Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMarleen Adam Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
Relatieve prijsstijging voor natuur en ecosysteem-diensten in de MKBA?
Mark Koetse Gusta Renes Arjan Ruijs Aart de Zeeuw
2
Achtergrond Beslissing commissie discontovoet om ecosysteemdiensten te behandelen met een relatieve prijsstijging van 1% in MKBA’s “Voor de verdiscontering van natuur … adviseert de werkgroep de standaarddiscontovoet, waarbij in principe rekening gehouden wordt met een prijsstijging voor natuur van 1 procent. De effectieve disconteringsvoet is dus 2 procent. Natuur dient echter te worden verdisconteerd met de standaardvoet en zonder prijsstijging indien kan worden aangetoond dat deze natuur substitueerbaar is.”
3
Centrale vragen in onze studie
Is de beslissing omtrent een prijsstijging van 1% voor natuur te verantwoorden op basis van Nederlandse data? Zijn er situaties waarin redelijkerwijs afgeweken kan/moet worden van een 1% prijsstijging voor natuur? Analytisch raamwerk Ramsey (1928) groeimodel CES nutsfunctie Ramsey regel
4
Twee essentiële elementen
Ramsey regel Twee essentiële elementen Relatieve schaarste van ecosysteemdiensten: Groeivoet BBP -/- Groeivoet ecosysteemdiensten Substitutie ecosysteemdiensten met BBP in de nutsfunctie Verschil groeivoet BBP (gC) en groeivoet ecosysteemdiensten (gE) Relatieve prijsstijging ecosysteemdiensten Substitutie elasticiteit C en E in de nutsfunctie
5
Essentieel onderscheid
Ecosysteem einddiensten Intermediaire ecosysteemdiensten In principe wordt slechts 1e categorie meegenomen in MKBA om dubbeltelling te voorkomen Probleem Beschikbare data en inzichten vaak over intermediaire diensten en ecosystemen zelf Niet altijd inzicht in ontwikkeling van einddiensten, zowel qua historische data als qua effecten in de MKBA
7
Groeivoeten kwaliteit
Indicator Periode Groeivoet Rode lijst soorten Rode lijst -0.05% BBP 1,91% Niet-bedreigde soorten -0,25% 1,99% Mean Species Abundance Nederland -0,00% Europa -0,29% Wereld -0,17% 2,30% Doelsoorten Landnatuur -0,56% Bos -0,28% Heide -0,90% Open Duin -0,37% Moeras -1,40% Half-natuurlijk grasland 0,53% 2,12% Living Planet Index Alle soorten 0,58% Landfauna Zoetwaterfauna 1,10% Marine fauna 1,60%
8
Groeivoeten kwantiteit (areaal)
Indicator Periode Groeivoet Recreatie Park en plantsoen 2,84% Overig recreatieterrein 0,19% BBP 2,12% Agrarisch Totaal agrarisch terrein -0,25% Bos en natuurlijk open terrein Bos 0,54% Open natuurlijk terrein 0,09% Water Binnenwater 2,57% Buitenwater 0,01%
9
De Knegt (ed.) (2014) Aanbod ecosysteemdiensten : Aanbod gelijk of dalend
10
Regionale verschillen Meer lokale metingen wenselijk!
Verschil groeivoet C en E voor Randstedelijke en niet-Randstedelijke provincies voor de periode Binnen-water Bos Open natuur-lijke terreinen Park en plantsoen Agrarisch gebied Randstad 2,31% 3,74% 4,75% 2,43% 4,99% Niet-Randstad 1,18% 4,35% 4,89% 1,89% 5,08%
11
Substitutie binnen de nutsfunctie In welke mate kan welvaartsverlies door daling aanbod van ecosysteemdiensten opgevangen worden door groei in aanbod van reguliere goederen en diensten (BBP)?
12
Vrijwel zonder uitzondering substitutie elasticiteiten > 1
Ecosysteemdiensten en BBP zijn onderling substitueerbaar Studie Ecosysteemdienst Substitutie elasticiteit σ Martini en Tiezzi (2014) Verbetering luchtkwaliteit 0.86 Schläpfer en Hanley (2003) Landschap amenities 1.11 Lindhjem en Tuan (2012) Biodiversiteit 1.37 Hœokby en Sœderqvist (2003) Verzamelde ecosysteemdiensten 1.47 Ready et al. (2002) Verbetering waterkwaliteit 1.69 Liu en Stern (2008) Verzamelde marine diensten 2.38 Jacobsen en Hanley (2009) 2.63 Broberg (2010) Bestaanswaarde predator soorten 2.70 Carlsson en Johansson-Stenman (2000) 3.13 Chiabai et al. (2011) Verzamelde bos diensten 3.23 Sœoderqvist en Scharin (2000) 3.70 Wang en Whittington (2000) Barbier et al. (2015) 3.85 Whitehead et al. (2000) Verbetering recreatie 4.17 Hammitt et al. (2001) Behoud wetlands 4.55 Wang et al. (2013) 4.76 Yu en Abler (2010) 5.00 Barton (2002) 7.14 Bron: Berekeningen op basis van Tabel 1 in Drupp (2016)
13
Speciale gevallen Lokaal gebonden ecosysteemdiensten, met name recreatie en leefomgevingskwaliteit, zeer beperkt substitueerbaar Mogelijk gevolg: Toepassen relatieve prijsstijging >1% Meeste (zo niet alle) productie einddiensten zeer goed te substitueren met import uit buitenland en technische alternatieven Mogelijk gevolg: niet toepassen relatieve prijsstijging
14
Simulatie: Wat is bijbehorende bandbreedte van relatieve prijsstijging van ecosysteemdiensten?
Ramsey regel Historische data 0-3% verschil in groeivoeten ecosysteemdiensten en BBP Substitutie ecosysteemdiensten met BBP: elasticiteiten 1–5
16
Groeivoet natuurareaal: 0,2% en 0,3%
WLO scenario's Groeivoet BBP: 1% en 2% Groeivoet natuurareaal: 0,2% en 0,3% Verschil in groeivoet: 0,8% in lage scenario, 1,7% in hoge scenario Substitutie ecosysteemdiensten met BBP: elasticiteiten 1–5 WLO scenario Substitutie elasticiteit Laag Hoog 1 0,80% 1,70% 1,5 0,53% 1,13% 2 0,40% 0,85% 2,5 0,32% 0,68% 3 0,27% 0,57% 3,5 0,23% 0,49% 4 0,20% 0,43% 4,5 0,18% 0,38% 5 0,16% 0,34%
17
Voorlopige bevindingen
Bandbreedte van theoretisch te verantwoorden relatieve prijsstijging voor ecosysteemdiensten WLO: 0,15% tot 1,7% Beslissing van 1% relatieve prijsstijging in MKBA voor ecosysteemdiensten lijkt te verdedigen voor (groot) gedeelte van historische data en WLO data Geen relatieve prijsstijging voor productiediensten; aanname is geen schaarste op globaal niveau
18
Voorlopige bevindingen
Relatieve prijsstijging >1% voor lokale einddiensten in stedelijke gebieden (luchtkwaliteit, leefomgevingskwaliteit, verkoeling in de stad, bescherming tegen wateroverlast). Redenatie is dat deze diensten slecht te substitueren zijn binnen de nutsfunctie en aanzienlijk schaarser worden tov BBP in stedelijke gebieden Meer onderzoek nodig naar schaarste ecosysteemdiensten op lokaal niveau
19
Gevoeligheidsanalyse
Aanname: Lineaire relatie (productiefunctie) tussen natuur en intermediaire diensten aan de ene kant, en einddiensten aan de andere Kernvraag: In welke mate kunnen natuur en intermediaire diensten dienen als indicatoren voor einddiensten? Vraag geldt zowel voor meten van historische groeivoeten als voor meten van marginale effecten in de MKBA!
20
Niet-lineaire productiefuncties
Over- of onderschatting van groeivoeten van einddiensten, en van marginale effecten op einddiensten in MKBA, afhankelijk van vorm van en positie op productiefunctie Productiefuncties met tipping points met name problematisch bij onomkeerbaarheid van effecten
21
Substitutie in de productiefunctie
Mogelijkheden tot substitutie binnen de productiefunctie, e.g., gebruik van technologie (pesticiden)… …rekening houdend met mogelijke externaliteiten van substituten, zowel nu als in de toekomst Bijvoorbeeld, toekomstig verlies bodem-productiviteit door gebruik pesticiden
22
Probleem Ligging en vorm van de relaties tussen einddiensten en intermediaire diensten is grotendeels onbekend Discussie en onderzoek met ecologen om die kennis te ontwikkelen Vragen en onderzoekagenda Wat is de functionele relatie tussen ecosystemen en natuur aan de ene kant, en ecosysteemdiensten aan de andere? In welke mate zijn ecosysteemfuncties en technologie substitueerbaar? Productiefunctie van ecosysteem einddiensten
23
(voorlopig) advies relatieve prijsstijging natuur
Bij hoge mate van substitueerbaarheid of als relatieve schaarste geen probleem is. Bijv. als er voldoende recreatieve mogelijkheden zijn Bij zeer beperkte substitueerbaarheid en lagere groeivoeten t.o.v. BBP. Bijv. voor regulerende/culturele diensten in stedelijk gebied of biodiversiteit in ‘overige’ natuurgebieden. (voorlopig) advies relatieve prijsstijging natuur Relatieve prijsstijging 0% 1% >1% Voorzorg-principe Productiedienst -voedsel -hout Advies 2 Advies 3c -drinkwater Advies 4 Regulerende dienst -waterveiligheid -waterzuivering -luchtzuivering -verkoeling -geluidsabsorptie Advies 3b Advies 1 Advies 3a Culturele dienst -groenrecreatie Biodiversiteit Als levering van drinkwater in gevaar komt Als productie integraal onderdeel uitmaakt van een multifunctioneel landschap òf Als substitutiemogelijkheden (sterk) afnemen Als in Natura2000-gebieden en in het Natuurnetwerk Nederland ingrepen natuurwaarden, natuurkwaliteit en soortenbescherming onder druk zetten.
24
Beschermingsregimes natuur (aanvulling advies 4)
Soort gebied Wat wordt beschermd? Samenhang met relatieve prijsstijging Natura2000 Bescherming van soorten en habitats (incl. externe werking); ‘passende beoordeling’ bij groot maatschappelijk belang Nee, tenzij (voorzorgprincipe) > 1% Natuurnetwerk Nederland Bescherming van wezenlijke kenmerken (oppervlakte, kwaliteit en samenhang; geen externe werking); effecttoets Soorten Soortenbescherming uit Vogel- en habitatrichtlijnen Bos / houtopstanden Meld- en herplantplicht Ja, mits Conform advies Overige gebieden Fysieke inrichting en beheer van landschapselementen die van belang zijn voor soorten en leefgebieden.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.