De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Anatomische Bewegingsanalyse en Pathologie I

Verwante presentaties


Presentatie over: "Anatomische Bewegingsanalyse en Pathologie I"— Transcript van de presentatie:

1 Anatomische Bewegingsanalyse en Pathologie I
Voortbewegen IV Module 9

2 Diabetes mellitus (DM)
Stofwisselingsstoornis ten gevolge van een relatief of absoluut tekort aan insuline Zie fysiologieboek voor suikerstofwisseling - Wat is DM? Wat weten jullie van DM? - Korte fysiologische uitleg over wat DM is > ook in filmpje - Een te hoge bloedglucosewaarde leidt tot: *De nieren kunnen de hoge bloedglucosewaarde niet aan en laten glucose door > poly-urie (veel plassen) *Glucose ontrekt vocht aan het lichaam > glucose wordt uitgeplast met veel vocht > poly-dipsie (dorst en veel drinken) *Doordat alleen vetten verbrand worden hopen zure restproducten zich op in het bloed > dit is een belasting voor de lever > moeheid, coma en dood *De stofwisseling raakt verstoord (koolhydraten, eiwitten, vetstofwisseling, electrolytenbalans) > vermagering *Door veel plassen gaat natrium verloren > water in het lichaam wordt minder goed vastgehouden > uitdroging (kan later leiden tot shock) *Het insulinetekort heeft een verhogend effect op de bloedglucosewaarde (minder opbouw en meer afbraak van eiwitten plaats) > hierdoor ureum als afvalproduct (= schadelijk) > vergiftiging > coma en dood

3 Type 1 en type 2 Type 1: Type 2: ‘Jeugddiabetes’
Geen aanmaak van insuline Behandeling mbv insuline injecties Type 2: ‘Ouderdomsdiabetes’ Relatief tekort aan insuline Behandeling Afvallen in combinatie met een dieet Tabletten Insuline injecties Type 1 = - Type 2 = * Voorkomen - 1 tot 2 per 1000 inwoners - Ontstaat meestal voor het 30e levensjaar * 2 tot 4 per 100 inwoners * Ontstaat meestal na het 40e levensjaar Ontdekken - Na een korte periode van klachten als dorst, veel plassen en afvallen * Na langere periode van klachten als dorst en veel plassen, soms afvallen. Vaak ontdekt bij een routinecontrole van urine of bloed Oorzaak - Absoluut tekort aan insuline * Relatief tekort aan insuline Erfelijkheid - Zelden - Kinderen hebben 4% kans op DM type I * Bijna altijd iemand in de familie die ook diabetes heeft * Kinderen hebben 25% kans op DM type II Behandeling - Insuline injecties * Afvallen > tabletten > insuline injecties Zwangerschap - Kan bij toeval ontstaan en verdwijnt niet na de bevalling * Kan in de zwangerschap ontdekt worden en verdwijnt na de zwangerschap

4 DM type 2 Ontstaan: zowel genetische als omgevingsfactoren
Risicofactoren: overgewicht, het type vetverdeling (middelomtrek), mate van lichamelijke activiteit, roken Feiten DM is de meest voorkomende ziekte in ons land Op 1 januari 2011 waren er mensen met diabetes gediagnosticeerd Ieder jaar krijgen mensen diabetes, bijna 200 per dag 9 van de 10 mensen met DM heeft diabetes type 2 De oorzaak is soms bekend: - Ziekte van de alvleesklier - Leveraandoeningen - Trauma (motor/auto-ongelukken met borsttrauma) - Bijwerking van medicijnen Factoren die DM kunnen uitlokken: * Overgewicht * Zwangerschap * Stress * Infecties Voor type II is de leefstijl erg van invloed; overgewicht, roken, weinig beweging. Veel mensen hebben diabetes maar weten dit nog niet. In Nederland overlijden jaarlijks evenveel mensen aan diabetes als aan borstkanker, namelijk Daarnaast overlijden er nog veel mensen aan de gevolgen van diabetes waardoor het getal naar schatting boven de uitkomt. Vooral door de vergrijzing en het toenemende aantal mensen met overgewicht kan het aantal mensen met diabetes in 2025 verdubbelen.

5 Diagnostiek Bepaling bloedglucose Urineonderzoek
Nuchter - normaal 4-6 mmol/l HbA1c - normaal < 6% Urineonderzoek Glucose Eiwitten Ketonen (pH) DM wordt gediagnosticeerd aan de hand van: - Bloedglucosewaarden - Urine-onderzoek. De bloedglucosewaarde kan gemeten worden door bloed prikken zoals in het ziekenhuis maar ook zelf gedaan worden met een vingerprikapparaatje. Normaal is de nuchtere bloedglucosewaarden tussen de 4 en 6 mmol/L. Na het eten kan dit oplopen tot 6-7 mmol/L en na 2 uur is deze stijging weer verdwenen. Bij diabetespatiënten zijn 7 tot 8 mmol/L al goede waarden. Er zijn mensen met waarden van 20 mmol/L > zoals je zelf al kan bedenken is dit niet goed. Naast de nuchtere waarde is ook het HbA1c van belang. Dit is het geglycoliseerde hemoglobine oftewel de glucose die gebonden is aan hemoglobine. Met deze methode kan je de bloedglucosespiegel van de afgelopen 3 maanden meten. Dit is een erg objectieve meting want de patiënt kan de dokter niet voor de gek houden. Voor niet-diabetespatiënten ligt HbA1c waarde onder de 6%. Voor diabetespatiënten geldt het volgende: - Goed < 7% - Matig 7 – 9% - Slecht > 9% - Kritiek > 11% Naast bloedonderzoek ook urineonderzoek. Er wordt dan gekeken naar: * Glucose > normaal is er geen glucose in de urine aanwezig. Bij mensen met DM kan dit 9 mmol/L zijn. * Eiwitten > hetzelfde geldt voor eiwitten; normaal zijn deze niet te vinden in de urine. Bij diabetespatiënten geldt dat bij meer dan 20 mg in 24 uur er een risico is op ernstige niercomplicaties. * Ketonen > ketonen worden gevormd wanneer het lichaam een deel van zijn eigen vet verbrandt. Dit gebeurt pas wanneer er niet genoeg glucose is voor de energievoorziening. Als het lichaam te veel en te snel vet verbrandt kan kunnen er ketonen in het bloed komen en daarna in de urine. Wanneer er teveel ketonen in het bloed aanwezig zijn dan leidt dit tot verzuring oftewel metabole acidose waarbij de pH daalt.

6 Complicaties Korte termijn Lange termijn Hypoglycaemie Hyperglycaemie
Retinopathie Nefropathie Neuropathie Cardiovasculaire complicaties De diabetische voet Bij DM treden er complicaties op op korte en op lange termijn: * Hypoglycaemie > DM-patiënten noemen dit vaak een ‘hypo’. Dit is een te lage bloedsuikerwaarde. Alle organen hebben glucose nodig om te kunnen functioneren. Wanneer de bloedsuikerwaarde te laag is, is afhankelijk van de individuele gevoeligheid. Dat is voor iedereen anders. Als je bloedsuikerwaarde te laag is kan je bijv hoofdpijn krijgen, moeheid, zweten, bleekheid, duizeligheid etc. Het bewustzijn van de DM-patiënt daalt. Bij DM-patiënten moet in zo’n geval direct glucose toegediend worden. Dit gaat door middel van een infuus. * Hyperglycaemie > dit wordt vaak een ‘hyper’ genoemd. De bloedglucosewaarde is dan te hoog. Door de verzuring van het lichaam ontstaat een vergiftiging van het lichaam. Dit kan leiden tot een coma. Symptomen zijn veel dorst, veel plassen, droge tong etc. Patiënten krijgen in zo’n geval een insuline, water en electrolyten per infuus. Op de lange termijn: * Retinopathie > oogproblemen > door de verstoorde bloedsuikerspiegel ontstaan er vaatproblemen in het netvlies. Hierdoor gaat het zicht achteruit en kan zelfs leiden tot blindheid. * Nefropathie > nierproblemen > de verhoogde bloedglucose is de belangrijkste oorzaak. Ook heeft een hoge bloeddruk invloed op de nierfunctie. * Neuropathie > zenuwbeschadiging * Cardiovasculaire complicaties * Diabetische voet

7 Neuropathie Diabetische neuropathie:
‘Een symmetrische en distaal voorkomende uitval van perifere zenuwen ten gevolge van problemen met de suikerstofwisseling’ 3 componenten Sensibele neuropathie Motorische neuropathie Autonome neuropathie Diabetische neuropathie komt vaker voor bij type 2 dan bij type 1 Risiscofactoren voor de DM neuropathie zijn: (metabole en vasculaire factoren) - Slechte bloedsuikerregulatie (veel schommelingen) - Roken - Hypertensie - Groot alcoholgebruik - Hoog cholesterol - Slechte socio-economische omstandigheden - Nierfunctiestoornis Sensibele neuropathie: * Paraesthesieën (tintelingen) * Pijn (hyperesthesie) * Uitbreiding van distaal naar proximaal * Langste zenuw als eerst aangedaan * Uitgeval oppervlakkig gevoel > stoten of een steentje in de schoen wordt niet opgemerkt > wond! * Uitval ‘diepe’ gevoel > gestoorde propriocepsis, dysbalans Temperatuur Motorische neuropathie: * Uitvallen intrinsieke voetspieren (en soms ook extensoren van de voet/tenen) > flexoren krijgen de overhand > klauwtenen en hollere voet > andere belasting met lopen, meer op metatarsalia en calcaneus > overbelasting > eeltvorming > grotere kans op wond Autonome neuropathie: * Dit treft het hele lichaam > centraal zenuwstelsel

8 Angiopathie Hart- en vaataandoeningen zijn de belangrijkste doodsoorzaak onder DM-patiënten Retinopathie Inspectie voeten Macro-angiopathie Atherosclerose Claudicatio intermittens / gangreen Mönckebergsclerose Micro-angiopathie Onvoldoende zuurstoftransport - Vaatproblemen over het hele lichaam > CVA. Ook grotere kans op infecties. - Slecht zien > langzaam proces. - Er zijn 2 vormen: macro-angiopathie en micro-angiopathie. - Macro-angiopathie: grote vaten * Atherosclerose! * CVA, hartinfarct en ischemische wonden * Risicofactoren - Claudicatio intermittens: etalagebenen > gangreen - Mönckebergsclerose: kleinere vaten > verharding van de wand - Micro-angiopathie: kleinste vaatjes

9 De diabetische voet De verscheidenheid aan voetafwijkingen die ontstaan ten gevolge van neuropathie, macro-angiopathie, ‘limited joint mobility’ en andere gevolgen van metabole stoornissen, die meestal in combinatie voorkomen bij patiënten met diabetes mellitus

10 Diabetische screening
Anamnese Inspectie Neurologische testen Oppervlakkige gevoel Diepe gevoel Testen ter indicatie van ‘limited joint mobility’ Testen ter indicatie voor het bestaan van vaatlijden Schoenbeoordeling Conclusie Zie protocol DM screening

11 Diabetische ulcus Definitie: ‘een diabetische ulcus is een verbreking van de huid, die niet geneest binnen één week’ Gestoorde wondgenezing door: Sensibele neuropathie Micro-angiopathie Glucosegehalte in het bloed is hoog Infectie Kleur van de wond Zie afbeeldingen

12


Download ppt "Anatomische Bewegingsanalyse en Pathologie I"

Verwante presentaties


Ads door Google