De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Agenda aanstaande week 1/2

Verwante presentaties


Presentatie over: "Agenda aanstaande week 1/2"— Transcript van de presentatie:

1 Agenda aanstaande week 1/2
zondag 8 oktober 09:30 Kerkdienst - br Izaak van Apeldoorn 09:30 Kind in Kerk, bovenbouw - ESTER. De wet van Meden en Perzen 14:00 Kerkdienst - ds G Bruinsma (Frieschepalen) 15:00 Bloemen bezorgen: Fam. E. Wagenaar

2 Agenda aanstaande week 2/2
zondag 15 oktober 09:30 Kerkdienst - br. Willem Schaaij 09:30 Kink in Kerk, onderbouw - Gehoorzaam/ Ongehoorzaam 14:00 Kerkdienst - ds. Huib Boersma. (Nieuwegein) 15:00 Bloemen bezorgen: Fam. P. Rozema

3 Jarigen aanstaande week
di Tj. K. Wagenaar - Plas (48) wo Anniek v/d Vaart (21) do Br. Jaap Meijer (25) vr T. Jongsma-Poelman (70) zo Lorenzo Zwart (11)

4

5

6

7

8 Welkom Voorganger: br. I. Van Apeldoorn Organist: br. <naam organist> Beamist: br. S. van er Vaart

9

10 Votum en zegengroet

11

12 Lied: 328 Uit: Liedboek voor de kerken
1 Here Jezus, om uw woord zijn wij hier bijeengekomen. Laat in 't hart dat naar U hoort uw genade binnenstromen. Heilig ons, dat wij U geven hart en ziel en heel ons leven.

13 Lied: 328 Uit: Liedboek voor de kerken
2 Ons gevoel en ons verstand zijn, o Heer, zo zonder klaarheid, als uw Geest de nacht niet bant, ons niet stelt in 't licht der waarheid. 't Goede denken, doen en dichten moet Gij zelf in ons verrichten.

14 Lied 328 Uit: Liedboek voor de kerken
3 O Gij glans der heerlijkheid, licht uit licht, uit God geboren, maak ons voor uw heil bereid, open hart en mond en oren, dat ons bidden en ons zingen tot de hemel door mag dringen.

15

16 Gezang 174 1 Zo vriendelijk en veilig als het licht zoals een mantel om mij heen geslagen zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht ik roep zijn naam, bestorm hem met mijn vragen, dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt. Wil mij behoeden en op handen dragen.

17 Gezang 174 2 Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd waakt over mij en over al mijn gangen Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid om, als ik val, mij telkens op te vangen. Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt. Ik moet in lief en leed naar U verlangen.

18 Gezang 174 3 Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft, dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede. Ontsteek die vreugde die geen einde heeft, wil alle liefde aan uw Mens besteden. Wees Gij vandaag mijn brood zowaar Gij leeft. Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.

19

20 Psalm 112: 1, 2 1 God zij geloofd en hoog geprezen. Welzalig die de HERE vrezen. Wie in zijn hart Gods wet bewaarde, zijn nageslacht is groot op aarde. Wie vrolijk voortgaat op Gods wegen, beërft een overvloed van zegen.

21 Psalm 112: 1, 2 2 Zijn goede naam wordt nooit te schande, zijn recht is veilig in Gods handen. Zelfs in de nacht ziet hij het dagen, een glans van liefd' en welbehagen. Gods waarheid zal voor al de zijnen als zonlicht in het duister schijnen.

22

23 Lezen Job 1: 1- 2: 10 1 In het land Us woonde een man die Job heette. Hij was rechtschapen en onberispelijk, hij had ontzag voor God en meed het kwaad. 2 Job had zeven zonen en drie dochters. 3 Hij bezat zevenduizend schapen en geiten, drieduizend kamelen, vijfhonderd span runderen, vijfhonderd ezelinnen en een groot aantal slaven en slavinnen. Hij was de aanzienlijkste man van het Oosten. 4 Zijn zonen hadden de gewoonte om de beurt een feest te geven, ieder in zijn eigen huis, en nodigden dan hun drie zusters uit om bij hen te komen eten en drinken.

24 Lezen Job 1: 1- 2: 10 5 Nadat elk van zijn zonen zo’n feest had gegeven, liet Job hen bij zich komen voor een reinigingsritueel. Hij stond dan ’s ochtends vroeg op om voor elk van hen een offer te brengen, want hij dacht bij zichzelf: Misschien hebben mijn kinderen wel gezondigd en God in hun hart vervloekt. Job deed dit telkens weer. 6 Op een dag kwamen de hemelbewoners hun opwachting maken bij de HEER, en ook Satan bevond zich onder hen. 7 De HEER vroeg aan Satan: ‘Waar kom je vandaan?’ Hij antwoordde: ‘Ik heb rondgezworven en rondgedoold op aarde.’

25 Lezen Job 1: 1- 2: 10 8 De HEER vroeg aan Satan: ‘Heb je ook op mijn dienaar Job gelet? Zoals hij is er niemand op aarde: hij is rechtschapen en onberispelijk, hij heeft ontzag voor God en mijdt het kwaad.’ 9 Satan antwoordde de HEER: ‘Zou Job werkelijk zonder reden zoveel ontzag voor God hebben? 10 U beschermt hem immers, evenals zijn gezin en alles wat hem toebehoort. U hebt het werk dat hij doet gezegend, zodat zijn bezit zich steeds meer uitbreidt. 11 Maar als u uw hand naar hem uitstrekt en aantast wat hem toebehoort, zal hij u ongetwijfeld in uw gezicht vervloeken.’

26 Lezen Job 1: 1- 2: 10 12 Toen zei de HEER tegen Satan: ‘Goed, met alles wat van hem is mag je doen wat je wilt, maar raak Job zelf niet aan.’ Hierop vertrok Satan. 13 Toen Jobs zonen en dochters op een dag weer in het huis van hun oudste broer zaten te eten en te drinken, 14 kwam er een boodschapper bij Job en zei: ‘De runderen trokken de ploeg en de ezelinnen liepen vlakbij in de wei te grazen, 15 maar plotseling werden we overvallen door de Sabeeërs, die het vee roofden en de knechten met hun zwaarden doodden. Ik ben als enige ontkomen om u te zeggen wat er gebeurd is

27 Lezen Job 1: 1- 2: 10 16 Nog voordat de boodschapper uitgesproken was, kwam er een volgende met het bericht: ‘Een verwoestende bliksem uit de hemel trof de schapen en geiten en de knechten, en het vuur verbrandde en verteerde allen. Ik ben als enige ontkomen om u te zeggen wat er gebeurd is.’ 17 En ook hij was nog niet uitgesproken, of er kwam een volgende met het bericht: ‘De Chaldeeën overvielen ons van drie kanten en roofden de kamelen, en ze doodden de knechten met hun zwaarden. Ik ben als enige ontkomen om u te zeggen wat er gebeurd is.’

28 Lezen Job 1: 1- 2: 10 18 Ook deze boodschapper was nog niet uitgesproken, of er kwam een volgende met het bericht: ‘Uw zonen en uw dochters zaten in het huis van hun oudste broer te eten en wijn te drinken. 19 Maar plotseling werd het huis getroffen door een hevige storm uit de woestijn, zodat de vier muren instortten, en uw kinderen onder het puin bedolven werden en de dood vonden. Ik ben als enige ontkomen om u te zeggen wat er gebeurd is.’ 20 Toen stond Job op, hij scheurde zijn kleren, schoor zijn hoofd kaal en wierp zich neer in het stof.

29 Lezen Job 1: 1- 2: 10 21 En hij zei: ‘Naakt ben ik uit de schoot van mijn moeder gekomen en naakt zal ik in haar schoot terugkeren. De HEER heeft gegeven, de HEER heeft genomen, de naam van de HEER zij geprezen.’ 22 Ondanks alles zondigde Job niet en maakte hij God geen enkel verwijt.

30 Lezen Job 1: 1- 2: 10 1 Op een dag kwamen de hemelbewoners hun opwachting maken bij de HEER, en ook Satan maakte bij hem zijn opwachting. 2 De HEER vroeg aan Satan: ‘Waar kom je vandaan?’ Hij antwoordde: ‘Ik heb rondgezworven en rondgedoold op aarde.’ 3 De HEER vroeg aan Satan: ‘Heb je ook op mijn dienaar Job gelet? Zoals hij is er niemand op aarde: hij is rechtschapen en onberispelijk, hij heeft ontzag voor God en mijdt het kwaad. Ja, hij is nog even onberispelijk als altijd, en jij hebt mij ertoe aangezet hem zonder reden te gronde te richten.’ 4 Hierop zei Satan: ‘Zijn leven is hem alles waard. Daarvoor geeft hij zijn hele bezit.

31 Lezen Job 1: 1- 2: 10 5 Maar als u uw hand naar hem uitstrekt en zijn lichaam aantast, zal hij u ongetwijfeld in uw gezicht vervloeken.’ 6 Toen zei de HEER tegen Satan: ‘Goed, doe met hem wat je wilt, maar spaar zijn leven.’ 7 Hierop vertrok Satan en overdekte Job van voetzool tot kruin met kwaadaardige zweren. 8 Job pakte een potscherf om zich te krabben, terwijl hij in het stof en het vuil zat. 9 Zijn vrouw zei tegen hem: ‘Waarom blijf je zo onberispelijk? Vervloek God toch en sterf.’

32 Lezen Job 1: 1- 2: 10 10 Maar Job zei tegen haar: ‘Je woorden zijn de woorden van een dwaas. Al het goede aanvaarden we van God, zouden we dan het kwade niet aanvaarden?’ Ondanks alles zondigde Job niet en sprak hij geen onvertogen woord.

33

34 Psalm 102: 1, 2, 5 1 HEER, hoor mijn gebed, laat blijken dat mijn klachten U bereiken. Hul U niet in duisternis nu 't mij bang te moede is. Luister, luister naar mijn klagen, want ik roep U alle dagen. Hoor mij, HEER, wil antwoord geven, help mij haastig, red mijn leven.

35 Psalm 102: 1, 2, 5 2 Zie mijn leven, HEER, verkwijnen en als ijle rook verdwijnen. Wat een felle vuurhaard was smeult en sterft, wordt koude as. Zie als gras, in 't felle gloeien van de zon, mijn hart verschroeien. Uitgeteerd, alleen gelaten, klaag ik, vast ik, niets kan baten.

36 Psalm 102: 1, 2, 5 5 Ja, uw hand vernielt mijn leven, heeft mij in de lucht geheven, neergesmeten met geweld. Ach, mijn dagen zijn geteld. 'k Zie ze als een schaduw lengen, met het duister zich vermengen. Zoals gras in hete steppen voel 'k mijn levenskracht verleppen.

37

38 Preek

39

40

41 Lijden zonder reden

42 Het boek Job

43 Het boek Job Wijsheid over God en het lijden

44 Het boek Job Wijsheid over God en het lijden
Historische achtergrond is onbekend

45 Het boek Job Wijsheid over God en het lijden
Historische achtergrond is onbekend Job 1 en 2: de proloog

46 Lijden zonder reden

47 Lijden zonder reden De inzet: Job heeft het lijden niet verdiend

48 Lijden zonder reden De inzet: Job heeft het lijden niet verdiend
Het experiment: hoe zuiver is Jobs geloof?

49 Lijden zonder reden De inzet: Job heeft het lijden niet verdiend
Het experiment: hoe zuiver is Jobs geloof? De reden: is er niet…

50 Is dat wel eerlijk van God?

51 Is dat wel eerlijk van God?
Op zoek naar uitvluchten: 1. Job 1-2 als antwoord?

52 Is dat wel eerlijk van God?
Op zoek naar uitvluchten: 1. Job 1-2 als antwoord? 2. het is Satans schuld

53 Is dat wel eerlijk van God?
Op zoek naar uitvluchten: 1. Job 1-2 als antwoord? 2. het is Satans schuld God is geen boekhouder, maar ‘soeverein’

54 Aanvaard goed en kwaad Betrek je God in voorspoed en tegenspoed?

55 Aanvaard goed en kwaad Betrek je God in voorspoed en tegenspoed?
Wat er ook gebeurt: houd vast aan Christus!

56 Aanvaard goed en kwaad Betrek je God in voorspoed en tegenspoed?
Wat er ook gebeurt: houd vast aan Christus!

57

58 Lied 293: 1, 2, 4 Uit Liedboek voor de Kerken
1 Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand; moedig sla ik dus de ogen naar het onbekende land. Leer mij volgen zonder vragen; Vader, wat Gij doet is goed! Leer mij slechts het heden dragen met een rustig, kalme moed!

59 Lied 293: 1, 2, 4 Uit Liedboek voor de Kerken
2 Heer, ik wil uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel U niet. Zalig hij, die durft geloven, ook wanneer het oog niet ziet. Schijnen mij uw wegen duister, zie, ik vraag U niet: waarom? Eenmaal zie ik al uw luister, als ik in uw hemel kom!

60 Lied 293: 1, 2, 4 Uit Liedboek voor de Kerken
4 Waar de weg mij brengen moge, aan des Vaders trouwe hand, loop ik met gesloten ogen naar het onbekende land.

61

62 Collecte 1e collecte: Evangelisatie 2e collecte: Verplichtingen kerkverband

63 Agenda aanstaande week 1/2
zondag 8 oktober 09:30 Kerkdienst - br Izaak van Apeldoorn 09:30 Kind in Kerk, bovenbouw - ESTER. De wet van Meden en Perzen 14:00 Kerkdienst - ds G Bruinsma (Frieschepalen) 15:00 Bloemen bezorgen: Fam. E. Wagenaar

64 Agenda aanstaande week 2/2
zondag 15 oktober 09:30 Kerkdienst - br. Willem Schaaij 09:30 Kink in Kerk, onderbouw - Gehoorzaam/ Ongehoorzaam 14:00 Kerkdienst - ds. Huib Boersma. (Nieuwegein) 15:00 Bloemen bezorgen: Fam. P. Rozema

65 Jarigen aanstaande week
di Tj. K. Wagenaar - Plas (48) wo Anniek v/d Vaart (21) do Br. Jaap Meijer (25) vr T. Jongsma-Poelman (70) zo Lorenzo Zwart (11)

66

67 Lied 320 Uit: Liedboek voor de Kerken
1 Zingt een nieuw lied voor God de Here en weest van harte zeer verblijd. God wil alhier met ons verkeren, hier wordt een huis voor Hem bereid. Hij heeft de hand en het verstand gezegend voor het werk, de bouw van Christus' kerk.

68 Lied 320 Uit: Liedboek voor de Kerken
2 Kinderen van éénzelfde Vader, komt nu tesaam van zuid en noord. Van oost en west treden wij nader tot dit welaangename oord. Kracht van de jeugd, breng nu verheugd de stenen bij elkaar. God helpt u wonderbaar.

69 Lied 320 Uit: Liedboek voor de Kerken
3 God wil aan ons telkens weer tonen dat Hij genadig is en trouw. Dat Hij met ons samen wil wonen, geeft ons de moed voor dit gebouw. maar niet met steen en hout alleen is 't grote werk gedaan. 't Zal om onszelve gaan.

70 Lied 320 Uit: Liedboek voor de Kerken
4 De Heilge Geest geeft taal en teken. Christus deelt al zijn gaven uit. De Vader zelf wil tot ons spreken en elk verstaat wat het beduidt. Wees ons nabij en maak ons vrij in dit uw heiligdom. Kom, Here Jezus, kom!

71

72 Amen

73

74 We hopen u de volgende dienst weer te zien.
Tot ziens We hopen u de volgende dienst weer te zien.


Download ppt "Agenda aanstaande week 1/2"

Verwante presentaties


Ads door Google