De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Infosessie vervoerregio’s - Hasselt 19/06/2019

Verwante presentaties


Presentatie over: "Infosessie vervoerregio’s - Hasselt 19/06/2019"— Transcript van de presentatie:

1 Infosessie vervoerregio’s - Hasselt 19/06/2019
Agenda Intro VVSG – Erwin Debruyne Vervoerregioraad en GIP – Cleo De Wolf en Peter Hofman Projectstuurgroep – Anneleen De Smedt en Lieven Van Eenoo Overgangsbepalingen – Dominique Ameele Pauze Inspiratie – Peter Roose Mobipunten – Ward Ronse en Jort Kerremans Nieuwigheden – Erwin Debruyne Vragen Slotwoord – Veerle Heeren Infosessie vervoerregio’s - Hasselt 19/06/2019

2 Cleo De Wolf en Peter Hofman Departement Mobiliteit en Openbare Werken
Naar een nieuw interbestuurlijk overlegorgaan met Basisbereikbaarheid DE VERVOERREGIORAAD Cleo De Wolf en Peter Hofman Departement Mobiliteit en Openbare Werken Van mij ook een goedemiddag iedereen. Peter en ik zullen het hebben over de bepalingen die zijn uitgeschreven in de omzendbrief, over het nieuwe orgaan: de vervoerregioraad.

3 Inhoud DE VERVOERREGIORAAD Samenstelling De voorzitters
De interne organisatie Beraadslaging Overleg met aangrenzende vervoerregio’s Team MOW DE OPDRACHTEN VAN DE VERVOERREGIORAAD Algemene beschrijving Het regionaal mobiliteitsplan De opvolging van projecten en programma’s HET GEÏNTEGREERD INVESTERINGSPROGRAMMA (GIP) Definitie Doel en scope Omzendbrief GIP Rol van de vervoerregio’s Inhoud Voor de inhoud van onze presentatie hebben we ons ook op de omzendbrief gebaseerd. We beginnen met de samenstelling, voorzitterschap, interne organisatie, beraadslaging, aangrezend vervoerregio’s en team MOW onder het topic ‘vervoerregioraad’. Bij ‘opdrachten of taken van de VVRR’ geven we de algemene taakstelling, de fasen van het regionaal mobiliteitsplan, de opvolging van projecten en programma’s in de VVRR en het GIP/

4 DE VERVOERREGIORAAD Wie heeft er al een vervoerregioraad bijgewoond, en wie nog niet?

5 1. Samenstelling: minimaal
elke gemeente in de vervoerregio;  departement Mobiliteit en Openbare Werken;  agentschap Wegen en Verkeer;  interne exploitant van het kernnet en het aanvullend net;   De Vlaamse Waterweg nv;  de provincie indien het grondgebied van de provincie gelijk valt met de afbakening van de vervoerregio.   In de omzendbrief staat weinig nieuws omtrent de samenstelling. Deze minimale samenstelling is jullie allen bekend.

6 1. Samenstelling Naast minimale samenstelling heeft de VVRR veel vrijheid qua samenstelling Onderscheid: stemgerechtigde of vaste leden (cfr. minimale samenstelling) adviserende leden (aangrenzende gemeenten, provincie, NMBS en Infrabel, overige exploitanten openbaar vervoer, andere beleidsdomeinen) Naast de minimale samenstelling krijgt de VVRR toch veel vrijheid andere partners uit te nodigen. Ook voor de werkgroepen geldt deze vrijheid. Bijkomende leden kunnen zowel Vlaamse instanties zijn, als andere mobiliteitsactoren, .. Ook ad hoc, volgends de vereisten van de agenda, kunnen er bijkomende instanties uitgenodigd worden. Er wordt wel altijd een onderscheid in de VVRR tussen stemgerechtigde/vaste leden en adviserende leden gemaakt wordt.

7 1. Samenstelling Definitieve samenstelling: in huishoudelijk reglement
Vertegenwoordigers spreken namens hun organisatie Vertegenwoordiger departement MOW: inhoudelijke coördinatieopdracht Vlaamse instanties die deel uitmaken van beleidsdomein MOW vertegenwoordigen de VR en het Vlaamse mobiliteitsbeleid. De vertegenwoordiger van het departement neemt een inhoudelijke coördinatieopdracht op met overige Vlaamse actoren.

8 1. Samenstelling Het huishoudelijk reglement kan verdere bepalingen bevatten over: de samenstelling van de vervoerregioraad en de modaliteiten van vervanging; (naamgeving van de vervoerregio) en het logo; de taken en rechten van de voorzitters en van de andere leden; de organisatie en het verloop van de vergaderingen, de agendering, de verslaggeving en openbaarheid; de wijze van beraadslaging, het quorum en de stemming; de oprichting van een dagelijks bestuur en werkgroepen; participatie en afvaardiging. De omzendbrief is in een sterk afgeslankte versie op de Vlaamse Regering gebracht. Hierdoor wordt het huishoudelijke reglement belangrijker. In het huishoudelijk reglement kan, naast de definitieve samenstelling van de VVRR, verdere bepalingen bevatten over de modaliteiten van vervanging, de naamgeving en het logo – let op, dit is verwarrend want in het decreet staat dat de naamgeving wordt bepaald door de Vlaamse Regering (“ De VR bepaalt … en kan op eigen initiatief of op vraag van de vervoerregio’s deze herschikken of er een andere benaming aan geven.”) -

9 Samenstelling: schematisch
Vervoerregioraad Team MOW DMOW De Lijn AWV De Vlaamse Waterweg Andere relevante entiteiten Gemeenten Andere (bovenlokale) stakeholders Voorzitterschap: voorzitter lokaal bestuur + voorzitter DMOW Schematisch weergegeven ziet de samenstellin er als volgt uit. Merk op dat de Vlaamse actoren verenigd worden in het team MOW. Bedoeling is dat zij zo veel als mogelijk met één stem spreken in de vervoerregio. Ook belangrijk op deze figuur is dat de regioraad kan beslissen om ook andere bovenlokale stakeholders, zoals bijvoorbeeld de NMBS, te betrekken. In de praktijk wordt vaak met 2 blokken gewerkt nl. lokale en provinciale overheden versus de Vlaamse. Er dient wel over gewaakt te worden dat het geen wij/zij verhaal wordt.

10 2. Voorzitterschap  door beide voorzitters gezamenlijk uitgevoerd
Politieke vertegenwoordiger, voorgedragen door de gemeenten Vertegenwoordiger departement MOW Taakstelling: Vergadering samenroepen en modereren Consensus vaststellen Waken over uitvoering participatieproces Waken over uitvoeren werkafspraken, formaliseren en opvolgen van engagementen van de partners Woordvoerder van de vervoerregio “Een vertegenwoordiger voorgedragen door de gemeenten vervult de voorzittersrol, samen met het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. In afwachting van de voordracht door de gemeenten kan de voorzittersrol enkel door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken opgenomen worden.” En de 2 voorzitters zijn ook de woordvoerders van de vervoerregio. Politiek voorzitter doet slotwoord!

11 Voorzitters per vervoerregio:
 VOORZITTER (STEDEN/GEMEENTEN) VOORZITTER (MOW) Aalst Marleen Lambrecht (Erpe-Mere)  Michael Eeckhout Antwerpen Koen Kennis (Antwerpen)  Jan Van Rensbergen Brugge Dirk De Fauw (Brugge)  Hannelore Deblaere Gent Kempen Yoleen Van Camp (Herentals)  Frank Leys Kortrijk Vincent Van Quickenborne (Kortrijk)  Sofie De Meulenaere Limburg  Sven Lieten Leuven Hans Eyssen (Holsbeek) Mohamed Ridouani (Leuven)  Mark Thoelen Mechelen Saadet Gülhan (Bornem) Oostende  Lieven Van Eenoo Roeselare Dirk Verwilst (Meulebeke) Vlaamse Ardennen Jurgen Haustraete (Kruisem)  Erwin Sucaet Vlaamse Rand Stijn Quaghebeur (Dilbeek)  Filip Boelaert Waasland Carl Hanssens (Sint-Niklaas) Westhoek Peter Roose (Veurne) Voorzitters per vervoerregio: Er is nog niet in elke vervoerregio een politieke voorzitter aangeduid, maar momenteel hebben we toch een 10-tal voorzitters. Voor de Vlaamse Rand is de naam Stijn Quaghebeur nog zeker..

12 3. Interne organisatie De vervoerregioraad kan
een dagelijks bestuur oprichten voorbereiden agenda & beslispunten voorzitters = voorzitters VVRR werkgroepen oprichten voorbereiden werkzaamheden vastleggen in huishoudelijk reglement Voorbeeld: vervoerregio Kempen En dan komen we bij de interne organisatie. Bedankt Frank voor dit mooie schema van de vervoerregio Kempen. De vervoerregioraad is vrij om een dagelijks bestuur of werkgroepen op te richten. Een dagelijks bestuur kan de agenda en beslispunten voor de raad voorbereiden. De voorzitter van de VVRR zitten ook het dagelijk bestuur voor. En werkgroepen worden opgericht om de werkzaamheden van de raad voor te bereiden. En, zoals we daarnet als zagen, wordt deze organisatie uitgeschreven in het huishoudelijk reglement.

13 3. Interne organisatie Het departement MOW staat in voor:
de secretariaatstaken organisatorische ondersteuning (cfr. Sharepoint-omgeving) de aanstelling van het studiebureau voor begeleiding regionaal mobiliteitsplan en vervoerregiowerking De taken van het departement in de organisatie van een vervoerregioraad: het departement krijgt in de omzendbrief secretariaatstaken toegewezen, moet de vervoerregio organisatorisch ondersteunen en stelt het studiebureau aan. En dan nu het woord aan Peter…

14 4. Beraadslaging Vergadering: zo vaak als nodig
Optie voor quorum in het HR Samenbrengen standpunt Vlaams niveau en gemeentelijke niveau “De VVRR beslist bij voorkeur bij consensus” Een stemmingsregeling kan …

15 5. Overleg aangrenzende regio’s
Aantal permanente grensoverschrijdende aandachtspunten in huishoudelijk reglement: Opname vertegenwoordiger aangrenzende regio/gewest in werkgroep en overlegstructuur Voorzitters nemen initiatieven om aangrenzende regio’s aan te spreken of in te gaan op uitnodiging aangrenzende regio Vanaf hier; Peter

16 6. Team MOW Leden: Taakstelling:
Departement MOW (voorzitter), Agentschap Wegen en Verkeer, De Lijn en De Vlaamse Waterweg kan uitgebreid worden: bv. afdeling Maritieme Toegang, Agentschap MDK, Lantis, Werkvennootschap, Vlaamse Regionale Luchthavens, etc. Taakstelling: Stroomlijnen van standpunten van beleidsdomein MOW en zo vanuit coherente visie deelnemen aan vervoerregioraad Zorgen voor doorstroming van informatie binnen hun entiteiten tussen centrale niveau en de vervoerregio  kan uitgebreid worden met andere Vlaamse operationele instanties actief in de vervoerregio, bv. afdeling Maritieme Toegang, Agentschap MDK, Lantis, Werkvennootschap, Vlaamse Regionale Luchthavens, etc.

17

18

19 DE TAKEN VAN DE VERVOERREGIORAAD

20 1. Algemene beschrijving
Opmaken van het regionaal mobiliteitsplan regionale mobiliteitsprogramma’s en -projecten opvolgen advies geven bij opmaak van het Geïntegreerd Investeringsprogramma het aanvullend net en het vervoer op maat bepalen advies geven over het treinnet en het kernnet het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk bepalen (met uitzondering van fietssnelwegen) het verknopen van de vervoers- en infrastructuurnetten bewaken combimobiliteit en synchromodaliteit faciliteren verkeersveiligheidsmaatregelen prioriteren en opvolgen doorstromingsmaatregelen prioriteren en opvolgen De vervoerregioraad is verantwoordelijk voor (het voorbereiden, opmaken, opvolgen, evalueren en, in voorkomend geval, herzien van het regionaal mobiliteitsplan. Binnen de krijtlijnen van het goedgekeurde regionaal mobiliteitsplan heeft de vervoerregioraad de volgende taken

21 2. Het regionaal mobiliteitsplan
Voor de opmaak van het eerste regionaal mobiliteitsplan wordt door het Departement MOW per vervoerregio een studiebureau aangesteld die de opmaak inhoudelijk en procesmatig zal begeleiden. Een mobiliteitsplan bestaat uit: Fase 1 : inventarisatie en onderzoek Fase 2 : opbouw strategische visie en operationele doelstellingen Fase 3 : het actieplan. Fase 4 : evaluatie en monitoring  handleiding staat op

22 3. Opvolging projecten en programma’s
Enkel van strategisch belang Verschillend per regio, bv. doorstromings-acties, uitrol mobipunten, … Budget en uitvoering: De entiteiten vertalen deze projecten door naar het Geïntegreerd Investeringsprogramma (GIP) Bevoegde steden en gemeenten initiëren deze projecten en nemen deze op in hun begrotingscyclus

23 3. Opvolging projecten en programma’s
Rapportage door de uitvoerder/initiatiefnemer zodat VVRR kan opvolgen en geïnformeerd is bestuurlijk draagvlak gecreëerd wordt, ook voor Vlaamse projecten

24 HET GEÏNTEGREERD INVESTERINGSPROGRAMMA

25 1. Definitie = geïntegreerd meerjarig investeringsprogramma van het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken.  waardoor duidelijk overzicht van alle investeringen in het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken

26 2. Doel en scope Doel Scope Middelen optimaal gebruiken
Beter plannen en afstemmen Scope “Het betreft alle uitgaven, ongeacht de financieringsbron, die rechtstreeks besteed worden aan de uitbreiding, vervanging, vernieuwing en het structureel onderhoud van: De infrastructuur inzake transport en waterbeheersing Het eigen vaar- en voertuigenpark dat dient voor de rechtstreekse dienstverlening aan de klant Vervoersmanagementsystemen – infrastructuur die rechtstreeks verband houdt met dienstverlening aan de klant Investerings- en onderhoudsbaggerwerken”

27 3. Omzendbrief GIP GIP 2018 en 2019 Nu: opmaak GIP 2020
17 mei 2019: ministeriële omzendbrief goedgekeurd door de Vlaamse Regering betreffende het geïntegreerd Investeringsprogramma Het departement MOW (en bij uitbreiding het Team MOW) vervult een regierol inzake de opmaak en opvolging van het GIP Procesbeschrijving met betrokkenheid van de vervoerregio’s

28 4. Rol van de vervoerregio’s
FASE 1: voorbereiding (februari-maart) Consulteren van de vervoerregio’s FASE 3: Analyse (mei-begin september) Opmaak ontwerpGIP in nauw overleg met team MOW FASE 4: OntwerpGIP (september-november) Formeel advies van de vervoerregioraden

29 Basisbereikbaarheid PSG en projecten
25/06/2019

30 Procesverloop Decreet van 20 maart 2009 betreffende het mobiliteitsbeleid (met wijzigingen 2012) Decreet van 26 april 2019 betreffende de basisbereikbaarheid

31 Projectverloop sinds 2012 Startnota: Projectnota
situering / probleemstelling, planningscontext en randvoorwaarden ruimtelijke en verkeerskundige analyse redelijke oplossingsvarianten afweging en keuze voorkeursoplossing vervolgstappen. Projectnota Inhoudelijke uitwerking van het project afspraken evaluatie Kostenraming en vervolgstappen. Kan gezamenlijk in unieke verantwoordingsnota Evaluatienota

32 Projectverloop in decreet basisbereikbaarheid
Onderzoeksfase >> afsluiten met startkeuze Ontwerpfase >> afsluiten met projectkeuze Evaluatiefase Belangrijk: het gaat niet om 1 moment, maar om een studie- of ontwerpFASE die formeel afgesloten wordt door een keuzemoment. In de onderzoeksfase wordt de startnota opgemaakt, maar het is pas bij de goedkeuring van de voorkeursoplossing dat de fase formeel afgesloten wordt.

33 Rapportage aan projectstuurgroep
Bij elke projectfase hoort een rapportage: Onderzoeksfase: startnota Ontwerpfase: projectnota Evaluatiefase: evaluatienota Inhoud rapportage: ontwerp BVR herneemt integraal de bepalingen van BVR 2013. Start- en projectnota kunnen samen in unieke verantwoordingsnota Indien PSG oordeelt: geen redelijke alternatieven Nieuw: indien de redelijke oplossingsrichtingen al systematisch geanalyseerd werden in andere rapportages of beoordelingen Nieuw BVR herneemt vorige bepalingen.

34 Overleg en kwaliteitszorg in de projectstuurgroep

35 Overleg en kwaliteitszorg
(GBC + RMC + KA) → PSG initiatiefnemer = voorzitter Indien meerdere initiatiefnemers: afspreken taakstelling: begeleidt de uitwerking van een project / lokaal mobiliteitsplan / mobiliteitsgerelateerd lokaal beleidsplan verantwoordelijk voor kwaliteitszorg Op maat van project: PSG uitbreiden, gedurende hele traject of voor een specifieke fase PSG openstellen ifv participatietraject: “afwijkende regels”: informatie en feedback vergaren / geen consensus partners kunnen voorstellen om PSG uit te breiden met bijkomende partner, PSG oordeelt, indien geen consensus beslist de voorzitter

36 Projectstuurgroep - samenstelling
initiatiefnemer = voorzitter minimale samenstelling: De initiatiefnemer (als die niet de hoedanigheid …) gemeente(n) beleidsdomein MOW vertegenwoordiger van de betrokken weg- of waterwegbeheerder (als die niet de hoedanigheid …) Steeds co-financiers en ‘bevoegde instantie’ uitnodigen indien omgevingsvergunning → nodig adviesinstanties uit (cf. huidige werking) De Lijn: bij start project op of nabij een traject van kernnet of aanvullend net stationsomgeving : NMBS / infrabel → finaliteit: juiste partners rond de tafel ifv kwalitatief project

37 Rollen en verantwoordelijkheden
Voorzitter : eindverantwoordelijke om tot kwalitatieve projecten / plannen te komen ! zorgt ervoor dat juiste partners betrokken worden in PSG ifv kwaliteitsvol project / plan voorbereiding van PSG (administratief), vergadering(en) organiseren en leiden: uitnodiging ten laatste 2 weken voor vergadering (ordetermijn) datum, plaats, agenda, overzicht van alle stukken en alle stukken in bijlage ontwerpverslag uiterlijk 2 weken na vergadering beschikbaar stellen aan PSG (uiteraard: evenwichtige weergave van bespreking)

38 Rollen en verantwoordelijkheden
Leden en voorzitter: Staan samen in voor inherente kwaliteitszorg: expertise inbrengen in ontwerp- en denkproces relevante regelgeving, mobiliteitsplan(nen), samenwerkingsovereenkomst, vademecums, dienstorders, criteria zoals verkeersveiligheid, ruimtelijke inpasbaarheid, doorlooptijd, budgettaire haalbaarheid gemeentelijke voorschriften (bvb. gemeentelijke stedenbouwkundige verordening…) eindverantwoordelijkheid voor kwalitatieve projecten / plannen: voorzitter !

39 Beraadslaging PSG streeft naar consensus tussen alle leden van de PSG
geen onderscheid tussen stemgerechtigde leden en niet-stemgerechtigde leden In consensus dossier afronden = niemand tegen. eindverantwoordelijkheid voor voortgang project ligt bij initiatiefnemer: indien na voldoende ruimte voor discussie geen consensus bereikt kan worden, kan voorzitter beslissen om discussie af te ronden en volgende fase aan te vatten evenwichtige verslaggeving is belangrijk !

40 Bemiddeling Lid van PSG dat niet akkoord is met conclusie:
vraag om bemiddeling richten tot beide voorzitters van VVRR binnen 15 dagen na ontvangst van het verslag Per mail naar adres vervoerregioraad ! voorzitters starten bemiddeling binnen ordetermijn van 30 d na ontvangst opnieuw bespreking in schoot PSG, samen met bemiddelaars zoeken samen consensus

41 Interactie met vervoerregioraad
Projecten worden uitgewerkt binnen kader van regionaal mobiliteitsplan en MP Vlaanderen Uitwerking projecten in PSG Maar strategische projecten voor VVR worden ook opgevolgd door de vervoerregioraad Informeren van partners Draagvlak verwerven Strategisch is niet nader omschreven, maar regiospecifiek.

42 Welke projecten volgen de methodiek?

43 Projecten volgens projectmethodologie
idem aan huidige projecten die onderworpen waren aan GBC / RMC procedure bijkomend: mobipunten en carpoolparkings watergebonden infra-projecten: bouwen of vernieuwen van sluizen, bruggen, stuwen die aansluiten op waterwegen, wegen of fietsnetwerk aanleg, heraanleg, herinrichting laad- en loskaaien aanleg, heraanleg, herinrichting publiek toegankelijke infrastructuurprojecten op watergebonden gronden Uitzonderingen: infrastructuur < € , autosnelwegen, dringende herstellingen, baggerwerken, bepaalde geluidsdossiers Openbaar vervoer versterkingsritten, omrijden door calamiteiten of werken, projecten met beperkte impact op reizigerskilometers.

44 Projecten volgens projectmethodologie
Uitzondering op uitzonderingen: In geval van subsidie op vraag van lid VVRR , kan steeds projectmethodologie worden gestart in bepaalde gevallen: opdracht bij herinrichting van wegen !! (art. 48 decreet): voorafgaand aan werken (impact enkel tijdens de werken): advies vragen aan exploitant KN & AN bij blijvende impact na de werken : voorafgaand overleg plegen met exploitant geregeld vervoer ifv milderende maatregelen: bilateraal of in schoot van PSG.

45 Niet-infrastructuur gebonden projecten
2019: nieuwe categorie Art. 29 decreet: subsidieprojecten mobiliteitsbeleid Art. 46 decreet: flankerende maatregelen basisbereikbaarheid uit regionaal mobiliteitsplan Voorlopig nog geen subsidieregelingen vastgesteld Methodiek: unieke verantwoordingsnota Art. 29 niet-infrastructuurgebonden projecten ter ondersteuning van mobiliteitsbeleid Art. 46: flankerende maatregelen ter uitvoering van basisbereikbaarheid, te bepalen in regionaal mobiliteitsplan (bv parkeerbeleid, sensibilisatie)

46 Uitzonderingen vanuit link met andere planprocessen
Indien plan-MER: startkeuze pas na goedkeuring plan-MER Indien project-MER: projectkeuze pas na goedkeuring project-MER Indien RUP: Startfase wordt opgevangen in RUP-procedure Indien besluitvormingsprocedure complex project Methodologie decreet basisbereikbaarheid niet volgen In deze belangrijk om start- of projectnota als “FASE” te voorzien. Bv.: in de ontwerpfase wordt het voorontwerp opgemaakt in wisselwerking met project-MER. De finale keuze van de oplossing gebeurt formeel pas na goedkeuring van het project-MER (d.i. samen met goedkeuring omgevingsvergunning), terwijl dit in de praktijk natuurlijk al vroeger duidelijk zal / moet zijn.

47 Overgangsmaatregelen
Van mobiliteitsdecreet naar decreet basisbereikbaarheid Infosessie VVSG juni 2019

48 Basisprincipe: continuïteit
Lopende processen worden niet geknipt (art. 69 decreet BB) gemeentelijke mobiliteitsplannen projecten die GBC/RMC-procedure volgden Bestaande subsidieregelingen projecten blijven behouden (BVR projecten) Bestaande type samenwerkingsovereenkomsten blijven behouden (BVR projecten) Procedures aanpassen aan regels projectstuurgroep en verdwijnen RMC (kwaliteitsadvies)

49 Procedures

50 Procesverloop (1) Spilmoment 22 juni 2019
datum in werking treden Decreet Basisbereikbaarheid Lopende RMC-dossiers: Schriftelijk advies gevraagd voor 22/6: worden afgewerkt Dossier met gunstig advies KA: kan naar volgende stap (uitvoering/PSG) Dossier met ongunstig advies KA: herbespreking én beslissing over deze projectfase in nieuwe projectstuurgroep

51 Procesverloop (2) Lopende GBC-dossiers
 GBC’s van 1 juni 2019 of later Met consensus: GBC kan gelijkgesteld worden aan PSG als de initiatiefnemer oordeelt dat de kwaliteitsborging voldoende verzekerd is.  Addendum bij verslag GBC. Anders: PSG oprichten en consensus zoeken.

52 Subsidievoorwaarde projecten (1)
1° de kwaliteitsadviseur een gunstig advies heeft uitgebracht over de startnota en projectnota of de unieke verantwoordingsnota van het project; 2° of er werd voor 22 juni 2019 een kwaliteitsadvies gevraagd maar uit de kennisgeving van de (toenmalige) RMC-voorzitter, blijkt dat geen advies werd uitgebracht binnen de voorgeschreven termijn; 3° of de minister heeft een ongunstig advies van de kwaliteitsadvies hervormd na het instellen van een verzoek tot heroverweging voor 22 juni 2019; 4° of de projectstuurgroep heeft een consensus bereikt over de startnota en projectnota of de unieke verantwoordingsnota van het project, al dan niet met bemiddeling van de voorzitters van de vervoerregioraad.

53 Subsidievoorwaarde projecten (2)
Geldig mobiliteitsplan dat in voorkomend geval binnen de termijn, vermeld in artikel 16, §2, tweede lid, van het decreet van 20 maart 2009, aan een sneltoets is onderworpen;  vervalt Goedkeuring van regionaal mobiliteitsplan door gemeenteraad Geldigheid mobiliteitsplannen: Blijft geldig tot er een nieuw plan werd vastgesteld en bekendgemaakt Alle plannen conform verklaard/bekendgemaakt vanaf 1/5/2003 zijn geldig Bij nieuwe fusiegemeenten blijft plan geldig voor grondgebied waarvoor het werd opgemaakt

54 Financiering

55 Projecten en financiering
Decreet bevat overgangsbepaling voor lopende projecten Eerste formele beslissing dateert van voor 22/6/2019 Ontwerp BVR wordt van toepassing voor nieuwe projecten Ontwerp BVR grijpt niet in op huidige subsidieregels Focus op de organisatorische omkadering Eerste subsidieaanvraag na in werking treden BVR (najaar 2019)

56 Projecten en financiering
Helder onderscheid blijft: Projecten op gewestwegen: Samenwerkingsovereenkomst: Studie Uitvoering Eenduidige type-overeenkomsten Lokale plannen en projecten op gemeentewegen: Gereglementeerde subsidie

57 Projecten en financiering
Projecten op gemeentewegen: Gereglementeerde subsidie Kapstok in art. 29 decreet voor: aanleg, verbetering of uitrusting van infrastructuur langs gemeentewegen ter uitvoering van het regionaal mobiliteitsplan aanleg, verbetering of uitrusting van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk niet-infrastructuurgebonden projecten ter ondersteuning van het mobiliteitsbeleid Specifieke maatregelen ivm combimobiliteit, carpoolparkings, e.d. Opmaak en herziening van lokale mobiliteitsplannen Verder aan te duiden in bijkomend BVR

58 Projecten en financiering
Op basis van decreet en ontwerpBVR Projecten: Projecten op gemeentewegen: Schoolomgevingen Ontsluiting bedrijventerreinen Aanleg, herinrichting fietsinfrastructuur als alternatief voor gewestweg aanleg, verbetering of uitrusting van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (Fietsfonds (via provincie)/niet Fietsfonds) Nieuw ongelijkgrondse kruisingen op BFF

59 Gemeentelijke mobiliteitsplannen en financiering
Voorlopig gedeeltelijk terugvallen op bestaande subsidieregeling Voor gemeenten die reeds over een geldig mobiliteitsplan beschikken enkel voor lopende planprocessen: Gemeentelijk mobiliteitsplan die volgt uit sneltoets door RMC gunstig geadviseerd voor 22 juni 2019 Voor gemeenten die nooit eerder een mobiliteitsplan hebben vastgesteld Subsidie spoor 1 Van toepassing op nieuwe fusiegemeenten

60 Tot slot

61 Gemeentelijke mobiliteitsplannen
Niet verplicht Begeleiding opmaak plan via de PSG Gefaseerde opmaak cfr. huidige methodiek – elke fase kan naar PSG Procedure: geen voorlopige en definitieve vaststelling, tenzij bij openbaar onderzoek Intergemeentelijke plannen blijven mogelijk Cyclisch planproces voorziet in een evaluatie in eerste helft elke bestuursperiode: Gedeeltelijke of gehele herziening

62 Gemeentelijke Begeleidingscommissie
Decretale rechtsgrond verdwijnt, geen vraag tot formele ontbinding/opheffing  formele regels, verantwoordelijkheden vallen weg Geplande vergaderingen kunnen nog plaatsvinden – overeenstemming met projectstuurgroep Gemeenten kunnen GBC-werking voortzetten als PSG voor lokaal mobiliteitsplan en eigen projecten…

63 Infosessies basisbereikbaarheid juni 2019 Erwin Debruyne
Nieuwigheden Infosessies basisbereikbaarheid juni Erwin Debruyne

64 Schoolomgeving Fietsen Verkeerslichten Varia Inhoud
Kennisnetwerk - Knelpunten

65 Schoolomgeving Subsidies schoolomgeving Waarvoor dient de subsidie?
verkeersveiligheid van schoolomgevingen verbeteren tot 100 m of tot volgend kruispunt verkeerssignalisatie en kleine infrastructurele maatregelen snel uitvoerbare maatregelen Kennisnetwerk - Knelpunten

66 Subsidies schoolomgeving
Bedrag van de subsidie? jaarlijks één subsidieaanvraag voor maximaal tien schoolomgevingen op grondgebied gemeente maximaal 50% van de uitgaven die voor de subsidie in aanmerking komen met een absoluut maximum van euro per schoolomgeving met terugwerkende kracht : werken vanaf 1 januari 2019 komen in aanmerking Hoe aanvragen? aanvraagformulier op vlaanderen.be/subsidies-veilige-schoolomgevingen opsturen naar Kennisnetwerk - Knelpunten

67 Schoolomgeving Schoolstraat
rijwielen en speed pedelecs hebben er ook toegang het uitrijden van schoolstraten met motorvoertuig toegelaten behalve andersluidende bepalingen van de wegbeheerder   de verplaatsbare afsluiting als voorwaarde geschrapt Kennisnetwerk - Knelpunten

68 Fiets Fietszones de mogelijkheid om aan de borden F111 en F113 (fietsstraat) een zonale geldigheid te geven Geldt ook voor bestuurders van rijwielen en speed pedelecs De snelheid blijft er beperkt tot 30 km/u en dit geldt voor alle weggebruikers Kennisnetwerk - Knelpunten

69 Fiets Aanpassing definitie “Rijwiel”
Ook 3- en 4wielers < 1 m breed = fietsers Bv. bakfietsen, fietsen voor personen met beperkte mobiliteit Zo onder meer toegelaten op tegen de richting in een éénrichtingsstraat (onderbord M2) bij “uitgezonderd plaatselijk verkeer” in voetgangerszones met F103 op voorbehouden wegen met F99a en F99b Kennisnetwerk - Knelpunten

70 Fiets Gemotoriseerde voortbewegingstoestellen
Toegelaten snelheid: van 18 km/u naar 25 km/u Speed pedelecs naast elkaar op de rijbaan dezelfde voorwaarden als de fietsers Kennisnetwerk - Knelpunten

71 Fiets Zijdelingse afstand Jonge fietsers
bestuurders buiten de bebouwde kom : zijdelingse afstand van 1,5 m (ipv 1 m) tussen het voertuig en de zwakke weggebruiker = voetgangers, fietsers en tweewielige bromfietsen Jonge fietsers kunnen tot de leeftijd van 10 jaar (voorheen 9 jaar) in alle omstandigheden gebruik maken van trottoirs en verhoogde bermen niet langer onderworpen aan gebruik van een kinderfiets Kennisnetwerk - Knelpunten

72 Verkeerslichten Vierkant groen voor fietsers en / of voetgangers
alle overstekende voetgangers en fietsers tegelijk groen in elke mogelijke oversteekbeweging, gemotoriseerd verkeer in alle richtingen rood uitgangspunt = doorstromingsmaatregel voor fietsers 24 mei overleg VHV + Fietsberaad twee fietsfasen per cyclus instellen kortere gemiddelde en maximale wachttijden voor fietsers (vooral linksaf) goed afwegen veel rechtsafslaand gemotortiseerd verkeer compacte kruispunten Kennisnetwerk - Knelpunten

73 Verkeerslichten Oranjegeel knipperend licht met het fietssilhouet
fietsers en bestuurders van speed pedelecs mogen bij rood of oranje-geel licht toch verder rijden in de richting aangeduid door de oranje-gele pijl vergelijkbaar met de borden B22 of B23 Let wel: indien verkeersbord B22 of B23 + dit licht => toelating om het rode licht voorbij te rijden in de richting van de oranje-gele pijl geldt enkel voor fietsers… Kennisnetwerk - Knelpunten

74 Verkeerslichten Lichten voor fietsers en voetgangers
verlicht silhouet van een fiets en voetganger gelden zowel voor fietsers als voor voetgangers gelden niet voor bestuurders tweewielige bromfietsen Itt driekleurige verkeerslichten silhouet fiets Kennisnetwerk - Knelpunten

75 Luchthavengebied Luchthavengebied Oversteekplaatsen voetgangers
definitie in de Wegcode borden (F119 en F120) Cf havengebieden Oversteekplaatsen voetgangers verplicht gebruik van indien op minder dan 20 meter Kennisnetwerk - Knelpunten

76 Niet langer ook opsturen Vlaams Huis Verkeersveiligheid
Varia Aanvullende reglementen Enkel naar het Agentschap Binnenlands Bestuur via het Loket voor Lokale Besturen Niet langer ook opsturen Vlaams Huis Verkeersveiligheid Decreet gemeentewegen Van kracht op 1 september 2019 Opleidingen dit najaar Gent 22/10 Hasselt 07/11 Antwerpen 19/11 Kennisnetwerk - Knelpunten

77 Vragen?

78 Quiz

79 Infosessie vervoerregio’s - Hasselt 19/06/2019
Slotwoord Burgemeester Sint - Truiden Infosessie vervoerregio’s - Hasselt 19/06/2019


Download ppt "Infosessie vervoerregio’s - Hasselt 19/06/2019"

Verwante presentaties


Ads door Google