Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
PLURIFORME SAMENLEVING
Nadya Karim
2
Leerdoelen H1 Je kunt in eigen woorden uitleggen wat het begrip cultuur betekent en en voorbeelden van cultuur benoemen. Je kunt de begrippen dominante cultuur, subcultuur en tegencultuur benoemen en herkennen. Je kunt voorbeelden van culturele diversiteit in Nederland noemen.
3
Wat is cultuur?
4
Cultuur is.... Alle waarden, normen en gewoonten die mensen binnen een groep of samenleving met elkaar delen.
5
Dominante cultuur
6
Subcultuur
7
Subcultuur is... Wanneer binnen een groep sommige waarden en andere cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur.
8
Tegencultuur Verzet tegen de dominante cultuur.
Bijv. Anonymous, hackers, etc..
9
Culturele diversiteit
Stad en platteland – sociale cohesie Jong en oud – generatie(conflict) Beroep en maatschappelijke positie Mannen en vrouwen - rolpatronen Etniciteit - migratieachtergrond Godsdienst - voorschriften
10
Cultuur is dynamisch Cultuur is ALTIJD aan verandering onderhevig!!!!
Invloed van sociale media, mode, opvattingen... Tijd, plaats en groep
11
Vandaag HUISWERKCHECK H1 UITLEG OPDRACHT WERKBOEK
12
Leerdoelen H2 Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen nature en nurture. Je kunt in je eigen woorden uitleggen hoe cultuuroverdracht/socialisatie plaatsvindt. Je kunt voorbeelden van socialiserende instituties benoemen. Je kunt uitleggen wat internalisatie te maken heeft met het socialisatieproces. Je kunt de voor- en nadelen van wij-zij-gevoel benoemen.
13
H2 Cultuur en identiteit
Nature of nurture?
14
Cultuuroverdracht
15
Jouw identiteit Persoonlijke identiteit: Alle aangeleerde kenmerken die bij jouw persoonlijkheid horen: ->Muzieksmaak, kledingdracht, etc Sociale identiteit: de groepen waarmee jij je verbonden voelt. ->Almeerder, Marokkaan, student, Ajaxiet tegelijk!
16
WIJ versus ZIJ
17
Wij versus ZIJ Voordelen: Saamhorigheid en versterken onderlinge band
Nadelen: Afzetten tegenover anderen en/of andersdenkenden
18
Individualisme en collectivisme
Individuele ontplooiing en persoonlijke ontwikkeling Collectivisme Hechte groep (familie)
19
Masculiniteit en feminiteit
20
Opdracht in tweetallen
10 min. Bekijk het stencil en voer een gesprek met elkaar over de vragen die op het stencil staan. Dus 5 min gesprek/interview per persoon. Noteer de antwoorden op je blaadje
21
Werkboek Maken H2 in je werkboek! = huiswerk voor vrijdag!
22
Vandaag Samen H3 lezen In je werkboek aan de slag Afsluiting
23
Leerdoelen H3 Nederland is veranderd
· Je kunt in je eigen woorden uitleggen hoe de Nederlandse samenleving er voor WOII uitzag. · Je kunt de economische gevolgen van de wederopbouw voor de Nederlandse samenleving benoemen. · Je kunt de sociale gevolgen van de wederopbouw voor de Nederlandse samenleving benoemen.
24
Hoe zag de NL samenleving er voor WOII uit?
Gezagsverhoudingen Weinig sociale mobiliteit Verzuiling Traditionele rolpatronen
25
Wat waren de economische gevolgen van de wederopbouw?
Lage lonen om wederopbouw te financieren Meer belastinginkomsten –> opbouw Verzorgingsstaat Meer sociale mobiliteit Consumptiemaatschappij: vrije tijd en materieel bezit
26
Wat waren de sociale gevolgen van de wederopbouw?
Ontkerkelijking & Ontzuiling Individualisering Ontstaan jongerenculturen: Provo’s, Nozems en Hippies Emancipatiebeweging: handelingsonbekwaam Ecomische onafhankelijkheid Feminisme Globalisering
27
Maken H3 in je werkboek
28
Leerdoelen H4 Leg in eigen woorden uit hoe de Nederlandse samenleving er voor WOII uitzag. · Benoem de economische gevolgen van de wederopbouw voor de Nederlandse samenleving. · Benoem de sociale gevolgen van de wederopbouw voor de Nederlandse samenleving.
29
H4 Migratie naar Nederland
Leerdoelen: · Je kunt de motieven voor migratie benoemen. · Je kunt de 4 verschillende migratiestromen na WOII in Nederland becshrijven. · Je kunt de uitgangspunten noemen van het Nederlandse immigratiebeleid. · Je kunt uitleggen welke internationale verdragen invloed hebben op het Nederlandse immigratiebeleid.
30
Motieven voor migratie
31
4 Migratiegolven na WO II
Migratie uit vroegere koloniën: Suriname, de Antillen Arbeidsmigratie: Jaren ‘60 Gastarbeiders: Marokko, Turkije, Spanje, Italië Jaren ‘90 Europese Unie: Polen, Bulgarije, Roemenië Heden Kennismigranten: Japan, VS, India Heden Illegalen: allerlei
32
4 Migratiegolven na WO II
Vluchtelingen: Syrië, Somalie Volgmigratie: Gezinshereniging Gezinsvorming
33
De uitgangspunten van het Nederlandse immigratiebeleid.
Streng toelatingsbeleid, ook wel restrictief toelatingsbeleid: Alleen arbeismigratie vanuit Europa of bij beroep waar veel vraag naar is. Asielaanvragen van politieke vluchtelingen worden zeer grondig onderzocht.
34
·VN Vluchtelingenverdrag 1951: omgang met vluchtelingen
Internationale verdragen die invloed hebben op het Nederlandse immigratiebeleid. ·VN Vluchtelingenverdrag 1951: omgang met vluchtelingen Europees Verdrag voor Rechten van de Mens 1950: gezinsvorming en gezinshereniging Universele Verklaring van de Rechten van de Mens 1948 Verdrag van Schengen 1985: vrij verkeer van goederen en mensen in Schengengebied
35
Maken H4 in je werkboek = huiswerk voor vrijdag!
36
H5 Samenleven betekent integrerem
Welke mate van vrijheid hebben nieuwkomers om hun eigen cultuur te behouden en zich tegelijkertijd te moeten aanpassen aan de dominante cultuur?
37
Leerdoelen H5 Samenleven betekent integreren
· Je kunt in eigen woorden de drie mogelijkheden waarop een autochtone en allochtone bevolking met elkaar kunnen samenleven beschrijven. · Je kunt in eigen woorden uitleggen hoe de verschillende politieke stromingen denken over culturele diversiteit.
38
Assimilatie?
39
Rassenscheiding
40
Segregatie
42
Integratie
43
Open samenleving De Nederlandse grondwet biedt hiervoor de mogelijkheden, oa. met de volgende artikelen: Artikel 6 Vrijheid van Godsdienst Artikel 23 Vrijheid van onderwijs Artikel 1 Verbod op discriminatie op welke grond dan ook.
44
Christendemocraten Vrijheid van godsdienst
Wijst op gevaar wanneer nieuwkomers zich alleen richten op eigen groep Ritsmodel Overnemen van belangrijkste Nederlande normen en waarden Christenunie en SGP minder tolerant. Christelijke waarden benadrukken.
45
Liberalen Eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid nieuwkomers
Grondrechten respecteren en fatsoenlijk zijn: ‘Pleur op’
46
Sociaaldemocraten Gelijke kansen
Groenlinks liberale koers: zelfredzaamheid SP en PvdA actieve overheid, maar ook strenge aanpak van onwilwillenden.
47
Rechts populisten Multiculturalisme is een bedreiging
Islam is een gevaar Assimilatie
48
Europa Polarisatie Protectionisten Internationalisten Europees
Behoud eigen cultuur en identiteit Niet alleen tegen immigratie maar ook tegen Europese samenwerking Geen bemoeienis van buitenaf Immigratie en internationale samenwerking onmisbaar Machtig blok nodig tegen VS, Rusland etc Vluchtelingen helpen is een morele plicht Wereld burgerschap Polarisatie
49
Maken H5 in je werkboek
50
Leerdoelen H6 Integratie gaat niet vanzelf
Je kunt de drie fasen in het integratieproces benoemen. Je kunt gefundeerd je mening geven over het wel of niet slagen van het integratieproces in Nederland.
51
H6 Integratie gaat niet vanzelf
Integratie is niet eenvoudig voor beide partijen Integratieproces (door Hoogleraar Paul Scheffer) Vermijding Conflict Aanvaarding
52
Vermijding
53
Conflicten Sociaal-economische: Concurrentie onderkant arbeidsmarkt
Discriminatie op de werkvloer door vooroordelen en stereotypen Voorbeeld van discrminatie
54
Conflicten Cultureel religieus Vrouwenbesnijdenis Homoseksualiteit
Familie-eer (eerwraak)
55
Conflicten Politiek Radicalisering (afreizen naar ‘t Kalifaat)
Zwarte Piet
56
Aanvaarding en aanpassing
Onderlinge toleratie en respect Accent op wat goed gaat
57
Vragen maken in je werkboek
Huiswerk = H6 Integratie gaat niet vanzelf
58
Drie generaties 1e generatie waarden en normen land van herkomst
2e generatie waarden en normen van beide landen/culturen 3e generatie al meer geworteld in NL
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.