De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Het nieuwe Insolventierecht ten gevolge van de invoeging van een nieuw Boek XX in het Wetboek economisch recht Joan DUBAERE Racine Advocaten * Le nouveau.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Het nieuwe Insolventierecht ten gevolge van de invoeging van een nieuw Boek XX in het Wetboek economisch recht Joan DUBAERE Racine Advocaten * Le nouveau."— Transcript van de presentatie:

1 Het nieuwe Insolventierecht ten gevolge van de invoeging van een nieuw Boek XX in het Wetboek economisch recht Joan DUBAERE Racine Advocaten * Le nouveau droit d’insolvabilité à la suite de l’insertion d’un nouveau Livre XX dans le Code de droit économique Yannick ALSTEENS Avocats Janssens

2 Wet van 11 augustus 2017 Loi du 11 août 2017
houdende invoeging van het Boek XX “Insolventie van ondernemingen” in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan boek XX, en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek XX, in boek I van het Wetboek van economisch recht  Belgisch Staatsblad: 11 september 2017 Loi du 11 août 2017 portant insertion du Livre XX "Insolvabilité des entreprises", dans le Code de droit économique, et portant insertion des définitions propres au livre XX, et des dispositions d'application au Livre XX, dans le Livre I du Code de droit économique  Moniteur Belge: 11 septembre 2017

3 INHOUDSTAFEL / TABLE DES MATIÈRES
LUIK I: Joan DUBAERE Inleiding Personeel toepassingsgebied Procedure Preventieve maatregelen LUIK II: Yannick ALSTEENS Capita selecta  Voyez la présentation de Yannick ALSTEENS

4 Inleiding Genese: van waar komen we? Waar zijn we geland: structuur
Voornaamste wijzigingen in de wet na parlementaire bespreking (2 lezingen) Doelstellingen van de hervorming Highlights

5 Huidige wetgeving Boek XX Genese: van waar komen we?
(1) Van huidige wetgeving naar nieuwe wetgeving Gekenmerkt door DUALITEIT: Faillissementen  met het oog op liquidatie Gerechtelijke reorganisatie  met het oog op continuïteit Huidige wetgeving Boek XX Gekenmerkt door INTEGRATIE: Beide procedures  worden bijeengebracht in één consistent geheel: de “insolventiewetgeving”

6 I. Genese: van waar komen we?
(2) Van wetsontwerp naar wet Voorbereiding voorontwerp door experten werkgroep Parl.St. Kamer, nr Plenaire vergadering Kamer 13 juli 2017: definitief goedgekeurd Bekrachtiging: 11 augustus 2017 Belgisch Staatsblad: 11 september 2017 Inwerkingtreding: 1 mei 2018 (bepalingen zijn toepasselijk op insolventieprocedures geopend vanaf 1 mei 2018) Huidige wetgeving blijft van kracht op alle lopende procedures en alle procedures geopend vóór de inwerkingtreding

7 II. Waar zijn we geland: structuur wetsontwerp
Boek I: Definities Algemene definities eigen aan WER Art. I.22 WER: definities eigen aan Boek XX Boek XX: Insolventiewetgeving Titel 1: Algemene beginselen Titel 2: Opsporing van ondernemingen in moeilijkheden Titel 3: Voorlopige maatregelen Titel 4: Ondernemingsbemiddelaar en minnelijk akkoord Titel 5: Gerechtelijke reorganisatie Titel 6: Faillissement Titel 7: Grensoverschrijdende insolventie Titel 8: Aansprakelijkheidsvorderingen Titel 9: Verbodsbepalingen en rehabilitatie Titel 10: Intrekking faillissement Titel 11: Evaluatie van de insolventieprocedures Opgelet: Naast boek XX, ook wijzigingen in andere wetgeving (eg Sw., Ger.W., W.Venn.) Reparatiewetten mogelijk

8 III. Voornaamste wijzigingen in de wet, na parlementaire bespreking (2 lezingen)
Schrapping stil faillissement => zie verder Fiscale en sociale schulden => toch boedelschulden in navolgend faillissement / vereffening Toevoeging nieuwe titel 10: ‘Intrekking faillissement’ Toevoeging nieuwe titel 11: ‘Evaluatie van de insolventieprocedures’ => evaluatie na 2 jaar van de toepassing van de wet op VZW’s, internationale verenigingen en stichtingen

9 IV. Doelstellingen van de hervorming
Kern / basisprincipes behouden: continuïteit versus liquidatiescenario bij faillissement Coherentie en consistentie: integratie in het WER van zowel gerechtelijk reorganisatie als faillissementen in één boek, met uniform begrippenkader Fresh start aanmoedigen Digitalisering Centraal Register Solvabiliteit (RegSol) Sinds 1 april 2017 (reeds in voege voor faillissementen) Aanpassing aan Europese normen Nieuwe Insolventieverordening 2015/848

10 IV. Doelstellingen van de hervorming
Zie ook het tussentijds rapport van 6 december 2016 van Minister van Justitie Koen Geens in verband met de hervormingen van het Belgisch recht: “Zowel de Wet continuïteit ondernemingen als de Faillissementswet zijn economische wetten waarvan de hervorming noodzakelijk is, willen ze zo goed mogelijk aansluiten bij de voortdurend veranderende sociale en economische realiteit”

11 V. Highlights Uitbreiding van personeel toepassingsgebied
Stimuleren van minnelijk akkoord “Fresh start”: Faillissementsboedel Geïntegreerd aansprakelijkheidsregime, incl. “Wrongfrul trading” Aanpassing van verschoonbaarheid en bevrijding: “kwijtschelding” Regels inzake gedwongen verkopen Elektronisch insolventiedossier Grensoverschrijdende insolventieprocedures Maar ook: juridisch technische verbeteringen aan bestaande regels

12 Personeel toepassingsgebied
Kernbegrip: “Ondernemingen” (schuldenaar) Bijzonder geval: de vrije beroepen Bijzonder geval: de financiële sector

13 Kernbegrip: “Ondernemingen”(schuldenaar)
Uniform toepassingsgebied voor faillissement & gerechtelijke reorganisatie Uitbreiding toepassingsgebied:  notie “koopman” is verdwenen  ‘onderneming’ is sleutelbegrip  thans ook VZW’s, vrije beroepers, burgerlijke vennootschappen, maatschappen, landbouwers, ziekenhuizen, rusthuizen, gerechtsdeurwaarders, etc.  veel te doen in parlementaire voorbereiding omtrent de toepasselijkheid van de Wet op VZW’s (benevolentie, subsidies, etc.)

14 Kernbegrip: “Ondernemingen”(schuldenaar)
Wie of wat is een “onderneming” (art. XX.1 § 1 WER)? Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent  Quid bestuurders, vennoten? Iedere rechtspersoon (ook VZW, burgerlijke vennootschap onder handelsvorm, stichtingen,…) Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid (quid afgescheiden vermogen?) Wie of wat is geen “onderneming” (art. XX.1 § 1 WER)? Iedere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid die geen uitkeringsoogmerk heeft en die ook in feite geen uitkeringen verricht aan haar leden of aan personen die een beslissende invloed uitoefenen op het beleid van de organisatie Iedere publiekrechtelijke rechtspersoon De Federale Staat, gewesten, gemeenschappen, provincies, hulpverleningszones, …

15 Bijzonder geval: de vrije beroepen
Nieuwe definitie “beoefenaar van een vrij beroep” (art. I., 1, 14° WER): “elke onderneming wiers activiteit er hoofdzakelijk in bestaat om, op onafhankelijke wijze en onder eigen verantwoordelijkheid, intellectuele prestaties te verrichten waarvoor een voorafgaande opleiding en een permanente vorming is vereist en die onderworpen is aan een plichtenleer waarvan de naleving door of krachtens een door de wet aangeduide tuchtrechtelijke instelling kan worden afgedwongen”  Art. XX.1§1 in fine WER: Koning (bij KB) bepaalt nadere toepassingsregels voor vrije beroepen en hun verenigingen Wie valt er dan onder?  Onder andere: advocaten, apothekers, accountants, architecten, notarissen, geneesheren, …

16 Bijzonder geval: de vrije beroepen
Art. XX.1§2, lid 1 WER: Boek XX geldt onverminderd het bijzonder recht dat de gereglementeerde vrije beroepen of ministeriële ambtenaren en notarissen betreft, met inbegrip van toegang tot beroep, beperkingen aan beheer en overgang van vermogen en eerbiediging van het beroepsgeheim Art. XX.1§2, lid 2 WER: geen beperking van plicht tot bewaren van beroepsgeheim of vrije keuze van patiënt of cliënt van beoefenaar van een vrij beroep  cliënteel = res nullius Art. XX.1§4 WER: advies vragen aan Orde/Instituut in geval van twijfel  Voor Advocaten: op niveau van OVB/OBFG, lokale balies, IAB, ….  KB zal dit verder moeten verduidelijken…

17 Bijzonder geval: de financiële sector
Wie? Banken, kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen,… Uitsluiting toepassing meeste titel boek II: * Titel II - handelsonderzoeken); * Titel III - voorlopige maatregelen; * Titel IV - ondernemingsbemiddelaar en minnelijk akkoord; * Titel V - gerechtelijke reorganisatie Overige Titels uit boek XX wel van toepassing

18 Procedure Bijzondere procedureregels Bevoegdheid
Insolventiefunctionarissen

19 Bijzondere procedureregels
“Hoofdstuk 2”: bevat proceduregels die gelden voor alle insolventieprocedures (gerechtelijke reorganisatie + faillissement)  Grotendeels gekend maar nu gegroepeerd in boek XX Betreft onder andere: Uitsluiting van rechtsmiddelen tegen bepaalde beslissingen (art. XX.2 WER) Bijzondere regels in verband met termijnen en insolventieregister (art. XX.3 WER) Bijzondere regels in verband met tussenkomst en curator als procespartij (art. XX.4 WER) Bijzondere regels in verband met de overlegging van stukken (art. XX.6 WER) Bijzondere regels in verband met kennisgevingen, mededelingen en neerleggingen (art. XX.9 WER:) NIEUW: de “actieve rechter”  art. XX.7 WER: rechtbank kan ambtshalve alle omstandigheden onderzoeken en elke nuttige onderzoeksmaatregel bevelen

20 Bevoegdheid: materieel
Introductie nieuw begrip: “Insolventierechtbank” voor gerechtelijke reorganisatie voor faillissementen NIET voor Collectieve Schuldenregeling  Binnen de Insolventierechtbank bestaan verschillende afdelingen: vb. kamer van ondernemingen in moeilijkheden Art. I.22, 4° WER: de rechtbank van koophandel is bevoegd om insolventieprocedure te openen als “Insolventierechtbank” Art. 574, 2° Ger. W.: rechtbank van koophandel is exclusief bevoegd voor vorderingen en geschillen die rechtstreeks voortvloeien uit insolventieprocedures

21 Bevoegdheid: territoriaal
Art. XX.12, §1 WER: “de insolventierechtbank gelegen in het rechtsgebied waarin op de dag dat de rechtbank wordt gevat, het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar gelegen is, uitsluitend bevoegd is om een insolventieprocedure te openen.” Centrum voornaamste belangen = Centre Of Main Intrests = COMI > Europese Insolventieverordening => nu ook voor nationale, interne bevoegdheid “COMI” = Voor vennootschappen en rechtspersonen: weerlegbaar vermoeden van maatschappelijke zetel – zetelverplaatsing binnen de 3 maanden vóór faillissement Voor natuurlijke personen - zelfstandige: weerlegbaar vermoeden van hoofdvestiging – verplaatsing hoofdvestiging binnen de 3 maanden vóór faillissement Voor natuurlijke personen - vrije beroeper: weerlegbaar vermoeden van hoofdinschrijving – verplaatsing hoofdinschrijving binnen de 3 maanden vóór faillissement  Voor advocaten: kijken bij welke balie hoofdinschrijving Rechtsgebied = ressort Hof van Beroep  Binnen rechtsgebied is elke afdeling van de rechtbank bevoegd om kennis te nemen van een insolventieprocedure Bijzondere regels voor: Groepsvennootschappen Organisaties zonder rechtspersoon / vennootschappen met onbeperkt aansprakelijke vennoten

22 IV. Insolventiefunctionarissen
Nieuw begrip => art. I.22,7° WER (> art. 2.5°InsolVo) geeft aan dat dit elke persoon of instantie betreft waarvan de taak, mede op tussentijdse basis, erin bestaat, een of meer van volgende taken te vervullen: De in het kader van een insolventieprocedure ingediende vorderingen te verifiëren en aanvaarden Het collectieve belang van de schuldeisers te behartigen Het geheel of een deel van de goederen waarover de schuldenaar het beheer en de beschikking werd ontzegd, te beheren Voornoemde goederen te vereffenen en in voorkomend geval de opbrengst te verdelen onder de schuldeisers; of Toe te zien op het beheer van de onderneming van de schuldenaar

23 IV. Insolventiefunctionarissen
Wie wel? Curator: art. XX.104 WER Gerechtsmandataris: art. XX.30 WER Voorlopig bewindvoerder: art. XX.32 WER Gerechtsmandataris i.k.v. gerechtelijke reorganisatie met overdracht onder gerechtelijk gezag: art. XX.85 WER Wie niet? Ondernemingsbemiddelaar: art. XX.36 WER Gedelegeerd rechter Rechter-commissaris

24 Insolventiefunctionarissen
Aanstelling: lijsten in BS publiceren Art. XX.122 WER: curatoren (! Blijft nog steeds exclusief voor advocaten) Art. XX.20, §1 WER: Ordes/Instituten van vrije beroepen stellen lijst op van personen die door de rechtbank als “insolventiefunctionaris” kunnen worden aangeduid  Wie zal lijsten opstellen? Art. XX WER (Ordes en Instituten; curatoren: aangesteld door de Algemene Vergadering van de Rechtbank van Koophandel) Vergoedingen voor curatoren worden gewijzigd Thans: procentueel en degressief tarief (geregeld bij KB dd. 10 augustus 1998) Boek XX: proportionele vergoeding “in functie van het belang, complexiteit, tijd, en desgevallend de waarde van de activa” Nieuw KB zal dit verder moeten uitklaren

25 Preventieve maatregelen
Opsporing van ondernemingen in moeilijkheden Voorlopige maatregelen Ondernemingsbemiddelaar Buitengerechtelijk minnelijk akkoord Stil faillissement niet langer weerhouden

26 Opsporing van ondernemingen in moeilijkheden
Door wie? “Kamers voor ondernemingen in moeilijkheden” (voorheen: “Dienst handelsonderzoeken) Voor wie? Voor “ondernemingen” die binnen toepassingsgebied Boek XX vallen” => DUS: toezicht op ruimer aantal ondernemingen! Wat? (i) Gegevensverzameling (XX.21-XX.24 WER) (ii) Vertrouwelijk onderzoek (XX.25-XX.29 WER)

27 Opsporing van ondernemingen in moeilijkheden
(I) GEGEVENSVERZAMELING (XX.21-XX.24 WER) Wat? “nuttige inlichtingen en gegevensbetreffende schuldenaren die financiële moeilijkheden ondervinden” Hoe? Aan de hand van “knipperlichten”: * berichten van protest (art. XX.22 WER) * veroordelende verstekvonnisen / vonnissen op tegenspraak tgn SA’en die de veroordelende hoofdsom niet hebben betwist (art. XX.23 § 1 WER) * fiscale en sociale achterstallen (art. XX.23 § 2 WER) * inlichting door cijferbeoefenaar (“externe accountant, externe erkend boekhouder, extern erkend boekhouder-fiscalist en bedrijfsrevisor”) => “wanneer zij in de uitoefening van hun opdracht gewichtige en overeenstemmende feiten vaststellen die de continuïteit van de economische activiteit van de schuldenaar in gedrang brengen” => Verplicht schriftelijk melden aan schuldenaar op omstandige wijze => Mogelijkheid om aan Voorzitten rb. Kh. melden INDIEN schuldenaar binnen de maand geen gepaste maatregelen heeft genomen om de continuïteit voor min. 12 maanden te waarborgen

28 Opsporing van ondernemingen in moeilijkheden
(II) VERTROUWELIJK ONDERZOEK (XX.25-XX.29 WER) Wat? * Toestand van ondernemingen in moeilijkheden volgen * Toestand van ondernemingen in moeilijkheden onderzoeken Onderzoek * Hetzij door Kamer voor ondernemingen in moeilijkheden zelf (max 8 maanden), hetzij door rechter-verslaggever (max 4 maanden, verlengbaar tot 8 maanden) * Ondernemingen oproepen en horen * Op vertrouwelijke wijze (“achter gesloten deuren”) * Mogelijkheid tot inwinnen inlichtingen bij externe cijferbeoefenaar van de onderneming en alle andere nuttige personen van wie zij verhoor nuttig acht * Mogelijkheid van plaatsbezoek (vrij beroep  vooraf Orde/Instituut verwittigen!)

29 Opsporing van ondernemingen in moeilijkheden
(II) VERTROUWELIJK ONDERZOEK (XX.25-XX.29 WER) Na onderzoek: eindbeslissing met 3 mogelijkheden (geen verzet of hoger beroep mogelijk!): (i) In geval van staat van faillissement: dossier zenden naar OM (ii) In geval van staat van faillissement EN voorwaarden voor aanstelling voorlopige bewindvoerder / ontneming beheer (zie hierna) zijn vervuld: dossier zenden naar Voorzitter rechtbank (iii) Indien gerechtelijke ontbinding kan worden uitgesproken: dossier zenden naar de rechtbank !! PRO MEMORIE: Wet van 17 mei 2017: wijziging art. 182 W.Venn.  gerechtelijke ontbinding mogelijk zodra men 1 jaar (voorheen: 3 jaar) jaarrekening niet heeft neergelegd

30 II. Voorlopige maatregelen: aanstelling mandataris
3 mogelijke aanstellingen: Gerechtsmandataris (art. XX.30 WER, voorheen: art. 28 § 1 WCO) Voorlopige bewindvoerder (Art. XX.31 WER, voorheen: art. 28 §1 WCO (“voorlopige bestuurder”)) Voorlopige bewindvoerder (Art. XX.32 WER, voorheen: art. 8 Faill.W.)

31 II. Voorlopige maatregelen: aanstelling mandataris
Gerechtsmandataris (art. XX.30 WER, voorheen: art. 28 § 1 WCO) Voorwaarde? In geval van “kennelijk grove tekortkomingen” die continuïteit in gevaar brengen Hoe? Op vordering van OM of elke belanghebbende, vordering zoals in kortgeding Wanneer? Kan zowel vóór als tijdens gerechtelijke reorganisatie Wat? De rechtbank bepaalt de opdracht Vrij beroep? Dan wordt ten minste 1 gerechtsmandataris aangesteld die lid is van Orde/Instituut waar schuldenaar eveneens lid van is

32 II. Voorlopige maatregelen: aanstelling mandataris
Voorlopige bewindvoerder (Art. XX.31 WER, voorheen: art. 28 §1 WCO (“voorlopige bestuurder”)) Voorwaarde? In geval van “kennelijk grove fout” Hoe? Op vordering van OM of elke belanghebbende Wanneer? Enkel tijdens de duur van de gerechtelijke reorganisatie Wat? De rechtbank bepaalt de opdracht. Niet meer uitdrukkelijk bepaald dat hij schuldenaar of diens organen “vervangt en belast wordt met het bestuur van de onderneming”. MAAR zal steeds neerkomen op gedeeltelijke of volledige ontneming van het bezit, cf. Parlementaire Voorbereiding Vrij beroep? Geen specifieke regel aanwezig

33 II. Voorlopige maatregelen: aanstelling mandataris
Voorlopige bewindvoerder (Art. XX.32 WER, voorheen: art. 8 Faill.W.) Voorwaarde? In geval van “gewichtige, bepaalde en met elkaar overeenstemmende aanwijzingen dat voorwaarden voor faillissement vervuld zijn” Hoe? Op vordering elke belanghebbende of ambtshalve Wanneer? Op elk ogenblik, maar per definitie niet verenigbaar met procedure van gerechtelijke reorganisatie Wat? Gehele of gedeeltelijke ontneming van het beheer van de activa of activiteiten Moet binnen 21 dagen (voorheen: 15) worden gevolgd door vordering tot faillietverklaring, gerechtelijke ontbinding of gerechtelijke reorganisatie door elke belanghebbende, m.i.v. voorlopige bewindvoerder Faillissement, gerechtelijke reorganisatie of gerechtelijke ontbinding moet in beginsel binnen 4 maanden na inleiden vordering worden uitgesproken Vrij beroep? Geen specifieke regel aanwezig

34 III. Ondernemingsbemiddelaar
(art. XX.36 WER, voorheen: art. 13 WCO) Bijstand: geen beheersbevoegdheid namens de onderneming Vrijwillig: enkel op verzoek van schuldenaar zelf (kan zelf naam van ondernemingsbemiddelaar voorstellen) Doel: reorganisatie van geheel of gedeelte van activa of activiteiten te vergemakkelijken Reorganisatie: zowel buitengerechtelijk als binnen kader van procedure gerechtelijke organisatie Zeer soepele aanstelling: geen vormvoorschriften / kan zelfs mondeling

35 IV. Buitengerechtelijk minnelijk akkoord
(art. XX.37-XX.38 WER) Wat? Buitengerechtelijk akkoord met twee of meer schuldeisers Hoe? Wilsautonomie: – partijen bepalen vrij inhoud van akkoord °schriftelijk °nut ervan moet worden vermeld en gemotiveerd °uitdrukkelijke vertrouwelijkheidsclausule en onsplitsbaarheidsclausule °neerlegging in register (= doel; nu nog op griffie) Voordelen voor schuldeisers? °Mogelijkheid tot homologatie  snel een eenvoudig uitvoerbare titel! °Bescherming akkoord (en verstrekte zekerheden) in geval van later faillissement °Bescherming tegen aansprakelijkheid

36 V. Stil faillissement (“prepack”): niet langer weerhouden
Wat? Rechtbank stelt “precurator” aan, onder toezicht van rechter-commissaris, met oog op faillissement op verzoek van schuldenaar Doel? vóór neerleggen van de boeken de nodige zaken in gereedheid brengen, om na neerlegging van de boeken snelle overdracht van de onderneming “going concern” te realiseren Voordelen? Waardevernietiging van de onderneming wordt tegengegaan Discretie maar onder toezicht van rechtbank Gericht op “redding van de onderneming” i.p.v. klassieke benadering m.h.o. “liquidatie van de onderneming”

37 V. Stil faillissement (“prepack”): niet langer weerhouden
Pro memorie, sociale aspecten van overdracht: (A) Indien conventionele overdracht onderneming:  verplicht overnemen ALLE werknemers (CAO 32bis) (B) Indien overdracht onderneming bij faillissement:  NIET verplicht om alle werknemers over te nemen  keuzevrijheid (CAO32bis) (C) Indien overdracht onderneming onder gerechtelijk gezag:  NIET verplicht om alle werknemers over te nemen  keuzevrijheid (CAO 102) => Gebaseerd op richtlijn 2001/23/EG inzake behoud rechten werknemers bij overdracht ondernemingen, waarin KEUZEMOGELIJKHEID is voorzien voor (cummulatieve voorw.): (i) faillissementsprocedure of gelijkaardige procedure (ii) met het oog op liquidatie (=> vraag: wat is “liquidatieprocedure”?) (iii) onder toezicht van een bevoegde overheidsinstantie

38 V. Stil faillissement (“prepack”): niet langer weerhouden
Vraag: Quid bij overdracht onderneming bij stil faillissement?  Arrest HvJ 22/06/2017 (C-126/16) Betrof: Nederlandse “pre-prack”  niet wettelijk geregeld / gegroeid uit praktijk Arrest: overdracht n.a.v. pre-pack ≠ overdracht n.a.v. faillissement  verplichting om alle werknemers over te nemen!  Gevolg: “Stil faillissement” geschrapt uit wetsontwerp Politiek gevoelig (cf. druk vakbonden) Maar: kritiek HvJ o.a. dat pre-pack in NL niet wettelijk is geregeld (≠ stil faillissement in BE) Uitstel, maar geen afstel?

39 V. Stil faillissement (“prepack”): niet langer weerhouden
Vraag: Impact op overdracht onder gerechtelijke reorganisatie?  Arrest HvJ 22/06/2017 (C-126/16) 49      In casu blijkt uit de verwijzingsbeslissing dat een pre-pack zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, tot in de kleinste details de overdracht van de onderneming beoogt voor te bereiden om na de faillietverklaring een snelle doorstart mogelijk te maken van de levensvatbare onderdelen van de onderneming, teneinde op die manier de onderbreking te vermijden die het gevolg zou zijn van de plotselinge stopzetting van de activiteiten van die onderneming op de datum van de faillietverklaring, zodat de waarde van de onderneming en de werkgelegenheid behouden blijven. 50      Onder deze omstandigheden en onder voorbehoud van verificatie door de verwijzende rechter, moet worden vastgesteld dat een dergelijke transactie uiteindelijk niet de liquidatie van de onderneming beoogt, zodat het economische en sociale doel daarvan noch kan verklaren noch kan rechtvaardigen dat bij een volledige of gedeeltelijke overgang van de betrokken onderneming, haar werknemers worden beroofd van de rechten die richtlijn 2001/23 hun toekent.  Gevolg: NIEUWE prejudiciële vraag aan HvJ door Arbeidshof Antwerpen, afd. Hasselt 14/08/17 Betreft: verenigbaarheid CAO 102 met Europese richtlijn 2001/23/EG

40 Nieuw insolventierecht: grote impact op faillissement & WCO
QUESTIONS VRAGEN


Download ppt "Het nieuwe Insolventierecht ten gevolge van de invoeging van een nieuw Boek XX in het Wetboek economisch recht Joan DUBAERE Racine Advocaten * Le nouveau."

Verwante presentaties


Ads door Google