Begroten & Budgetteren

Presentatie over: "Begroten & Budgetteren"— Transcript van de presentatie:

1 Begroten & Budgetteren

2 Doelstelling van deze container
Hoofddoel: Kunnen omgaan met begrotingen en budgetteren aantal begrippen kennen basisberekeningen maken begroting kunnen opstellen budget beheren en beheersen

3 Begroten en Budgetteren is een onderdeel van het Financieel Management
Benodigdheden: rekenmachine, schrift, pen/potlood computer met Excel (t.b.v. huiswerk)

4 NORMERING De opdrachten in de reader; 25% van je cijfer
De toets; 75% van je cijfer Opdrachten niet inleveren; geen eindcijfer

5 Agenda Les 1: Beginbalans + Exploitatiebegroting Les 2: Winst voor de ondernemer Les 3: Liquiditeitsbegroting Les 4: Constante en variabele kosten Les 5: Afschrijvingen + Begroten van de omzet Les 6: Budgetteren Les 7: Oefentoets; uitloop Les 8: Toets

6 Vandaag Investeringsbegroting Financieringsbegroting BEGINBALANS
Goudenbalansregel Exploitatiebegroting Liquiditeitsbegroting

7 INLEIDING Wat is een begroting?
Schatting vooraf van de inkomsten en uitgaven voor een bedrijf, afdeling of project In euro’s per periode Wat is een budget? Bedrag dat is toegekend aan een afdeling of een project Budget is taakstellend; aan het eind van de periode moet je dus controleren of je het budget niet hebt overschreden

8 Wat is jouw budget? Stel je wilt een lang weekend met vrienden op vakantie. Wat is jouw budget?

9 WAAROM EEN BEGROTING? Verantwoording kunnen afleggen aan overheden en investeerders. Verplicht voor het verkrijgen van subsidies Verplicht voor verenigingen en stichtingen Vaak noodzakelijk voor leningen of investeringen

10 Investeringsbegroting
Activa zijde van de balans, debetzijde. Alle investeringen die nodig zijn om de onderneming te realiseren. Offertes opvragen bij leveranciers Het totaalbedrag van de investeringsbegroting geeft aan hoeveel geld er nodig is om de onderneming op te zetten. De investeringen kunnen worden opgedeeld in vaste activa en vlottende activa voor het opstellen van een investeringsbegroting.

11 Vaste activa Zijn bedrijfsmiddelen die langer dan een jaar in de onderneming worden gebruikt. Zoals: pand, inventaris, bedrijfsauto, goodwill. Vaste activa worden zonder btw op de balans opgenomen. Deze wordt wel eerst betaald, maar kun je later weer terugvorderen. Bij het huren van een pand, wordt de waarde van het pand niet opgenomen in de investeringsbegroting.

12 Vlottende activa Zijn bedrijfsmiddelen die korter dan een jaar meegaan. Zoals de voorraden en de debiteuren.

13 Financieringsbegroting
Passiva zijde van de balans, creditzijde. In de financieringsbegroting staat hoe de investeringen, genoemd in de investeringsbegroting, gefinancierd gaan worden. Eindbedrag van de financieringsbegroting moet uiteraard gelijk zijn aan het eindbedrag van de investeringsbegroting. De financieringsbegroting bestaat uit het eigen vermogen, lang vreemd vermogen en kort vreemd vermogen.

14 Eigen vermogen Is de inbreng van eigen middelen in de onderneming.
Inbreng eigen middelen, op de investeringsbegroting opgenomen tegen de actuele waarde. Zoals: spaargeld, inbreng eigen auto/computer/gereedschap, Zonder inbreng van eigen vermogen in de onderneming zijn banken niet bereid hoge kredieten te verstrekken.

15 Lang vreemd vermogen Bestaat uit leningen met een looptijd langer dan een jaar. Zoals: hypotheek, banklening langer dan een jaar, leasing.

16 Kort vreemd vermogen Bestaat uit leningen met een looptijd korter dan een jaar. Zoals: crediteuren, nog te betalen kosten en het rekening-courantkrediet.

17 Beginbalans De investeringsbegroting en de financieringsbegroting vormen samen de openingsbalans van de onderneming.

18 Goudenbalansregel Deze regel houdt in dat vaste activa uitsluitend gefinancierd worden met eigen en lang vreemd vermogen. Vlottende activa mogen met kort vreemd vermogen worden gefinancierd Dus: kort met kort financieren en lang met lang financieren.

19