Download de presentatie
1
GEVAARLIJKE PRODUCTEN
BASISVORMING VEILIGHEID K.B. 17 mei 2007 GEVAARLIJKE PRODUCTEN
2
GEVAARLIJKE PRODUCTEN
Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap G.O. GEVAARLIJKE PRODUCTEN Beringen 22 januari 2008 Oostende 20 maart 2008 Melle 15 april 2008 Jette 27 mei 2008 Theo Wevers Preventiedeskundige
3
a) Gevaarlijke producten = stoffen met gevaarlijke eigenschappen
1. INLEIDING a) Gevaarlijke producten = stoffen met gevaarlijke eigenschappen Brandgevaarlijk Gezondheidsschadelijk Milieubedreigend 2
4
b) Het gevaar van de gevaarlijke stof is niet enkel de stof maar ook:
de dosis en concentratie onveilige omstandigheden 3
5
c) Aggregatietoestand waarin de stof zich bevindt
Enkel risico bij aanraking. VAST Kunnen bewegen. Kunnen verdampen. VLOEIBAAR De meeste kunnen niet worden waargenomen door de mens. GAS 4
6
2. OPNAME VAN SCHADELIJKE STOFFEN
Hoe komen ze het lichaam binnen Luchtwegen Oraal (vuile handen - eten/roken) Huid (invloed op de huid/doorheen de huid verspreiding door het lichaam) Open wonden 5
7
Diverse risico’s BRAND OF EXPLOSIE VEROORZAKEN BRAND AANWAKKEREN
SCHADELIJK VOOR DE GEZONDHEID CORROSIEF (BIJTEND) GEVAARLIJK VOOR HET MILIEU 1
8
Oplosmiddelen (thinners) CO (koolstofmonoxide)= giftig Asbest Lassen
Enkele voorbeelden Oplosmiddelen (thinners) via de huid, via de longen CO (koolstofmonoxide)= giftig reukloos, kleurloos, smaakloos, onzichtbaar Asbest veroorzaakt asbestose of longkanker Lassen giftige metalen in lasdampen ventilatie, PBM 6
9
3. OMSCHRIJVING RISICO’S EN SYMBOLEN
Ontplofbaar Stoffen en preparaten die bij aanraking met een vlam kunnen ontploffen of voor stoten en wrijvingen gevoeliger zijn dan dinitrobenzeen. Kenmerk E 6
10
Zeer licht ontvlambaar
Oxiderend Stoffen en preparaten die bij aanraking met andere stoffen, met name ontvlambare stoffen sterk exotherm kunnen reageren. Kenmerk O Zeer licht ontvlambaar Stoffen en preparaten die in vloeibare toestand een vlampunt beneden 0°C en een kookpunt van 35°C of lager hebben. Kenmerk F+ 7
11
Licht ontvlambaar Stoffen en preparaten die: Kenmerk F
bij omgevingstemperatuur aan de lucht blootgesteld, zonder toevoer van energie, in temperatuur kunnen stijgen en tenslotte kunnen ontbranden; in vaste toestand, door kortstondige inwerking van een ontstekingsbron gemakkelijk kunnen worden ontstoken en na verwijdering van de ontstekingsbron blijven branden of gloeien; in vloeibare toestand, een vlampunt beneden 21°C hebben; in gasvormige toestand, bij normale druk met lucht ontvlambaar zijn; bij aanraking met water of vochtige lucht, licht ontvlambare gassen in een gevaarlijke hoeveelheid ontwikkelen. Kenmerk F 8
12
Ontvlambaar Stoffen en preparaten die in vloeibare toestand een vlampunt hebben gelegen tussen 21°C en 55°C
13
Zeer giftig Stoffen en preparaten: Kenmerk T+
waarvan de acute toxiciteit, uitgedrukt door de letale dosis 50 (LD50), bij opname langs de mond bij de rat, =< 25 mg per kg lichaamsgewicht is; waarvan de acute toxiciteit, uitgedrukt door de letale dosis 50 (LD50), bij opname langs de huid bij de rat of het konijn, =< 50 mg per kg lichaamsgewicht is; waarvan de acute toxiciteit, uitgedrukt door de letale concentratie 50 (LD50), bij inademing bij de rat, =< 0.5 mg per liter lucht gedurende vier uur is. Kenmerk T+ 9
14
Giftig Stoffen en preparaten: Kenmerk T
waarvan de acute toxiciteit, uitgedrukt door de letale dosis 50 (LD50), bij opname langs de mond bij de rat, tussen de 25 en 200 mg per kg lichaamsgewicht ligt; waarvan de acute toxiciteit, uitgedrukt door de letale dosis 50 (LD50), bij opname langs de huid bij de rat of het konijn, tussen de 50 en 400 mg per kg lichaamsgewicht ligt; waarvan de acute toxiciteit, uitgedrukt door de letale concentratie 50 (LD50), bij inademing bij de rat, tussen 0.5 mg en 2 mg per liter lucht gedurende vier uur ligt. Kenmerk T 10
15
Schadelijk Stoffen en preparaten: Kenmerk Xn
waarvan de acute toxiciteit, uitgedrukt door de letale dosis 50 (LD50), bij opname langs de mond bij de rat, tussen de 200 en 2000 mg per kg lichaamsgewicht ligt waarvan de acute toxiciteit, uitgedrukt door de letale dosis 50 (LD50), bij opname langs de huid bij de rat of het konijn, tussen de 400 en 2000 mg per kg lichaamsgewicht ligt waarvan de acute toxiciteit, uitgedrukt door de letale concentratie 50 (LD50), bij inademing bij de rat, tussen 2 mg en 20 mg per liter lucht gedurende vier uur ligt Kenmerk Xn
16
Corrosief Stoffen en preparaten die bij aanraking met levende weefsels een vernietigende werking erop kunnen uitoefenen. Kenmerk C Irriterend Niet corrosieve stoffen die door directe, langdurige of herhaalde aanraking met de huid of slijmvliezen een ontsteking kunnen veroorzaken.. Kenmerk Xi 12
17
Milieubelastend Stoffen en preparaten waarvan het gebruik onmiddellijk of na verloop van tijd gevaar voor het milieu oplevert of kan opleveren. Kenmerk <<N 15
18
Chronische giftigheid
Enkele aansluitende begrippen Acute giftigheid Er treden meteen ziekteverschijnselen op, bv. misselijkheid, hoofdpijn, braken, … Chronische giftigheid Gevolg van een langdurige en herhaalde blootstelling aan de stof, bv. Stoflong, OPS,… 16
19
Schadelijk product dan:
Persoonlijk hygiëne: Niet eten - drinken op het werk Handen wassen voor het eten Douche gebruiken na het werk Propere toiletten Opletten werkkledij Schadelijk product dan: Kledij uittrekken Spoelen met water Arts raadplegen. 4
20
Explosiegrenzen (volume % in lucht)
Ontploffingsgebied Te arm mengsels Te rijk mengsels X Y 0 % gas 100 % lucht 0 % lucht 100 % gas X = onderste explosiegrens Y = bovenste explosiegrens OPGELET 17
21
Voorstelling van het etiket
4. ETIKETTERING Voorstelling van het etiket a) Duidelijk zichtbaar en leesbaar (recht geplaatst). b) Volgende minimale afmetingen hebben: 18
22
Onuitwisbaar zijn; contrasterende kleur. Taal of talen van de streek.
Op elke deelverpakking aanbrengen. Goed vastzitten op de verpakking. De buitenverpakking (transportetikettering); de binnenverpakking moet voorzien zijn van de normale etikettering. 19
23
Inhoud van het etiket Een etiket is samengesteld uit volgende elementen. a) De naam van de gevaarlijke stof(fen). b) De specifieke vermeldingen der risico’s, en de symbolen die erop betrekking hebben (als ze er zijn). c) De “R-zinnen. d) De "S-zinnen. e) De naam en het adres van de fabrikant. 20
24
R- en S-ZINNEN R-ZINNEN: S-ZINNEN:
Vermelden de Risico’s van het product Voorbeelden: zeer giftig bij inademing en aanraking met de huid kan kanker veroorzaken bij inademing ontvlambaar veroorzaakt ernstige brandwonden ... S-ZINNEN: Vermelden hoe de risico’s kunnen beperkt worden Voorbeelden van S (Safety)-zinnen: aanraking met de ogen en de huid vermijden bij aanraking met de ogen onmiddellijk de ogen spoelen en een dokter raadplegen buiten het bereik van kinderen bewaren niet eten of drinken tijdens het werk R- en S-ZINNEN
26
Schadelijk bij inademing
TOLUEEN Schadelijk bij inademing Licht ontvlambaar Schadelijk Verwijderd houden van ontstekingsbronnen – niet roken Afval niet in de gootsteen werpen Maatregelen treffen tegen het ontstaan van statische elektriciteit. Naam en adres van de fabrikant of van elke persoon die het desbetreffende product ter beschikking stelt van de werknemers.
27
5. HET VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD
Elke leverancier is verplicht u een veiligheids - informatieblad (MSDS) te bezorgen De MSDS (Material Safety Data Sheet) ten laatste bij de levering. De praktijk leert echter dat er moet worden achter gevraagd. Het veiligheidsinformatieblad bevat 16 wettelijk vastgelegde rubrieken, waarbij niet van de volgorde mag worden afgeweken. 22
28
1. Identificatie van het product en de onderneming 2. Samenstellingen informatie over de bestanddelen 3. Mogelijke gevaren 4. Eerste hulpmaatregelen 5. Brandbestrijdingsmiddelen 6. Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof 7. Hantering en opslag 8. Blootstellingbeheersing en persoonlijke bescherming 9. Fysische en chemische eigenschappen 10. Stabiliteiten reactiviteit 11. Toxicologische informatie 12. Ecologische informatie 13. Instructies voor verwijdering 14. Vervoersinformatie 15. Wettelijke informatie 16. Overige informatie
29
6. VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSKAART
MSDS Bevatten vaak overbodige informatie. De taal is vaak te ingewikkeld of te wetenschappelijk De vorm van de informatie is vaak ook verschillend. Veiligheids- en gezondheidskaart Verkorte versie (10-11 punten) in huisstijl. Gemakkelijker herkenbaar en dus beter bruikbaar zijn. Voorbeeld 24
30
Veiligheid- en gezondheidskaart
1. Identificatie van de stof Productienaam: Bison tegellijm Toepassing: Dispersiepastalijm voor keramische wandtegels Leverancier: Perfecta Chemie BV Philipsstraat 9 Nl EW GOES Tel: Fax: 0113 – Telefoon noodgeval: 2. Samenstelling Niet aanwezig 3. Risico's Gering Langdurig contact met de huid of inademing van damp kan irritatie veroorzaken 5. Brandbestrijding Niet brandbaar (slechts gedroogde lijm is brandbaar) Blusmiddel: Alcoholbestendig schuim; CO2; poeder; waternevel Niet gebruiken: waterstraal 4. Eerste hulp Algemeen: bij twijfel of aanhoudende verschijnselen een arts raadplegen Inademing: in buitenlucht brengen, warm houden, inspanningen vermijden, geen eten of drinken geven, Indien bewusteloos: zijdelingse houding leggen Contact met de ogen: 10 min. in open ogen spoelen met stromend water een arts raadplegen Contact met de huid: De huid grondig wassen met water en zeep Geen oplosmiddelen of verdunners gebruiken Opname door de mond: Arts verwittigen, laten rusten, geen braken opwekken
31
9. Fysische en chemische eigenschappen
7. Hantering en opslag 9. Fysische en chemische eigenschappen Hantering: - vermijd contact met de ogen en huid - roken, eten en drinken verboden - veiligheids- en gezondheidsformulieren bij de hand - steeds in de originele verpakking bewaren Opslag: - houdt u aan de aanbevelingen op het etiket - opslagtemperatuur tussen 5 en 30ºC, droge ruimte, goed geventileerd, uit de buurt van warmtebron en direct zonlicht - vermijd contact met oxidatie middelen Vorm: pasteus Vlampunt: nvt Viscositeit: ca: 110Pa.s (20ºC) Dichtheid: ca: 1800 Kg/m³ Dampdichtheid: nvt Onderste explosiegrens: nvt Oplosbaarheid met water: niet mengbaar PH-waarde: ca: 8 8.Maatregelen ter beheersing van blootstelling/pers.bescherming Technische veiligheidsmaatregelingen:zorg voor voldoende luchtverversing Blootstellinglimieten: geen Persoonlijke beschermingen: Ademhaling: voldoende verse lucht Handen: beschermende creme Ogen: veiligheidsbril Huid: blootgestelde lichaamsdelen grondig wassen 13. Instructies voor verwijdering Niet in riool of oppervlaktewater Verpakking afvoeren als KGA **. Andere opmerkingen
32
7. EERSTE HULP VOOR ALS HET MISLOOPT EERST WATER DE REST KOMT LATER
Als er een ongeval met gevaarlijke producten gebeurd EHBO Een arts en/of ambulance bellen Etiket laten zien Anti- gifcentrum Eerste hulp na brandwonden EERST WATER DE REST KOMT LATER 25
33
Eerste hulp na ongeval met corrosieve stoffen
De mond laten spoelen met water. Enkele slokjes water laten drinken. Geen braken opwekken. Na in slikken Spoelen met veel water. Na contact met de huid en ogen 26
34
Eerste hulp na vergiftiging door een giftig of schadelijk product
Luchtwegen vrijmaken. Eventueel kunstmatige beademing toepassen. Na in slikken Afspoelen met veel water. Zorgen dat u zelf niet met de stof in aanraking komt. Na contact met de huid Zorgen dat u zelf het giftige gas niet inademt. De luchtwegen vrijmaken. Eventueel kunstmatige beademing toepassen. Na inademing van gas of damp 27
35
Indeling volgens de risico’s voor de gezondheid van de werknemers
1. Prikkelende stoffen Werken in op de huid, de ogen, de neus en de keel. Hun werking is dus vrij direct of acuut. Mate van prikkeling en de plaats van inwerking kan echter sterk verschillen. Enkele voorbeelden: ammoniak, chloor, zoutzuur, formaldehyde, azijnzuur, zwaveldioxide (SO2), fosgeen, enz.. 28
36
2. Bijtende stoffen Kunnen bij aanraking ernstige schade veroorzaken aan de lichaamsweefsels. Vooral de ogen en de huid Enkele voorbeelden: zwavelzuur, fluorwaterstofzuur, salpeterzuur, natriumhydroxide, enz. 29
37
3. Allergenen Bij sommige gevoelige werknemers één of andere vorm van allergie of overgevoeligheid veroorzaken. Hierdoor wordt hij/zij ook eventueel allergisch voor een ganse reeks gelijkaardige producten. Huideczeem en astma zijn de meest bekende. Enkele voorbeelden: chroom, nikkel, bepaalde kleurstoffen, lijmen en harsen, sommige oplosmiddelen, enz. kunnen een allergische aandoening van de huid veroorzaken. Chroom, nikkel, platina, wolfraam, epoxyharsen, formol, isocyanaten, enz. kunnen een allergie van de luchtwegen (zoals astma) veroorzaken. 30
38
4. Verdovende stoffen Hebben een tijdelijke verlammende werking op de hersenen en/of op andere delen van het zenuwstelsel. Sommige oplosmiddelen kunnen net zoals alcohol een dronken gevoel veroorzaken. Enkele voorbeelden: ether, chloroform en mengsels van oplosmiddelen zoals thinner, tolueen, trichloorethyleen. 31
39
5. Zuurstofverdringers Veroorzaken verstikkingsverschijnselen door een gebrek aan zuurstof. Geven geen prikkeling en vormen dus een sluipend gevaar (gesloten ruimtes, tanks, ...). Enkele voorbeelden: stikstof, koolstofdioxide (CO2), aard- of stadsgas. 32
40
6. Stikgassen Beletten dat de zuurstof in het bloed wordt opgenomen, of dat de aanwezige zuurstof wordt gebruikt. Enkele voorbeelden: een zeer bekend voorbeeld is Koolstofmonoxide(CO), dat voorkomt in uitlaatgassen van motoren, in gassen van slecht werkende geisers, enz. Ook blauwzuurdampen, anilinedampen, enz. veroorzaken deze vergiftigingen en verstikkingen. 33
41
7. Systeemgiften Die een schadelijke werking uitoefenen op een of ander orgaan- of weefselsysteem. Die gevolgen kunnen hebben voor de lever, nieren, bloedvormende organen, enz. Enkele voorbeelden: tetrachloorkoolstof, arsenicum, zwavelkoolstof, lood, cadmium, kwikzilver, enz. 34
42
Enkele bijkomende verklarende begrippen i.v.m. gevaarlijke producten
Dosis De hoeveelheid van een bepaald gevaarlijk product over een bepaalde tijd in het organisme opgenomen wordt (vb. dagdosis, weekdosis, .). Effect Afhankelijk van de mate waarin gevaarlijke producten worden opgenomen kunnen verschillende effecten optreden (vb. prikkeling, adem- en/of hartstilstand, ... 35
43
Toxiciteit en risico Metingen
De toxiciteit van een stof is het inherente vermogen van die stof om het menselijk lichaam schade te berokkenen. De kans dat een bepaald effect in de gegeven omstandigheden optreedt is het risico. Metingen Diverse eenheden: Mg/m3, ppm, volume%, Mg/cm3 Metingen worden meestal uitgevoerd door de arbeidsgeneesheer met objectieve meettechnieken zowel voor de gebruiker als de omstaander. 36
44
Asbesthoudende stoffen
Elke school is verplicht om een asbestdossier te hebben en bij te houden. De plaatsen waar de asbestvezels kunnen vrijkomen moeten ingekapseld of door een gespecialiseerde firma worden verwijderd. Bij braak- of renovatiewerken dient men steeds het asbestdossier te raadplegen om te zien of men tijdens de werken niet met asbest in contact kan komen. 38
45
VEILIG OPSLAAN VAN GEVAARLIJKE PRODUCTEN
Bewaren van gevaarlijke producten Enkel in de daarvoor voorziene verpakking Etiket aanwezig op het recipiënt Is ruiken veilig? “NEEN” omdat: Verkouden Gewend aan de geur Reukloos bv. Koolstofmonoxide. 39
46
Aandachtspunten bij opslag
Kleef de nodige pictogramman bv. Verboden te roken, verboden voor onbevoegden.. Zo brandgevaarlijk zorg voor een aangepaste opslagplaats (zie art. 52 Codex) Stoffen die kunnen reageren apart houden. Zorg voor een koele, droge en goed verluchte opslagruimte Zorg voor de nodige lekbakken. Vermijd stapeling boven schouderhoogte Orde en netheid..
47
VEILIG WERKEN MET GEVAARLIJKE PRODUCTEN
Beschermingsmaatregelen “VOORKOMEN IS BETER DAN GENEZEN” 39
48
PRIMAIRE PREVENTIE Risico aan de bron uitschakelen (weren of vervangen). Aankoopprocedure met vrijgave toepassen voor gevaarlijke producten. Advies deskundige (o.a.externe dienst voor preventie en bescherming, …) inwinnen. 40
49
Algemene maatregelen Geen producten zonder etiket.
Juiste manier gebruiken (niet experimenteren). Vermijd overtappen. Hou een actuele lijst bij met alle producten (zie bijlage). Ook op kleine verpakkingen etiketten aanbrengen. Eten, drinken en roken is verboden in combinatie met gevaarlijke producten. Persoonlijke hygiëne, handen wassen, douchen. 41
50
Collectieve bescherming
SECUNDAIRE PREVENTIE Collectieve bescherming Verlichting, verluchting, afzuiging, signalisatie, pictogrammen, instructies, zwangerschaps- bescherming, medisch onderzoek, oogdouche, nooddouche, …. Persoonlijke bescherming Veiligheidsbril, handschoenen, masker, schoenen, werkkledij, gelaatscherm, … 42
51
CHECKLIJST GEVAARLIJKE STOFFEN
Checklijst voor een goede communicatie
52
CHECKLIJST GEVAARLIJKE STOFFEN
Informatiechecklijst voor leraars en studenten
53
NOODGEVAL Collectieve Noodnummers 24u/24u, antigifcentrum 070/ ( Elke wonde - ook de kleinste - goed laten verzorgen door bekwaam personeel. Bij spatten overvloedig spoelen met water. Bij incident of accident met producten vraag gespecialiseerde hulp. 43
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.