Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdJosephus Willems Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
herhaling botten scapula clavicula humerus ulna radius carpus
ossa carpi metacarpus ossa metacarpalia I-V digiti
2
herhaling botten (vervolg)
scapula ligging: tussen 2e en 8e rib margo medialis loopt parallel met w.k. hoek scapula - frontaal vlak: 30° (in transversaal vlak) hoek scapula - frontaal vlak: ° (in sagittale vlak)
3
ossa carpi os HAmatum os CApitatum os Trapezoideum os TRApezium
os Pisiforme os TRiquetrum os LUnatum os SCAphoideum
4
gewrichten art. acromioclavicularis lig. acromioclaviculare
lig. coracoclaviculare lig. conoideum lig. trapezoideum
5
gewrichten art. sternoclavicularis lig. sternoclaviculare anterius
lig. sternoclaviculare posterius lig. costoclaviculare lig. interclaviculare
6
gewrichten scapulothoracale ‘gewricht’ bewegingen scapula/clavicula?
7
gewrichten (vervolg) art. humeri bewegingen? ligg. glenohumeralia
lig. coracohumerale bewegingen?
8
gewrichten (vervolg) art. cubiti bewegingen? ligging assen?
art. humero-ulnaris art. radio-ulnaris proximalis art. humeroradialis bewegingen? ligging assen?
9
gewrichten (vervolg) art. radio-ulnaris distalis bewegingen?
discus articularis bewegingen?
10
gewrichten (vervolg) ‘polsgewricht’ art. radiocarpea art. mediocarpea
artt. intercarpeae bewegingen? ligging assen?
11
gewrichten (vervolg) art. ossis pisiformis artt. carpometacarpeae
artt. intermetacarpeae artt. metacarpophalangeae artt. interphalangeae
12
spieren Indeling: Welke spieren zitten in welke groep?
Spieren van romp naar schoudergordel Spieren van schoudergordel naar arm Spieren van romp naar arm Welke spieren zitten in welke groep?
13
spieren Welke spieren behoren tot het rotatorenmanchet?
14
Spieren van romp naar schoudergordel
Welke spieren worden direct bedekt (geheel of ten dele) door de m. trapezius? (werkboek vraag 235)
15
Spieren van schoudergordel naar arm
Waardoor wordt de palpatie van de m. supraspinatus ernstig bemoeilijkt? (werkboek vraag 275)
16
Spieren van schoudergordel naar arm
Waardoor is de m. infraspinatus veel gemakkelijker te inspecteren en palperen dan de m. teres minor? (werkboek vraag 269)
17
Spieren van schoudergordel naar arm
m. subscapularis effect? positie arm voor palpatie?
18
Spieren van schoudergordel naar arm
Welke structuren begrenzen de m. coracobrachialis in vivo?
19
Spieren van schoudergordel naar arm
beweging: exorotatie humerus welke spieren? agonist of synergist?
20
okselwanden mediale wand: ventrale wand:
thoraxwand en bovenste koppen m. serratus anterior ventrale wand: m. pectoralis major en m. pectoralis minor
21
okselwanden dorsale wand:
craniaal: m. subscapularis caudaal: buik m. teres major (mediaal) en pees m. latissimus dorsi (lateraal) Waar ligt de art. humeri dus t.o.v. deze dorsale wand?
22
spieren van romp naar arm
m. pectoralis major pars clavicularis pars sternocostalis pars abdominalis effecten?
23
spieren van romp naar arm
m. latissimus dorsi Waar ligt deze spier niet oppervlakkig? Welk effect van deze spier wordt in vivo gebruikt?
24
spieren bovenarm flectorenloge extensorenloge
septa intermuscularia brachii mediale en laterale sulcus bicipitalis mediale en laterale
25
spieren bovenarm (ventraal)
m. biceps brachii caput longum caput breve origo’s en insertie?
26
spieren bovenarm (ventraal)
m. brachialis Tussen welke spieren/structuren ligt de m. brachialis oppervlakkig? vivo: m. brachialis en m. biceps brachii
27
spieren bovenarm (dorsaal)
m. triceps brachii caput laterale caput longum caput mediale vivo: m. triceps brachii
28
spieren onderarm (dorsolateraal en oppervlakkig)
Welke spieren behoren tot deze groep?
29
spieren onderarm (dorsolateraal en oppervlakkig)
m. brachioradialis m. extensor carpi radialis longus m. extensor carpi radialis brevis vivo
30
spieren onderarm en hand (palmair)
In de onderarm zijn de palmaire spieren te verdelen in 4 lagen. Welke spieren liggen in welke laag? (werkboek 716)
31
onderarm spieren palmair
m. flexor carpi radialis m. flexor carpi ulnaris m. flexor digitorum profundus m. flexor digitorum superficialis m. flexor pollicis longus m. palmaris longus m. pronator quadratus m. pronator teres
32
spieren onderarm en hand (palmair)
retinaculum flexorum orientatiepunten ossa carpi welke pezen lopen niet onder of door dit retinaculum?
33
spieren onder arm en hand (palmair)
Laag 1: m. pronator teres m. flexor carpi radialis m. palmaris longus m. flexor carpi ulnaris
34
spieren onderarm en hand (palmair)
Laag 2: m. flexor digitorum superficialis
35
spieren onderarm en hand (palmair)
Laag 3: m. flexor digitorum profundus m. flexor pollicis longus
36
spieren onderarm en hand (palmair)
Laag 4: m. pronator quadratus
37
spieren onderarm en hand (dorsaal)
De pezen van de dorsaal gelegen spieren zijn verdeeld over 6 tunnels van het retinaculum extensorum.
38
Spieren onderarm en hand (dorsaal)
Tunnels: I: m. abd. pollicis longus en m. ext. pollicis brevis II: mm. ext. carpi radiales longus en brevis III: m. ext. pollicis longus IV: m. ext. digitorum en m. ext. indicis V: m. ext. digiti minimi VI: m. ext. carpi ulnaris
39
spieren onderarm en hand (dorsaal, oppervlakkig)
m. extensor digitorum m. extensor digiti minimi m. extensor carpi ulnaris
40
spieren onderarm en hand (dorsaal, diep)
m. supinator m. abductor pollicis longus m. extensor pollicis brevis m. extensor pollicis longus m. extensor indicis
41
intrinsieke handspieren
Welke spieren behoren tot de duimmuis en welke tot de pinkmuis (werkboek 737)
42
intrinsieke handspieren
thenar: m. adductor pollicis m. opponens pollicis m. flexor pollicis brevis m. abductor pollicis brevis
43
intrinsieke handspieren (thenar)
Hoe kun je de m. abductor pollicis brevis, de m. flexor pollicis brevis en de m. opponens pollicis in vivo van elkaar onderscheiden? (werkboek 740)
44
intrinsieke handspieren
hypothenar: m. opponens digiti minimi m. flexor digiti minimi brevis m. abductor digiti minimi m. palmaris brevis
45
intrinsieke handspieren (hypothenar)
Hoe kun je de m. abductor digiti minimi, de m. flexor digiti minimi brevis en de m. opponens digiti minimi in vivo van elkaar onderscheiden? (werkboek 741)
46
intrinsieke handspieren
middenhand: mm. lumbricales mm. interossei palmares mm. interossei dorsales
47
inserties buigers en strekkers
dorsaal: dorsaalaponeurose ventraal: pezen mm. flexor digitorum profundus en superficialis
48
dorsaalaponeurose peesapparaat van de strekkers: m. extensor digitorum
m. extensor indicis m. extensor digiti minimi mm. lumbricales mm. interosei
49
bewegingen in de elleboog
Welke spieren geven flexie in de art. cubiti? Welke spieren geven extensie in de art. cubiti?
50
bewegingen in de onderarm
Welke spieren geven pronatie ? Welke spieren geven supinatie?
51
innervatie plexus brachialis pars supraclavicularis
C5 t/m Th1 pars supraclavicularis pars infraclavicularis
52
pars supraclavicularis
truncus superior C5 en C6 truncus medius C7 truncus inferior C8 en Th1
53
pars supraclavicularis (korte takken)
n. dorsalis scapulae n. thoracicus longus n. subclavius n. suprascapularis
54
pars infraclavicularis
fasciculus lateralis divisiones ventrales C5 t/m C7 fasciculus medialis divisiones ventrales C8 en Th1 fasciculus posterior divisiones dorsales C5 t/m Th1
55
pars infraclavicularis (korte takken)
nn. pectorales mediales en laterales uit fasciculus medialis en lateralis n. thoracodorsalis uit fasciculus posterior n. subscapularis
56
pars infraclavicularis (grote takken)
fasciculus posterior n. axillaris n. radialis fasciculus lateralis n. musculocutaneus n. cutaneus antebrachii lateralis n. medianus radix lateralis
57
pars infraclavicularis (grote takken)
fasciculus medialis n. medianus radix medialis n. ulnaris n. cutaneus brachii medialis n. cutaneus antebrachii medialis
58
n. axillaris innerveert: bij verlamming: m. deltoideus m. teres minor
problemen bij heffen arm in art. humeri
59
n. radialis in fossa cubiti: bij verlamming: ramus profundus
ramus superficialis bij verlamming: “dropping hand”
60
n. musculocutaneus innervatie? n. cutaneus antebrachii lateralis
61
n. medianus sulcus bicipitalis medialis fossa cubiti canalis carpi
innervatie?
62
n. ulnaris diep in sulcus bicipitalis medialis
septum intermusculare mediale sulcus n. ulnaris innervatie?
63
vascularisatie aorta:
rechts: uit de truncus brachiocephalicus ontstaat a. carotis communis dextra a. subclavia dextra links: a. carotis communis sinistra a. subclavia sinistra
64
vascularisatie a. subclavia: okselholte
caudaal van de clavicula: a. axillaris
65
a. axillaris aftakkingen: a. circumflexa humeri posterior
samen met n. axillaris a. circumflexa humeri anterior caudaal van m. pectoralis major: a. brachialis
66
a. brachialis sulcus bicipitalis medialis aftakking:
loopt in deze sulcus samen met....? aftakking: a. profunda brachii fossa cubiti
67
a. radialis tussen m. pronator teres en dorsoradiale spiergroep
m. interosseus I: a. princeps pollicis arcus palmaris profundus
68
a. ulnaris tussen m. flexor digitorum profundus en superficialis
arcus palmaris superficialis
69
veneuze afvoer oppervlakkig subcutaan systeem
diep met arterien verlopend systeem door algemene fascie: elleboogsplooi sulcus bicipitalis medialis sulcus deltoideopectoralis
70
veneuze afvoer (v. cephalica)
dorso-radiale zijde hand fossa cubiti: v. mediana cubiti sulcus bicipitalis lateralis sulcus deltoideopectoralis: v. axillaris
71
veneuze afvoer (v. basilica)
dorso-ulnaire zijde hand fossa cubiti sulcus bicipitalis medialis vv. brachiales: v. axillaris
72
veneuze afvoer v. axillaris v. subclavia
vv. brachiocephalica dextra en sinistra v. cava superior
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.