De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

CASUS 1.

Verwante presentaties


Presentatie over: "CASUS 1."— Transcript van de presentatie:

1 CASUS 1

2 Een jonge zuigeling wordt op de SEH gepresenteerd.
Al enkele dagen ziek, met braken en diarree. Temp 38,9C rectaal gemeten. Ingezonken fontanel

3 dehydratie Snelwerkend hemodynamisch proces Trager systeem
Gestim o.a. door ADH Toename HF & perifere weerstand Afname veneuze capaciteit Trager systeem Via regulatie water en natrium Dorst Door renine en angiotensine daalt water en natrium uitscheiding via nier Cave: vochtverlies jonge zuigeling: 100ml/kg/dag Ivt 40/ml/kg/dag volwassenen

4 Verlies natrium en water
Dehydratie: deficit van beide bestanddelen In welke verhouding?

5 Verlies natrium en water
Dehydratie: deficit van beide bestanddelen Vaak isotoon Hypertoon Hypotoon

6 Verlies natrium en water
Dehydratie: deficit van beide bestanddelen Vaak isotoon Hypertoon = waterverlies > natriumverlies: Ernstige dehydratie Onvermogen nieren om water te retineren Of door rehydreren met zoutrijk vocht Hypotoon Door rehydreren met zoutarm vocht

7 Waar moet je op letten bij natriumbepaling mbt rehydreren?
Stel: serum Na = 152 mmol/l Stel: serum Na = 122 mmol/l

8 Waar moet je op letten bij natriumbepaling mbt rehydreren?
Stel: serum Na = 152 mmol/l Hypertone dehydratie Natrium langzaam laten vanwege gevaar hersenoedeem Stel: serum Na = 122 mmol/l Hypotone dehydratie Snelle correctie geindiceerd ivm kans op convulsies.

9 Waarom ORS?

10 Waarom ORS? Orale rehydratie solutie
Natrium, Kalium, Bicarbonaat, Glucose

11 Waarom ORS? Orale rehydratie solutie Natrium Glucose: Kalium
Natrium, Kalium, Bicarbonaat, Glucose Natrium Glucose: Kalium Bicarbonaat

12 Waarom ORS? Natrium alleen: Natrium + glucose: Kalium Bicarbonaat
Niet opgenomen door darm bij diarree Leidt zelfs tot extra secretie van water Meer diarree Natrium + glucose: Wel opgenomen door darm 1:1 (glucose:natrium) Toegenomen Na-conc in darm trekt water aan Kalium Met name van belang bij herhaaldelijk diarree Verlies van spiertonus (denk aan opgeblazen buik, bij slecht gevoede kindjes) Kalium leidt tot stimulus van hongergevoel Bicarbonaat Agv elektrolyten stoornis en vochtverlies -> metabole acidose Opheffen met base, bv bicarbonaat

13 CASUS 2

14 Een vrouw van 56 jaar staat op het programma voor een laparascopische appendectomie.
In het verleden heeft deze vrouw een myocard infarct gehad. Hiervoor gebruikt ze Ascal®, Selokeen® Gegevens: RR: 145/90 HF: 54 p/m Lengte/gewicht: 1.65m / 71kg Hb: 7.1

15 Vragen Wat voor ingreep wordt het? Wat is en wat doet Ascal
Wat is en wat doet Selokeen Wat zegt de RR en HF Is het gewicht en de lengte nog van belang? Is het Hb goed?

16 Trombocyten activering
Contact met subendotheliale lagen -> adhesie Contact met oppervlak trombus ->activering Contact met geactiveerde trombo’s -> aggregatie Ascal: carbasalaatcalcium -> acetylering v cyclo-oxygenase in trombocyt -> remming van vorming prostaglandine tromboxaan A2 -> vasoconstrictie & verminderde aggregatie Selokeen: (metoprolol) selectief B-blokker -> verminderde invloed adrenerge prikkels op het hart -> verminderde HMW, verminderd cardiaal O2 gebruik -> vertraging AV-geleiding -> anti-hypertensief

17 Een vrouw van 56 jaar staat op het programma voor een laparascopische appendectomie.
In het verleden heeft deze vrouw een myocard infarct gehad. Hiervoor gebruikt ze Ascal®, Selokeen®. Gegevens: RR: 145/90 HF: 54 p/m Lengte/gewicht: 1.65m / 71kg Hb: 7.1 Halverwege de ingreep treedt een bloeding op waardoor de chirurg besluit over te gaan tot laparotomie. Er moet flink gevuld worden om de tensie op peil te houden. De bloeding is gestopt en de operatie loopt ten einde.

18 Vragen ….

19 hypothermie Monitoren! Rustig opwarmen Complicaties
Anders perifere vasodilatatie, shock Complicaties Pneumonie Pancreatitis Acuut nierfalen Intravasculaire coagulatie

20 Hypothermie en stolling
Remt aggregatie van bloedplaatjes Vermindert stollingsfactoren Voorkomen door: Stollingsfactoren + plaatjes bij vullen Verwarmd vocht toedienen Omgeving verwarmen

21 Acuut nierfalen Cave hyperkaliemie Hartstilstand

22 Anemie Laag heamoglobine agv een lage rode cell massa
Verminderde productie Verhoogd verlies Verhoogde afbraak

23 Anemie Laag MCV Normaal MCV Hoog MCV Ijzer tekort Thalassemie
Chr. Ziekte - nierfalen Beenmerg falen - hemolyse Hypothyreoidie - zwangerschap Hoog MCV V12 of foliumz defecientie Alcohol Reticulocytosis (bij hemolyse)

24 CASUS 3

25 Een vrouw van 29 jaar komt voor een strumectomie
Gegevens: RR: /80 HF: p/m Lengte/gewicht: 1.70m / 89 kg Hb: mmol/l

26 Vragen

27 Hoe werkt PTH? PTH, Ca, VitD QI = g/L2 =30,8

28 Diabetes Mellitus QI = g/L2 =30,8 Type 1: insuline dependent DM
Patient heeft altijd insuline nodig Vaak ketoacidose Type 2: non-insuline dependent DM Door verminderde insuline secretie Of verminderde gevoeligheid insuline

29 Glucose

30 CASUS 4

31 Tom is geboren na een zwangerschapsduur van 39 weken
Tom is geboren na een zwangerschapsduur van 39 weken. De zwangerschap en bevalling verliepen ongecompliceerd. Zijn geboortegewicht was 3370 gram. Daags na zijn geboorte belt de kraamverzorgster met de mededeling dat de huid van Tom een gele kleur begint te vertonen

32 Geel zien Hyperbilirubinemie Verhoogd aanbod bilirubine
Hemolyse Verminderde verwerking in de lever Verminderde conjugering Verlaagde opname Obstructie Mengvormen borstvoeding

33 Aanvullend Onderzoek Verloskundige kaart: bloedgroep moeder O positief
Lab onderzoek Tom: Bilirubine 215 umol/l Directe Coombs-test positief Bloedgroep A negatief Hb 10,0 (9,4-14,6) Ht 48% (46-70)

34 Bloedgroepantagonisme
Moeder heeft bloed groep O Jan heeft bloed groep A Bij O-A of O-B antagonisme gaan maternale antistoffen over placenta (aanw. Bevestigt door coombs test)

35 Rhesus antagonisme Rhesus negatieve moeder
Zwanger van rhesus positief kind Moeder vormt anti-rhesus-stoffen In volgende zwangerschap kan dit problemen opleveren

36 Acceptor Donor A B AB O - + O = universele donor; geen antigenen
AB = universel acceptor, geen antistoffen

37 Elektrolyten fysiologie
Man 70 kg: = 42 liter (60% lich gewicht) Intra cellulair = 28 (2/3) Extra cellulair = 14 (1/3) Intravasculair = 3 liter plasma ( 5 ltr bloed)

38 Elektrolyten fysiologie
Natrium: Verminderde bloedflow -> Renine productie -> Angiotensinogeen -> angiotensine 1-> AT2 Angiotensine 2 -> efferente arteriolaire constrictie (=> verhoogde doorbloedingsdruk) Perifere vasoconstrictie Stimulatie van bijniershors om aldosteron te produceren Activatie van natrium pomp (in ruil voor H en K) Reabsorptie van natrium en water van urine

39 Elektrolyten fysiologie
Kalium: meeste intracellulair => serum kalium levels slechte relectie van lichaams kalium Is concurrent van Hydrogen-ionen mbt Natrium uitwisseling

40 PTT aPTT TT Stolling

41 Vit K => synthese II, VII, IX, X


Download ppt "CASUS 1."

Verwante presentaties


Ads door Google