feedback Met feedback keert de boodschap terug naar de zender. Feedback kan via dezelfde kanalen verlopen als de boodschap en is daarom ontvankelijk voor ruis.
11
Communicatie in de organisatie
Formele communicatie Communicatie die binnen de formele werkstructuren in een organisatie plaatsvindt. Informele communicatie Communicatie die geen deel uitmaakt van de formele hiërarchie in een organisatie. Het stelt werknemers in staat sociale interactie aan te gaan. Het kan de prestaties in het bedrijf verbeteren doordat het alternatieve, en vaak ook snellere en efficiëntere communicatiekanalen creëert.
12
Communicatiestromen Diagonaal naar boven naa r beneden Horizon taal
13
De richting van de communicatiestroom I
“Top-down” Naar beneden gericht verticaal Communicatie die van een manager naar ondergeschikten loopt. “Bottom-up” Naar boven gericht verticaal Communicatie die van ondergeschikten naar de manager loopt. .
14
De richting van de communicatiestroom II
Horizontaal Communicatie die tussen werknemers op hetzelfde organisatorische niveau plaatsvindt. Diagonaal Communicatie die afdelingen en organisatieniveaus overschrijdt.
15
Communicatienetwerken I
Ketennetwerk De communicatie loopt langs de formele gezagsketen, zowel omhoog als omlaag. Wielnetwerk De informatie loopt tussen een duidelijk waarneembare en sterke leider en de leden van werkgroepen of teams. Matrixnetwerk De communicatie verloopt vrijelijk tussen alle leden van het werkteam.
16
Communicatienetwerken II
17
Het geruchtencircuit Het informele communicatienetwerk in organisaties. Een kanaal voor informatie die niet geschikt is voor de formele communicatiekanalen. Managers kunnen de invloed van geruchten beperken door open en eerlijk met werknemers te communiceren.
18
Vragen?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.