Jouw naam De leerkracht Je klas

Presentatie over: "Jouw naam De leerkracht Je klas"— Transcript van de presentatie:

1 Jouw naam De leerkracht Je klas
Naam van het land Jouw naam De leerkracht Je klas

2 Waar bevindt zich (je land)
Op welk continent ligt je land en welke buurlanden heeft je land. Voeg een kaart van je land in.

3 Wat zijn de geografische kenmerken van (je land)
Noem belangrijke rivieren, meren, zeeën, bergketens en andere geografische kenmerken die in of dichtbij je land worden aangetroffen. Voeg een afbeelding in van de geografische kenmerken van je land.

4 Het klimaat van (je land)
Wat zijn de typische weerpatronen in je land tijdens een jaar. Voeg een afbeeldling in waarin een seizoen in je land te zien is.

5 De flora en fauna van (je land)
Beschrijf welke dieren en planten in je land worden aangetroffen. Voeg een afbeelding in van een dier en/of een plant die in je land wordt aangetroffen.

6 De geschiedenis van (je land)
Maak een tijdlijn van de belangrijke historische gebeurtenissen in je land. Naam van gebeurtenis 1 Naam van gebeurtenis 2 Naam van gebeurtenis 3 Naam van gebeurtenis 4 Naam van gebeurtenis 5 Naam van gebeurtenis 6 Naam van gebeurtenis 7 Naam van gebeurtenis 8 1e jaartal 2e jaartal 3e jaartal 4e jaartal 5e jaartal 6e jaartal 7e jaartal 8e jaartal Beschrijving van gebeurtenis Voeg belangrijke historische gebeurtenissen in je land toe aan de tijdlijn.

7 Gebruiken en tradities
Vertel iets over de belangrijkste gebruiken en tradities van je land. Vertel iets over de feestdagen en wat die inhouden. Voeg hier een afbeeldling in van een bepaald gebruik of een bepaalde traditie.

8 De regering van (je land)
Vertel hoe wetten tot stand komen en worden gewijzigd in je land. Vertel hoe mensen worden verkozen om het land te besturen. Voeg een afbeelding in van de president of eerste minister van je land.

9 Economie van (je land) Welke producten en diensten worden er in je land geleverd? Hoe verdienen de meeste mensen de kost? Voeg een afbeelding in als illustratie van een onderdeel van de economie van je land.

10 Het toerisme in (je land)
Vertel iets over de toeristische attracties in je land die mensen uit andere landen zouden willen bezoeken. Voeg een afbeelding in van een van de toeristische attracties in je land.