De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Minor Financieel Advies en Ondersteuning,

Verwante presentaties


Presentatie over: "Minor Financieel Advies en Ondersteuning,"— Transcript van de presentatie:

1 Minor Financieel Advies en Ondersteuning, 2013-2014
Belastingrecht Minor Financieel Advies en Ondersteuning,

2 Belastingrecht MFAO Blok 1

3 Belastingrecht - literatuur
Inkomstenbelasting, theorieboek Inkomstenbelasting, werkboek Tip: Belastingalmanak van Elsevier

4 Agenda blok 1 belastingrecht
Week 1: H 1 en 2 Week 2: H 4 (4.19 t/m 4.46) en H11 Week 3: H 3 en 4 (4.1 t/m 4.19) Week 4: H 5 en 6 Week 5: H 7 en 9 Week 6: aangifte inkomstenbelasting Week 7: aangifte inkomstenbelasting en tentamentraining

5 Heffingsgrondslag uit werk en woning (box 1)
Hoofdstuk 4 Heffingsgrondslag uit werk en woning (box 1)

6 Box 1 inkomen + Winst uit onderneming + Belastbaar loon
+ Belastbaar resultaat overige werkzaamheden + Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen + Belastbare inkomsten eigen woning + Negatieve uitgaven inkomensvoorzieningen + Negatieve persoonsgebonden uitgaven - Aftrek geen/geringe eigen woningschuld - uitgaven inkomensvoorziening - Persoonsgebonden aftrek /+ Inkomen uit werk en woning Te verrekenen verlies uit werk en woning /- Belastbaar inkomen uit werk en woning

7 Belastbaar loon Wet LB -> belastbaar loon = loon verminderd met de reisaftrek Wet IB -> loonbegrip gelijk aan dat in de LB, echter plus fooien en andere prestaties van derden (werkelijk genoten bedrag) Alle ontvangen fooien moeten in de IB worden aangegeven In de LB: werkgever betaalt lager bruto loon dan volgens cao of contract zou moeten -> verschil is fooi

8 Voorbeeld fooien CAO loon EUR 1.000 Bruto loon EUR 900 Fooi EUR 100
Loonheffing over EUR EUR 100 = EUR 1.000 Werkelijke fooien EUR Voor IB: (250 – 100) = EUR 1.150

9 Reisaftrek (1) De enige aftrekpost voor belastbaar loon
Max EUR per jaar Openbaar vervoer! Van toepassing op werknemers die geregeld binnen een tijdsbestek van 24 uur heen en weer reizen tussen woning en werkplek Enkele reisafstand moet min 10 km zijn Openbaarvervoerverklaring of een reisverklaring Tenminste 1 x per week reizen tussen woon- en werkplaats (40-dagenregeling)

10 Reisaftrek (2) Werkgever mag ook de volledige kosten van openbaar vervoer onbelast vergoeden Zo niet, dan reisaftrek Hoogte van reisaftrek hangt af van het aantal gereiste kilometers

11 Voorwerp van de Loonbelasting
Hoofdstuk 11 Voorwerp van de Loonbelasting

12 Begrip Loon Loon is al hetgeen uit een dienstbetrekking of een vroegere dienstbetrekking wordt genoten Zeer ruim loonbegrip (ook tantiemes, bonussen, vakantiegeld, pensioen, wachtgeld, schadeloosstellingen, winstaandelen, belaste onkostenvergoedingen, fooien)

13 aanspraken Tot het loon behoren aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde een of meer uitkeringen of verstrekkingen te ontvangen -> aanspraken behoren tot het loon Hoofdregel: aanspraak is belast en de latere uitkering is onbelast Omkeerregel -> aanspraken zijn onbelast, uitkering is belast Bekendste voorbeeld: pensioen, VUT e.d.

14 aandelenoptierechten
Methode om bepaalde werknemers te belonen Vormt loon in natura Belastingheffing vindt plaats op moment dat optierechten worden uitgeoefend of vervreemd Het feitelijk behaalde voordeel is belast voor de Wet LB

15 Vrijgesteld loon Vrije vergoedingen en vrije verstrekkingen -> behoren niet tot het loon als ze naar maatschappelijke opvattingen niet als beloningsvoordeel worden ervaren Onbelaste uitkeringen / verstrekkingen -> schadevergoedingen prive-eigendom, eenmalige overlijdensuitkeringen, gelegenheidsgeschenken, inrichting van de werkruimte in de woning van de werknemer, Verlofsparen en levensloopregeling

16 Werknemer en tevens ab-houder
Fictieve dienstbetrekking Gebruikloonregeling -> Min EUR bruto per jaar Salaris van de best betaalde werknemer 70% van het gebruikelijk loon

17 Privegebruik auto van de zaak
Vorm van loon in natura In beginsel 25% van de cataloguswaarde van de auto wordt bij het belastbaar loon opgeteld (bijtelling) Afhankelijk van de CO2-uitstoor kan dit bijtellingspercentage lager zijn (0%, 14% of 20%) Kilometergrens privekilometers -> 500 km Minder dan 500 prive kilometers -> ‘verklaring geen prive gebruik auto’ van de Belastingdienst Inhoudingsplichtige is de werkgever Auto’s ouder dan 15 jaar -> WEV ipv cataloguswaarde

18 Vrije vergoedingen en verstrekkingen (1)
Vrije vergoedingen -> vergoedingen voor zover zij geacht worden te strekken tot bestrijding van de kosten, lasten en afschrijvingen ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. Het betreffen voordelen die naar maatschappelijke opvattingen niet als beloningsvoordeel worden ervaren. Onbelaste vergoedingen -> in geld Onbelaste verstrekkingen -> in natura

19 Vrije vergoedingen en verstrekkingen (2)
Benoemde vrije vergoedingen: Consumpties tijdens werktijd Werkkleding Vakliteratuur Representatiekosten Cursussen, congressen, studiereizen e.d. Muziekinstrumenten, gereedschap e.d. Verhuizing Opleiding/studie Openbaar vervoer Vaste reiskostenvergoeding

20 Uitgezonderde vrije vergoedingen
Onbelaste vergoeding voor woon-werkverkeer (max EUR 0,19 per kilometer) Bedrijfsfitness Werkruimte thuis Telefoon en internet Persoonlijke verzorging Personeelsverenigingen e.d. Personeelsreizen, personeelsfestiviteiten e.d. Huisvesting buiten de woonplaats ter zake vd db Misdrijven

21 Overigen Vaste onbelaste onkostenvergoeding

22 Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden (1)
Inkomsten die geen belastbaar loon vormen en ook geen winst uit onderneming Soort van restcategorie Behandeling lijkt op de behandeling van winst uit onderneming (wuo) Voorbeelden: geven van lezingen, freelancewerkzaamheden, vervullen van een politieke functie (Gemeenteraad, wethouder), etc. Geen dienstbetrekking

23 Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden (2)
Freelancer: Opting-inregeling -> freelancer is pseudo werknemer -> LB Pseudo ondernemer -> resultaat uit overige werkzaamheden

24 Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden (3)
Voor de bepaling van het resultaat is aansluiting gezocht bij de fiscale behandeling van wuo Echter geen: FOR Omzetting in BV Ondernemersaftrek Administratieplicht

25 Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen
Pensioen en VUT vallen onder belastbaar loon AOW, Anw, WIA, WW, IOAW, ZW en bijstandsuitkeringen vallen ook onder belastbaar loon Overige periodieke uitkeringen vallen onder belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen -> lijfrenten, alimentatieuitkeringen e.d. Partneralimentatie is belast, kinderalimentatie is onbelast Kosten die zijn gemaakt tot verwerving, inning en behoud van periodieke uitkeringen en verstrekkingen, zijn aftrekbaar (bv advocaat- en proceskosten en incassokosten)

26 Hoofdstuk 4 Overige inkomsten box 1

27 Belastbare inkomsten uit eigen woning
Voordelen uit eigen woning (EWF) vermeerderd met het voordeel uit kapitaalverzekering eigen woning (KEW/SEW/BEW) en verminderd met de op de voordelen uit eigen woning drukkende aftrekbare kosten Aftrekbare kosten -> rente en kosten die samenhangen met de financiering van de verwerving, het onderhoud of de verbetering van de eigen woning en periodieke betalingen ingevolge de rechten van erfpacht, opstal en beklemming

28 Het begrip eigen woning
De eigen woning die anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat -> de hoofdwoning Tweede woning -> box 3 Bij twee woningen moet worden gekozen Op eenmaal gedane keuze kan niet meer worden teruggekomen

29 Bijzondere situaties van eigen woning
Bijzondere situaties waarbij EW-regeling van toepassing is voor een periode van 2 jaar: Leegstaande woning ivm verkoop Woning wordt verbouwd of is in aanbouw Woning dient voor een partner als hoofdverblijf ivm scheiding Verblijf in AWBZ-zorginstelling De (dubbele) hypotheekrenteaftrek blijft van toepassing in box 1 Geldt ook voor: tijdelijke uitzending naar buitenland en woning tijdelijk ter beschikking stellen aan derden, maar dan voor de werkelijke periode

30 Eigenwoningforfait (EWF)
Uitgangspunt is WOZ-waarde Tussen EUR en EUR > 0,60% van de WOZ-waarde Zie blz. 29 studiehulp Fiscale partners mogen kiezen bij wie van hen het saldo van het EWF en de hypotheekrente geheel of gedeeltelijk wordt aangegeven Elke verdeling is toegestaan, zolang 100% van het saldo wordt aangegeven

31 Overige aandachtspunten bij eigen woning
Tijdelijke verhuur -> 70% van de huur vormt box 1 inkomen uit eigen woning Kamerverhuurvrijstelling -> EUR 4.410 EWF voor volledige woning Rente voor volledige woning aftrekbaar Toedeling EWF tussen partners (niet fiscaal partners)-> naar rato van eigendomsverhouding. Idem voor renteaftrek, naar rato van ieders aandeel in de schuld

32 Voordeel uit kapitaalverzekering (1)
KEW in box 1, overige kapitaalverzekeringen in box 3 KEW indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: Uitkering kan uitsluitend worden aangewend voor aflossing eigenwoningschuld (EWS) Premiebetaling minimaal 15/20 jaar Premie binnen verhouding 1:10 Polis geeft recht op eenmalige uitkering Polis is afgesloten bij professionele levensverzekeraar

33 Voordeel uit kapitaalverzekering (2)
Rentebestanddeel eenmalige uitkering onbelast voor zover de uitkering: Niet hoger is dan EUR bij min. 15 jaar premie betaling Niet hoger is dan EUR bij min. 20 jaar premie betaling Vrijstelling geldt ook indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan maar de eigen woning wordt verkocht of men emigreert Als meer wordt uitgekeerd dan de vrijstelling, is het rentebestanddeel in het meerdere belast (hoef je niet te kunnen berekenen)

34 Voordeel uit kapitaalverzekering (3)
Men kan slechts een maal in het leven gebruik maken van de wettelijke vrijstelling De vrijstelling kan wel in fasen worden opgesoupeerd Fiscaal partners hebben samen een dubbele vrijstelling SEW en BES gelijk gesteld aan KEW

35 Eigenwoningschuld en eigenwoningreserve
Bijleenregeling -> overwaarde (vervreemdingssaldo) die gerealiseerd is, dient te worden aangewend voor de aankoop van een nieuwe woning Eigenwoningreserve = overwaarde minus kosten gemaakt bij de verkoop (makelaarskosten e.d.) Ter grootte van de eigenwoningreserve wordt geen hypotheekrenteaftrek verkregen EWR blijft 3 jaar in stand, daarna is deze ‘vervlogen’

36 Voorbeeld eWR Verkoopopbrengst oude woning Hypothecaire geldlening – Overwaarde Koopprijs nieuwe woning Eigen geld – Oude hypothecaire geldlening – Bijleenbedrag Aftrek hypotheekrente voor maximaal (bijleenbedrag + oude hypothecaire geldlening)

37 Aftrekbare kosten eigen woning (1)
Rente en kosten van (hypothecaire) geldleningen ter financiering van de aankoop, onderhoud of verbetering van de eigen woning (EWS) Periodieke betalingen inzake de rechten van erfpacht, opstal of beklemming Rente van schulden die zijn aangegaan ter afkoop van de hiervoor genoemde rechten Voorbeelden: afsluitprovisie, taxatiekosten ivm geldlening, kosten van notaris ivm geldlening, boeterente, etc.

38 Aftrekbare kosten eigen woning (2)
Renteaftrek voor max 30 jaar Voor bestaande schulden op begint de termijn vanaf dat moment te lopen Voor nieuwe leningen vanaf datum afsluiting Niet aftrekbare kosten: Rente van bijleenhypotheken (financiering van de rente van de EWS) Taxatiekosten ivm aankoop woning Notariskosten ivm transport Makelaarskosten Overdrachtsbelasting Verhuiskosten Aanlegkosten van een tuin

39 Aftrek wegens geen of geringe eWS
Aftrekpost is gelijk aan verschil EWF en aftrekbare kosten Geen EWS dan wel een geringe Maatregel ter stimulering van aflossen EWS

40 Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
Lijfrenten, andere periodieke uitkeringen en verstrekkingen en WAZ-uitkeringen Betaalde premies mogen in aftrek worden gebracht: Lijfrenten ter compensatie van pensioentekort Lijfrente voor meerderjarig invalide (klein)kind (onbeperkt) Periodieke uitkeringen en verstrekkingen inzake invaliditeit, ziekte of ongeval Lijfrente = een aanspraak ogv een overeenkomst van levensverzekering op vaste en gelijkmatige uitkeringen die eindigen uiterlijk bij overlijden en welke aanspraak niet kan worden afgekocht, vervreemd, prijsgegeven of tot voorwerp van zekerheid kan dienen

41 Aftrekbare lijfrentepremie
Jaarruimte en reserveringsruimte (inhaalruimte) Aantonen pensioentekort dmv jaarruimteberekening 17% x PG – F – 7,5 x A (zie blz. 30 studiehulp) PG = inkomen – F = afdracht FOR A = pensioenaangroei Reserveringsruimte -> de niet-benutte jaarruimten van de afgelopen 7 jaar Max. 17% van de premiegrondslag van het betreffende jaar 6.989 of bij ouder dan 55 jaar

42 Voorbeeld jaarruimte Inkomen Gerda Pensioenaangroei 150 Dotatie FOR Jaarruimte: 17% x ( – ) – – (7,5 x 150) = – – = 3.364


Download ppt "Minor Financieel Advies en Ondersteuning,"

Verwante presentaties


Ads door Google