Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdTimo Mulder Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen
Hoofdvragen van de Sociologie Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Drs. Giedo Jansen Promovendus / Junior onderzoeker Sectie Sociologie
2
Nieuwe vraag: wie stemt niet Enkele Voorbeelden;
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen Opzet college Hoofdstuk 28 uit UAF (2003) Sociologische vragen en theorieën over sociale en politieke tegenstellingen Nieuwe vraag: wie stemt niet Enkele Voorbeelden;
3
Politieke en sociale tegenstellingen
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen Politieke en sociale tegenstellingen Sociaal-structurele scheidslijnen van stemgedrag sociale klasse, religie en etniciteit, taal (ect.) Micro-vragen - Wie stemt wat en waarom? Macro-vragen Verschillen binnen (door de tijd) en tussen landen
4
Politieke en sociale tegenstellingen
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen Politieke en sociale tegenstellingen Sociale tegenstellingen in de samenleving Politieke tegenstellingen in de samenleving Sociale positie van individuen Politiek gedrag van individuen
5
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Cohesie Politieke eensgezindheid of tegenstellingen Samenhang tussen religie (en/of klasse) en stemgedrag bron: UAF (2003; p. 607)
6
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Cohesie Ongelijkheid Politieke eensgezindheid of tegenstellingen Ongelijkheid in (politieke) machtsverhoudingen Samenhang tussen religie (en/of klasse) en stemgedrag bron: UAF (2003; p. 607)
7
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Cohesie Ongelijkheid Rationalisering Politieke eensgezindheid of tegenstellingen Ongelijkheid in (politieke) machtsverhoudingen Formalisering van politieke vertegenwoordiging Samenhang tussen religie (en/of klasse) en stemgedrag bron: UAF (2003; p. 607)
8
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Vragen Vragen over politieke scheidslijnen die voortkomen uit sociale scheidslijnen Vier traditionele sociaal-structurele scheidslijnen: (1) sociale klasse, (2) religie, (3) taal (etniciteit) en (4) stedelijkheid Er zijn natuurlijk ook andere politieke scheidslijnen, zgn. ‘nieuwe scheidslijnen’; denk aan: (1) sociale posities: opleiding, geslacht, etniciteit, beroepssector (2) waarden: (post-)materialisme, GAL-TAN,
9
Op macro niveau Theorieën over stemgedrag
Sociologische benadering (Lipset & Rokkan, 1967) Politieke tegenstellingen weerspiegelen sociale structuren Revoluties als oorzaak van historische sociale scheidslijen Industriële Revolutie klasse tegenstellingen Nationale Revoluties religieuze, regionale, taal ect. tegenstellingen Vier contrasten Centrum vs. Periferie Staat vs. Kerk Stad vs. Platteland Kapitaalbezitters vs. Arbeiders
10
Vragen over stemgedrag
11
Theorieën over stemgedrag
Theorieën (paradigma’s) over stemgedrag Micro Sociologische benadering (‘Columbia School’) Sociaal-psychologische benaderin (de ‘Michigan School’) Economische benadering (de ‘Downsian approach’) Macro Sociaal – structurele benadering Institutionele benadering
12
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
13
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
14
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
15
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
16
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
17
Vragen over stemgedrag
1e generatie: Heeft land A, dat een hoger niveau van religiegebonden stemmen heeft dan land B een hogere of een lagere score op landkenmerk X dan land B? 2e generatie: Is er een bivariate correlatie tussen landenkenmerken en het niveau van religiegebonden stemmen in die landen? 3e generatie: Is er een correlatie tussen landenkenmerken en het niveau van religiegebonden stemmen in die landen, gecontroleerd voor andere landenkenmerken? 4e generatie: Is de correlatie tussen landenkenmerken en het niveau van religiegebonden stemmen in alle landen even hoog, en welke landenkenmerken kunnen verschillen in deze correlatie tussen landen verklaren?
18
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Norris & Inglehart (2004)
19
Theorieën over stemgedrag
Sociologische benadering (In UAF: Integratietheorie) ontstaan in de jaren ‘40 aan de Universiteit van Columbia Lazarsfeld, Berelson, Gaudet (1948); Lispet & Rokkan (1967) groeplidmaatschap heeft effect op stemgedrag stemmen is symbolisch gedrag om loyaliteit t.o.v. een groep uit te drukken ook socialisatie is van belang
20
Theorieën over stemgedrag
Sociologische benadering (In UAF: Voorbeeld sociale mobiliteit) Naarmate mensen sterker in een klasse zijn geïntegreerd conformeren ze zich meer aan de in deze groepering bestaande normen over stemmen Mensen zijn hechter in een klasse geïntegreerd wanneer ze daar van kinds af aan deel van uit maken Mensen die sociaal mobiel zijn zullen minder volgens de normen van hun eigen klasse stemmen dan mensen die niet sociaal mobiel zijn
21
Theorieën over stemgedrag
Sociologische benadering Andere voorspellingen van de integratietheorie Sociale mobiliteit (-) Homogamie (+) Vakbondslidmaatschap (+) Kerklidmaatschap (-) Kerkgang (-) Taal (-) Ras (-)
22
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
(Bron: Pew Research Centre, 2008)
23
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
(Bron: Pew Research Centre, 2008)
24
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
(Bron: Pew Research Centre, 2008)
25
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
(Bron: Pew Research Centre, 2008)
26
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
(Bron: Pew Research Centre, 2008)
27
Theorieën over stemgedrag
“Cross-pressure” Naarmate mensen sterker in een religieuze groep zijn geïntegreerd conformeren ze zich meer aan de in deze groepering bestaande normen over stemmen [op de Republikeinse kandidaat] Mensen zijn minder hecht in een religieuze groep geïntegreerd wanneer ook lid zijn van andere intermediaire groepen die andere normen voorschrijven [Afro-amerikanen: op de Democratische kandidaat] Zwarte protestanten stemmen minder vaak op John McCain dan blanke protestanten
28
Theorieën over stemgedrag
Sociaal-psychologische benadering reactie op de Columbia School aan de universiteit van Michigan begin Jaren ’50. (zie: Campbell et al. 1960) houdingen en percepties belangrijk voor stemgedrag partijbinding, ideologie en issues direct effect op stemkeuze Het belang van klasse of godsdienst komt door middel van partijbinding, ideologie of issues tot stand
29
“Obama’s View on Abortion May Divide Catholics”
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen August “Obama’s View on Abortion May Divide Catholics” […] `“Archbishop Chaput, who has stopped short of telling his flock how to vote, has called abortion a “foundational issue.” He has said that a vote for a candidate who supports abortion rights or stem-cell research, like Mr. Obama or Senator John Kerry in 2004, was a sin that must be confessed before receiving communion. Mr. Obama’s Republican rival, Senator John McCain, an opponent of abortion rights, met last week in Denver with Archbishop Chaput”.
30
Economische benadering
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen Economische benadering Eerst een voorbeeld:
31
Theorieën over stemgedrag
Economische benadering homo-economicus Schumpeter (1943) en Downs (1957) mensen handelen rationeel op basis van economisch eigenbelang mensen gebruiken informatie over partijen om te evalueren welke partij het meest in hun economische belang is Zwakke versie = Consumentenbenadering: materiele én immateriële belangen (zie: Nieuwbeerta & Ultee, 1999)
32
Theorieën over stemgedrag
Eén causaal model voor stemgedrag? Structurele factoren Lange termijn factoren Korte termijn factoren Sociale achtergrond kenmerken Ideologie, partij binding, waarden Issues, voorkeuren, evaluaties Stemgedrag Klasse Religie Taal Etniciteit Partij identificatie links-rechts ideologie GAL-TAN Partij identificatie links-rechts ideologie GAL-TAN AOW Immigratiebeleid lijsttrekker voorkeur beoordeling kabinet
33
Theorieën over stemgedrag
Sociale achtergrond kenmerken Ideologie, partij binding, waarden Stemgedrag Issues, voorkeuren, evaluaties
34
Theorieën over stemgedrag
Ideologie, partij binding, waarden Sociale achtergrond kenmerken Stemgedrag Issues, voorkeuren, evaluaties
35
Theorieën over stemgedrag
Ideologie, partij binding, waarden Sociale achtergrond kenmerken Stemgedrag Issues, voorkeuren, evaluaties
36
Een maat voor politiek-sociale tegenstellingen
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen Een maat voor politiek-sociale tegenstellingen Odds ratio’s (ook wel: Heath-index)
37
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Een maat voor politiek-sociale tegenstellingen Odds ratio’s (ook wel: Heath-index) Oddsratio = (80*62)/ (20*38)=6.5 Voorbeeld Zweden 1965 (zie ook UAF 2003, p.608)
38
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Een maat voor politiek-sociale tegenstellingen Odds ratio’s (ook wel: Heath-index) Oddsratio = (80*62)/ (20*38)=6.5 Voorbeeld Zweden 1965 (zie ook UAF 2003, p.608)
39
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Een maat voor politiek-sociale tegenstellingen Odds ratio’s (ook wel: Heath-index) Oddsratio = (80*62)/ (20*38)=6.5 Voorbeeld Zweden 1965 (zie ook UAF 2003, p.608)
40
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Een maat voor politiek-sociale tegenstellingen Odds ratio’s (ook wel: Heath-index) Oddsratio = (80*62)/ (20*38)=6.5 Voorbeeld Zweden 1965 (zie ook UAF 2003, p.608)
41
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Een maat voor politiek-sociale tegenstellingen Odds ratio’s (ook wel: Heath-index) Oddsratio = (80*62)/ (20*38)=6.5 Voorbeeld Zweden 1965 (zie ook UAF 2003, p.608)
42
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Een maat voor politiek-sociale tegenstellingen Odds ratio’s (ook wel: Heath-index) Oddsratio = (80*62)/ (20*38)=6.5 Voorbeeld Zweden 1965 (zie ook UAF 2003, p.608)
43
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Een maat voor politiek-sociale tegenstellingen Odds ratio’s (ook wel: Heath-index) Oddsratio = (80*62)/ (20*38)=6.5 Voorbeeld Zweden 1965 (zie ook UAF 2003, p.608)
44
Een maat voor politiek-sociale tegenstellingen
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen Een maat voor politiek-sociale tegenstellingen Odds ratio’s (sociale klasse en stemgedrag) Verschillen tussen landen rond 1965 Canada 1,3 België 3,3 Italië 1,9 Australië 3,7 Frankrijk 2,1 Noorwegen 6,7 Nederland 2,3 Zweden 6,8 Ierland 2,4 Verenigd Koninkrijk VS Finland 9,3 West Duitsland 2,9 Denemarken 9,7 Oostenrijk 3,0 Landen vergelijkend
45
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Samenhang volgens odds-ratio’s tussen al dan niet kerklid zijn en al dan niet stemmen op religieuze partij Door de tijd heen
46
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Samenhang volgens odds-ratio’s tussen al dan niet kerklid zijn en al dan niet stemmen op religieuze partij trend
47
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Tweede helft college Omkering van een vraag: Meestal: waarom stemmen mensen op een bepaalde politieke partij Vandaag: waarom stemmen mensen niet?
48
Vandaag Omkering van de vraag: waarom stemmen mensen niet?
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen Vandaag Omkering van de vraag: waarom stemmen mensen niet? Niet-stemmen beschreven Een toetsing van de integratietheorie voor niet-stemmen in twee contexten Nederland (hoge opkomst) en de Verenigde Staten (lage opkomst)
49
Niet-stemmen en de hoofdvragen
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen Niet-stemmen en de hoofdvragen Rationalisering Cohesie Ongelijkheid Politieke eensgezindheid of tegenstellingen Ongelijkheid in (politieke) machtsverhoudingen Formalisering van politieke vertegenwoordiging Samenhang tussen groepen en stemgedrag bron: UAF (2003; p. 607)
50
Opkomst bij nationale verkiezingen in 23 landen rond 2000
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen Opkomst bij nationale verkiezingen in 23 landen rond 2000 Australië 96 Spanje 71 België 91 Frankrijk 68 Luxemburg 87 Ierland 66 Denemarken Finland 65 IJsland 84 Japan 63 Duitsland 82 Canada Zweden 81 Israël 62 Italië Groot-Brittannië 60 Nederland Noorwegen 79 75 Portugal 51 Griekenland Verenigde Staten 50 Oostenrijk 74 Zwitserland 43
51
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Opkomst bij nationale verkiezingen in Nederland en de Verenigde Staten, Nederland Verenigde Staten 1967 94.9 1964 61.9 1971 79.1 1968 60.9 1972 83.5 55.2 1977 88.0 1976 53.1 1981 87.0 1980 54.0 1982 1984 1986 85.5 1988 50.1 1989 80.3 1992 55.0 1994 78.4 1996 49.1 1998 73.2 2000 50.4 2002 78.8 2003 79.9 60.7 2008 (veel) hoger? Nederland TK
52
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Vergelijking opkomst met enquêtes in Nederland en de Verenigde Staten, (enquête-gegevens tussen haakjes) Nederland Verenigde Staten 1972 83.5 (89.4) 55.2 (73.1) 1977 88.0 (91.1) 1976 53.1 (70.3) 1981 87.0 (93.5) 1980 54.0 (67.1) 1982 87.0 (89.0) 1984 53.1 (70.7) 1986 85.5 (93.3) 1988 50.1 (68.5) 1989 80.3 (92.6) 1992 55.0 (67.9) 1994 78.4 (92.2)
53
Twee institutionele hypothesen
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen Twee institutionele hypothesen In de Verenigde Staten heeft opleiding – van alle factoren – de grootste invloed op niet-stemmen Het negatieve effect van opleiding is in de Verenigde Staten groter dan in Nederland
54
Durkheims integratiehypothese over niet stemmen
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen Durkheims integratiehypothese over niet stemmen (76) Naarmate personen sterker zijn geïntegreerd in de intermediaire groeperingen van Westerse industrielanden, leven ze de normen van deze groeperingen over al dan niet gaan stemmen sterker na. (77) Mensen zijn hechter in een samenleving geïntegreerd wanneer ze daar langer deel van uitmaken. (78) Ouderen houden zich meer aan de norm over het al dan niet behoren te stemmen dan jongeren.
55
Hypothesen op een rijtje:
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen Hypothesen op een rijtje: Bij verkiezingen hebben: Ongehuwden een grotere kans niet te stemmen dan gehuwden/samenwonenden Onkerkelijken een grotere kans om niet te stemmen dan kerkleden Niet-vakbondsleden een grotere kans om niet te stemmen dan vakbondsleden Jongeren een grotere kans om niet te gaan stemmen dan ouderen Lager opgeleiden een grotere kans om niet te gaan stemmen dan hoger opgeleiden Ouderen een grotere kans om niet te gaan stemmen dan mensen van middelbare leeftijd
56
% niet-stemmers: verbanden in Nederland en de Verenigde Staten
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen % niet-stemmers: verbanden in Nederland en de Verenigde Staten Nederland Verenigde Staten Opleiding laag 11.1 36.9 Opleiding hoog 5.9 29.3 Verband opleiding (11.1*94.1)/(5.9*88.9)=2 (36.9*70.7)/(29.3*63.1)=1.4 Jong 14.5 58.2 Middelbaar 9.0 31.9 Oud 6.5 19.5 Verband jong vs middelbaar (14.5*91)/(9*85.5)=1.7 (58.2*68.1)/(31.9*41.8)=3 Verband jong vs oud (14.5*93.5)/6.5*85.5)=2.4 (58.2*80.5)/(19.5*41.8)=5.7 (%wel stemmen) 88.9 94.4
57
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Een evaluatie Integratiehypothesen konden de toetsing goed doorstaan Hoe sterker de integratie hoe vaker men stemt Institutionele hypothesen werden weerlegd Effect opleiding is in Nederland (iets) sterker In Verenigde Staten heeft leeftijd een sterker effect dan opleiding Maar: ik gebruik wel erg grove indelingen
58
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Toegift In Nederland gaat het niet om klasse bij stemmen, religie is veel belangrijker
59
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Stemmen op confessionele partijen in Nederland
60
Politieke gedragingen en sociale tegenstellingen Giedo Jansen 21 -10- 2008
Figure 1b: Trend in church membership, church attendance and denomination in percentages between 1971and 2006 Bron: NKO Figuur uit: De Graaf, Jansen, Need (2009, working paper)
61
Onderzoek naar religieus stemgedrag
Samenhang op basis van odds-ratio’s tussen denominaties en stemmen op religieuze partij (niet-religieuzen= ref.) Bron: De Graaf, Jansen, Need (2009, working paper)
62
Onderzoek naar religieus stemgedrag
Samenhang op basis van odds-ratio’s tussen denominaties en stemmen op religieuze partij (niet-religieuzen= ref.) Bron: De Graaf, Jansen, Need (2009, working paper)
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.