Sociaal statuut student-ondernemer

Presentatie over: "Sociaal statuut student-ondernemer"— Transcript van de presentatie:

1 Sociaal statuut student-ondernemer

2 Student-ondernemer - Tussen 18 en 25 jaar oud zijn (Vanaf kwartaal van bereiken van leeftijd van 18 jaar) Studies volgen in een onderwijsinstelling en/of begeleid worden door uw onderwijsinstelling bij een ondernemingsproject. Ingeschreven zijn voor minstens 27 studiepunten (ECTS) of voor 17 lesuren per week in een onderwijsinstelling in België of in het buitenland met het oog op het bekomen van een diploma dat erkend is door de bevoegde overheden Zelfstandige activiteit uitoefenen of van plan zijn er een uit te oefenen zonder enige gezagsverhouding met een werkgever.

3 Zelfstandig statuut Zelfstandige in hoofdberoep
719,34,euro sociale bijdrage per kwartaal Opbouwen sociale rechten Zelfstandige in bijberoep Minstens 50% elders sociale rechten opbouwen Geen extra sociale rechten Student-ondernemer Geen sociale bijdrage tot plafond

4 Zelfstandig statuut Netto belastbaar jaarinkomen Sociale bijdragen
Kinderbijslag < 6.505,53 euro Geen Volledig behouden Tussen 6.505,33 en ,66 Sociale bijdragen op verschil: 21% Behouden tot 240 gewerkte uren per kwartaal Meer dan ,66 euro Sociale bijdragen zoals in hoofdberoep Je behoudt je rechten inzake gezondheidszorgen als persoon ten laste van je ouders, als je inkomsten lager zijn dan 6 505,33 euro. Vanaf 6 505,33 euro, zal je eigen vergoeding voor sociale bijdrage (21%) hiervoor gelden en word je zelf als titularis voor deze gezondheidsuitkering aanzien. Arbeidsongeschiktheid Idem aanpassing als bij de gezondheidszorg.

5 Fiscaal ten laste? Bruto beroepsinkomen - € 2.660
Ten laste blijven De inkomsten als student-ondernemer worden voor het bepalen of iemand fiscaal ten laste is, gelijkgeschakeld met de gekende regelingen voor jobstudenten. Heel interessant: Dat wil zeggen, dat een eerste inkomensschijf van euro net als bij de jobstudenten niet in rekening wordt genomen voor berekening van deze bestaansmiddelen! Voorbeeld: In 2017 verdient u bruto euro. Enkel het deel dat de 2 600 euro overschrijdt, dus 2 400 euro, wordt in rekening genomen als bestaansmiddel. Na aftrek van de forfaitaire kosten (2 400 euro x 20 % = 480 euro), bedraagt het netto bedrag 1 920 euro. Bruto beroepsinkomen - € 2.660 - 20% of werkelijke kosten € xxxx (> of < netto bestaansmiddelen)

6 BTW? Indien jaaromzet <25.000 euro Vermelden op factuur
Kleine ondernemingsregeling Geen btw aanrekenen / aftrekken Geen periodieke btw-aangifte Vermelden op factuur “Bijzondere vrijstellingsregeling kleine ondernemingen"

7 Jobstudent & student-ondernemer?
Combinatie is mogelijk Kinderbijslag: verklaring afgeleverd worden aan dienst kinderbijslag dat niet meer dan 240 uren per kwartaal (zelfstandig + jobstudent) gewerkt wordt (uitzondering 3e kwartaal tussen 2 schooljaren, mag er onbeperkt worden). Sociale bijdragen: enkel gekeken naar het NBJ als zelfstandige. Fiscaal ten laste: inkomsten jobstudent + zelfstandige opgeteld