De deelnemers over 16 stellingen

Presentatie over: "De deelnemers over 16 stellingen"— Transcript van de presentatie:

1 De deelnemers over 16 stellingen
Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen

2 Online enquête Stellingen door workshopleiders
Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen Online enquête Stellingen door workshopleiders vijfpuntsschaal "helemaal mee oneens – helemaal mee eens" 119 genodigden na 6 dagen: 90 respondenten = 75% respons Zelfstudieversie: Klik: lees de stelling Bepaal uw eigen mening Klik: zie wat de 90 anderen ervan vonden.

3 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen Adr-a De bachelorfase is er voor academisch-wetenschappelijke vorming; de master- en Ph.D.-fases zijn beroepsopleidingen.

4 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen Adr-b Het wordt tijd dat universiteiten een rector voor undergraduate studies aanstellen.

5 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen A1-a Minimaal 15 contacturen per week in het eerste semester is een prima methode om studenten vertrouwd te maken met de academische denk- en werkhouding.

6 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen A1-b Onderwijsintensivering door middel van minstens 15 contacturen per week werkt verschoolsing in de hand en leidt studenten niet naar de gewenste academische zelfstandigheid.

7 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen A2-a Meedraaien met het handwerk van het onderzoek is de beste manier om alle vaardigheden te verwerven die van een academicus verwacht mogen worden.

8 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen A2-b Doordat universitaire docenten prioriteit geven aan onderzoek, heeft hun onderwijs niet de kwaliteit die het voor studenten zou moeten hebben.

9 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen B1-a 'Student zijn' is een fase in je leven waarin het met het oog op 'later' toch vooral gaat om afstuderen met hoge cijfers en een stevig CV.

10 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen B1-b De universiteit mag van haar studenten eisen dat ze eerste prioriteit bij de studie leggen.

11 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen B2-a De 'snelle kennis' die studenten ontlenen aan het Internet (Wikipedia, Google e.d.) vormt een bedreiging voor het wetenschappelijk gehalte van het onderwijs.

12 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen B2-b Docenten moeten zich actief bekwamen in het gebruik van de 'nieuwe media' in hun onderwijs (bv. Blackboard, powerpoint, forums, video, weblogs)

13 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen C1-a Studenten moeten goed onderlegde keuzen maken binnen hun studie (vrije ruimte, stage, andere universiteiten, masteropleiding, buitenland). Daarom moet het curriculum loopbaan- en arbeidsmarktoriëntatie bevatten.

14 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen C1-b De beste manier om studenten voor te bereiden op de arbeidsmarkt is ze na de bacheloropleiding werkervaring op te laten doen en op basis daarvan een aantal jaren later een verdiepende master te laten kiezen.

15 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen D1-a Het hoger onderwijs ondergaat een paradigmawisseling: van pamperen naar uitdagen; van gelijkheid naar competitie en van massaliteit naar diversiteit. Het onderwijs van de RU gaat daar onvoldoende in mee.

16 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen D1-b Diversiteit van het onderwijsaanbod vraagt om selectie aan de poort.

17 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen D2-a Voor het academisch gehalte van de bachelor is de mogelijkheid tot verbreding belangrijker dan verdieping in het vakgebied. De verplichte vrije ruimte in het bachelorcurriculum moet dus groter.

18 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen D2-b Om werkelijke verbreding binnen de bacheloropleiding mogelijk te maken, moet de vrije keuzeruimte universiteitsbreed worden georganiseerd.

19 Onderwijsdag 2007 De deelnemers over 16 stellingen -