Veelvoorkomende taalfouten 2

Presentatie over: "Veelvoorkomende taalfouten 2"— Transcript van de presentatie:

1 Veelvoorkomende taalfouten 2

2 De documentaire werd gerealiseerd door Spielberg, deze regisseur werd bekend door de documentaire hij gebruikt veel humor. JUIST: De documentaire werd gerealiseerd door Spielberg. Deze regisseur werd bekend door de documentaire. Hij gebruikt veel humor.

3 Taaltips: Maak korte, maar krachtige zinnen, afgesloten met een punt.
Een komma gebruik je Tussen 2 vervoegde werkwoorden Bv. Zodra het weer het toelaat, spitten we de tuin om. Tussen een LANGE hoofdzin en een bijzin Bv. De ministers heeft na lang overleg met zijn regering beslist om ontslag te nemen, omdat het zo niet langer kon. Bv. De minister neemt ontslag omdat het niet meer kan. Tussen de leden van een opsomming Bv. Jolien, Sara, Ines en Lore houden van chocolade.

4 Het enige negatieve aspect vond ik dat sommige beelden vrij onduidelijk waren. Maar dit was vooral bij de oudere beelden. JUIST: Het enige negatieve aspect vond ik dat sommige beelden vrij onduidelijk waren. Dit was (echter/evenwel) vooral bij de oudere beelden.

5 Taaltips: Begin NOOIT een nieuwe hoofdzin met een nevenschikkend voegwoord: en of maar want dus Nevenschikkende voegwoorden dienen hoofdzakelijk om twee nevengeschikte zinnen aan mekaar te linken Bv. Hij was moe want hij had hard gelopen.

6 De politie doorzocht de hele woning
De politie doorzocht de hele woning. Er worden ook foto’s gemaakt van documenten. JUIST: De politie doorzocht de hele woning. Er werden ook foto’s gemaakt van documenten.

7 Taaltips: Wees consequent in het gebruik van tijden. Als je een bespreking maakt in de verleden tijd, blijf dan in de verleden tijd verder schrijven.

8 Ze willen hun keren tegen de regels van de maatschappij.
JUIST: Ze willen ZICH keren tegen de regels van de maatschappij.

9 Waarschijnlijk is het een interessant onderwerp vind.
Taaltip: HERLEES JE MATERIAAL!

10 Ze willen weten of dat ze zich zorgen moeten maken.
JUIST: Ze willen weten of ze zich zorgen moeten maken.

11 De heks sloot hans op in een kot.
JUIST: De heks sloot Hans op in een kot. Taaltip: eigennamen hebben een hoofdletter!

12 De reus vond de kinderen al snel, maar de vrouw kon hem overtuigen om ze niet op te eten.
JUIST: … de vrouw kon hem overtuigen om HEN niet op te eten. Taaltip: “ze” = pers.vnw. meervoud als onderwerp “hen” = pers.vnw. meervoud als lijdend voorwerp Bv. ZE zien HEN.

13 Op een dag wordt dit de koningin teveel.
JUIST: Op een dag wordt dit de koningin te veel. Taaltip: “teveel” = HET teveel, EEN teveel (aan…) “te veel” = bijwoordelijk of bijvoeglijk Bv. Het teveel aan kinderen werd de onthaalmoeder te veel.