Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdLudo Moens Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
De brieven van Paulus aan de Tessalonissenzen 2 Tessalonissenzen 2 en 3 door Peter Vandebuerie We zullen het vandaag hebben over: 1. Rechtzettingen over de komst van de Here 2. Oproep om standvastig te blijven 3. Omgang met ongeregelden 4. Slotwoorden
2
“Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van onze Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren reeds aanbrak. Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is. Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb? En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; wacht slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here Jezus doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt. Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten tekenen en bedrieglijke wonderen, en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven, opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid” 2 Tessalonissenzen 2:1-12. 1. Rechtzettingen over de komst van de Here
3
“Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van onze Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren reeds aanbrak. Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is. Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb? En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; wacht slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here Jezus doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt. Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten tekenen en bedrieglijke wonderen, en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven, opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid” 2 Tessalonissenzen 2:1-12. Komst zal niet spoedig zijn Welke komst? Dag dat ongehoorzamen worden gestraft en gelovigen Jezus zullen aanschouwen (vgl 2 Tessalonissenzen 1:7-10) Wanhopig zijn, bang worden Geestesuiting: gevoel dat hen doet geloven dat wat ze denken een openbaring van God is Prediking: iemand die beweert Gods wil te verkondigen Brief van apostelen: vervalsing Wat mochten zij niet geloven? op het punt stond aan te breken/reeds was gekomen Misleiden: bedriegen, om de tuin leiden Wanneer we weten wat echt is, kunnen we ook her- kennen wat vals is.
4
“Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van onze Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren reeds aanbrak. Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is. Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb? En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; wacht slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here Jezus doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt. Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten tekenen en bedrieglijke wonderen, en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven, opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid” 2 Tessalonissenzen 2:1-12. Komst zal niet spoedig zijn apoka’lupto: onthullen, openleggen wat bedekt is, bekendmaken, laten zien, onthullen wat tevoren onbekend was ἀ ποκαλυφθ ῇ (vgl Lukas 2:35) ‘geopenbaard worden’ ἀ ποκαλυφθ ῆ ναι (vgl Romeinen 8:18) ‘geopenbaard zal worden’ ἀ ποκαλυφθήσεται (vgl Matteus 10:26) ‘zal geopenbaard worden’ Context moet bepalen wanneer en wie geopen- baard wordt. Grondtekst spreekt niet over ‘zich openbaren’ Paulus’ punt is dat Jezus nog niet kan zijn teruggekomen want eerst komt afval en openbaring wetteloze 1. Rechtzettingen over de komst van de Here
5
“Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van onze Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren reeds aanbrak. Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is. Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb? En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; wacht slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here Jezus doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt. Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten tekenen en bedrieglijke wonderen, en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven, opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid” 2 Tessalonissenzen 2:1-12. Komst zal niet spoedig zijn Eerst komt afval en openbaring wetteloze Afval van wat? (wegvallen, in de steek laten) Afval van de zuivere leer en geloof (1 Timoteus 4:1; Hebreeën 3:12-14; Galaten 5:7-8) zij die denken dat ze het recht hebben om Gods geboden te veranderen of te negeren Wetteloze? hij die de verkeerde weg opgaat, hij die afdwaalt van Gods wet Tempel Gods? de gelovigen zijn de tempel van God (2 Korintiërs 6:16; Efeziërs 2:21-22; 1 Petrus 2:5) Waarvoor waarschuwden de apostelen? Paulus aan oudsten Efeze (Handelingen 20:29-30) Petrus (2 Petrus 1:15, 2:1-2, 15, 20, 3:1-3, 17) Weerhouden? tegenhouden, de voortgang van iets bemoeilijken apostolische aanwezigheid stond in de weg Reeds in werking (ontwikkeling reeds bezig) Jezus zal de wetteloze vernietigen bij Zijn komst dus kan Jezus nog niet zijn teruggekomen Jezus zal laten zien wie wettelozen zijn (Matteus 7:21-23) 1. Rechtzettingen over de komst van de Here
6
“Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van onze Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren reeds aanbrak. Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is. Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb? En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; wacht slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here Jezus doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt. Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten tekenen en bedrieglijke wonderen, en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven, opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid” 2 Tessalonissenzen 2:1-12. Komst zal niet spoedig zijn Eerst komt afval en openbaring wetteloze Hoe sommigen deze verzen benaderen: gaat over verwoesting van Jeruzalem in 70 na Ch. wetteloze is pausdom en hij die weerhoudt Romeinse Rijk ‘wetteloze’, ‘antichrist’ en ‘beest en zijn valse profeet’ zijn dezelfde en moet zich nog in onze tijd openbaren (vgl 1 Johannes 2:18-19, 22; 4:3; 2 Johannes 1:7-9; Openbaringen 19:20, 20:10) *Paulus leerde dat de ontwikkeling van de wetteloze reeds bezig was *Waarschuwing was relevant voor Tessalonissen- zen en zou voortkomen uit de gelovigen *Wetteloze zal bestaan tot Jezus terugkomt op dag des oordeels *Indien dit over één persoon zou gaan dan is hij nu al 2000 jaar oud … 1. Rechtzettingen over de komst van de Here
7
“Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van onze Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren reeds aanbrak. Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is. Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb? En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; wacht slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here Jezus doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt. Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten tekenen en bedrieglijke wonderen, en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven, opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid” 2 Tessalonissenzen 2:1-12. Komst zal niet spoedig zijn Eerst komt afval en openbaring wetteloze Mijn conclusie: wetteloze staat voor die mens of groep van mensen die een ander evangelie verkondigden dan Jezus en Zijn apostelen, voortge- komen uit de christenen van de eerste eeuw. Deze wettelozen hebben een grootschalige afval veroor- zaakt dmv valse leringen. Het principe van wetteloosheid zal voortduren tot Jezus terugkomt op de oordeelsdag. Er zijn veel mensen en kerken die onder de noemer van ‘mens der wetteloosheid’ kunnen worden gezet. 1. Rechtzettingen over de komst van de Here
8
“Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van onze Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren reeds aanbrak. Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is. Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb? En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; wacht slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here Jezus doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt. Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten tekenen en bedrieglijke wonderen, en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven, opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid” 2 Tessalonissenzen 2:1-12. Komst zal niet spoedig zijn Eerst komt afval en openbaring wetteloze Werking van de wetteloze Komst wetteloze naar werking van satan de tovenaars van Farao (Exodus 7:9-12) Mozes in de wet (Deuteronomium 13:1-5) Jezus over verwoesting Jeruzalem (Matteus 24:23- 24) het beest en zijn valse profeet (Openbaring 19:20) Wie wordt misleidt? Waarom gaan zij verloren? aanvaarden: gunstig ontvangen, gehoor geven aan, goedkeuren, niet verwerpen ‘niemand moet mij zeggen wat ik moet doen’ ‘ik geloof wel op mijn manier’ Zij hadden kunnen behouden worden Wat doet God met hen die de waarheid niet willen geloven? Kennen we het verhaal van Achab? ( 1 Koningen 22:1-40) maw ‘wie wil misleid worden, zal misleid worden!’ (vgl 2 Timoteus 3:13) 1. Rechtzettingen over de komst van de Here
9
“Maar wij behoren God te allen tijde om u te danken, door de Here geliefde broeders, dat God u als eerstelingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid. Daartoe heeft Hij u ook door ons evangelie geroepen tot het verkrijgen van de heerlijkheid van onze Here Jezus Christus. Zo dan, broeders, staat vast en houdt u aan de overleveringen, die u door ons, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, geleerd zijn. En Hij, onze Here Jezus Christus, en God, onze Vader, die ons heeft liefgehad en ons eeuwige troost en goede hoop door zijn genade verleend heeft, trooste uw harten, en make ze sterk in alle goed werk en woord. Voorts, broeders, bidt voor ons, dat het woord des Heren snelle voortgang hebbe en verheerlijkt worde, evenals bij u, en dat wij bewaard blijven voor de wargeesten en slechte mensen; want trouw vindt men niet bij allen. Maar wel getrouw is de Here, die u sterken zal en u bewaren voor de boze. En wij vertrouwen in de Here van u, dat gij, hetgeen wij u bevelen, niet alleen doet, maar ook zult doen. De Here neige uw harten tot de liefde Gods en tot de volharding van Christus” 2 Tessalonissenzen 2:13-3:5. 2. Oproep om standvastig te blijven
10
“Maar wij behoren God te allen tijde om u te danken, door de Here geliefde broeders, dat God u als eerstelingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid. Daartoe heeft Hij u ook door ons evangelie geroepen tot het verkrijgen van de heerlijkheid van onze Here Jezus Christus. Zo dan, broeders, staat vast en houdt u aan de overleveringen, die u door ons, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, geleerd zijn. En Hij, onze Here Jezus Christus, en God, onze Vader, die ons heeft liefgehad en ons eeuwige troost en goede hoop door zijn genade verleend heeft, trooste uw harten, en make ze sterk in alle goed werk en woord. Voorts, broeders, bidt voor ons, dat het woord des Heren snelle voortgang hebbe en verheerlijkt worde, evenals bij u, en dat wij bewaard blijven voor de wargeesten en slechte mensen; want trouw vindt men niet bij allen. Maar wel getrouw is de Here, die u sterken zal en u bewaren voor de boze. En wij vertrouwen in de Here van u, dat gij, hetgeen wij u bevelen, niet alleen doet, maar ook zult doen. De Here neige uw harten tot de liefde Gods en tot de volharding van Christus” 2 Tessalonissenzen 2:13-3:5. Wat God voor hen heeft gedaan en nog doet Als eerstelingen verkoren tot behoudenis? eersteling (vgl Romeinen 16:5 en Jakobus 1:18) Hoe heeft God hen verkoren? geheiligd: gereinigd geloof: overtuiging die leidt tot gehoorzaamheid Hoe en waarom heeft God hen geroepen? heerlijkheid: hoogst heerlijke toestand Wat wordt er daarom van hun verwacht? ze moesten vasthouden aan de schriftelijke en mondelinge leringen van de apostelen vgl 1 Korintiërs 4:17 Wat zullen de Vader en de Zoon dan doen? troosten: bemoedigen en versterken 2. Oproep om standvastig te blijven
11
“Maar wij behoren God te allen tijde om u te danken, door de Here geliefde broeders, dat God u als eerstelingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid. Daartoe heeft Hij u ook door ons evangelie geroepen tot het verkrijgen van de heerlijkheid van onze Here Jezus Christus. Zo dan, broeders, staat vast en houdt u aan de overleveringen, die u door ons, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, geleerd zijn. En Hij, onze Here Jezus Christus, en God, onze Vader, die ons heeft liefgehad en ons eeuwige troost en goede hoop door zijn genade verleend heeft, trooste uw harten, en make ze sterk in alle goed werk en woord. Voorts, broeders, bidt voor ons, dat het woord des Heren snelle voortgang hebbe en verheerlijkt worde, evenals bij u, en dat wij bewaard blijven voor de wargeesten en slechte mensen; want trouw vindt men niet bij allen. Maar wel getrouw is de Here, die u sterken zal en u bewaren voor de boze. En wij vertrouwen in de Here van u, dat gij, hetgeen wij u bevelen, niet alleen doet, maar ook zult doen. De Here neige uw harten tot de liefde Gods en tot de volharding van Christus” 2 Tessalonissenzen 2:13-3:5. Wat God voor hen heeft gedaan en nog doet Opwekking tot trouw Waarom vraagt Paulus gebed? trouw: overtuiging die leidt tot gehoorzaamheid (2:13) Daartegenover staat de trouw van God Het vertrouwen van de apostelen gehoorzaamheid aan bevelen Waarom? Omdat ze moeten volharden tot het einde (Hebreeën 3:14) 2. Oproep om standvastig te blijven
12
“Maar wij bevelen u, broeders, in de naam van de Here Jezus Christus, dat gij u onttrekt aan elke broeder, die zich ongeregeld gedraagt, in strijd met de overlevering, die gij van ons ontvangen hebt. Gij weet immers zelf, hoe ons voorbeeld behoort gevolgd te worden, daar wij bij u niet van de regel afgeweken zijn, noch gegeven brood bij iemand hebben gegeten; maar met moeite en inspanning werkten wij dag en nacht, om niemand van u lastig te vallen; niet, dat wij er geen bevoegdheid toe hebben, maar om ons u tot een voorbeeld ter navolging te stellen. Want ook toen wij bij u waren, bevalen wij u dit: Wil iemand niet werken, dan zal hij ook niet eten. Wij horen namelijk, dat sommigen onder u zich ongeregeld gedragen, door geen werk te verrichten, maar bezig te zijn met wat geen werk is; zulke mensen bevelen wij en wij vermanen hen in de Here Jezus Christus, dat zij rustig bij hun werk blijven en hun eigen brood eten. En gij, broeders, wordt niet moede te doen wat goed is. Als iemand niet luistert naar wat wij door onze brief zeggen, tekent hem en gaat niet met hem om, opdat hij beschaamd worde; houdt hem echter niet voor een vijand, maar wijst hem terecht als een broeder” 2 Tessalonissenzen 3:6-15. 3. Omgang met ongeregelden
13
“Maar wij bevelen u, broeders, in de naam van de Here Jezus Christus, dat gij u onttrekt aan elke broeder, die zich ongeregeld gedraagt, in strijd met de overlevering, die gij van ons ontvangen hebt. Gij weet immers zelf, hoe ons voorbeeld behoort gevolgd te worden, daar wij bij u niet van de regel afgeweken zijn, noch gegeven brood bij iemand hebben gegeten; maar met moeite en inspanning werkten wij dag en nacht, om niemand van u lastig te vallen; niet, dat wij er geen bevoegdheid toe hebben, maar om ons u tot een voorbeeld ter navolging te stellen. Want ook toen wij bij u waren, bevalen wij u dit: Wil iemand niet werken, dan zal hij ook niet eten. Wij horen namelijk, dat sommigen onder u zich ongeregeld gedragen, door geen werk te verrichten, maar bezig te zijn met wat geen werk is; zulke mensen bevelen wij en wij vermanen hen in de Here Jezus Christus, dat zij rustig bij hun werk blijven en hun eigen brood eten. En gij, broeders, wordt niet moede te doen wat goed is. Als iemand niet luistert naar wat wij door onze brief zeggen, tekent hem en gaat niet met hem om, opdat hij beschaamd worde; houdt hem echter niet voor een vijand, maar wijst hem terecht als een broeder” 2 Tessalonissenzen 3:6-15. Onttrekken aan ongeregelden Van wie kwam het bevel? (vgl 2 Korintiërs 5:20) Onttrekken? omgang onthouden Ongeregeld? ordeloos, afwijkend van de voorgeschreven regels Welk voorbeeld was hun gegeven? niet van de regel afgeweken: plicht verwaarlozen, opstandig zijn verkondigers van het Woord hebben bevoegdheid om ondersteuning te ontvangen (1 Korintiërs 9:14) Welk bevel was hun gegeven toen Paulus nog bij hen was? 3. Omgang met ongeregelden
14
“Maar wij bevelen u, broeders, in de naam van de Here Jezus Christus, dat gij u onttrekt aan elke broeder, die zich ongeregeld gedraagt, in strijd met de overlevering, die gij van ons ontvangen hebt. Gij weet immers zelf, hoe ons voorbeeld behoort gevolgd te worden, daar wij bij u niet van de regel afgeweken zijn, noch gegeven brood bij iemand hebben gegeten; maar met moeite en inspanning werkten wij dag en nacht, om niemand van u lastig te vallen; niet, dat wij er geen bevoegdheid toe hebben, maar om ons u tot een voorbeeld ter navolging te stellen. Want ook toen wij bij u waren, bevalen wij u dit: Wil iemand niet werken, dan zal hij ook niet eten. Wij horen namelijk, dat sommigen onder u zich ongeregeld gedragen, door geen werk te verrichten, maar bezig te zijn met wat geen werk is; zulke mensen bevelen wij en wij vermanen hen in de Here Jezus Christus, dat zij rustig bij hun werk blijven en hun eigen brood eten. En gij, broeders, wordt niet moede te doen wat goed is. Als iemand niet luistert naar wat wij door onze brief zeggen, tekent hem en gaat niet met hem om, opdat hij beschaamd worde; houdt hem echter niet voor een vijand, maar wijst hem terecht als een broeder” 2 Tessalonissenzen 3:6-15. Onttrekken aan ongeregelden Rustig bij werk blijven en eigen brood eten Waarom sprak Paulus hierover? Bezig zijn met wat geen werk is? zich met zinloze, onnodige zaken bezig houden, iemand die opdringerig nieuwsgierig is naar andermans zaken (vgl 1 Timoteus 5:11-15) Wat zeiden de apostelen hierover? rustig: beschrijving van het leven van iemand die thuis blijft en zijn eigen werk doet, en zich niet ongevraagd mengt in andermans aangelegenheden Waarom zouden de broeders moe worden om goed te doen? ze mochten het niet nalaten om behoeftigen te helpen, ook al waren er profiteurs in hun midden 3. Omgang met ongeregelden
15
“Maar wij bevelen u, broeders, in de naam van de Here Jezus Christus, dat gij u onttrekt aan elke broeder, die zich ongeregeld gedraagt, in strijd met de overlevering, die gij van ons ontvangen hebt. Gij weet immers zelf, hoe ons voorbeeld behoort gevolgd te worden, daar wij bij u niet van de regel afgeweken zijn, noch gegeven brood bij iemand hebben gegeten; maar met moeite en inspanning werkten wij dag en nacht, om niemand van u lastig te vallen; niet, dat wij er geen bevoegdheid toe hebben, maar om ons u tot een voorbeeld ter navolging te stellen. Want ook toen wij bij u waren, bevalen wij u dit: Wil iemand niet werken, dan zal hij ook niet eten. Wij horen namelijk, dat sommigen onder u zich ongeregeld gedragen, door geen werk te verrichten, maar bezig te zijn met wat geen werk is; zulke mensen bevelen wij en wij vermanen hen in de Here Jezus Christus, dat zij rustig bij hun werk blijven en hun eigen brood eten. En gij, broeders, wordt niet moede te doen wat goed is. Als iemand niet luistert naar wat wij door onze brief zeggen, tekent hem en gaat niet met hem om, opdat hij beschaamd worde; houdt hem echter niet voor een vijand, maar wijst hem terecht als een broeder” 2 Tessalonissenzen 3:6-15. Onttrekken aan ongeregelden Rustig bij werk blijven en eigen brood eten Tekenen en omgang mijden Wat moesten ze doen met hen die nog steeds niet wilden luisteren? Tekenen? merken, onderscheiden van de rest Niet omgaan? niet intiem met elkaar zijn, niet met elkaar vermengen, uit hun midden verwijderen vgl 1 Korintiërs 5:1-13 Waarom moesten zij dit doen? het doel van ontrekken is om iemand tot inkeer brengen (vgl Jakobus 5:19-20) Hoe moesten zij een overtreder behandelen? Geen kwaad met kwaad vergelden Hoe reageren mensen vaak als je hen aanspreekt over hun zonden? Dit creeërt ontzag bij de overigen (1 Timoteus 5:20) Laat de gemeente weten hoe het geestelijk gesteld is met de overtreder (Romeinen 16:17-19) Motiveert de gemeente om de overtreder tot inkeer te brengen (Matteus 18:17) 3. Omgang met ongeregelden
16
“Maar wij bevelen u, broeders, in de naam van de Here Jezus Christus, dat gij u onttrekt aan elke broeder, die zich ongeregeld gedraagt, in strijd met de overlevering, die gij van ons ontvangen hebt. Gij weet immers zelf, hoe ons voorbeeld behoort gevolgd te worden, daar wij bij u niet van de regel afgeweken zijn, noch gegeven brood bij iemand hebben gegeten; maar met moeite en inspanning werkten wij dag en nacht, om niemand van u lastig te vallen; niet, dat wij er geen bevoegdheid toe hebben, maar om ons u tot een voorbeeld ter navolging te stellen. Want ook toen wij bij u waren, bevalen wij u dit: Wil iemand niet werken, dan zal hij ook niet eten. Wij horen namelijk, dat sommigen onder u zich ongeregeld gedragen, door geen werk te verrichten, maar bezig te zijn met wat geen werk is; zulke mensen bevelen wij en wij vermanen hen in de Here Jezus Christus, dat zij rustig bij hun werk blijven en hun eigen brood eten. En gij, broeders, wordt niet moede te doen wat goed is. Als iemand niet luistert naar wat wij door onze brief zeggen, tekent hem en gaat niet met hem om, opdat hij beschaamd worde; houdt hem echter niet voor een vijand, maar wijst hem terecht als een broeder” 2 Tessalonissenzen 3:6-15. Onttrekken aan ongeregelden Rustig bij werk blijven en eigen brood eten Tekenen en omgang mijden Waar we rekening mee moeten houden: Paulus had hen geleerd wat goed was toen hij in Tessalonica was (1 Tessalonissenzen 4:10-11) Paulus had hen toen ook het goede voorbeeld gegeven (1 Tessalonissenzen 2:9) Paulus herhaalde zijn leer over deze dingen in zijn eerste brief (1 Tessalonissenzen 4:10-11) Paulus leerde hen opnieuw over deze dingen in zijn tweede brief (2 Tessalonissenzen 3:11-12) en geeft de ongeregelde een laatste kans om zich te bekeren Wie na al deze waarschuwingen nog niet wilde luisteren, moest worden getekend (vgl Titus 3:10- 11; Judas 1:22-23) 3. Omgang met ongeregelden
17
“En Hij, de Here des vredes, geve u de vrede, voortdurend, in elk opzicht. De Here zij met u allen. Een eigenhandige groet van mij, Paulus. Dit is een waarmerk in elke brief: zo schrijf ik. De genade van onze Here Jezus Christus zij met u allen” 2 Tessalonissenzen 3:6-15. 4. Slotwoorden
18
De brieven van Paulus aan de Tessalonissenzen 2 Tessalonissenzen 2 en 3 door Peter Vandebuerie We hebben het in deze les gehad over: 1. Rechtzettingen over de komst van de Here Komst zal niet spoedig zijn Eerst komt afval en openbaring wetteloze Werking van de wetteloze 2. Oproep om standvastig te blijven Wat God voor hen heeft gedaan en nog doet Opwekking tot trouw 3. Omgang met ongeregelden Onttrekken aan ongeregelden Rustig bij werk blijven en eigen brood eten Tekenen en omgang mijden 4. Slotwoorden
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.