Pastorale namiddag tijdens de Paastijd.

Presentatie over: "Pastorale namiddag tijdens de Paastijd."— Transcript van de presentatie:

1 Pastorale namiddag tijdens de Paastijd

2

3

4 Mijn Herder zijt Gij

5 Mijn Herder zijt Gij, o mijn Heer, aan niets ontbreekt het mij; ik vrees nu geen gevaren meer, Gij staat mij altijd bij.

6 In groene beemden voert Gij mij, waar Gij mij rusten doet
In groene beemden voert Gij mij, waar Gij mij rusten doet. Aan frisse wat'ren laaft Gij mij, verkwikkend mijn gemoed.

7 Mijn Herder zijt Gij, o mijn Heer, aan niets ontbreekt het mij; ik vrees nu geen gevaren meer, Gij staat mij altijd bij.

8 Langs veil'ge paden leidt Gij mij, omwille van uw Naam
Langs veil'ge paden leidt Gij mij, omwille van uw Naam. Langs donk're krochten ga ik vrij, gerust, want wij zijn saam.

9 Mijn Herder zijt Gij, o mijn Heer, aan niets ontbreekt het mij; ik vrees nu geen gevaren meer, Gij staat mij altijd bij.

10 Een avondmaal bereidt Gij mij voor 't oog van wie mij haat
Een avondmaal bereidt Gij mij voor 't oog van wie mij haat. Met geurend' olie zalft Gij mij: mijn vreugd is zonder maat.

11 Mijn Herder zijt Gij, o mijn Heer, aan niets ontbreekt het mij; ik vrees nu geen gevaren meer, Gij staat mij altijd bij.

12 Uw zaal’ge zegen rust op mij en volgt mij overal
Uw zaal’ge zegen rust op mij en volgt mij overal. In 't huis des Heren woon ik blij waar 'k eeuwig zingen zal.

13 Mijn Herder zijt Gij, o mijn Heer, aan niets ontbreekt het mij; ik vrees nu geen gevaren meer, Gij staat mij altijd bij.

14 Geen nacht zonder dageraad

15 Geen steen te groot om weg te rollen

16 Geloven dat leven sterker is dan de dood

17 Pasen

18

19 Lezing uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus
volgens Matteüs Lof zij U Christus.

20

21

22

23 De Heer is waarlijk opgestaan

24 De Heer is waarlijk opgestaan, alleluia
De Heer is waarlijk opgestaan, alleluia! De Heer is waarlijk opgestaan, alleluia!

25 Zoek hem bij de doden niet, Maar versta het nieuwe lied: De Heer is waarlijk opgestaan, alleluia!

26 ‘t Licht schijnt in de duisternis, Zie hoe groot zijn luister is
‘t Licht schijnt in de duisternis, Zie hoe groot zijn luister is! De Heer is waarlijk opgestaan, alleluia!

27 Jezus deed de dood teniet. Zing daarom het hoogste lied
Jezus deed de dood teniet. Zing daarom het hoogste lied. De Heer is waarlijk opgestaan, alleluia!

28 ‘Hij, de grote Mensenzoon gaat door ‘t graf heen naar zijn troon
‘Hij, de grote Mensenzoon gaat door ‘t graf heen naar zijn troon.’ De Heer is waarlijk opgestaan, alleluia!

29

30 Lief vrouwke

31 Lief vrouwke Lief Vrouwke, ik kom niet om te bidden, maar om een poos bij U te zijn. Ik heb U niets te geven, niets te vragen, deze dag. Ik bezit alleen de grote vreugde dat ik U bekijken mag.

32 Lief vrouwke Lieve Moeder, ik kom niet om te klagen, maar om een poos bij U te zijn. Ik heb U niets te zeggen, niets te vragen, deze dag. Ik bezit alleen de grote vreugde dat ik U beminnen mag. (2x)

33 Lief vrouwke O Maria, mag ik eens wederkomen als ik Uw steun niet missen kan. Als ik eens ziek ben, hulp’loos, vol ellende, zeek’re dag. Want dan heb ik nog de grote vreugde dat ik U beminnen mag. (2x)

34

35

36

37 Onze Vader Wees Gegroet Eer aan de Vader

38 Te Lourdes op de bergen

39 Te Lourdes op de bergen Te Lourdes op de bergen verscheen in een grot vol glans en vol luister de Moeder van God Ave, Ave, Ave Maria!

40 Te Lourdes op de bergen Zij riep Bernadette, een nederig kind "Wie zijt gij, vroeg 't meisje, die u daar bevindt?” Ave, Ave, Ave Maria!

41 Te Lourdes op de bergen "Ik ben d'Onbevlekte en zuivere Maagd gans vrij van de zonde heb ik God behaagd.” Ave, Ave, Ave Maria!

42

43

44

45

46

47

48 Onze Vader Wees Gegroet Eer aan de Vader

49 Blijf mij nabij

50 Blijf mij nabij wanneer het duister daalt
Blijf mij nabij wanneer het duister daalt. De nacht valt in, waarin geen licht meer straalt. Andere helpers, Heer, ontvallen mij. Der hulpelozen hulp, wees mij nabij.

51 Wees bij mij, nu de dag ten einde spoedt
Wees bij mij, nu de dag ten einde spoedt. Alles verdoft wat glans bezat en gloed. Alles vervalt in 't wisselend getij, maar Gij die eeuwig zijt, blijf mij nabij.

52 U heb ik nodig, uw genade is mijn enig licht in nacht en duisternis
U heb ik nodig, uw genade is mijn enig licht in nacht en duisternis. Wie anders zal mijn leidsman zijn dan Gij? In nacht en ontij, Heer, blijf mij nabij.

53 Ik vrees geen kwaad, want bij mij is de Heer
Ik vrees geen kwaad, want bij mij is de Heer. Tranen en leed zijn nu niet bitter meer. Waar is uw prikkel, dood wat dreigt ge mij? Ik triomfeer, mij is de Heer nabij.

54 Houd, Heer, uw kruis hoog voor mijn brekend oog, licht in het duister, wijs de weg omhoog. Uw dag breekt aan, de schaduw gaat voorbij. In dood en leven, Heer, wees Gij nabij.

55 Ubi caritas et amor Ubi caritas, Deus ibi est

56 Slotgebed

57 Liefde gaf u duizend namen

58 Liefde gaf u duizend namen: groot en edel, schoon en zoet, maar geen een die 't hart der Vlamen even hoog verblijden doet.

59 als de naam, o Moedermaagd, die Gij in ons landje draagt
als de naam, o Moedermaagd, die Gij in ons landje draagt. Schoner klinkt hij dan al d'and'ren: Onze Lieve Vrouw van Vlaand’ren, Onze Lieve Vrouw van Vlaand'ren!

60 Waar men gaat langs Vlaamse wegen, oude hoeve, huis of tronk, komt men U, Maria, tegen, staat uw beeltenis te pronk.

61 lacht ons toe uit lindegroen, Bloemenkrans of blij festoen… Moge 't nimmer hier verand'ren, O gij Lieve Vrouw van Vlaand'ren, O gij Lieve Vrouw van Vlaand'ren!

62 Blijf in 't Vlaamse harte tronen als de hoogste koningin, als de beste moeder wonen in elk Vlaamse huisgezin.

63 Sta ons bij in alle nood, nu en in het uur der dood Ons, uw kind'ren, en ook d'and'ren: Liefste Lieve Vrouw van Vlaand'ren, Liefste Lieve Vrouw van Vlaand'ren!

64