Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Infoavond Wijzigingen 2013
23/01/ Eddy Soenen – E.A. Inspecteur diensthoofd
2
BTW aftrek op bedrijfswagens
“de belastingplichtige stelt een goed ter beschikking van een zaakvoerder, bestuurder of een personeelslid of gebruikt zelf een goed voor andere doeleinden dan deze van zijn economische activiteit”
3
BTW aftrek op bedrijfswagens
PRINCIPE Op het tijdstip van aankoop (of huur) Verhouding privé-gebruik – beroepsgebruik vaststellen (max. 50%) Op basis van raming af te leggen kilometers ! Privé-gebruik = woon-werkverkeer
4
BTW aftrek op bedrijfswagens
WERKWIJZE METHODE 1 Rittenadministratie Dagelijkse verplaatsingen voor beroepsdoeleinden: Datum, beginadres, eindadres, km’s per rit, km’s per dag KM-stand begin en einde van de periode Per vervoermiddel Geldt ook als raming volgend jaar Zie cursus pg.9
5
BTW aftrek op bedrijfswagens
VOORBEELD METHODE 1 Totale verreden km in 2013: km Beroepsmatige km’s (volgens rittenadministratie): km % Aftrekbare BTW = (20.000/30.000) x = 66 % te beperken tot 50% Deze 50% aftrekbare btw geldt als raming voor 2014 Zie cursus pg.10
6
BTW aftrek op bedrijfswagens
METHODE 2 vereenvoudigde formule % Privé = (𝐴𝑓𝑠𝑡𝑎𝑛𝑑 𝑤𝑜𝑜𝑛−𝑤𝑒𝑟𝑘 𝑥 2 𝑥 ) 𝑥 100 𝑇𝑜𝑡𝑎𝑙𝑒 𝑎𝑓𝑠𝑡𝑎𝑛𝑑 % Beroep = 100% - % Privé Afstand woon-werk = reële afstand in km’s Totale afstand = afgelegde km’s in jaar (volgens de kilometerteller) 200 = forfaitair bepaalde aantal gepresteerde werkdagen per jaar 6000 = forfaitair bepaalde overige privé km’s per jaar Methode 1 & 2 kunnen gecombineerd worden Zie cursus pg.10-11
7
BTW aftrek op bedrijfswagens
VOORBEELD 1 METHODE 2 Afstand woon-werk in 2013 = 25 km (25 𝑥 2 𝑥 ) 𝑥 = 64 % Recht op aftrek: 100% - 64% = 36% De aftrekbare BTW van 36% geldt als raming voor 2014 Zie cursus pg.12
8
BTW aftrek op bedrijfswagens
VOORBEELD 2 METHODE 2 Afstand woon-werk in 2013 = 40 km (40 𝑥 2 𝑥 ) 𝑥 = 73 % Recht op aftrek: 100% - 73% = 27% De aftrekbare BTW van 27% geldt als raming voor 2014 Zie cursus pg.12
9
BTW aftrek op bedrijfswagens
METHODE 3 Algemeen forfait MINIMAAL 4 vervoermiddelen met gebruik voor privé- en beroepsdoeleinden Beroepsgebruik algemeen forfait = 35 % NIET combineren met eerste 2 methodes Toepassen voor een periode van 4 jaar Zie cursus pg.13-14
10
BTW aftrek op bedrijfswagens
RECHT OP AFTREK GELDT VOOR: De aankoop of huur van een voertuig De aankoop van brandstof De uitgaven voor herstelling en onderhoud De aankoop van toebehoren Per vervoermiddel (max. 50%) Zie cursus pg.14
11
BTW aftrek op bedrijfswagens
CASES Case 1 Beschikt in 2013 over 7 voertuigen waaronder twee lichte vrachtwagens Beroepsmatig gebruik vastgesteld volgens methoden 1 en 2 Zie cursus pg.16
12
BTW aftrek op bedrijfswagens
Aard van het vervoermiddel methode % Beroep % Aftrek Personenwagen A 1 38,70 Personenwagen B 69,72 50,00 Personenwagen C 2 55,24 Personenwagen D 25,25 Personenwagen E 23,19 GEMIDDELD % AFTREK 37,43% Lichte vrachtwagen F 81,15 Lichte vrachtwagen G 47,75 48,88% Zie cursus pg.16
13
BTW aftrek op bedrijfswagens
Administratie aanvaardt GLOBAAL GEMIDDELDE (mag naar boven afgerond) per categorie van vervoermiddelen: Aftrek op personenwagens: 38% Aftrek op lichte vrachtwagens: 49% Volgens methode 3 zou slechts 35% mogen toegepast worden op alle 7 voertuigen Zie cursus pg.17
14
BTW aftrek op bedrijfswagens
Case 2 Beschikt in 2013 over 5 vervoermiddelen: 2 personenwagens 1 motorfiets 1 lichte vrachtwagen 1 vrachtwagen Beroepsmatig gebruik vastgesteld volgens methoden 1 en 2 (behalve voor de vrachtwagen -> 100% beroepsmatig) Zie cursus pg.17
15
BTW aftrek op bedrijfswagens
Aard van het vervoermiddel methode % Beroep % Aftrek Personenwagen A 2 38,70 Personenwagen B 25,12 GEMIDDELD % AFTREK 31,91% Motorfiets C 1 28,65 Vrachtwagen D nihil 100,00 Lichte vrachtwagen E Zie cursus pg.18
16
BTW aftrek op bedrijfswagens
Aftrek op personenwagens: 32% Methode 3 kan NIET gebruikt worden omdat: niet MINIMUM 4 vervoersmiddelen met gemengd gebruik (ook privé-gebruik) Lichte vrachtwagen E is ook 100% beroepsmatig Blijven slechts 3 voertuigen over (2 personenwagens en 1 motorfiets Zie cursus pg.18
17
BTW aftrek op bedrijfswagens
Case 3 (met herziening) Vennootschap koopt in de loop van 2013 een personenwagen – ter beschikking gesteld van de manager: Aankoopprijs: € € BTW Gemiddeld gebruik adhv rittenadministratie vastgesteld op: km: woon-werkverkeer 7.000 km: ander privé-gebruik 8.000 km: beroepsmatige verplaatsingen Zie cursus pg.19
18
BTW aftrek op bedrijfswagens
% Privé = privé-km’s / totale km’s = = 73% % recht op aftrek = 100% - 73% = 27% Recht op aftrek BTW bij aankoop: x 27% = € Indien voor het jaar 2014 privé-gebruik afwijkt van 2013 (vaststellen per jaar) naar 60% Privé Herziening voor 2014: 𝑥 40%−10500 𝑥 27% 5 = 273 € in het voordeel Zie cursus pg.19
19
BTW aftrek op bedrijfswagens
Case 4 (met herziening) Vennootschap koopt in de loop van 2013 een personenwagen – ter beschikking van technisch medewerker Aankoopprijs: € € BTW Gemiddeld gebruik vastgesteld op: km: woon-werkverkeer 7.000 km: ander privé-gebruik km: beroepsmatige verplaatsingen Zie cursus pg.20
20
BTW aftrek op bedrijfswagens
% Privé = privé-km’s / totale km’s = = 44% % recht op aftrek = 100% - 44% = 66% -> 50% Recht op aftrek BTW bij aankoop: x 50% = € Indien voor het jaar 2014 privé-gebruik afwijkt van 2013 (vaststellen per jaar) naar 55% Privé Herziening voor 2014: 𝑥 50%−10500 𝑥 45% 5 = 21 € in het nadeel Zie cursus pg.20
21
BTW aftrek op andere roerende goederen
“ten aanzien van de andere roerende goederen dan vervoermiddelen die zowel voor privé- als beroepsdoeleinden worden gebruikt moet, met het oog op het bepalen van het recht op aftrek, de verhouding tussen privégebruik en beroepsgebruik worden vastgesteld” Zie cursus pg.21
22
BTW aftrek op andere roerende goederen
Voorbeeld In 2013 worden voor € aan computers gekocht % Privé wordt bepaald: 30% % recht op aftrek: 100% - 30% = 70% Aftrekbare BTW: x 21% x 70% = € Zie cursus pg.21
23
BTW aftrek op andere roerende goederen
Algemeen forfait: De administratie aanvaardt een algemeen forfait % Beroep = 75% ! Indien deze forfait wordt toegepast, is het zonder onderscheid verplicht van toepassing op ALLE roerende goederen andere dan vervoersmiddelen Zie cursus pg.21
24
BTW aftrek op onroerende goederen
“ten aanzien van de onroerende goederen dient de verhouding privé-gebruik en beroepsgebruik vastgesteld te worden door de belastingplichtige op basis van de feitelijke omstandigheden” Zie cursus pg.22
25
BTW aftrek op onroerende goederen
Voorbeeld Natuurlijk persoon In 2013 richt een gebouw op: Prijs € (excl BTW) 50% opgenomen in bedrijfsvermogen 30% professioneel gebruik (BTW-doeleinden) BTW: x 21% = BTW aftrek: x 30% = Zie cursus pg.22
26
BTW aftrek op onroerende goederen
Herziening 2014: professioneel gebruik = 50% x 1/15 = 4.200 4.200 x 30% = 1.260 4.200 x 50% = € in het voordeel 2015: zelfde toestand als 2014 2016: professioneel gebruik = 80% Zie cursus pg.22-23
27
BTW aftrek op onroerende goederen
Herziening 2016: er gebeurt niets Opname in bedrijfsvermogen 50% Geen bijkomende herziening voor gedeelte dat niet werd opgenomen in bedrijfsvermogen! Zie cursus pg.23
28
BTW aftrek op bedrijfswagens
“de belastingplichtige stelt een goed tegen betaling van een prijs ter beschikking van een zaakvoerder, bestuurder of een personeelslid of gebruikt zelf een goed voor andere doeleinden dan deze van zijn economische activiteit” Zie cursus pg.25
29
BTW aftrek op bedrijfswagens
De belastingplichtige koopt een voertuig Normale waarde = 𝐴𝑎𝑛𝑘𝑜𝑜𝑝𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠+𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛 𝑥 (50% −%𝐵𝑒𝑟𝑜𝑒𝑝) 5 Beroepsgebruik meer dan 50% -> geen normale waarde vaststellen Zie cursus pg.26
30
BTW aftrek op bedrijfswagens
Voorbeeld: Aankoopprijs: € Kosten: € % Beroep: 40% Normale waarde = 𝑥 (50% −40%) 5 = 460 € Zie cursus pg.26
31
BTW aftrek op bedrijfswagens
De belastingplichtige huurt een voertuig Normale waarde = (huurprijs + kosten) x (50% - %Beroep) Beroepsgebruik meer dan 50% -> geen normale waarde vaststellen Zie cursus pg.27
32
BTW aftrek op bedrijfswagens
Voorbeeld: Huurprijs: € Kosten: € % Beroep: 20% Normale waarde = ( ) x (50 – 20) = € Zie cursus pg.27
33
BTW aftrek op bedrijfswagens
CASE Vennootschap koopt in 2013 een personenwagen en stelt deze ter beschikking van de manager Beroepsgebruik > 50% Manager betaalt € + btw per jaar voor privé-gebruik Aankoopprijs: € € BTW Zie cursus pg.31
34
BTW aftrek op bedrijfswagens
% Recht op aftrek: 50% Aftrekbare BTW: x 50% = € Vanaf 2014 wijzigt arbeidsovereenkomst zodat manager geen eigen bijdrage moet betalen Beroepspercentage bepalen volgens eerder geziene methodes Zie cursus pg.32
35
BTW aftrek op bedrijfswagens
Gemiddeld gebruik volgens rittenadministratie: km: woon-werkverkeer 7.000 km: ander privé-gebruik 8.000 km: beroepsgebruik % Privé = = 73% % recht op aftrek = 100% - 73% = 27% Herziening 2014: 𝑥 50%−10500 𝑥 27% 5 = 483 € in het nadeel Zie cursus pg.32
36
BTW aftrek op bedrijfswagens
De belastingplichtige verkoopt een voertuig BTW bij (door)verkoop slechts op de helft van het gevraagde bedrag zonder dat moet worden nagegaan of de aftrek oorspronkelijk werd beperkt Zie cursus pg.34-35
37
BTW aftrek op bedrijfswagens
Voorbeeld 1 Natuurlijk persoon koopt personenwagen € Investering volledig opgenomen in bedrijfsvermogen BTW-aftrek bij aankoop: ( x 21%) x 50% = € Verkoop van de personenwagen aan € Maatstaf van heffing: (helft verkoopprijs) € BTW: € Verkoop: € € BTW Zie cursus pg.36
38
BTW aftrek op bedrijfswagens
BTW-aangifte VAK 03 = 5.000 VAK 00 = 5.000 VAK 54 = 1.050 Zie cursus pg.36
39
BTW aftrek op bedrijfswagens
Voorbeeld 2 Natuurlijk persoon koopt personenwagen € Investering 50% opgenomen in bedrijfsvermogen BTW-aftrek bij aankoop: ( x 21%) x 50% = € Verkoop van de personenwagen aan € Maatstaf van heffing: (helft verkoopprijs) € BTW: € Verkoop: € € BTW Zie cursus pg.36
40
BTW aftrek op bedrijfswagens
BTW-aangifte VAK 03 = 5.000 VAK 54 = 1.050 Zie cursus pg.36
41
BTW aftrek op bedrijfswagens
Voorbeeld 3 Aankoop personenwagen € Investering 20% opgenomen in bedrijfsvermogen BTW-aftrek bij aankoop: ( x 21%) x 20% = 840 € Verkoop van de personenwagen aan € Maatstaf van heffing: (20% verkoopprijs) € BTW: 420 € Verkoop: € € BTW Zie cursus pg.36
42
BTW aftrek op bedrijfswagens
BTW-aangifte VAK 03 = 2.000 VAK 54 = 420 Zie cursus pg.36
43
BTW aftrek op bedrijfswagens
Voorbeeld 4 Aankoop personenwagen € Investering 0% opgenomen in bedrijfsvermogen BTW-aftrek bij aankoop: geen Verkoop van de personenwagen aan € Maatstaf van heffing: (0% verkoopprijs) 0 € BTW: geen Verkoop: € Zie cursus pg.37
44
BTW aftrek op bedrijfswagens
Voorbeeld 5 Natuurlijk persoon koopt personenwagen aan particulier € Investering 6/7 opgenomen in bedrijfsvermogen BTW-aftrek bij aankoop: geen (geen btw verschuldigd) Verkoop van de personenwagen aan € Maatstaf van heffing: (6/7 verkoopprijs) 4285,72 € BTW: 900,00 € Verkoop: € € BTW Zie cursus pg.37
45
BTW aftrek op bedrijfswagens
BTW-aangifte VAK 03 = 4.285,72 VAK 54 = 900 Zie cursus pg.37
46
BTW aftrek op bedrijfswagens
Voorbeeld 6 Belastingplichtige koopt 2ehands personenwagen aan onder margeregeling € Investering 100% opgenomen in bedrijfsvermogen BTW-aftrek bij aankoop: geen (want margeregeling) Verkoop van de personenwagen aan € Maatstaf van heffing: € BTW: 420,00 € Verkoop: € € BTW Zie cursus pg.37
47
BTW aftrek op bedrijfswagens
BTW-aangifte VAK 03 = 2.000 VAK 54 = 420 Zie cursus pg. 37
48
BTW aftrek op bedrijfswagens
Voorbeeld 7 Vennootschap koopt personenwagen € Behoort steeds 100% tot bedrijfsvermogen BTW-aftrek bij aankoop: ( x 21%) x 50% = € Verkoop van de personenwagen aan € Maatstaf van heffing: (helft verkoopprijs) 7.500€ BTW: € Verkoop: € € BTW Zie cursus pg.38
49
BTW aftrek op bedrijfswagens
BTW-aangifte VAK 03 = 7.500 VAK 00 = 7.500 VAK 54 = 1.575 Zie cursus pg.38
50
BTW aftrek op bedrijfswagens
Voorbeeld 8 Vennootschap koopt personenwagen aan particulier € Behoort steeds 100% tot bedrijfsvermogen BTW-aftrek bij aankoop: geen (geen btw verschuldigd) Verkoop van de personenwagen aan € Maatstaf van heffing: 5.000€ BTW: € Verkoop: € € BTW Zie cursus pg.38
51
BTW aftrek op bedrijfswagens
BTW-aangifte VAK 03 = 5.000 VAK 54 = 1.050 Zie cursus pg.38
52
Nieuwe facturatieregels vanaf 1/01/2013
Elektronische factuur is toegestaan mits aanvaarding door de afnemer Vanaf tijdstip van uitreiking factuur tot einde bewaringstermijn moet gewaarborgd worden: Authenticiteit (identiteit van leverancier) Integriteit (inhoud kan niet worden gewijzigd) Leesbaarheid van de factuur Zie cursus pg.41-42
53
Nieuwe facturatieregels vanaf 1/01/2013
Bedrijfscontrole Verband tussen handeling en factuur Bvb via vergelijking van bewijsstukken (bestelbon, vervoersdoc, betaling…) Zie cursus pg.43
54
Nieuwe facturatieregels vanaf 1/01/2013
Bevoegde lidstaat De lidstaat waar de levering of dienst plaatsvindt bepaald de facturatieregels Ook in geval van self-billing 2 uitzonderingen: facturatieregels van lidstaat waar leverancier is gevestigd als: Levering of diensten waarvan btw wordt verlegd naar afnemer Diensten die niet in EU belastbaar zijn Zie cursus pg.43
55
Nieuwe facturatieregels vanaf 1/01/2013
Uitreiking van facturen Algemene regel: een factuur moet worden uitgereikt telkens er een belastbare handeling verricht wordt voor een belastingplichtige (B2B) Uitzonderingen: Ook voor sommige handelingen voor particulieren moet een factuur uitgereikt worden Sommige B2B situaties geen factuur: Voor alle financiële diensten Voor voorschotten betaald bij een intracommunautaire levering Zie cursus pg.44
56
Nieuwe facturatieregels vanaf 1/01/2013
Self-billing: 2 voorwaardes Voorafgaand akkoord Aanvaardingsprocedure Niet langer verplicht dat een verbeterd stuk (CN) wordt uitgereikt door persoon die factuur heeft uitgereikt Uitreikingstermijn verlengd tot 15de dag van de maand na die waarin belasting opeisbaar is geworden Zie cursus pg.44
57
Nieuwe facturatieregels vanaf 1/01/2013
Inhoud van de facturen Verplichte vermeldingen: “btw verlegd” - medecontractant “factuur uitgereikt door afnemer” – self-billing Keuze om in geval van vrijgestelde leveringen te verwijzen naar betreffende btw-artikel alsook reden van vrijstelling Voorbeeld: vrijgestelde handeling – uitvoer van goederen Zie cursus pg.45
58
Nieuwe facturatieregels vanaf 1/01/2013
Bewaring van de facturen Niet in België gevestigde belastingplichtigen: moeten btw-administratie niet meer informeren over bewaringsplaats Bewaring mag in elektronisch formaat Wijze van bewaring: vrije keuze mits vereisten van authenticiteit, integriteit, leesbaarheid. Zie cursus pg.45
59
Nieuwe regels inzake opeisbaarheid BTW
Belastbaar feit Belasting is “opeisbaar” als belastbaar feit zich heeft voorgedaan: Levering van goederen: Op het tijdstip van de levering Wanneer prijs of deel ervan wordt ontvangen voor levering Verrichting van diensten: Op het tijdstip waarop de dienst is voltooid Wanneer prijs of deel ervan wordt ontvangen voor de dienst Zie cursus pg.47
60
Nieuwe regels inzake opeisbaarheid BTW
Overgangsbepalingen BTW is dus NIET opeisbaar bij het uitreiken van een voorschotfactuur vóór het ontvangen van de betaling of vóór het belastbaar feit Overgangsperiode van 1/01/2012 tot 31/12/2013 Zie cursus pg.48
61
Nieuwe regels inzake opeisbaarheid BTW
De B2B handelingen NIET van toepassing op intracommunautaire handelingen en handelingen met verlegging van de heffing! Toepassing oude regels De leverancier kan de btw te vroeg voldoen op basis van voorschotfactuur De klant kan de btw onmiddellijk in aftrek brengen Zie cursus pg.48
62
Nieuwe regels inzake opeisbaarheid BTW
Toepassing nieuwe regel Voorwaarde “voorschotfactuur”: Ander document dan factuur Geen vermelding van btw of btw-tarief Geen vermelding van reden waarom er geen btw wordt aangerekend Factuur volgt uiterlijk de 15de van de maand volgend op ontvangen van betaling van btw of belastbaar feit BTW voldaan in de periodieke aangifte waarin btw opeisbaar is geworden Klant kan btw in aftrek brengen als btw opeisbaar is geworden bij leverancier en in bezit is van een factuur Zie cursus pg.49
63
Nieuwe regels inzake opeisbaarheid BTW
De handelingen met verlegging van de heffing Toepassing oude regel Voldoet naar aanleiding van ontvangen voorschotfactuur de btw te vroeg en oefent zijn recht op aftrek onmiddellijk uit Toepassing nieuwe regel Btw nog niet voldoen bij ontvangst voorschotfactuur Voldoet wanneer btw opeisbaar is geworden en oefent dan pas recht op aftrek uit Zie cursus pg.49
64
Nieuwe regels inzake opeisbaarheid BTW
Intracommunautaire diensten en leveringen Administratie aanvaardt factuur uitgereikt enkele dagen vóór betaling of verrichting dienst Btw (verschuldigd en aftrekbaar) moet opgenomen worden in de periodieke aangifte waarin btw opeisbaar is geworden (betaling of dienst verricht) Zie cursus pg.50
65
Nieuwe regels inzake opeisbaarheid BTW
Handelingen met particulieren Geen factuur verplichting Belasting wordt opeisbaar bij de incassering van de prijs Vrij om btw vrijwillig te vroeg te voldoen bij uitreiking van de factuur of wanneer belastbaar feit zich voordoet Zie cursus pg.53
66
Nieuwe regels inzake opeisbaarheid BTW
Definitieve stelsel van toepassing vanaf 1 januari 2014? Zie cursus pg.53
67
Nog vragen?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.