Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdEsther Smits Laatst gewijzigd meer dan 5 jaar geleden
1
Verslaving en LVB Marike van Dijk
2
Programma Verslaving (bij LVB) en middelen Verslavingsbehandeling
Signalering verslaving en LVB Gedragsverandering
3
Verslaving Tolerantie Controleverlies Fysieke afhankelijkheid
Psychologische afhankelijkheid Functie van gebruik Gewoonte Genetische predipositie
4
Stimulanten Intoxicatie: Meer energie/ sneller metabolisme
Minder slaap / vermoeidheid / honger Paranoia / angst / agressie Onthouding: Gebrek aan energie Depressie Insomnia / meer eetlust Hoofdpijn Craving
5
Dempend Intoxicatie: Minder angst Ontremming / euforie
Sedatie / slaperig / coma Onthouding: Slapeloos / agitatie Angst Delirium/ krampen Craving
6
Hallucineren Intoxicatie: Veranderingen in beleving van tijd en ruimte
Toegenomen creativiteit Misselijk / duizelig Hallucinaties / psychoses / angst Onthouding: Angst Creativiteit ebt weg Hoofdpijn / slapeloosheid Craving
7
Welke drug (plaatje en benaming) hoort bij welke groep?
Play the game! Welke drug (plaatje en benaming) hoort bij welke groep?
8
Drugs die stimulerend werken
Cocaïne Amfetamines (speed) XTC Cafeïne Nicotine Khat
9
Drugs die hallucinerend werken
Tripmiddelen: LSD Cannabis XTC Paddo’s Peyote
10
Sedatieven Alcohol Opiates (heroin, morfine, methadone)
Benzodiazepines Inhalants GHB
11
Verslaving bij LVB Biologisch Psychologisch Sociaal
Comorbide psychiatrie en somatiek Medicatie, hoger risico op complicaties Psychologisch Hoger risico op Misbruik & Afhankelijkheid, vaker polygebruik Minder bewust van consequenties / begrip voor reacties anderen Vaker gebrek aan zelfvertrouwen te kunnen veranderen / image Sociaal Grote sociale impact (Begeleidende instellingen / Werk / justitieel) Beperkte toegankelijkheid hulp
12
Verslavingsbehandeling bij LVB
Biologisch → bijvoorbeeld met medicijnen Psychologisch → Cognitieve gedragstherapie is basis → Zelfbeeld → Trauma Sociaal → Toeleiding of begeleidend werk → Reclassering of andere justitiecontact → Wijkcoach → LVB instelling
13
Hoe weet je of iemand verslaafd is aan alcohol, drugs of iets anders?
Signalering Hoe weet je of iemand verslaafd is aan alcohol, drugs of iets anders?
14
Signalering Vraagt om meer of eerdere medicatie
Na vertrek van de laatste dienst is het feest! Verandering in gedrag – payday Vragen over middelen Ineens heel weinig geld Politiecontact Stelt zich anders op t.o.v. familie of begeleiding Niet meer accepteren van de beperking, zich overschreeuwen
15
Wat moet je NIET doen Het mag gewoon niet
Betutteling: het is niet goed voor je Door de vingers zien Alleen nadelen bespreken Schrikken van verhaal cliënt Klaarstaan met je mening Te snel reageren op het verhaal van cliënt (Onbewust) Verkeerde signalen afgeven
16
Wat moet je wel zeggen? Basis is gelijkwaardigheid
Ontspannen, open en welkome houding Houd het zo concreet mogelijk Geen jargon (‘trek’, ‘abstinentie’) Geen complexe begrippen (metaforen) Korte zinnen Eenvoudige woorden echter wel op volwassen Check betekenis straattaal Aangepast tempo: beperk het aantal boodschappen Pas op voor verhoor, geef ruimte aan de cliënt voor zijn verhaal Gebruik uw professionele attitude, niet uw persoonlijke Parafraseren, suggestie vermijden, instemmingstendentie
17
Wat moet je wel doen? GEDRAGSVERANDERING
Motiveren tot gedragsverandering Ingaan op mogelijkheden van de cliënt Empathie uiten Ontwikkel discrepantie Meebewegen met weerstand Stimuleren van zelfeffectiviteit GEDRAGSVERANDERING
18
Fases van gedragsverandering
(Prochaska and DiClemente) Permanent exit Consolidation Relapse Active change Start Pre-contemplation 45 min. Decision Contemplation Intermediate exit
19
Fase 1: pre-contemplatie
Doelen: Bereidheid creëren om information te ontvangen Vergroten van zelfvertrouwen van cliënt Bewustzijn voor het probleem vergroten Tips: Ga niet in discussie Maak gebruik van de valkuilen-tips: luisteren, niet moraliseren, gebruik open vragen, geef objectieve info, houd motiveren van cliënt in het oog.
20
Kenmerk: ‘Er is niets aan de hand.’
Wil van de klachten af (slaapproblemen, ruzie) Ontkent de nadelen van gebruik Bagatelliseert het gebruik Uit voornamelijk positieve aspecten van gebruik (Bier is geweldig, niet drinkers zijn saai) Permanent exit Consolidation Relapse Active change Pre contemplation Start Decision Contemplation Intermediate exit
21
Fase 2: Contemplatie Doelen:
Verminderen van de aantrekkelijkheid van gebruik Verbeteren van zelfeffectiviteit Vergroten van bezorgdheid Tips: Creëren van bewustzijn van de risico’s als gedrag niet veranderd Vergroten van bezorgdheid over de situatie Gebruik vaardigheden: vragen stellen, concretiseren, reflecteren, geven van objectieve info, relabelling
22
Kenmerk: ‘misschien… ik zal erover denken’
Clt erkent een relatie tussen gebruik en problemen Clt wil gebruiken, maar ergens ook weer niet Gebruik is relaxed en geeft een opluchting Clt heeft wel de behoefte om te veranderen, maar is er ook huiverig voor Onzekerheid wordt overstemd door zelfverzekerdheid Angst om verslaafd te zijn wordt al iets sterker Geneigd om positieve kenmerken van gebruik te benadrukken
23
Fase 3: Beslissing Doel:
Help de clt om een beslissing te maken en hoe hij zijn nieuwe gedrag kan bereiken Help de clt om een weloverwogen beslissing te maken om te stoppen of sterk te minderen Tips: Waak voor onbereikbare doelen Waak voor sociaal wenselijke antwoorden
24
Kenmerken: ‘Ja, ik ga er iets aan doen!’
Clt heeft besloten dat gedragsverandering nodig is Terugval (uitglijders) kan voorkomen Doelen stellen en goed vorobereiden Permanent exit Consolidation Relapse Active change Pre-contemplation Start Decision Contemplation Intermediate exit
25
Fase 4 : actieve verandering
Doel: Help de clt met het bereiken van zijn doelen. Tips: Duidelijk maken dat ‘trial and error’ normaal is Gebruik maken van positief bekrachtigen(!)
26
Kenmerken: ‘OK, Ik ga dingen veranderen’
Client leert ander gedrag aan Uitglijders kunnen voorkomen Permanent exit Consolidation Relapse Active change Pre-contemplation Start Decision Contemplation Intermediate exit
27
Fase 5: consolidatie Doel:
Help de clt om zijn gedragsverandering in stand te houden Tips: Richten op risicosituaties Benadruk de voordelen van stoppen/minderen met gebruik Maar minder frequent afspraken Gebruik positieve bekrachtiging (!)
28
Kenmerk: ‘Ik houd vast aan mijn nieuwe gedrag’
De clt houdt zijn nieuwe gedrag vol Permanent exit Consolidation Relapse Active change Pre-contemplation Start Decision Contemplation Intermediate exit
29
Fase 6: terugval Doel: Help de clt om terug te keren naar de beslisfase Voorkom dat de clt terugvalt naar de pre-contemplatiefase Voorkom dat de clt blijft hangen in gedrag of schuldgevoel/demoralisering Tips: Benoem de terugval als een leermoment Terugval is (bijna) altijd tijdelijk Moedig zelfeffectiviteit aan
30
Kenmerk: “Balen, maar geen ramp. Waar ging het mis?”
Client is structureel terug in zijn oude gebruiksgewoontes Permanent exit Consolidation Relapse Activel change Pre-contemplation Start Decision Contemplation Intermediate exit
31
Opdracht: gespreksvoering
Wat denkt de cliënt met betrekking tot gebruik Wat zeg je om deze gedachte te veranderen zodat clt gemotiveerder wordt om uiteindelijk is fase 5 uit te komen?
32
Fase 1: ‘Bier is tof’ Wat gebeurt er al je teveel drinkt
Is dat allemaal zo leuk? Dus, soms ik het leuk, maar soms ook niet? Wat doe je graag op zondag Vind je het soms niet jammer dat je dat niet kan doen? Dat doen we gewoon Mensen die niet drinken zijn saai Zondag ligt ik de hele dag in bed, het is toch een waardeloze dag.
33
Fase 2: ‘Bier is geweldig, maar ik mis wel de voetbal op zondag’
Wat vind je leuk op zondag? De hele dag brak in bed op lekker voetballen? Wat zou je oma ervan vinden als je weer eens langskomt? Ik ga nooit meer bij oma langs omdat ik altijd brak in bed lig Ik zou wel graag weer een potje willen voetballen
34
Fase 3: ‘Ik wil niet meer zoveel drinken’
Ik zou wel graag weer naar mijn oma willen op zondag Ik zou wel graag weer eens willen voetballen op zondag Wat ga je doen om te voorkomen dat je weer gaat drinken? Hoe ga je dat doen? Wie kan je daarbij helpen?
35
Fase 4: “De laatste keer ging ik naar de kroeg en bleek ik maar weer hangen”
Ik vergat de tijd en bleef maar drinken Het smaakte zo goed, ik kon niet ophouden Goed dat je dit opmerkt, deze eerste stap is ook er lastig Heb je op de klok gekeken? Hoe ga je er de vorige keer mee om? Wie gaat je daarbij helpen?
36
Fase 5: ‘Ik drink niet meer’
Ik kan weer voetballen op zondag Ik kan zondag weer naar m’n oma Ik heb geen ruzies meer Ik zie mijn kroegvrienden niet meer Welke leuke dingen kan je nu doen omdat je niet meer drinkt Dus, wat is er anders voor je? Wat zal er gebeuren als je weer met je kroegvrienden omgaat?
37
Fase 6: ‘Zie je wel… ik kan het niet’
Het heeft allemaal geen zin Het gebeurde gewoon, ik bedoelde het niet zo Wat is er gebeurd? Je kan er iets van leren? Had je wel naar de kroeg moeten gaan? Je hebt laten zien hoe goed je niet kan drinken
38
Redenen om niet te veranderen
Verandering is niet aantrekkelijk! (gebruik maakt het leven een stuk interessanter/leuker) Geen prioriteit (andere dingen verdienen eerder aandacht) Geen zelfvertrouwen Gebruik is algemeen geaccepteerd Niet weten hoe het moet/niet kunnen Irritatie door bemoeizuchtige hulpverleners Deze komt wellicht al aan bod in dagdeel 1 en 2. Kan hier dan overgeslagen worden.
39
HERHALING Veel oefenen van situaties Externe ondersteuning
Inzet van naastbetrokkenen bij generalisatie Kortere contacten Visuele hulpmiddelen Veel oefenen van situaties Externe ondersteuning Meer ruimte voor psycho educatie Oefenen in de praktijk Meer begrenzen van de client dan bij reguliere zorg Meer persoonlijke binding, 1 gezicht vanuit VZ Meer contacten
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.