Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdPetrus Groen Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Taalbeleid: een kwestie van weloverwogen keuzes CEZ, september 2010
2
Inleiding Heel wat indicatoren om achterstelling (of integratie) te meten Voor werk: ‘werkzaamheidsgraad’ meet het aandeel werkenden in de beroepsbevolking op arbeidsleeftijd (15-64j) Redenen voor achterstand: een combinatie van (niet alleen) individuele en (maar ook) maatschappelijk-structurele oorzaken. Taal wordt genoemd als een belangrijke factor (individu + maatschappij!= belangrijk uitgangspunt voor taalbeleid)
3
Waarom een taalbeleid? 1. EAD-beginsel: bedrijfsleven moet een spiegel zijn van de Vlaamse beroepsbevolking. Vlaanderen vertaalt dit in een doelgroepenbeleid, met ondersteuning aan de start én tijdens het proces (vb. positieve acties) 2. Ook de V.O. kiest voor een doelgroepenbeleid, met o.a. de doelgroep etnisch-culturele minderheden (ECM, allochtonen) 3. Indien taal wordt genoemd als obstakel/drempel of springplank tot tewerkstelling (en integratie tout court) voor ECM, dan is het vanzelfsprekend hierrond te werken. 4. Voorbeeldfunctie van de V.O.: wat we van het bedrijfsleven verwachten, dienen we ook zelf te realiseren.
4
Wat is taalbeleid? Zoals elke vorm van ‘beleid’ is het een antwoord op een probleem. Zoals ‘diversiteitsbeleid’ bevindt ‘taalbeleid’ zich ook op een continuüm van: Aandacht voor taal is een bezorgheid van iedereen (taalzorg) en niet alleen van HR of van de leidinggevende Samenhang in de initiatieven, op basis van goede probleem- analyse, … Onbewust, losse acties, ad hoc gedragen door 1 persoon in een bedrijf …
5
Wat is taalbeleid? Taalbeleid is dus niet alleen het inrichten van lessen NT2 of NodW. Taalbeleid werkt niet door eerst een ultiem plan op te stellen, waarbij je je helemaal aan de (optimale) rechterzijde van het continuüm bevindt. Taalbeleid is een proces waarbij je je als organisatie op een continuüm bevindt en stappen probeert af te leggen naar een gewenste situatie. ‘Het doen, het vastpakken, het opnemen, het experimenteren.’ In dit opzicht kan NodW wel een goed begin zijn, want taalbeleid wordt dag na dag gevoerd en bijgestuurd. Voorwaarde: probleem goed analyseren, want het probleem met problemen is dat ze vaak te eenzijdig worden verkend. Vb. Hoe wil je dat anderstaligen Nederlands leren als ze thuis geen Nederlands spreken?
6
Wat is taalbeleid? Met taalbeleid op de werkvloer bij de V.O. bedoelen we de structurele pogingen die ondernomen worden om talige problemen op de werkvloer aan te pakken. Het is een grote doos met compartimenten a) waar er wordt geprobeerd om alles wat er met en voor taal gebeurt op mekaar af te stemmen b) met de bedoeling de tewerkstellingskansen van (anderstalige) personeelsleden te bevorderen c) zowel op vlak van instroom, als op vlak van ondersteuning eenmaal men in dienst is
7
Wat is taalbeleid? Van belang in deze ‘doos’: - Verantwoordelijkheid aan de persoon zelf (TV-niveau verhogen indien nodig) Intermezzo: taalbeleid in de CC van de VDAB - Verantwoordelijkheid voor het bedrijf (klare taal, procedures voor aanwerving)
8
Wat is taalbeleid? Hét taalbeleid van dé V.O. lijkt ons een moeilijk hanteerbaar begrip. We spreken over 44.208 personeelsleden met om en bij de 70 entiteiten. Taalbeleid is een verhaal van elke entiteit: elke entiteit heeft een eigen mix van personeelsleden uit een doelgroep met specifieke kenmerken. Daarbij heeft iedere entiteit al een eigen geschiedenis doorlopen, zodat hetgeen in entiteit A werkt, msschien niet goed is in entiteit B. Wel: - Een algemene visie op taalbeleid (neuzen in dezelfde richting) (visietekst over taalbeleid bij de V.O, met een aantal uitgangspunten, vb. ‘de norm niet lager leggen, maar wel realistisch leggen.’) - Een analyse van de grootste knelpunten. - Ideeën rond concrete ondersteuning voor de diensten van de V.O., waar in 2011 verder aan wordt gewerkt.
9
Doelgroep - Anderstalige allochtone werkzoekenden in het Vlaams Gewest die bij de V.O. willen werken en die er al werken: - Mensen die baat hebben bij een taalbeleid: a) werkzoekenden in het Brussels gewest ingeschreven, maar wiens Nederlands niet vergelijkbaar is met een moedertaalspreker van het Nederlands b) Laagtaalvaardige autochtone moedertaalsprekers c) Mensen die in de strikte zin van het woord geen allochtoon zijn, maar die mogelijks nog taalproblemen ondervinden (vb. Italianen).
10
Doelgroep 1.Ken je een goede praktijk met betrekking tot taal waarbij je allochtone collega’s (of kandidaat-collega’s) hebt kunnen verder helpen? Beschrijf kort het probleem en leg uit wat jij en/of je collega’s of je entiteit ondernomen hebben om het probleem op te lossen.
11
Doelgroep 2.Met taalbeleid op de werkvloer bij de Vlaamse overheid bedoelen we de structurele pogingen die ondernomen worden om talige problemen op de werkvloer aan te pakken. Is er bij jouw entiteit al sprake van een taalbeleid? Zo ja, kan je dit beschrijven, kan je voorbeelden geven? Of gaat het eerder over ad-hoc oplossingen?
12
3.Uit een analyse van jullie antwoorden op de vroegere emailbevraging vanuit de dienst Emancipatiezaken (Sophia Hoornaert) blijkt het volgende: Er wordt nauwelijks gerapporteerd over taalproblemen op de werkvloer van de Vlaamse overheid. De taalproblemen waarover melding wordt gemaakt, gaan meestal over: het verbeteren van de taalvaardigheid van medewerkers op een heel hoog niveau (bijvoorbeeld de lidwoorden) stages en jobstudenten een aantal lagergeschoolde functies (bijvoorbeeld poetspersoneel en catering) Kunnen jullie zich in deze analyse vinden? Zo neen, welke andere ervaringen hebben jullie dan? Indien je akkoord gaat, hoe komt het dat er zo weinig gerapporteerd wordt over taalproblemen op de werkvloer?
13
Doelgroep 4.Welke ondersteuning heb jij nodig om een antwoord te kunnen bieden op talige problemen op de werkvloer?
14
Taalbeleid: een kwestie van weloverwogen keuzes Geïnteresseerd?: ga dan alvast een kijkje nemen op www.klaretaalrendeert.be CEZ, september 2010
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.