Ambten in de gemeente Gaat het over ‘ambten’, dan gaat het over de gemeente. En dus Christus. 1 Kor. 12: Wat maakt dat al die verschillende gaven elkaar.

Presentatie over: "Ambten in de gemeente Gaat het over ‘ambten’, dan gaat het over de gemeente. En dus Christus. 1 Kor. 12: Wat maakt dat al die verschillende gaven elkaar."— Transcript van de presentatie:

1 Ambten in de gemeente Gaat het over ‘ambten’, dan gaat het over de gemeente. En dus Christus. 1 Kor. 12: Wat maakt dat al die verschillende gaven elkaar niet tegenwerken maar doelmatig zijn? Ef. 4: Wat wordt hier gezegd over Christus? Wat zegt dat over de verhouding tussen gemeenteleden en speciaal aangestelden? Wat is vooral de taak van die laatsten?

2 Ambten in de gemeente Conclusies:
De Geest maakt de verschillende gaven efficiënt. Sommigen worden aangesteld. ‘Ambt’= een erkende gave. Gaven en ambten staan op het zelfde niveau. Taak (vers 12!): aansturen, toerusten. Met het Woord: geestelijk leiden. Er bestaat geen ambt ‘kerkenraadslid’. Ieder heeft zijn eigen roeping en werk (dat je wel met elkaar deelt: be-raad).

3 Ambten in de gemeente Twee hoofdlijnen in ambtsopvattingen:
Functioneel Praktisch: nevenschikkend/laagkerkelijk (vooral evangelische gemeenten) Presbyteriaal: het ‘tegenover’ van het ambt (gereformeerde kerken). Essentieel (‘ontologisch’) Bemiddeling: hoogkerkelijke systemen, zoals RK

4 Ambten in de gemeente Verhouding Christus – gemeente – ambt (3 modellen)
Model 1: Bemiddeling (hoogkerkelijke systemen, zoals RK) Christus Ambt Gemeente

5 Ambten in de gemeente Verhouding Christus – gemeente – ambt (3 modellen)
Model 2: Praktisch/functioneel (laagkerkelijke systemen) Christus Gemeente Ambt

6 Ambten in de gemeente Verhouding Christus – gemeente – ambt (3 modellen)
Model 3: ‘Hulplijn’ (het presbyteriale of gereformeerde model) Christus Ambt Gemeente

7 Ambten in de gemeente De Bijbel
1. Oudste (herder) O.T.: oudsten; N.T.: oudsten (‘presbyteroi’) en ‘opzieners’ (‘episkopoi’). Herders, in navolging van de Goede Herder (Joh. 10). Verschil in aanstelling, niet in werk. 2. Diaken (dienaar, helper, gavenbeheerder) Toeruster in gemeenschap als ‘lichaam van Christus’. Kern: gavenexploitatie (inventariseren, stimuleren).

8 Ambten in de gemeente 3. Predikant (Bijbelleraar) N.T.: geen ‘predikant’. Wel: gaven vh profeteren, leren, e.d. Kern: dienaar van het Woord. Verkondigen, onderwijzen. Toerustende ondersteuning ambtsdragers vanuit professionele specialisatie.

9 Ambten in de gemeente Persoonlijke roeping en motivatie (Mozes & Jona)
Wat is jouw persoonlijke motivatie (waarom wil je dit)? Waar komt die motivatie vandaan? Voel je je geroepen? Door wie? Of voel je je gestuurd? Hoe staat jouw omgeving tegenover de taak die je op je neemt? Waar ben je bang voor? Waar zie je tegenop? Wat hoop je?