2 soorten hoest namelijk: productieve hoest met slijm niet productieve hoest geen slijm, prikkelhoest, kan een bijwerking van ACE- remmers zijn.

Presentatie over: "2 soorten hoest namelijk: productieve hoest met slijm niet productieve hoest geen slijm, prikkelhoest, kan een bijwerking van ACE- remmers zijn."— Transcript van de presentatie:

1 2 soorten hoest namelijk: productieve hoest met slijm niet productieve hoest geen slijm, prikkelhoest, kan een bijwerking van ACE- remmers zijn

2 Hoestmiddelen Er wordt getwijfeld aan de werking - Waarschijnlijk placebo effect - Wordt niet vergoed door de zorgverzekeraar.

3 Hoestmiddelen zijn in te delen in de volgende groepen: - hoestprikkeldempende stoffen - mucolytica - emollientia - antihistimanica

4 Hoestprikkeldempende stoffen Vooral bij droge, niet-productieve hoest
Hoestprikkeldempende stoffen Vooral bij droge, niet-productieve hoest. Onderdrukken hoestprikkel Bijwerking: obstipatie Middelen: codeïne, noscapine dextromethorfan

5 Mucolytica Invloed op de taaiheid van het slijm (niet bewezen) Middelen: Broomhexine (Bisolvon) Acetylcysteïne (Fluimucil)

6 Emollientia Geen duidelijke werking bekend, voorgeschreven ter verzachting van de slijmvliezen Middelen : Stropen (tijmsiroop)

7 Antihistiminica Zijn geen echte hoestmiddelen worden gebruikt in (kinder)hoestsiropen vanwege kalmerend effect (promethazine) Niet onder de 2 jaar!

8 Allergiën : een abnormale reactie op een niet-ziekteverwekkende lichaamsvreemde stof= Antigeen. Antigeen wordt onschadelijk gemaakt door antilichaam. Soms heftige reactie op antigeen: antilichamen binden zich aan mestcellen, mestcellen vallen uiteen, histamine komt vrij-> allergische reactie

9 Lichte Allergische reactie: - loopneus - tranende ogen - geprikkelde slijmvliezen - hoesten Ernstige allergische reactie: - benauwdheid - diarree - huiduitslag - verlaging bloeddruk - anafylactysche shock

10 Overgevoeligheid ontstaat vaak na herhaald contact met allergeen
Overgevoeligheid ontstaat vaak na herhaald contact met allergeen. Het ontstaan van een overgevoeligheidsreactie noemt men Sensibilisatie soms overgevoelig via een andere stof, bv allergisch voor 1 soort penicilline, kun je ook op andere penicillines reageren, dit noemt men : Kruisovergevoeligheid

11 Middelen bij allergie (voorkomen is beter dan genezen) 4 groepen: - middelen die effecten histamine tegengaan - middelen die verschijnselen allergische reactie onderdrukken -middelen die vrijkomen histamine remmen - middelen die allergische reactie uitdoven

12 Middelen die effecten histamine tegengaan: Antihistaminica: stoffen die de aangrijpingsplaatsen van histamine blokkeren. Effectief bij allergische rinitis, conjunctivitis en urticaria. Middelen: Cetirizine, levocetirizine, loratadine, desloratadine

13 Middelen die de verschijnselen van een allergische reactie onderdrukken - corticosteroïden, ontstekingsremmend Middelen bij allergische klachten neus: beclometason, budesonide, mometason, fluticason effect pas na paar weken merkbaar, behandeling tussentijds niet stoppen! Anafylactische shock-> corticosteroïd per injectie, bv prednisolon

14 Middelen die een allergische reactie kunnen voorkomen histamine afgifteremmende stoffen en mestcelstabilisatoren. Middelen : chromoglicinezuur, nedocromil

15 Middelen die een allergische reactie uitdoven. Kan d. m. v
Middelen die een allergische reactie uitdoven. Kan d.m.v. Desensibilisatie = lichaam langzaam laten wennen aan de stof. Middelen: Alutard, Pollinex, Grazax.

16 Astma en COPD. Middelen die via onwillekeurig zenuwstelsel werken
Astma en COPD. Middelen die via onwillekeurig zenuwstelsel werken. Onwillekeurig zenuwstelsel bestaat uit: Sympatische zenuwstelsel : lichamelijke reactie zoals die voorkomen bij vechten/vluchten. Parasympatische zenuwstelsel : lichamelijke reactie die voorkomen bij iemand in rust, of slaapt

17 Luchtwegverwijders via sympathisch zenuwstelsel (stimuleren) sympathicomimetica via parasympatisch zenuwstelsel (remmen) parasympathicolytica

18 Sympathicomimetica= luchtwegverwijder toegepast bij : acute astma aanval, en als onderhoudsbehandeling bij astma, soms bij COPD. Per inhalatie, snel effect, lagere dosis nodig dan oraal. Kortwerkende middelen: Salbutamol, Terbutaline Langwerkende middelen: salmeterol, indacaterol, formoterol

19 Parasympathicolytica, heeft remmende werking 1e keus middelen bij COPD Bijwerking: indroging slijmvliezen, droge mond, obstipatie. Per inhalatie Middelen: ipratopium, tiotropium, glycopyrronium

20 Combinatiepreparaten: langwerkende luchtwegverwijder en een corticosteroïd. Middelen: formoterol/budesonide, formoterol/beclometason, salmeterol/fluticason Middelen vooral bij COPD langwerkend parasympatico/sympatico fenoterol/ipatropium, salbutamol/ipatropium,

21 Corticosteroïden. Gebruikt als korte stootkuur bij acute astmatische aanval en bij lwi bij COPD. Meestal orale toediening.(prednisolon, altijd afbouwen!) ook als onderhoudsmedicatie =luchtwegbeschermer (inhalatie) Middelen : beclometason, ciclesonide, fluticason, budosenide

22 Leukotrieen antagonisten remmen werking leukotrieen :
ontstekingsmediatoren die uit mestcellen en eosinofielen vrijkomen na contact van allergeen met mestcel bij astma Ze komen naast histamine vrij Middel : Singulair

23 Na inhalatie : Mond spoelen en water uitspugen
Na inhalatie : Mond spoelen en water uitspugen. Kans op schimmelinfectie, geïrriteerde stembanden.