Download de presentatie
1
Preek 1 Tessalonicenzen 5: 23-24
Moge de God van de vrede zelf uw leven in alle opzichten heiligen, en mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus. Hij die u roept is trouw en doet zijn belofte gestand. Slide 1 Preek 1 Tessalonicenzen 5:23-24 Gemeente van Jezus Christus, gasten in ons midden, en in het bijzonder jullie, Evertjan, Felicia, Jan en Willemieke, Met de Geest in de zeilen Slide 2/0
2
Met de Geest in de zeilen
Belijdenis doen: een leven ‘voor’ en ‘na’? Met de Geest in de zeilen Slide 2/0 Wat betekent het om belijdenis te doen? Sommige mensen denken dat het een soort knip is in je leven. Slide 2/1 Totdat je belijdenis doet, mag je genieten van het leven! Maar als je belijdenis hebt gedaan, dan moet je je aan allerlei regeltjes houden. Lol maken is verboden, je leven ligt voortaan onder Gods vergrootglas. Dat maakt het doen van belijdenis niet heel aantrekkelijk. Slide 2/2 Als je denkt dat je leven voor en na je belijdenis heel anders is, bedenk je dan dat alle christenen geroepen zijn om te leven in het licht van Gods genade en geboden. Of je nu wel of geen belijdenis hebt gedaan. Anderen zien het doen van belijdenis als een soort eindpunt na vele jaren van catechisatie. Belijdenis doen wordt dan gezien als het bereiken van een top, waarna je van een mooi uitzicht mag genieten. Slide 3/0
3
Met de Geest in de zeilen
Belijdenis doen: eindpunt? Nog een geloofsleven vóór je, als God het geeft Slide 3/0 Op zich een prachtig beeld, maar als je een half uur naar zo’n uitzicht hebt gekeken, ben je het wel zat. Bovendien heb je ook na je belijdenis nog een heel leven voor je om je geloof vorm te geven, als de Heer het je geeft. Een leven vol ontwikkelingen, geloofsplezier en geloofsstrijd. Slide 3/1 Dus belijdenis doen is geen eindpunt. Een beeld dat ik persoonlijk mooier vind voor het doen van belijdenis is het beeld van zeilen. Slide 4/0
4
Met de Geest in de zeilen
Dat vraagt goede voorbereiding Slide 4/0 Je kunt niet zomaar in een zeilboot stappen, het zeil omhoog hijsen en wegvaren. Als je wilt gaan zeilen, dan moet je je eerst goed voorbereiden. Slide 4/1 Je hebt de juiste kleding nodig. Je hebt voldoende kennis nodig over hoe zeilen werkt. Je moet de termen kennen, zoals ‘aan de wind zeilen’, wat ‘gijpen’ en ‘oploeven’ is. Je moet eerst met ervaren zeilers hebben gezeild, voordat je zelf het water op kunt. Volgens mij is belijdenis doen het moment dat je al deze voorbereiding hebt gehad. Jullie weten wat voor kleding past bij een christen. Niet letterlijk, maar figuurlijk. Jullie hebben geleerd dat je je oude mens moet uittrekken en een nieuwe mens mag aantrekken. Jullie hebben ook heel wat kennis opgedaan in de afgelopen jaren. Je bent vertrouwd geraakt met allerlei geloofstermen. En jullie zijn onder begeleiding van je ouders, verenigingsleiders, catecheten, en anderen aangespoord om zelf te gaan geloven in God, zelf je keuzes te gaan maken. En bovenal hebben jullie de belofte van God gehoord en begrepen, dat alleen de Geest van God jullie de wind in de zeilen kan geven. Dat betekent dat jullie al een hele reis achter de rug hebben van voorbereidingen, worstelen, opgroeien, nadenken, twijfelen. Maar ook dat er nog een hele reis zit aan te komen. Met soms wind mee, soms wind tegen. Soms zal je zelfs in een storm terecht komen in je leven. Maar met de Geest in de zeilen, zal je steeds verder bij je doel komen! Over de Geest in de zeilen schrijft Paulus aan de christelijke gemeente in Tessalonica. We hebben een gedeelte gelezen uit zijn brief, een heel praktisch gedeelte. Jullie krijgen daarin vijf geloofswegwijzers mee voor het leven ná je belijdenis, vijf bakens die onderweg bij onze zeiltocht voor ons allemaal van belang zijn. Baken 1: Vol vertrouwen in de gemeente (vs ) Slide 5/0
5
Met de Geest in de zeilen
Baken 1: Vol vertrouwen in de gemeente (vs ) Aandacht voor de onderlinge omgang in de gemeente Leef in vrede met elkaar - 1 Tes. 5:13b Moge de God van de vrede… - 1 Tes. 5:23a Liefde en respect voor wie zich inzetten In Tessalonica was er patronaat (beschermheer) Maar in de kerk is iedereen gelijk! Baken 1: Vol vertrouwen in de gemeente (vs ) Slide 5/0 Jullie doen belijdenis in het midden van de gemeente. Dat is niet voor niets. In de Bijbel wordt veel geschreven over de onderlinge omgang in de kerk. Slide 5/1 Lid zijn van de gemeente van Christus is niet iets puur persoonlijks. Het is zelfs een medicijn tegen individualisme. Ga maar na: in de kerk zitten we met allemaal verschillende mensen bij elkaar, met onze eigen bagage, rugzakjes, achtergronden. Dat is vanaf het begin van de kerk zo geweest. We worden aangespoord om elkaar te vertrouwen, lief te hebben, voor elkaar te zorgen, elkaar hoog te achten. Als Paulus schrijft: Slide 5/2 Leef in vrede met elkaar, dan is dat niet maar een algemene wens, maar een opdracht van God. Hij wordt de God van de vrede Slide 5/3 genoemd. Lid zijn van een gemeente is vaak hard werken aan de onderlinge omgang. Paulus spitst dat toe op de mensen die zich speciaal inzetten voor de gemeente: Slide 5/4 om leiding te geven, om voor mensen te zorgen, om mensen terecht te wijzen. Je hoeft dan niet direct te denken aan ouderlingen en diakenen, want die waren er waarschijnlijk nog niet in de gemeente toen Paulus deze brief schreef. Hier worden ook geen ambten genoemd, maar wat mensen doen in de gemeente. Waarschijnlijk gaat het hier over de meer vooraanstaande christenen die de positie en het geld hadden om gemeenteleden te leiden en te ondersteunen. De maatschappij van Tessalonica had kende het patronaat. Slide 5/5 Wie tot een lagere en armere sociale klasse behoorde, kon een rijker iemand uit een hogere klasse om hulp vragen. Die gaf jou als patroon ondersteuning, in ruil voor dankbaarheid en dienstbetoon. Zo werd je op een bepaalde manier van elkaar afhankelijk en kregen de arme mensen toch brood op de plank. Deze rijkere mensen waren de aangewezen personen om het voortouw te nemen in de gemeente. Overigens was dat wel een doorbraak: in de kerk zaten arm en rijk naast elkaar, Slide 5/6 gelijk in Christus. In de kerk geen hogere of lagere rangen. Samenvattend: men moet de mensen die zich inzetten in de gemeente veel liefde en respect betonen vanwege het werk dat zij doen. En die lijn kan je wel doortrekken, naar iedereen die zich nu inzet in de kerk, in het bijzonder de ambtsdragers. Jullie mogen hen liefhebben en respecteren om hun inzet voor de gemeente namens Christus. Breder gezien gaat het Paulus dus om vertrouwen in de gemeente. Vertrouwen in de mensen die zich kunnen inzetten voor de gemeente, vertrouwen in elkaar. Dus geen negatief gepraat over en onder elkaar, geen gezeur en negatieve verhalen vertellen, niet afgeven op anderen in de kerk. Maar met vertrouwen je eigen plek innemen in de gemeente. Dan komt er vrede in de gemeente. Baken 2: Oog en hart voor anderen (vs ) Slide 6/0
6
Met de Geest in de zeilen
Baken 2: Oog en hart voor anderen (vs ) In de kerk geldt niet het recht van de sterkste Maar de zorg voor de zwakken In Tessalonica: klaplopers terechtwijzen Hoop voor wie moedeloos is Zorg voor wie zwak is Geduld hebben met iedereen Baken 2: Oog en hart voor anderen (vs ) Slide 6/0 In de maatschappij is het vaak ‘ieder voor zich’. Het recht van de sterkste. Slide 6/1 Maar in de kerk moet je juist oog en hart hebben voor elkaar, met name voor de zwakken. Slide 6/2 Paulus noemt een paar voorbeelden van mensen die zorg nodig hebben in de kerk. Er waren in de gemeente van Tessalonica klaplopers, mensen die te lui waren om te werken. Slide 6/3Ze gingen liever hun handje ophouden bij zo’n patroon, terwijl ze wel in staat waren om te werken. Voor de duidelijkheid: wie niet kan werken, wie werkeloos is, wie afhankelijk is van financiële ondersteuning in de kerk, mag dat aanvaarden als de liefde van Christus. Maar profiteurs moeten worden terechtgewezen. In 2 Tessalonicenzen 3 schrijft Paulus dan ook: Wie niet werkt, zal ook niet eten. Verder zegt Paulus dat hoop moet worden gegeven aan wie moedeloos is. Slide 6/4 Zo waren er in de gemeente van Tessalonica mensen die conflicten hadden met niet-christenen vanwege hun geloof. Maar ook mensen die zorg hadden over gestorven broeders en zusters. Mensen die dachten dat Jezus heel snel zou terugkomen, maar moedeloos werden toen het langer duurde dan gedacht. Als je moedeloos wordt, mag je hoop krijgen in de kerk. Verder moeten we opkomen voor de zwakken. Slide 6/5 Wat voor reden die zwakheid ook heeft. Zwakheid in geloof, in je gezondheid, financieel, noem maar op. En tot slot moet je geduld hebben met iedereen. Slide 6/6 Dat zijn hele concrete aanwijzingen voor jullie, en voor ons allemaal. In de gemeente zijn we geroepen om voor elkaar te zorgen. Dat is anders dan we gewend zijn in een individualistische samenleving. In de gemeente moeten we Slide 7/0 streven naar het goede voor elkaar. En dat niet
7
Met de Geest in de zeilen
Baken 2: Oog en hart voor anderen (vs ) …streef altijd naar het goede, zowel voor elkaar als voor ieder ander - 1 Tes. 5:15b Geen kwaad met kwaad vergelden moeten we Slide 7/0 streven naar het goede voor elkaar. En dat niet alleen in de gemeente, maar voor alle mensen om je heen, …zowel voor elkaar als voor ieder ander. Christenen moeten bekend staan als mensen die geen kwaad met kwaad vergelden, Slide 7/1 maar het goede zoeken, geduldig zijn, liefdevol. Overigens allemaal gaven van de Geest. Denken jullie er daarom ook over na, hoe je zelf kunt zorgen voor anderen in de gemeente. Hoe jullie moedelozen hoop kunnen geven en voor zwakken op kunnen komen! Baken 3: Geloofsbeleving: vol vreugde (vs ) Slide 8/0
8
Met de Geest in de zeilen
Baken 3: Geloofsbeleving: vol vreugde (vs ) Wees altijd verheugd. - 1 Tes. 5:16 Vreugde als diepere levenshouding …bid onophoudelijk - 1 Tes. 5:17 …dank God onder alle omstandigheden - 1 Tes. 5:18a Vreugde is een geschenk van de Geest Baken 3: Geloofsbeleving: vol vreugde (vs ) Slide 8/0 Paulus schrijft aan de christenen: Slide 8/1 Wees altijd verheugd. Nou weet iedereen wel dat je niet altijd blij kunt zijn in het leven. En het is ook niet de bedoeling dat je in de kerk je vrolijke gezicht maar opzet, als je van binnen verdrietig bent of vol zorgen. In de kerk mag gelachen én gehuild worden. Het gaat Paulus hier ook niet zozeer om een geloofservaring. Alsof je in de kerk vooral moet zoeken naar positieve geloofservaringen. Nee, het gaat hier om een diepere levenshouding: hoe je je geloof beleefd. Slide 8/2 Met wees altijd verheugd bedoelt Paulus dat je altijd in je leven zoekt naar Christus en de kracht van de Geest. Want als je dat doet, dan boor je een diepere laag van vreugde aan. Een vreugde die je zelfs kunt voelen als je verdrietig bent, als het stormt in je leven, als je aan een graf staat. Jezus geeft je namelijk een diepere vreugde dat niets je kan scheiden van zijn liefde. Die bron van vreugde mag je aanboren. En dat doe je door te bidden. Slide 8/3 …bid onophoudelijk - dus ook als je geen zin hebt, als je moe bent, als je hoofd er niet naar staat. Blijf bidden tot God. Want alleen zo kom je bij die diepere vreugde. En Slide 8/4 dank God onder alle omstandigheden. Dus niet alleen als het goed gaat met je en je blij bent. Maar onder alle omstandigheden, ook als je druk bent, moeiten kent, boos bent. Want die vreugde van Christus is een diepere vreugde, die op een bepaalde manier los staat van de omstandigheden. Daarom kunnen christenen midden in de rotzooi van hun leven tóch vol hoop zijn. Daarom kunnen zij hun zorgen en problemen uit handen geven. Daarom horen christenen ook geen verzuurde mensen te zijn, of mensen die vasthouden aan boosheid, of die een ander een hak willen zetten. De Geest geeft je vreugde - ook dat is een gave van Hem. Slide 8/5 Jullie - en wij allemaal - moeten ons oefenen in bidden en danken. Want alleen zo kan de Geest ons die diepere vreugde van het geloof geven. Zie bidden en danken dus niet als een verplicht ritueel, maar als de mogelijkheid om weer bij te tanken, je vol te laten lopen met vreugde - hoe je ook in je vel zit, wat er ook om je heen gebeurt! Baken 4: Geloofsleven: vol Geest (vs ) Slide 9/0
9
Met de Geest in de zeilen Baken 4: Geloofsleven: vol Geest (vs. 18-21)
Onderzoek alles, behoud het goede en vermijd elk kwaad, in welke vorm het zich ook voordoet. - 1 Tes. 5:21-22 Alles door het filter van de Geest laten gaan Doof de Geest niet uit. - 1 Tes. 5:19 …veracht de profetieën niet die hij u ingeeft. - 1 Tes. 5:20 Woord en Geest om je leven te toetsen Baken 4: Geloofsleven: vol Geest (vs ) Slide 9/0 Alles wat Paulus tot nu toe als bakens geeft, gaat over het werk van de Geest van God. Met de Geest in de zeilen kan je oog en hart hebben voor anderen, en kan je leven van Gods vreugde. Maar, schrijft Paulus, je moet wel kritisch zijn als christen. Je moet altijd testen wat wel van God komt en wat niet. Slide 9/1 Onderzoek alles, behoud het goede en vermijd elk kwaad, in welke vorm het zich ook voordoet. Deze uitspraak wordt nog wel eens misbruikt om te zeggen dat je alles in het leven wel een keer geprobeerd moet hebben. Onderzoek alles, behoud het goede! Maar Paulus zegt hier dat je altijd moet testen of iets van God komt en dus goed is, of dat het niet van God komt en kwaad is. Alles wat op je afkomt in je leven mag je kritisch bekijken. Niet negatief, maar wel kritisch. Je mag als christen alles door het filter van de Geest laten gaan. Slide 9/2 Wat je kijkt op TV, naar welke films je gaat, waar je uitgaat, welke tijdschriften je leest, hoe je je vrije tijd invult, vul maar aan. Niet op een negatieve manier, alsof je opeens niet meer mag genieten. Maar op een opbouwende manier. In een maatschappij die los van God leeft, is het belangrijk om te kijken wat je dichter bij God brengt, en wat je bij Hem vandaan brengt. Paulus geeft daarbij twee criteria, hoe je kunt testen. Het eerste criterium is de Geest van God. Slide 9/3 Doof de Geest niet uit. Denk maar aan een vuur. Dat kan je aanwakkeren, dat kan je ook uitdoven. Als je stopt met bidden en danken, als je niet uit de Bijbel leest, als je niet meer naar de kerk gaat, dan doof je de werking van de Geest in je leven. Dan boor je niet meer die bron van vreugde aan en sluit je je af. Het tweede criterium dat Paulus noemt zijn de profetieën: Slide 9/4 veracht de profetieën niet die hij u ingeeft. In de eerste christelijke gemeentes werd er in de samenkomsten geprofeteerd: namens de Heer werden er opbouwende, vermanende en troostende woorden gesproken, ingegeven door de Geest. Bijbelse en praktische aanwijzingen voor het gemeenteleven. Ook deze profetieën moesten worden getoetst aan de Bijbel en aan de aanwijzingen van de apostelen. Ze stonden dus niet op hetzelfde niveau als de Bijbel. Maar ze mochten niet worden genegeerd, omdat ze aanwijzingen van God konden zijn. Wij hebben niet zulke directe profetieën in onze gemeente. Het is ook een voortdurende discussie wat de plek van profetie zou moeten zijn in de kerk vandaag. Maar wat je hier wel uit kunt opmaken, is dat wat God aan de gemeente vertelt via zijn Woord en Geest, een criterium is om je leven aan te toetsen. Slide 9/5 Om kritisch te kunnen zijn op je eigen leven, wat wel bij God past en wat niet. Laat je daarom leiden door de Geest, geef Hem alle ruimte in je leven door te bidden, te lezen uit de Bijbel, naar de kerk te komen, te praten met andere christenen en je geloof te leven. Wees alert op wat de Geest je wil duidelijk maken, wat Hij je ingeeft via het Woord van God. Baken 5: God is trouw! (vs ) Slide 10/0
10
Met de Geest in de zeilen Baken 5: God is trouw! (vs. 23-24)
Moge de God van de vrede zelf uw leven in alle opzichten heiligen, en mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus. Hij die u roept is trouw en doet zijn belofte gestand. - 1 Tes. 5: 23-24 Baken 5: God is trouw! (vs ) Slide 10/0 Paulus schrijft over een voortgaand groeiproces in het geloof. Jullie zeiltocht was al begonnen, maar zet zich na vandaag voort. Het is een proces van heiliging: hoe leef ik in alle opzichten heilig voor God. Maar mocht je denken dat je dat allemaal zelf moet doen, of dat het van jou afhangt, dan mag ik je geruststellen. Niet voor niets schrijft Paulus: Slide 10/1 Moge de God van de vrede zelf uw leven in alle opzichten heiligen, en mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus. Hij die u roept is trouw en doet zijn belofte gestand. God is het die jullie zover heeft gebracht om vandaag belijdenis te doen. Hij is het die zijn Geest geeft om jullie te laten groeien in geloof. En deze zegen van Paulus krijgen jullie vandaag speciaal mee. Misschien heb je wel eens bij iemand zo’n tegeltje aan de muur zien hangen met de uitspraak: Slide 11 God heeft nooit een kalme reis beloofd, maar wel een behouden aankomst.
11
God heeft nooit een kalme reis beloofd, maar wel
Met de Geest in de zeilen Baken 1: Vol vertrouwen in de gemeente (vs ) Baken 2: Oog en hart voor anderen (vs ) Baken 3: Geloofsbeleving: vol vreugde (vs ) Baken 4: Geloofsleven: vol Geest (vs ) Baken 5: God is trouw! (vs ) God heeft nooit een kalme reis beloofd, maar wel een behouden aankomst. Slide 11 God heeft nooit een kalme reis beloofd, maar wel een behouden aankomst. Misschien een cliché, maar wel waar. Laat je daarom door God vasthouden tijdens je reis. Laat je dragen door zijn Geest, en de kracht van zijn liefde. Dan vaar je met de Geest in de zeilen. Amen.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.