Download de presentatie
GepubliceerdJozef Christiaens Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Scriptie opbouw Onderwerp Vraagstelling Onderzoek Resultaten Conclusie
2
Kennis en praktijk worden gekoppeld.
Scriptie inhoud Een HBO scriptie is tweeledig: Kennis en praktijk worden gekoppeld. Er wordt literatuur besproken die het probleem kan verduidelijken en kan helpen oplossen. In de praktijk worden nieuwe gegevens verzameld en geanalyseerd om het probleem op te lossen of hanteerbaar te maken.
3
Scriptie criteria Schrijfvaardigheden Argumentatie Onderzoeken
Structuur, stijl, spelling, voetnoten/literatuurverwijzingen, geraadpleegde literatuur Argumentatie Logische opbouw van argumentatie, omschrijven van methodologie, herkennen en verwoorden van standpunten van anderen, inzetten van bronnenonderzoek voor de ontwikkeling van product/concept Onderzoeken Formuleren van actuele, heldere, afgebakende en relevante onderzoeksvraag, uitvoeren van bronnenonderzoek, beschrijven van casestudy, beantwoorden van onderzoeksvraag
4
Algemene eisen afstudeerproject
In elk CMD afstudeerproject doorloopt de student het gehele ontwerpproces. Afhankelijk van je minor kunnen de accenten wel verschillen. Het ene afstudeerproject bevat meer onderzoek, het andere afstudeerproject gaat meer over realisatie. Maar bij alle afstudeerprojecten zal er uiteindelijk een eindproduct moeten liggen, ook al heb je voornamelijk onderzoek gedaan. Het begrip 'eindproduct' is een rekbaar begrip. Je ontwikkelt bij voorkeur een prototype, maar in overleg met je afstudeerbegeleider kan je eindproduct een andere vorm hebben, zoals een scenario, visualisaties etc
5
Individuele eisen afstudeerproject
Je beheerst de vereiste competenties van een CMD professional Je studeert af op 4 zelfgekozen subcompetenties. Je doorloopt het gehele ontwikkelproces, van analyse tot oplevering Binnen het ontwerpproces is onderzoek gedaan naar verschillende oplossingen en mogelijkheden Je afstudeerproject is individueel van karakter.
6
Scriptie schema Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Inleiding
Literatuuronderzoek Afstudeerproject Conclusie Bijlagen
7
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
Met een inhoudsopgave geef je de lezer een overzicht van de opbouw van je scriptie. Het is een ‘routekaart’ waarbij het de mogelijkheid biedt bepaalde onderdelen van je scriptie snel op te zoeken, Bij een goede inhoudsopgave: Is er een logische hoofdstuk indeling Kan de lezer meteen begrijpen waar bepaalde informatie te vinden is.
8
Voorwoord Voorwoord Het voorwoord is meestal persoonlijk getint. Het is de aanloop hoe je tot dit onderzoek en product bent gekomen. Vaak staat er ook een dankwoord in naar je stagebegeleider, afstudeerdocent en evt. familie. Het voorwoord is in de praktijk een nawoord omdat het pas aan het einde van het traject wordt geschreven.
9
Samenvatting Samenvatting
In bondige zinnen beschrijf je wat de essentie is van je onderzoek. Je geeft inhoudelijke informatie over: Wat is het onderwerp (probleemschets, onderzoeksvraag, belang van de onderzoeksvraag) Wat is er gedaan (methode, werkwijze) Wat is er gevonden (resultaten) Wat houden deze bevindingen in (conclusie, aanbevelingen) Let op: je samenvatting schrijf je pas aan het eind van je onderzoek!
10
Inleiding Inleiding Je inleiding is de toegang tot je scriptie. Het bereidt de lezer voor op de inhoud van je scriptie. Wat is de achtergrond en wat heeft geleid tot mijn onderzoek (aanleiding) Wat is het feitelijke probleem (probleemstelling) Wat is de centrale vraag in mijn onderzoek (onderzoeksvraag + deelvragen) Wat en vanuit welk perspectief wil ik gaan onderzoeken (kennisgebied) Wat wordt er met het antwoord beoogd( doelstelling) Wat is de relevantie van mijn onderzoek (relevantie) Met welke onderzoeksmethode kan ik mijn onderzoeksvraag beantwoorden ( onderzoeksmethode / onderzoekssoort) Uitleggen / definitie van (vak)begrippen(begripsbepaling)
11
Aanleiding Verbazing of verwondering, waarom een bepaald verschijnsel ontstaat en/of evt. samenhangt. Studie: in het kader van je opleiding onderzoek doen. Beroep: beroepshalve, denk aan research afdeling van Philips. Problemen: bestaande problemen analyseren en een oplossing zoeken.
12
Voordat je een goede probleemstelling formuleert, kan het je helpen om jezelf een aantal vragen te stellen. Deze vragen helpen je om redelijk snel grip te krijgen op het te bestuderen onderwerp. Bijvoorbeeld: Wat is geconstateerd (feitelijk probleem)? Wat is de aanleiding van deze situatie/probleem? Wat is de wenselijke situatie? Wat is je doelstelling? Wat zijn mogelijke producten om het doel te realiseren?
13
Probleemstelling De probleemstelling is de centrale vraag die als een rode draad door heel je scriptie loopt. In het volgende overzicht staan de belangrijkste eisen die aan een probleemstelling gesteld worden. De probleemstelling: is in een vragende vorm gesteld; Dit biedt de mogelijkheid om er (in de vorm van een conclusie) een antwoord op te geven. betreft de kern van het probleem; Vaak wordt alleen een oplossing voor de symptomen van een probleem gezocht. is scherp afgebakend; kan niet met een eenvoudige opsomming beantwoord worden; kan worden opgesplitst in meerdere deelvragen.
14
Kennisgebied: voorbeeld de stoel
Chemie: welke samenstelling heeft de stoel? Natuurkunde: wat is het materiaal, de hardheid en buigzaamheid van de stoel? Biologie: welke materialen zijn er in verwerkt? Ergonomie: hoe comfortabel en gebruiksvriendelijk is de stoel? Geschiedenis: wat is de oorsprong en welke symbolische betekenis heeft een stoel? Kunst: wat is de typische vormgeving van de stoel? (zie Herfst jaarvier.ppt)
15
Doelstelling Voorbeelden:
Inzicht verkrijgen of geven in bepaalde situaties en/of processen Oplossing bieden voor probleem Opstellen van criteria Voorstelling van verbeteringen Aanzet tot vervolgonderzoek
16
Relevantie Maatschappelijke relevantie Theoretische relevantie
Praktische relevantie
17
Methode Kwalitatief onderzoek Kwantitatief onderzoek
(subjectief)interviews, gesprekken etc Kwantitatief onderzoek (objectief) data, grafieken Beschrijvend onderzoek (hier en nu) Correlationeel onderzoek (relatie tussen twee of meer) Empirisch onderzoek (praktijkgericht) Experimenteel onderzoek (effect meting) Marktonderzoek (marketing)
18
Literatuur / bronnenonderzoek
Je literatuuronderzoek behandelt de theoretische opvattingen en begrippen die relevant zijn voor je probleemstelling en onderzoeksvraag. In dit hoofdstuk zoek je naar verschillende invalshoeken, theorieën, vergelijkingen (best practices), en bespreek je onderzoeksresultaten die (uiteraard) verband hebben met je onderzoeksvraag en bruikbaar zijn voor je afstudeerproject. Het volgende tekstschema kan een hulpmiddel zijn voor je literatuur onderzoek: Wat verstaat Y(auteur) onder X (product,verschijnsel) Wat heeft Y geschreven over X Welke overeenkomsten / tegenstellingen zijn er tussen X en mijn onderwerp
19
Wat heb je gedaan, waarom en met welk resultaat?
Afstudeerproject Wat heb je gedaan, waarom en met welk resultaat? Ontwerpcriteria Uit je literatuuronderzoek heb je ontwerpcriteria afgeleid op basis waarvan jij de oplossing voor je afstudeerproject ontwikkelt. Stappenplan en omschrijving eindproduct Je Design Rationale is het gehele procesmodel, de gedachtegang die leidt van de aanleiding van probleem tot vraagstelling, onderzoek en resultaten. In dit (sub) hoofdstuk geef je de onderbouwing van de keuzes die je maakt in het ontwerpproces van je afstudeerproject. Het toont het stappenplan in je denkproces naar aanleiding van je probleemstelling, onderzoeksvraag, literatuuronderzoek en de beschrijving van je eindproduct/.
20
ontwerpproces
21
Conclusie Je conclusie is een omschrijving van de inzichten die je hebt gekregen op basis van de gegevens van voorgaande hoofdstukken. Dit is de afsluitende tekst waarin je aan de hand van je afstudeerproject het logische antwoord geeft op je onderzoeksvraag. Let op: in je conclusie zet je geen nieuwe feitelijke informatie Aanbevelingen Een aanbeveling heeft het karakter van een suggestie voor bijvoorbeeld een specifieke praktische toepassing, een benaderingswijze, een uit te voeren actie of een vervolgonderzoek.
22
Literatuurlijst Je literatuurlijst is je verantwoording van verzamelde gegevens die je daadwerkelijk hebt verzameld en/of hebt geraadpleegd, zoals boeken, tijdschriften, krantenartikelen, internet etc. De titelbeschrijving moet volledig en in APA-stijl zijn[1] [1] Oosterbaan, Warna, Een leesbare scriptie, Gids voor het schrijven van scripties, essays en papers, Prometheus/NRC Handelsblad, Amsterdam/Rotterdam, 2004
23
Bijlagen Bijlagen Afhankelijk van de aard van je afstudeerproject: alle (pre) deliverables, persona’s, wireframes, taakanalyse, scenario’s, maar ook zaken als schetsen, moodboards, conceptboards, storyboards, podcasts, analysemodellen, voorbeelden, (analyse)onderzoek. Bij interviews, de volledige transcriptie hiervan.
24
Scriptiehulp Feijen,E. & Trietsch, P., Snel afstuderen. Stap voor stap naar een geslaagde scriptie, Couthino, Bussum, 2007 Oosterbaan, W., Een leesbare scriptie, Gids voor het schrijven van scripties, essays en papers, Prometheus/NRC Handelsblad, Amsterdam/Rotterdam, 2004 Oort, H., Markenhof, A., Een onderzoek voorbereiden, HBuitgevers, Baarn, 2002 Padmos, Bram, De scriptie supporter, Een doeltreffende aanpak van je scriptie, Garant, Antwerpen/Apeldoorn, 2001 Soudijn, K.A., Onderzoeksverslagen schrijven, praktische handleiding bij het schrijven van scripties en andere werkstukken voor hbo en wo, Bohn Stafleu van Lochum, Houten, 2005 Tol-Verkuyl, E.M., Van opzet tot opmaak. Stappenplan voor het maken van verslagen en scripties, Courthino, Bussum, 1997
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.